Het feest van het Licht.

Ik had u een vrolijk blog beloofd voor de Kerst. Maar wat is vrolijk? Denken we daarbij aan oppervlakkig plezier en entertainment, of mikken we op de diepe vreugde van het Licht?

Kerstmis schijnt het feest te zijn van de terugkeer (of, in Christelijke termen: de komst) van het licht, maar wat is licht? In de oude natuurgodsdiensten werd altijd het zonnewendefeest gevierd, in onze streken het Joelfeest. Daarbij lag het accent op de terugkeer van de zon (fysiek licht). Maar geen zonnewendefeest zonder  aandacht voor de duisternis. Niet het negatieve beeld van  duisternis dat heden ten dage domineert, maar het beeld van de vruchtbare duisternis, waarin onze intuïtieve en creative krachten zich bevinden. ‘Het zaad roert zich in de aarde’, zoals het Essene Book of Days het poëtisch omschrijft. Dus ook het oude Joelfeest bevatte al een mystieke component.

Tegenwoordig schrijven we aan het licht zelf ook allerlei mystieke eigenschappen toe. Dit zogenaamde Grote Licht openbaart zich in de ‘kleine’ lichten, de plekken waar en de momenten waarin het leven ‘licht’ is: ‘de lente, mimosa, de merel, Mozart, de liefde, de wijn, het oog van vrienden, de dans.’ *) En in de vrijmetselarij zeggen we : in wijsheid, kracht en schoonheid.

images

Maar wat ìs dan dat Grote of Heldere Licht? Voor pseudo-Dyonysius was het de godheid zelf, maar binnen de Christelijke theologie is het meer een kracht die van God uitgaat: ‘het leven was het licht der mensen’ (Joh. 1:5) en ‘Ik ben het licht der wereld’ (Jezus in Joh. 8:12) en natuurlijk Genesis: ‘Daar zij licht!’ (al kan dat als natuurlijk licht geïnterpreteerd worden). In het boeddhisme, wordt het Licht daarentegen niet aan een Godheid verbonden.

Mensen die een bijna doods ervaring (BDE) hebben doorgemaakt rapporteren dat zij dit Licht daadwerkelijk ervaren hebben. De grote vraag is echter of we dat Licht al gewoon hier en nu kunnen ervaren, bij leven en welzijn. Zij die een BDE hebben doorgemaakt beweren over het algemeen stellig van wel, en ook het Boeddhisme en het Hindoeïsme stellen dat je al hier op aarde samadhi, het nirwana dan wel satori kan bereiken. Er zijn echter maar weinig mensen die dit is gegeven. Zelf ben ik nooit verder gekomen dan een diepe eenheidsbeleving, prachtig en ontroerend, maar geen directe ervaring van licht (die ik overigens wel heb gehad tijden een geleide meditatie – maar dat kan ook een illusie zijn geweest).

Daarom denk dat ik zelf en de meesten van ons het zullen moeten doen met de kleine lichten, waarvan hierboven sprake was. Maar klein hoeft niet te betekenen: gering. Zij vormen de vreugdevolle lichtheid van het bestaan. Mijn kerstwens voor u: een vrolijk en licht kerstfeest!

 

*) Uit: Han Fortmann, Oosterse Renaissance, waarop dit blog is geïnspireerd.

 

Een reis van 1000 stappen begint met de eerste dribbelpas. . .

Wat is dat toch met mij? Iedereen jubelend over het klimaatakkoord, terwijl ik er weinig in zie. Ik ben wat je noemt een zwartkijker. Een karakterfout vrees ik. Velen noemen mij een pessimist. Ikzelf houd altijd vol dat ik een realist ben. Dus als je dit blog leest: wees gewaarschuwd. Als je onbezorgde kerstdagen wilt hebben: niet lezen. (Ik ben een groot bewonderaar van Bas Heijne, columnist van NRC/Handelsblad, altijd zwartgallig en meestal zeer to the point. Dat laatste hoop ik ook te zijn)

Eerst het goede nieuws: er is een wereldwijd akkoord tussen 195 landen. Dat is op zichzelf uniek en een teken dat er enig besef begint door te dringen: het gaat niet helemaal goed met ons leefmilieu. Er dreigen wat eilandjes te verdwijnen, er dreigen wat droogtes en overstromingen, watertekorten, voedseltekorten,. . . jammer maar helaas. . . moeten we wat aan doen.

Nu het slechte nieuws: het akkoord bevat voor zover ik kan zien maar twee concrete maatregelen: Eén: iedere vijf jaar, te beginnen in 2018, wordt gepeild of landen genoeg doen om de temperatuurstijging beneden de 2 graden te houden (wat nu niet zo is), en zo niet, dan wordt dat concreet vastgesteld. Twee: er komt in 2020 een fonds waarin de rijkere landen 100 miljard dollar per jaar zullen storten om ontwikkelingslanden te steunen bij hun klimaattransitie. Dit is te weinig en te laat, en over de verdeling (hoeveel welk land moet bijdragen) zijn geen afspraken gemaakt. Waar de overige gelden vandaan moeten komen is niet vastgesteld. Overigens leert de ervaring met steun bij rampen, dat toezeggingen nog niet betekenen dat dit geld er ook werkelijk komt.

