Categoriearchief: Politiek

De schaamte niet voorbij. . .*)

In 1968 hadden de Rolling Stones een concert geboekt in Praag, dat op ruwe wijze werd gecancelled door het neerslaan van de Praagse Lente . Toen sprak Mick Jagger de gedenkwaardige woorden: Wij komen hier terug als de vrijheid is hersteld, en dan spelen we voor niets. Dat gebeurde in 1990, en ik was daarbij. Ik was daar met mijn zoon en mijn Tsjechische collega en gastheer, en in de front loge van het gigantische stadion zat toen glunderend president Havel. Mijn Tsjechische vriend zei toen met ontroering in zijn stem: “Voor het eerst sinds jaren kan ik trots zijn op mijn president.” Die woorden raakten me diep.

Sindsdien besef ik hoe belangrijk het is dat we met respect kunnen kijken naar de personen aan wie de leiding van ons land toevertrouwen. Als we dat allemaal zouden kunnen, zijn moeilijke discusies over identiteit en de betekenis van onze nationaliteit niet meer nodig. Respect hoeft geen idolatie te zijn, integendeel: werkelijk respect is gebaseerd op gelijkwaardigheid en waardering. Voor onze huidige regering (en vele daaraan voorafgaande) heb ik allerminst respect. In tegendeel: ik schaam me te wonen in een land waarvan de regering

  • de logische consequenties van de oorlogsvoering waarin we ons willens en wetens begeven verdoezelt, namelijk dat er burgerslachtoffers vallen, en vervolgens geen behoorlijke compensatie aanbiedt aan nabestaanden van burgerslachtoffers, en overigens veteranen met ptss regelmatig in de kou laat staan,
  • verantwoordelijk is voor een belastingdienst onder leiding van hogere ambtenaren die te kwader trouw negenduizend(!) mensen gedupeerd hebben, sommigen zo ernstig dat hun leven ontwricht raakt, en die bij herhaling geprobeerd heeft de zaak te bagatelliseren – tot op de huidige dag,
  • nu al vijf jaren geen behoorlijke regeling treft met de slachtoffers van de Groningse gaswinning, waardoor eveneens duizenden levens ontwricht raken,
  • oneerlijk is tegenover de boeren, al jarenlang, over de noodzaak van een transitie in de landbouw,
  • voortdurend taken over de schutting gooit bij gemeenten zonder daar extra geld voor te geven (soms zelfs tegelijkertijd te bezuinigen), en toch te eisen dat die taken perfect worden uitgevoerd,
  • idem voor wat betreft politie en defensie,
  • gezorgd heeft dat we op het gebied van de energietransitie en de verduurzaming van de samenleving hopeloos achter lopen in Europa,
  • niets wezenlijks heeft gedaan aan de kloof tussen arm en rijk – in tegendeel die heeft laten verdiepen en verbreden,
  • al sinds 2015 weet heeft van de stikstofproblematiek maar daar toen niets aan heeft gedaan, en nu hulpeloos met de pootjes in de lucht gaat liggen en spreekt van overmacht,
  • het meest inhumane en harteloze asielbeleid heeft van Europa,
  • consequent onze rol in ons koloniale verleden verdoezelt – slavernij, uitbuiting, politionele acties – of afkoopt met halflslachtige compensaties,
  • in feite door haar economische politiek ook heden ten dage bijdraagt tot uitbuiting van honderden miljoenen, misschien wel miljarden, over de hele wereld,
  • bevorderd heeft – en nog steeds toelaat! – dat bijna de helft van de wereldwijde  nepinvesteringen naar de belastingparadijzen Nederland en Luxemburg gaat, en dat Nederland nog steeds op grote schaal belastingontwijking en witwassen binnen zijn grenzen toelaat,

enzovoort. Ik kan nog moeiteloos doorgaan, maar dan wordt dit blog te lang, en u kunt die lijst natuurlijk zelf wel verder aanvullen. We hebben een leugenachtige, hardvochtige en lakse regering die we zelf kiezen – al decennia. Elk van bovenstaande voorbeelden vormt wat mij betreft voldoende reden voor een regering, of minstens een minister om af te treden, maar uit angst om de volgende verkiezingen te verliezen gebeurt dat uiterst zelden. En als het al gebeurt gaat het meestal nog niet eens over de kern van de zaak, maar over een miezerig detail zoals een verdwenen bonnetje. Het belang van het eigen hachje gaat altijd boven welk nobel politiek doel dan ook. Hoezo democratie?

Kun je je schamen over handelingen waarvoor je geen directe verantwoordelijkheid hebt? Ik in elk geval wel. Noem het plaatsvervangende schaamte, maar het is wel degelijk een persoonlijk gevoel, en ik word er kwaad en droevig van. Ik moet mijn trots dan maar ontlenen aan het Nederlands (vrouwen)elftal, de Nederlandse klassieke orkesten of dansgezelschappen, en zo meer.

Kennelijk heb ik – hoe primitief! – toch behoefte aan een nationale identiteit. Ik denk dat ik dit deel met zeer velen in deze samenleving, en het gemis daaraan zou wel eens een reden kunnen zijn van het wantrouwen tegenover de politiek en de woede in de samenleving.

*) Ik heb eerder over schaamte geschreven in mijn blogs in 2017 (1, 6 en 23 november), 2018 (7 feb.) en 2019 (11 juli)

Het Malieveldmodel

oans bin zunig

Twee weken geleden schreef ik over de schandalige politiek van het huidige en de vorige kabinetten. Geen enkel probleem wordt echt aangepakt, voor alle essentiële vraagstukken worden cosmetische ‘oplossingen’ bedacht, met slechts één doel: bezuinigingen. Ik vergis me: er is een tweede doel: bezuinigingen. Ik vergis me, er is een derde doel: bevorderen van exorbitante bedrijfswinsten. Wij hadden een prachtig land waarin de openbare voorzieningen goed waren geregeld. Het is intens verdrietig wat er allemaal verloren is gegaan, en niet, of slechts met grote moeite, is te herstellen. We zien hetzelfde nu gebeuren rond de stikstofproblematiek, waarbij natuur verloren dreigt te gaan. Omdat we ons mijns inziens nog steeds onvoldoende realiseren tot welk een rampzalige verarming dit in ons land heeft geleid en nog steeds leidt, wil ik onderstaand stuk van Dirk Bezemer uit De Groene Amsterdammer van afgelopen week integraal overnemen. Welsprekender dan hij kan ik het niet zeggen.

Je hoort wel eens zeggen dat het poldermodel verleden tijd is en dat het zo onduidelijk is hoe Nederland nu functioneert. Wie het nieuws bijhoudt, weet dat het best meevalt met die onzekerheid. Alles wijst één kant op: de kant van het Malieveldmodel. Er heeft zich een nieuw evenwicht gevormd tussen enerzijds meerverdieners en de overheid, en anderzijds protesterende massa’s van wisselende samenstelling. De drie motoren van het Malieveldmodel zijn de kloof tussen nettowinsten en besteedbare inkomens, het monetair beleid en de begrotingsoverschotten, die tot nijpende tekorten in de publieke sector leiden. Ter illustratie een greep uit het nieuws van de afgelopen weken.

De effectieve belastingdruk voor bedrijven is de laatste tien jaar met een kwart gedaald. Dit terwijl de bedrijfswinsten in 2018 opnieuw een recordniveau aantikten, tien procent hoger dan het vorige record in 2017. Er was meer te belasten, het gebeurde minder. De belastingdruk op de lonen daalde uiteraard niet mee, de lonen zelf blijven nog steeds vrijwel stagneren. Werknemers staan machteloos: vakbond FNV verloor in twee jaar honderdduizend leden en heeft er nu minder dan een miljoen over. Premier Rutte hield het bij loze dreigementen aan het adres van bedrijven. Een nieuwe vorm van tegenmacht wordt steeds urgenter.

De winsten zullen blijven stijgen, want de ECB gaat in ieder geval nog twee jaar door met het opkoopbeleid. Waarom zo lang doorgaan met fout beleid? Mario Draghi heeft het bij zijn afscheid als voorzitter van de ECB nog snel even geregeld, en de consensus is dat dit niet te plotseling veranderd mag worden: dat zou de financiële markten te veel doen schrikken. Vreemd, want zo’n argument hoor je nou nooit voor andere sectoren. De boeren, de bouw, wij allemaal zijn ons rotgeschrokken door het nieuwe stikstofbeleid. Blijkbaar kunnen wij wel een stootje hebben en de banken niet.

De ECB zelf geeft overheden de schuld. Christine Lagarde riep Nederland op om het fiscaal overschot nu eindelijk te gaan investeren in innovatie, infrastructuur en onderwijs. Dat gebeurt niet, en de feiten zijn ernaar. Scholen gaan dicht, klassen worden groter, onbevoegden geven les. Rutte noemde het onderwijs een topprioriteit: alweer holle woorden, zodat satiricus Arjen Lubach er heel effectief de draak mee kon steken. In de week erop had onverwacht een stakingsdreiging toch effect: er kwam éénmalig 460 miljoen vrij, knarsetandend blijkbaar. Maar structureel geld voor het onderwijs weet het kabinet niet te vinden.