Er staat een heleboel NIET in het verdrag. Er is niet afgesproken dat er een wereldwijde prijs komt voor elke ton CO2 equivalent die wordt uitgestoten. De EU hanteert voor haar emissierechten een prijs van € 8 per ton, de Shell intern € 50 per ton CO2 (als een investering per jaar meer kost dan dit bedrag bij de ontwikkeling en exploitatie wordt hij niet meer uitgevoerd), terwijl volgens deskundigen een bedrag van € 90 minimaal nodig zou moeten zijn. (Sommigen zeggen € 300). Dit is volgens hen die het weten kunnen de ENIGE manier om de uitstoot van broeikasgassen daadwerkelijk tegen te gaan. De vervuiler moet betalen – dus in feiten zou dit bedrag grotendeels doorberekend moeten worden aan de consument. € 20 tot € 30 verhoging van de prijs van vliegtuigtickets – ik moet er niet aan denken. . . Overigens worden de sectoren luchtvaart en scheepvaart, die samen verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijk deel van de CO2 uitstoot, in het verdrag niet genoemd.

Als deze CO2 belasting wel zou worden ingevoerd zou dat meteen een oplossing geweest zijn voor het vullen van het eerder genoemde fonds.

Het verdrag is juridisch bindend  (behalve voor de VS en Australië), maar pas als het door 55 landen geratificeerd is. De procedure daarvoor begint op 22 april van het volgende jaar, en zal dan enige jaren in beslag nemen. Veel stelt dat trouwens niet voor, omdat het, zoals zojuist is vastgesteld, maar twee concrete maatregelen bevat, die elk op zichzelf maar weinig zoden aan de dijk zetten.

Kortom, ik begrijp niets van de euforie die na dit verdrag alom heerste. Obama: “Dit akkoord is de beste kans die we hebben om de planeet te reden”.(?) Ban Ki -moon: “Het Parijs akkoord is een monumentaal succes. .  “(???). Onze staatssecretaris Dijksma: “We hebben onze kleinkinderen een grote dienst bewezen.” De schat. Ik vind haar wel lief (en ze was absoluut bekwaam op landbouw) maar nu moet ze zich maar beperken tot Prorail en NS; dat is al moeilijk genoeg om te overzien. Nee dan Marita Hutjes (Oxfam): ” Er worden beloftes gedaan, maar het akkoord dwingt landen niet om snel hun CO2-uitstoot te verminderen.” Een geestverwant. U weet wel, de weg naar de hel. . .

instrumental_temperature_record

Kennelijk leef ik op een andere planeet. Maar het is waar, een reis van 1000 stappen begint met de eerste stap, zoals de Taoist zegt, en de eerste dribbelpas is gemaakt. De reis is begonnen. De kans dat we onder de drie graden blijven lijkt me groter geworden. Helaas lijkt de kans dat we onder de twee graden blijven nog steeds nihil. Laten we onze aandacht dus vooral richten op hoe we een waardige wereld kunnen scheppen in een tijd van grote bedreigingen. Je kunt dit verdrag ook zien als een stap in die richting. Laten we het daar voorlopig maar op houden. En voor de Kerst hoop ik nog met een iets vrolijker blog te komen, al heb ik er nog geen flauw idee van waar dat over zou moeten  gaan.

The growth file, summary for English speaking readers, part II.

I promised you a summary of my blogs about economic growth. Here is the summary of the last six Global casinoblogs. The sunmmary of the first five blogs was published October 30.

In the sixth blog I stated that no organism, no society, can live and  survive without growth. So, if we want or have to stop material economic growth, we have to substitute it for another form of growth. What we need is not material growth, but cultural and spiritual growth. Personal development is a necessary prerequisite for that.

In the seventh blog I started to elaborate this idea. If we want to develop cultural and spiritual growth the first step is that we have to become a learning society. We nowadays are learning insufficiently from the mistakes we made in the past. In order to learn we have to be open minded. We shouldn’t stick to dogmas, preconceived ideas, ideologies and opinions. In order to learn to be more open minded we  should collectively invest in cultural institutions and activities: education, philosophy, art, science, and  independent broadcasting.

In the next blog I stated that another prerequisite for our detachment from material needs is experiencing  freedom. Freedom from external pressure and coercion,  freedom from inner setbacks, such as fear and rigid ideas and behavior patterns, and freedom to do and speak as one pleases. So a second value upon which our society should be based, apart form open mindedness, is freedom.

moreel_failliete_t_shirt-r32e86b99602d415eb929cce632de14f5_jf4s8_324The ninth blog: Our most effective defense against terrorism is not more violence, but defending our moral values. Unfortunately  in our foreign policy we pervert and violate these values permanently. As a result the so called Western societies are hated among the people in the world, thus says terrorism expert Peter Knooke. This is a fertile breeding ground for terrorism. Then defending our values is becoming a form of hypocrisy. So the first thing we have to do is changing our foreign policy, that until now had only one goal: promoting and defending our economic growth, no matter what. So not making economic growth our primary target will have very important positive consequences..

A value that has to be added to the ones mentioned above is respect: respect for Creation, for Life, for ourselves and for each other. That will diminish our addiction to economic growth as well.

In the tenth blog I emphasize again that economic growth does not improve employment opportunities, in contrast to what most economists tare thinking. There are better means: reduction of working hours and creating jobs paid by the government in the domain of public service. This should be financed by income taxes and eco taxes. Unfortunately, contrary to what is thought, this does not diminish economic growth, because the economic contraction by higher taxes is compensated by the expansion of jobs.

Furthermore in this blog I elaborate on the value of respect. What we need is more spirituality (not religion!): awe for the Source of everything and its manifestation. Spiritual growth will help us with getting free from the addiction to material growth.

Landing-plane-1As a conclusion I state again that the end of economic growth in the West will happen soon. The only choice we have is between a sudden crash of our financial system, or a soft, controlled landing. One of the reasons why I prefer the last possibility, is that thus we make room for the necessary growth in the poorest countries of the world.

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

Het groeidossier, slot. Time to Reform the Global Casino.

De titel van dit blog ontleen ik aan een mail van Hazel Henderson, een vooraanstaand econoom met een wereldwijde reputatie. Het slaat op de in october vastgestelde United Nations Sustainable Development Goals (SDGs) die door 193 landen geratificeerd zijn.

In deze doeleinden wordt, net als in deze serie, afstand genomen van de op het BBP gebaseerde groeimodel, en worden een Global casinoaantal doelen vastgesteld voor 2030. (zie: https://sustainabledevelopment.un.org/?menu=1300). Prachtige doelen, maar naar ik vrees toch nog niet radicaal genoeg en te laat. Er wordt afscheid genomen van de vrije markt economie van Thatcher en Reagan waardoor er een scheiding ontstond tussen de financiële wereld (’the global casino’) en de reële economische activiteit. Maar er wordt weinig aandacht besteed aan de spirituele dimensie, en er wordt ook uitgegaan van de mogelijkheid van groene groei – een mogelijkheid die ik, zoals eerder gesteld, betwijfel. Een transitie naar groene investeringen is weliswaar noodzakelijk, maar dan zou er tegelijkertijd  – in het Westen – gedesinvesteerd moeten worden in niet duurzame productie, en dan is er geen economische groei meer, maar alleen economische transitie. Maar enfin, het is een begin.

En hiermee ben ik aan het eind gekomen van mijn serie over economische groei. De voorspellingen die ik heb gedaan zijn zoveel mogelijk gebaseerd op feiten, maar zijn overigens gratuit, want ik heb er geen termijn aan verbonden., Bovendien heb ik soms twee alternatieve mogelijke scenario’s geschetst (crash of zachte landing bijvoorbeeld). Op die manier is het natuurlijk geen kunst om gelijk te krijgen. Als ik voorspel dat op termijn de mensheid op deze aarde ten onder gaat of niet, dan heb ik natuurlijk gelijk, maar het zegt niets.

In het tweede gedeelte van de serie heb ik wat meer mijn eigen waarden en meningen naar voren gebracht, en daarmee werden de blogs minder analyserend en subjectiever. Dat geeft ook meer ruimte om het met me oneens te zijn. In dit verband wil ik ook nog even wat rechtzetten. In het zevende blog schreef ik: ‘Als we mordicus tegen kernenergie zijn, dan willen we niet weten dat een drastische beperking van de CO2 uitstoot op korte termijn  waarschijnlijk niet zonder kernenergie kan.’ Daaruit moet niet worden afgeleid dat ik voor het investeren in kernenergie ben (dat zou weer leiden tot economische groei), maar alleen maar dat te overwegen zou zijn bestaande centrales niet te snel te sluiten.

Wat misschien in deze serie wat te weinig  nadruk heeft gekregen is het morele argument. Ik heb gesteld dat economische groei niet meer kan en dat we dus feitelijk de keus hebben tussen een zachte landing of een crash. Maar lang voor de crash zouden we de groei in het Westen moeten afremmen om ruimte te maken voor de minimaal benodigde groei in de armste landen van de wereld.

Ik hoop dat deze serie, zowel door mijn stellingen als door mijn meningen, uw denken heeft gestimuleerd, en dat het u aanzet tot actie, want er zijn wel degelijk meer of minder positieve scenario’s mogelijk. Ook dat is een subjectieve uitspraak, want wie bepaalt wat er positief is?

Deze serie is nu afgelopen, maar met mijn blogs ga ik nog wel een tijdje door.

 

Het groeidossier, deel 10. Crash of zachte landing?