De wachtrijen voor psychiatrische hulp werden weer langer, het aantal daklozen is weer toegenomen. Niet zelden zijn dat mensen in die wachtrij. In de hele zorg zijn schreeuwende tekorten aan geld en mensen. In een NPO 1-reportage hoorde ik hoe slimme zorgbedrijven verplegenden in opleiding tijdens hun stage inzetten als werknemer, zonder loon en zonder goede begeleiding. Er ontstaan gevaarlijke situaties en fantastische winsten van rond de veertig procent, waar vier procent normaal zou zijn, aldus een hoogleraar. Hoezo te weinig geld in de zorg? Met dank aan de marktwerking.

Meer nieuws: de politie heeft geen geld om haar taken behoorlijk uit te voeren. Blauw op straat wordt iets uit een ver verleden, en dat in een tijd waarin advocaten in diezelfde straten hun leven niet zeker zijn, belaagd door pubers met pistolen. De regering suggereerde bij monde van minister Grapperhaus doodleuk dat het jeugdwerk hier misschien een mooie rol kan spelen.

Dat zou een goed voorstel zijn, als er ook geld aan werd besteed. Maar er blijken slechts tweeduizend jongerenwerkers in Nederland rond te lopen, en dat aantal is al tien jaar niet toegenomen. Experts schatten dat we er inmiddels ongeveer tien keer zoveel nodig hebben. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs telt 4800 leden. Iedereen zal beamen dat jongerenwerk vele malen nuttiger is dan belastingadvies, dus die kunnen zich beter omscholen. Bovendien: de belastingdruk daalt zo snel, die mensen zijn binnenkort brodeloos.

Maar dat kan dus niet, want het jeugdwerk wordt betaald door de gemeenten, die geen geld hebben. In Nijmegen, Zaanstad, Almere en Den Haag zijn bezuinigingen op het jeugdwerk gepland. Binnenkort kunnen we jeugdwerkers op het Malieveld verwachten. Ze hebben geen trekkers of shovels, en de maximale opkomst is tweeduizend. Succes lijkt dus uitgesloten. Het Malieveldmodel is een ieder-voor-zich-model.

Verhef uw stem! Teken bijvoorbeeld de petitie van GroenLinks (kan ook als u geen GL aanhanger bent): https://beweging.groenlinks.nl/natuur?link_id=0&can_id=1d96ad9f0394ef41dd88e68b0b610da8&source=email-dit-kabinet-wil-natuurgebieden-schrappen&email_referrer=email_660772___body_859434&email_subject=dit-kabinet-wil-natuurgebieden-schrappen-_

Wat kunnen we zelf doen of nalaten?

In mijn vorige blog beschreef ik de rampzalige gevolgen van de door de overheid eerder uitgevoerde bezuinigingen. Ik stelde daar dat de overheid niet in staat moet worden geacht deze problemen afdoende op te lossen. Wat kunnen wij als burgers doen om de pijn te verzachten? Enkele suggesties:

  • vrijwilligerswerk kan de professional niet vervangen, maar in bepaalde sectoren hun taak wel verlichten. Doet u dat al?
  • als u zelf werkzaam bent in een van de getroffen sectoren: besteed niet al uw energie aan boosheid op de overheid. Dat leidt tot niets. In plaats daarvan, maak er het beste van. Het is niet verboden om iets extra’s te doen, maar laat u niet gek maken. Niemand kan van u eisen dat u over uw grenzen heen gaat. De slavernij is in Nederland afgeschaft in 1863. Als bepaalde taken niet kunnen worden verricht wegens gebrek aan personeel en middelen bent u daarvoor niet verantwoordelijk.
  • leg niet alle verantwoordelijkheden voor problemen buiten uzelf. Spreek leraren en artsen aan als ze in uw ogen tekort schieten, maar maak er niet meteen een conflict van. Als u wat geld hebt: stap niet voor ieder conflict naar de rechter, maar kijk of u het in gemeen overleg kunt oplossen. Kortom: kijk of u wat minder een beroep kunt doen op de overheid of door de overheid gefinancierde instellingen, en of u niet eens wat meer zelf kunt doen. Dat deden we in vroeger tijden tenslotte ook.
  • ga bij uzelf eens na in hoeverre u als burger bereid bent in te leveren ten bate van het ‘gemene goed’ (zie mijn blog van 10 oktober), bijvoorbeeld door meer belasting te betalen. Mocht u van mening zijn dat de individuele consumptie in dit land te ver is doorgeschoten, verhef dan uw stem, binnen en buiten de politieke partijen, en laat uw stemgedrag daadoor beïnvloeden. En experimenteer zelf eens met soberder leven. Misschien kan u dan ook wat meer besteden aan bijvoorbeeld kunstaankopen (of huren bij een Stichting Beeldende Kunst), boeken en podiumkunsten – dan hebben die wat minder subsidie nodig.