Dezer dagen kwam ik een artikel tegen van Miriam de Rijk in De Groene Amsterdammer (19 november j.l.) waarin ze het failliet van het huidige werkloosheidsbeleid van de overheid aantoont. Ze noemt daarentegen twee maatregelen die aanzienlijk effectiever zouden zijn. Een daarvan (arbeidstijdverkorting) heb ik in het vijfde deel van deze serie genoemd, maar een ander heb ik daar totaal over het hoofd gezien. Het is het scheppen van overheidsbanen of gesubsidieerde banen in de sectoren waarin op een heel onprettige manier bezuinigd is: zorg, onderwijs, sociale dienstverlening, cultuur, onderhoud aan de infrastructuur. Dit kan geschieden zonder toename van het overheidstekort, namelijk door de belastingen te verhogen (direct en indirect – met name inkomstenbelasting en ecotax) of niet te verlagen.  Het argument dat dit de groei zou afremmen is – helaas – ten dele onjuist, want wat er door belastingheffing aan consumptiekracht  afgaat komt er weer bij door de toenemende bestedingsmogelijkheden van de overheid en de nieuwe werkenden. Onderzoek wijst uit dat minstens 60% van de bevolking onder deze voorwaarden niet tegen een belastingverhoging is. Lees het boek van Miriam de Rijk, dat net is uitgekomen (51 mythes over wat goed zou zijn voor de economie).

Zo langzamerhand kom ik aan het einde van deze serie over economische groei. Maar voor dat ik tot een conclusie kom wil ik eerst nog ingaan op twee aspecten van de eerbied waarover ik het in het vorige blog heb gehad. Te weten: Eerbied voor het allerhoogste/de Allerhoogste en Weten dat mijn medemensen mijn broeders en zusters zijn: broederlijke en zusterlijke liefde.

Om met het laatste te beginnen: dat is de basis van compassie: medeleven met onze medemensen. Zonder compassie kan de ideale samenleving, waar ik het vorige keer over had, niet tot stand komen. Compassie vloeit voort uit het oude Christelijke ideaal van naastenliefde: niet alleen je naaste maar ook je vijanden liefhebben. Maar helaas is liefde niet iets waartoe je zonder meer kunt besluiten. Liefde valt echter wel te leren. Je kunt oefenen op jezelf, te beginnen met die dingen van jezelf te omarmen waar je eigenlijk niet blij mee bent. Zoals een liefhebbende ouder van zijn of haar kind kan houden, ook al doet het iets of heeft het eigenschappen waar die ouder moeite mee heeft. Ook kun je liefde oefenen door solidariteit en dienstbaarheid. In mijn boek ‘Op weg naar jezelf . . .’ ga ik hier verder op in. Het is waard er voor te gaan, want zoals Krishnamurti zegt: “Als u geen liefde bezit – niet in kleine druppels maar in overvloed – als u er niet vol van bent – dan zal er onheil over de wereld komen.” Dat zien we al gebeuren.

Dan iets over Eerbied voor het allerhoogste/de Allerhoogste. Met de secularisering van onze samenleving  zijn wij mensen verweesd geworden. De instituties uit het tijdperk van de verzuiling hebben aan belang ingeboet. We voelen ons niet meer veilig en geborgen. Onze zekerheden zijn weggevallen en twijfel aan alles is de norm geworden. Dat heeft een grote vrijheid geschapen, maar de prijs daarvoor is angst en een extreme behoefte aan veiligheid. Met het verdwijnen van het geloof is de onzekerheid over wat er na onze dood gaat gebeuren, en daarmee de angst voor de dood, toegenomen. Als reactie daarop hechten velen van onze broeders en zusters aan hun materiële bezit, of zoeken hun heil bij populistische volksmenners die schijnzekerheden prediken, of bij fundamentalisme en extremisme.

Onder deze condities is het bijzonder moeilijk voor politieke partijen en hun politici om andere doelen dan economische groei centraal te stellen. Wat we als samenleving nodig hebben is wijsheid en een nieuwe spiritualiteit: spirituele ontwikkeling in plaats van materiële groei van de welvaart. Gelukkig zijn er in toenemende mate mogelijkheden voor spirituele ontwikkeling voorhanden. Ik denk aan de vele Oosters geïnspireerde trainingen en cursussen (yoga, tai chi, meditatie), aan evangelische geloofsgemeenschappen en aan de transpersoonlijke psychologie. Het taboe op spreken over BDE’s (Bijna Doods Ervaringen) neemt af, mede dankzij het werk van Pim van Lommel. “There are more things between heaven and earth, Horatio, than are dreamt of in your philosophy” (Shakespeare, Hamlet). Vele boeken en films getuigen daarvan. Tegelijkertijd is er een grote weerstand vanuit sceptische hoek tegen alles wat je niet zintuigelijk kunt waarnemen en meten.

Landing-plane-1Zonder spirituele verdieping zal er van vrijwillige vermindering van de op het BBP gebaseerde groei weinig terecht komen. Dan zullen we ingehaald worden door de ontwikkelingen vanuit de buitenwereld, en zal de economie crashen en kunnen we een zachte landing vergeten. We zullen zien, maar wanneer?

 

 

 

 

Het groeidossier, deel 9. Ons morele failliet.

Doordat de Westerse landen economische groei al eeuwen lang als centrale doelstelling van hun beleid hebben vastgesteld, hebben we onze morele geloofwaardigheid in de wereld volledig verloren. Eerst hebben we als kolonisators steun verleend aan slavernij en vele landen uitgebuit. Die uitbuiting is doorgegaan na de dekolonisatie. We nemen (te) goedkoop grondstoffen en landbouwproducten af, en verhinderen zodoende de innovatie en de optimale ontwikkeling van de lokale economieën. Uit eigenbelang (van landen, maar ook van individuen) laten we al dan niet foute multinationals ons de wet voorschrijven, en pappen we aan met misdadige regimes. Anti-terreur expert Peter Knooke stelt vast dat de gemiddelde burger in de niet Westerse wereld ons haat, niet alleen om wat we hen nu aandoen, maar ook vooral om wat we hun vereerde ouders en voorouders hebben aangedaan. Zie: https://www.knack.be/nieuws/wereld/terrorisme-expert-knoope-een-groot-deel-van-de-wereld-haat-ons/article-normal-624191.html. Een uitstekende voedingsbodem voor terrorisme.

Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Parijs heb ik eerst maar eens even gezwegen. Er werd zoveel gezegd, dat temidden van deze brei van woorden mijn geluid volstrekt irrelevant zou zijn geweest. In die brei heb ik een opmerkelijk geluid gehoord, van Paul Scheffer in Buitenhof (15 november): Waarom bestrijden we wel IS, maar laten we Assad zijn gang gaan, en overwegen we zelfs hem te steunen? We willen dusdoende de duivel met Beëlzebub uitdrijven. Zolang we dat doen zijn alle geluiden als: we zullen de terreur moeten bestrijden door onze waarden en idealen daartegenover te stellen, wat mij betreft hypocriet. En wij maar denken dat de wereldburgers dat niet  door hebben. (Het feit dat de vluchtelingen massaal hierheen komen heeft niets te maken met hun waarden, maar met hun begrijpelijk verlangen naar veiligheid en welzijn). Binnen ons land hebben we in moreel opzicht de zaken redelijk voor elkaar, maar als land handelen we beslist immoreel.

moreel_failliete_t_shirt-r32e86b99602d415eb929cce632de14f5_jf4s8_324

Als we onze morele geloofwaardigheid zouden willen herstellen zullen we een volstrekt nieuwe economische en buitenlandse politiek moeten ontwikkelen, waarbij we niet rijk willen worden ten kosten van anderen. Dat zal nog niet zo meevallen, en we zullen daarvoor zeker offers moeten brengen zoals de Engelsen en de Amerikanen deden in hun strijd tegen Duitsland en Japan. Het vraagt bovendien de ontwikkeling van een zekere harmonie in de samenleving, die op het ogenblik ver te zoeken is en zowel ondermijnd wordt door populisten als extremisten en terroristen (bien étonnés de se trouver ensemble!). Een voorwaarde voor die harmonie is een gedeeld toekomstbeeld, maar om dat te bereiken hebben we juist die harmonie weer nodig. Een netelig vraagstuk, waarover ik eerder heb geschreven (Voor niets gaat de zon op . . . ). Het voert wat te ver om dat nu in detail uit te werken.

Behalve de twee eerder genoemde waarden (openheid van geest en vrijheid) zal nog een derde waarde deel uit moeten maken van dat gedeelde toekomstbeeld: eerbied. Wat houdt dat in? In het zojuist genoemde boek beschreef ik dat als volgt: Eerbied voor het leven zelf. Eerbied voor het stralend kosmisch wonder dat je zelf bent. Eerbied voor het allerhoogste/de Allerhoogste. Respect voor de ander, ook als die gedrag vertoont waar je helemaal niets van moet hebben (je hebt dus respect voor de ‘ziel’ van de ander). Eerbied voor de aarde als een levend organisme (Gaia) waaruit voortvloeit de zorg voor de natuur en de omgeving. Tolerantie, dat wil zeggen het accepteren van verschillende waarheden en opvattingen. Ontzag en verwondering dat alles is zoals het is, gevoel voor schoonheid. Weten dat mijn medemensen mijn broeders en zusters zijn: broederlijke en zusterlijke liefde.

Als we toe willen naar een samenleving die op de genoemde waarden is gefundeerd en naar een politiek waarin we die waarden uitdragen buiten onze landsgrenzen, dan is er een lange weg te gaan. Wellicht meer dan de helft van onze landgenoten hangen de door mij genoemde waarden niet aan of staan onverschillig tegenover waarden als zodanig. Er is dus werk aan de winkel. Maar het proces kan  versneld worden door de crises waarin we verkeren: vluchtelingen, terreur, en op wat langere termijn: de nieuwe economische crises en de klimaatproblematiek. De ervaring leert dat in tijden van crisis het beste en het slechtste in mensen naar boven komt. Hoe de balans uiteindelijk zal doorslaan? Dat weten we niet en hangt mede van ons, de schrijver en de lezers van dit blog af. Mochten we er in slagen die nieuwe waardige wereld te scheppen, dan hebben we tegelijkertijd een alternatief gevonden voor economische groei (waaraan we dan minder behoefte zullen hebben) alsmede een antwoord gevonden op zowel de terrorisme- als de klimaatproblematiek. Een stip op de horizon.

 

 

Het groeidossier, deel 8. De angst voor de vrijheid.

We kunnen waarschijnlijk alleen maar loskomen van onze gehechtheid aan economische, materiële groei, als we ons vrij voelen. Dat geldt zowel voor ons als individuen als voor de samenleving als geheel.