enzovoort. U kunt vast zelf nog wel meer mogelijkheden bedenken.

Ik realiseer me dat bovenstaande suggesties enigszins bevoogdend kunnen overkomen. Dat moet u me dan maar vergeven – ik permitteer me dit als bijna 80-jarige. Ik heb in mijn leven veel geschreven en veel geadviseerd, en besef dat ik daarbij eigenlijk nooit iets gezegd heb dat niet al eens eerder was gezegd en meestal aanzienlijk beter. Mijn verdienste lag dan meer in mijn timing, en in de eigen kleur die ik aan deze ‘wijsheden’ heb gegeven. Ook heb ik me niet steeds aan mijn eigen suggesties en adviezen gehouden, en ik zal dat nu als 79-jarige ook niet altijd doen. Zo zult u eveneens niet al mijn bovenstaande suggesties ter harte nemen. Maar als ze kunnen aanzetten tot reflectie over de problemen, is al veel gewonnen.

Kaalslag.

Ik heb een zak geld nooit een goal zien maken (Johan Cruijff in antwoord op de vraag of Ajax een kans zou maken tegen veel rijkere clubs)

In de jaren 2009-2013 hebben de kabinetten Balkenende 3 en 4 en Rutte I en II een aantal stringente bezuinigingen doorgevoerd om het overheidstekort en de staatsschuld omlaag te brengen. Dat is uitstekend gelukt, maar het had wel een prijs. In de eerste plaats heeft het daardoor langer geduurd voor het economisch herstel intrad (hetgeen door vele economen voorspeld was, die dan ook pleitten voor minder drastische bezuinigingen, waardoor het herstel sneller zou inzetten en de staatsschuld dus ook omlaag zou gaan). In de tweede plaats functioneren nu een groot aantal overheidsdiensten of door de overheid gefinancierde diensten en activiteiten uiterst gebrekkig. Voorbeelden?

  • onderwijs (door bezuinigingen op de lerarenopleidingen is er nu schreeuwend tekort aan onderwijzers en leraren. Veel schoolgebouwen voldoen niet meer aan de eisen, enz., enz.)
  • zorg, verpleeghuizen en thuiszorg (idem; personeel is niet te krijgen)
  • defensie (idem)
  • politie en justitie (idem. De problemen zijn nog verergerd door de landelijke fusie van de politiediensten. Amsterdam verliest nu de strijd tegen drugscriminaliteit)
  • rechterlijke macht
  • kunsten
  • belastingdienst (zie o.a. de problemen bij de kinderopvangstoeslag; ook hier is er een tekort aan deskundig personeel, dat niet zo makkelijk is aan te vullen)
  • UWV
  • IND
  • ministerie van justitie
  • de bouw (geen overheidsdienst, maar door de bezuinigingen zijn er nu te weinig bouwvakkers)
  • onvoldoende investeringen in de energietransitie

enzovoort.

Zoals ook hier weer blijkt bestaat het overheidsbeleid voor een belangrijk deel uit illusies; in dit geval de illusie dat je stringente bezuinigingen kunt uitvoeren zonder dat de kwaliteit van de dienstverlening achteruitgaat. Dat heeft geleid tot grote onvrede bij de betrokken ambtenaren en medewerkers. Misschien komt het daardoor dat de problemen verergerd blijken doordat de bestuurders de uitvoering niet meer in de hand hebben. Met name bij de overheid gaan de gedemotiveerde ambtenaren gewoon hun eigen gang, ongeacht de instructies die ze van hogerhand krijgen opgelegd.

Maar de burgers hebben ook een aandeel in de oorzaken van deze toestand. Want als we een ding niet willen is dat een stukje van onze bestedingsruimte inleveren voor een beter algemeen welzijn. En politici hebben niet de moed hun kiezers op dit dilemma te wijzen.

Hoe is deze ramp – want zo kun je het zo langzamerhand wel noemen – te bestrijden? Niet uitsluitend door meer geld (in 2018 slaagde de overheid er niet in om 15 miljard, die wel beschikbaar was, te besteden), want daarmee zijn personeelstekorten niet direct op te lossen (nog afgezien van het stikstofprobleem). Hierop is één uitzondering: de loonkloof tussen de salarissen van de basisschoolleraren en de salarissen in het voortgezet onderwijs moet worden gedicht – voor het bestaan daarvan is geen enkele rechtvaardiging.

De bezuinigingen worden ook niet opgelost door weer een nieuw miljardenfonds in te stellen (er zijn al een kleine twintig overheidsfondsen). Hoe dan wel? Daarover een volgende keer.

Ik schaam me dood.

We weten nu zo langzamerhand wel dat onze regering de wezenlijke problemen niet aanpakt, maar volstaat met pleisters plakken. Deze samenleving hangt zo langzamerhand van pleisters aan elkaar (en dan heb ik het even niet over het klimaatbeleid of wat daarvoor door moet gaan). In het algemeen heb ik daar persoonlijk weinig last van maar er is één ding dat me zodanig dwars gaat zitten, dat ik mijn verontwaardiging daarover met u wil delen.

Er is een hype aan de gang over ons koloniale en slavernijverleden. Breed wordt uitgemeten hoe misdadig we daarin te keer zijn gegaan. Bij deze hype worden feiten ondergeschikt gemaakt aan meningen. Citaat:

Piet Emmer in De Groene van 3 oktober 2019

Nu zou me dat allemaal nog niet zoveel kunnen schelen ware het niet dat we ons heden ten dage aan misdaden schuldig maken die vele malen erger zijn. Ik doel op ons migranten- en vluchtelingenbeleid. Duizenden laten we verdrinken in de Middellandse Zee. We nemen nauwelijks vluchtelingen op uit de vluchtelingenkampen in Griekenland en Italië. Wie zich echt wil verdiepen in de mensonterende toestanden die daar heersen (en waarvoor overigens ook de nationale regeringen aldaar mede verantwoordelijk zijn) leze het artikel in De Groene van Ingeborg Beugel (3 oktober 2019). Maar ook anderszins kunt u zich op de hoogte stellen. Moet u wel willen natuurlijk, want het voelt uiterst ongemakkelijk, to say the least.

De omstandigheden in vluchtelingenkamp Moria op het Griekse eiland Lesbos zijn zó slecht, dat zelfs kinderen in het kamp proberen zelfmoord te plegen. (AzG)

Als we maar een fractie van onze verontwaardiging over ons verleden zouden kunnen opbrengen voor het heden, zou er misschien iets veranderen. Dan zou Nederland misschien niet afgehaakt zijn bij het akkoord over de opvang van migranten van 8 oktober j.l. Het kan onze regering allemaal NIETS schelen – erger, ze zouden eens een kiezer kunnen verliezen door al te grote menselijkheid. En we nu toch contact hebben met onze woede, kunnen we meteen eens nadenken over de onmenselijke toestanden in de mijnen en fabrieken in ontwikkelingslanden, die daar bestaan opdat wij gemakkelijk voort kunnen leven in onze comfort zone. Ik zou ook niet zo gauw weten wat ik daar persoonlijk aan zou kunnen doen, maar het minste wat we kunnen doen is onze stem verheffen. We zijn het misschien vergeten, maar GroenLinks haakte af bij de kabinetsformatie in 2017 vanwege het beleid ten aanzien van de migratie. De hele politieke en mediawereld was te klein voor de verontwaardiging ten aanzien van GL – ze zouden geen verantwoordelijkheid nemen – maar ik was er blij mee. Ik hoop dat de nieuwe tactiek van GL – niet koste wat koste willen scoren – er niet toe zal leiden dat ze niet meer af en toe principieel hun stem verheffen. Anders is er nog maar één partij in de kamer die dat doet: de Partij voor de Dieren.

Hoe kan je de lucht bezitten?

Weer een te lang blog. Voor de haastige lezer blijft het tobben.

Als we willen samenwerken met de onzichtbare werelden moeten we wel eerst ons huiswerk doen. Uit mijn ervaring als psychotherapeut en consultant weet ik dat mijn interventies alleen maar zin hebben, als de cliënt weet dat hij zelf verantwoordelijk is voor zijn leven, en bereid is de consequenties daarvan te aanvaarden. Zo zullen de onzichtbare werelden ons alleen maar ondersteunen en met ons willen samenwerken als wij zelf verantwoordelijkheid nemen voor het heil van deze planeet.