VrijheidVrijheid is een begrip dat ontwikkeld is in de periode  van de Verlichting: tweede helft zeventiende en achttiende eeuw. Het voert veel te ver om daar nu diep op in te gaan, maar een paar dingen moeten toch gezegd worden. Vrijheid heeft twee kanten: vrij zijn VAN, zoals vrij zijn van belemmeringen van buitenaf (autoritaire systemen, zoals  dictaturen en kerkelijke dwang) en van belemmeringen van binnenuit (angsten, starre denkbeelden, ingesleten gedragspatronen), en vrij zijn OM: om te doen wat je hart je ingeeft, om te kiezen, om verantwoordelijkheid te nemen. Een doorgeschoten vrijheid is individualisme: doen en laten wat je wilt zonder rekening te houden met (de vrijheid van) anderen.

Het lijkt dat we in deze tijd vrijheid volledig hebben gerealiseerd, maar dat valt bij nader inzien tegen. Op individueel niveau voelen we ons vaak machteloos en angstig ten aanzien van de buitenwereld – dat is ongeveer het tegengestelde van vrijheid. Of we voelen ons niet vrij om te zeggen wat we te zeggen hebben, terecht of ten onrechte, en houden dan maar onze mond of gaan onszelf juist overschreeuwen. Vaak bevinden we ons binnen een keurslijf van regels, controle,  procedures of administratieve verplichtingen. Ook als land zijn we minder vrij dan we zouden willen zijn. We worden bedreigd door terreur, zoals de recente aanslagen in Parijs laten zien. We kunnen ook de vluchtelingenstromen waardoor we worden overspoeld niet beheersen – ook dat roept angst en gevoelens van onvrijheid op. Verder zijn we ingekapseld in  multinationale instellingen en verdragen (TTIP!), lopen vaak aan de leiband van multinationale ondernemingen en durven niet of hooguit zeer verkapt te zeggen wat we te zeggen hebben, bijvoorbeeld op het gebied van mensenrechten. Tenslotte perkt ook de klimaatproblematiek onze vrijheid van handelen verder in.

Wat heeft dit alles nu met economische groei te maken? Veel, zo niet alles. Als we niet zo aan economische groei en ons bezit zouden hechten, en niet zo bang zouden zijn voor economische schade of een economische omwenteling, zouden we ons ten aanzien van al deze vraagstukken en binnen al deze verbanden veel autonomer en creatiever kunnen opstellen. We zouden ons dan ook niet zo hoeven te laten piepelen door mensen als Poetin of Erdogan. Het geldt ook omgekeerd: als we ons vrijer en minder machteloos zouden voelen zouden we waarschijnlijk tevredener zijn en minder behoefte hebben aan de schijnzekerheid van bezit.

Net zoals we ons in een democratie vrij kunnen voelen ook al worden er besluiten genomen waar we het niet mee eens zijn, zo kunnen we als land soevereiniteit afstaan en ons toch vrij en autonoom voelen, als we in beide gevallen het gevoel hebben dat er wel naar ons geluisterd wordt, en we dus toch invloed hebben. Maar dat zal alleen gebeuren als we ons ook innerlijk vrij voelen en ook werkelijk wat te zeggen hebben. Op nationaal niveau houdt dat in dat we  staan voor wat we  belangrijk vinden. Dat zijn in de eerste plaats onze waarden, waarvan ik er nu twee genoemd heb (openheid van geest, in het vorige blog, en nu vrijheid. Er zullen er nog een paar volgen.) En het is nodig dat we een duidelijk beeld hebben van de wereld waar we naar toe willen. Op dit toekomstbeeld en onze waarden berust ons gezag, als we ook nog de moed hebben deze naar buiten uit te dragen (daarmee bedoel ik natuurlijk niet het opgeheven vingertje! Er zijn andere methoden). We zullen waarschijnlijk terreur in deze wereld nooit kunnen uitbannen, maar we kunnen er wel geestelijk weerbaar tegenover staan.

Concluderend: als we los willen komen van onze materiële verslaving, zullen we, op individueel en collectief niveau,  moeten oefenen in vrijheid, verantwoordelijkheid en autonomie. Daarover zou nog veel meer te zeggen zijn, maar dat valt buiten het bestek van deze serie.

In het volgende blog zal ik verder ingaan op het ontwikkelen van ons toekomstbeeld.

 

Het groeidossier, deel 7. Van angst naar hoop: een lerende samenleving.

Onze samenlevingen leren niet of nauwelijks van fouten in het verleden. Voorbeeld: een belangrijke oorzaak van de economische crisis van 1929 was het afschaffen van allerlei wetten en regels die de financiële markten moesten reguleren. Na 1929 zijn daarom weer vele regels en wetten ingevoerd, die in de loop van de jaren weer zijn afgeschaft. Een belangrijke oorzaak van de economische crisis van 2008 was het ontbreken van allerlei wetten en regels die de financiële markten moesten reguleren. Na 2008 zijn weer vele regels en wetten ingevoerd, een proces dat nog steeds gaande is. Die zullen  in de loop van de jaren onder druk van o.a. de banken weer worden afgeschaft. Tenzij dat onder druk van een veranderende wereld niet meer kan. Een soortgelijk cyclisch proces zien we ook op vele andere terreinen, zoals rond privatisering, fusies, en zo voort. Conclusie: we zijn geen lerende samenleving.

In het algemeen houden we niet van informatie die niet strookt met onze wensen en opvattingen. Als we een rotsvast vertrouwen hebben in de heilzaamheid van een ongereguleerde markt, dan zullen we niet openstaan voor onderzoek dat laat zien dat die niet werkt. Als we geloven dat alle heil komt van economische groei, dan zullen we niet open staan voor informatie die stelt dat we dat niet nodig hebben. Als we geloven dat het met de opwarming van de aarde wel mee valt, dan zullen we niet open staan voor berichten die daarmee in strijd zijn, zeker niet als de consequenties daarvan voor ons onplezierig zijn. Als we vinden dat we de grenzen moeten afsluiten voor asielzoekers dan willen we natuurlijk niet weten dat dat helemaal niet kan. Als we denken dat wij het meest perfecte voetbalsysteem ter wereld hebben kijken we niet meer bij de buren of die het beter doen. Als we een afschuw hebben van gentechniek staan we niet open voor hen die beweren dat we daarzonder een wereldwijde voedselcrisis niet kunnen vermijden (en dan prefereer je hongersnood boven de ontwikkeling van ‘Gouden Rijst’). Als we mordicus tegen kernenergie zijn, dan willen we niet weten dat een drastische beperking van de CO2 uitstoot op korte termijn  waarschijnlijk niet zonder kernenergie kan (Als mevrouw Merkel wat dat betreft iets minder beperkt had gedacht, dan was Duitsland nu leidend geweest op het gebied van de vermindering van CO2 uitstoot, in plaats van dat het land bruinkool blijft winnen en verstoken in op bruinkool gestookte centrales).  Enzovoort en zo verder.

329

We leren dus niet alleen niet van het verleden, maar ook niet zoveel als zou kunnen van het heden. Wat we als samenleving werkelijk nodig hebben is geen materiële groei, maar een groei in inzicht en wijsheid. Alleen daardoor zullen we collectief de creativiteit ontwikkelen die nodig is voor het omgaan met de economische en ecologische uitdagingen waarvoor onze samenleving zich gesteld ziet. Een voorwaarde voor de ontwikkeling van inzicht en wijsheid is openheid van geest. Een houding waarbij we niet alleen denkbeelden toelaten die mogelijk met onze vooropgezette meningen in conflict komen, maar ook open staan voor wat er werkelijk in de wereld aan de hand is. Dat vraagt van ons dat we leren omgaan met angst.

Een goed voorbeeld vind ik nog altijd wat er in Engeland gebeurde aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Geconfronteerd met de aanval van nazi-Duistland stond er daar een leider op die twee dingen deed: hij liet zien dat er offers gevraagd werden om het gevaar het hoofd te bieden, maar ook, dat er met die offers hoop zou zijn op een mooie toekomst in vrijheid. De dreiging voor Engeland was natuurlijk veel acuter en concreter dan de dreigingen waar wij vandaag voor staan: economische chaos en klimaatrampen. Maar die dreigingen zijn daarom nog niet minder reëel. Ook nu is het nodig dat we die onder ogen zien, in plaats van uit angst ons blikveld te vernauwen. Dan weten we dat we ook nu offers zullen moeten brengen, maar dat zullen we graag doen als we tegelijkertijd hoop kunnen houden op een betere toekomst.

imagesOm draagvlak te vinden voor een dergelijke transformatie in ons denken is het allereerst nodig dat wij als samenleving investeren in cultuur: onderwijs, kunst, filosofie, wetenschap, publieke omroep. Daar komen weldenkende mensen van. Dan zullen er opinieleiders opstaan, niet noodzakelijkerwijs politici, die ons voorgaan in ruimdenkendheid en realiteitsbesef. Die de uitdagingen en de mogelijkheden laten zien. (Misschien bent u nu al zo’n opinieleider) Dan zullen we ontwikkelen tot een lerende samenleving, en zal onze geestelijke groei het ons makkelijker maken om onze verslaving aan materiële groei los te laten. Maar er zijn nog meer mogelijkheden – wordt vervolgd.

 

Het groeidossier, deel 6. Leven is groeien (en sterven, tja. . . ).

Alle levende organismen groeien. Groeien is een wezenskenmerk van het leven zelf. Er zijn twee soorten groei: groter worden, en complexer worden. We zien tijdens de levensduur van een organisme vaak vier fasen: groei, bloei, vrucht dragen en afsterven. Dat kunnen ook de fasen binnen een seizoen zijn, zoals bij planten en bomen.

Bij mensen en van mensen afgeleide organismen en systemen (gemeenschappen, organisaties, samenlevingen) gaat het iets anders. In het begin zien we dat het groot groeien en het complexer worden hand in hand gaan. Na enige tijd stopt in een organisch groeiproces het groter worden – bij organisaties en samenlevingen wordt dat soms geforceerd voortgezet, met alle schadelijke gevolgen van dien – en komt het accent te liggen op complexer worden. Dat complexer worden wordt dan meer en meer een geestelijk proces: ontwikkeling van kennis, competentie, inzicht, wijsheid, creativiteit en compassie. Als dat geestelijk proces tot stilstand komt zet het stervensproces in.

Leven is groeien. Dat geldt voor mensen, maar ook voor bedrijven, organisaties, maatschappijen. Maar dat hoeft geen materiële en kwantitatieve groei te zijn; het kan ook geestelijke en kwalitatieve groei zijn. Als we dus af willen van het paradigma van economische groei is het een goede oplossing om meer aandacht te geven aan collectieve geestelijke groei. Dan kunnen we als samenleving toch vitaal blijven.

De ziekte van deze tijd lijkt wel te zijn dat de aandacht voor materiële en economische groei gaat ten koste van de aandacht voor geestelijke groei. Er is wel een tegenbeweging gaande: de toenemende aandacht voor persoonlijke ontwikkeling. Maar persoonlijke ontwikkeling is nog geen geestelijke groei op maatschappelijk niveau. Om op maatschappelijk niveau geestelijk te groeien is een cultuur nodig die daar prioriteit aan geeft, en de structurele voorwaarde schept voor maatschappelijke geestelijke groei.

Is de geestelijke maatschappelijke groei dan helemaal tot stilstand gekomen? Nee, maar de groei is wel eenzijdig ontwikkeld. Het accent ligt op het ontwikkelen van praktisch toepasbare kennis, in het bijzonder het leren omgaan met de virtuele wereld, en meer op techniek dan op wetenschap en kunst. Het is niet voor niets dat wetenschap vandaag de dag aanzienlijk aan aanzien heeft ingeboet, en dat er drastisch bezuinigd wordt op kunst, filosofie en cultuur. Dit soort beperkte geestelijke groei kan het vitale verlangen naar geestelijke groei niet bevredigen. Als compensatie gaan we dan maar spullen kopen. Ziehier een derde, meer fundamentele reden waarom we zo verslaafd zijn aan economische groei. We willen meer, en steunen dus politici die ons dat beloven.

Als we van onze materiële verslaving af willen moeten we deze trend keren. Dat betekent op individueel niveau dat we ons meer moeten inspannen om ons geestelijk te ontwikkelen. Dat houdt nogal wat in, maar het voert te ver om daar nu op in te gaan. Graag verwijs ik voor geïnteresseerden naar mijn meest recente boek: Op weg naar jezelf – een pelgrimsreis in zeven etappes.

Maar zelfs als we allemaal meer aandacht zouden geven aan ons persoonlijk Unknowngroeiproces, is dat nog geen maatschappelijke groei. Omgekeerd is die persoonlijke groei echter wel een noodzakelijke voorwaarde voor die maatschappelijke groei. Maar voor maatschappelijke groei is bovendien een opschaling nodig naar meso- en macroniveau. In de volgende blogs zal ik laten zien wat dat volgens mij inhoudt, en een model van maatschappelijke geestelijke groei verder uitwerken.

Wordt vervolgd.

 

The growth file, summary for English speaking readers. No economic growth anymore.

This is a summary in English of my last five blogs for my English speaking readers. I started an endeavor four weeks ago to write a series of blogs about the questions: is continuing economic growth, as measured by Gross Domestic Product (GDP), possible and desirable, and if not, what then should replace it? This series of blogs will go on for some time, but because it is time for an English blog in between, I’ll now summarize the first five ones.

In the first blog I introduced the concept of GDP and defined how this is measured. In the second blog I showed what the GDP is not measuring: the black economy (in Holland 10 % of our economy), the informal economy (volunteers, kid education , domestic work), production of non-materialistic values (happiness, silence, leisure), the effects of NOT doing something (nature conservation by not building or not mining), the  social and ecological costs of measures, and so on. Also in that blog I exposed the measures by which governments continually  are trying to promote the growth of the GDP, and showed that those measures had negative social, financial en ecological consequences as well.

In the third blog I showed that a raise in GDP leads to an higher average income and promotes employment opportunities. However, it has none or a negative effect on income and wealth distribution, ecology and the non-material values I mentioned above. Why then are we so addicted to economic growth? It is because our desires and our greed, especially in comparison with others – the lawn of the neighbor is always greener – make us wanting more material goods again and again, and also because governments don’t know alternative means to improve employment opportunities.

In the fourth blog I showed that material economic growth will come to an end anyway, if we like it or not. No organism or system can grow endlessly with a certain percentage, because in the end that will result in an exponential growth curve that will lead to the collapse of the system. And even before that happens the planet will set limits to growth, because of global warming and the running out of resources (raw materials). So the only choice we have is an abrupt collapse, or a controlled stopping of our growth by transforming our economy.

images-1

In the fifth blog I show that green growth or a circular economy (cradle to cradle) is no alternative for economic growth, because, in order to get there, we will have to do quite a bit of material investments that in itself are promoting growth. Nevertheless this is a way we have to go, but then in the mean time we have to limit all other investments, so that the growth of the GDP will stop or will be diminishing.

No living organism, no society can do without growth. So we are stuck. How to go further? That I’ll deal with in the next blogs. After the tenth blog I shall summarize them again. So long!

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).