Een van de dingen die we daarvoor moeten doen is onze economie radicaal omvormen. We weten allemaal dat de neo-liberale verwording van het kapitalisme, waarbij economische groei en marktwerking centraal staan, geen oplossing biedt voor onze problemen; ze integendeel juist heeft veroorzaakt. Je hoort dat dan nu ook alom beweren, zelfs in de politiek, maar echte stappen voor die omvorming zijn nog niet genomen, en zelfs nog niet aangekondigd – niet in Nederland, en niet elders. Nog steeds is economische groei het uitgangspunt. Vaak wordt gesteld dat alleen economische groei die duurzaam is zou moeten kunnen, maar dat is een contradictio in terminis.

Bij mijn weten is Willem Hoogendijk de enige die grondig heeft nagedacht over hoe een economie zonder economische groei (misschien zelfs krimp) mogelijk zou kunnen zijn (https://willem-hoogendijk.blogspot.com). Hij is er ook nog niet uit en roept op om er gezamenlijk verder over na te denken (https://www.ontgroei.nl). Wat ik bij hem mis is een principieel uitgangspunt, gebaseerd op een diepgevoelde waarde. Hij laat zien dat het huidige stelsel het aardse ecosysteem (Gaia) verwoest, en wil dat tegengaan. Maar dat is eigenlijk nog een reactie. Maar ik wil van reactie naar creatie.

It depends on how you “c” it

Ik zou toe willen naar een economie die gebaseerd is op de waarde van heiligheid van het leven, waar ik twee weken geleden over sprak in relatie tot onze democratische rechtstaat. Het economische beleid dat aan deze waarde getoetst zou worden is dan gericht op bescherming en ontwikkeling van het leven (àlle leven, planten, dieren, mensen, nu en in de toekomst). Een dergelijke economie zal van ons vragen dat we afscheid zullen moeten nemen van sommige gebruiken en verworvenheden die ons dierbaar zijn, maar daar staat een geestelijke winst tegenover (Zie: Ware Winst, van Christian Felber). Maar voor we zover zijn zullen we eerst heel wat weerstanden moeten overwinnen. En vergis u niet, dat geldt voor ons allemaal van uiterst links tot uiterst rechts, van hoog tot laag, hoe u dat ook invult.

Er zijn best wat aanzetten gegeven tot een dergelijk economie (donut economie, circulaire economie, en nog veel meer), maar bovenal zal het gaan om een herwaardering van de ‘commons’, de gemene goederen. Citaat: Uit de waarde van eerbied (voor het leven) vloeit voort dat in een zorgzame economie het recht op eigendom op de schop gaat. Ik ben van mening dat de aarde van ons allemaal is – we hebben immers ook allemaal last van het misbruik dat we van haar maken; we zitten allemaal in hetzelfde schuitje -, dus gaat het niet aan dat delen daarvan geprivatiseerd worden. Dat betekent dat de volgende collectieve goederen naar mijn mening niet in bezit kunnen worden genomen: grond, water, de zee en de oceanen, natuur, de lucht, en, misschien, alle grondstoffen en delfstoffen. Eigendomsrecht zou dan moet vervangen worden door gebruiksrecht, zoals bijvoorbeeld in het stelsel van erfacht. Dat werkte fantastisch, en wordt nu dus op grote schaal afgebouwd. Ook vitale infrastructuur (waterleiding, elektriciteitsbedrijven, telecommunicatie, OV-net, betalingsverkeer) zou geen privébezit moeten zijn. Voorts zou de overheid het exclusieve recht moeten terugkrijgen op geldschepping. Sparen zou moeten kunnen bij een overheidsbank (vergelijk de vroegere rijkspostspaarbank, later postbank). Een van de voorwaarden om te komen tot de hier beschreven economie is een radicale vergroening van het belastingstelsel.

Het voert voor een blog veel te ver om dit allemaal uit te werken. Ik heb dat al eerder gedaan in mijn boek Voor niets gaat de zon op, een blauwdruk voort een waardige wereld, waaruit ook het bovenstaande citaat afkomstig is. Maar een ding is zeker, als we onze economie niet drastisch herzien zal er op collectief niveau niet veel terecht komen van onze samenwerking met de onzichtbare werelden. En als die economische transitie niet gevoed wordt vanuit de bevolking, maar van bovenaf wordt opgelegd, dan zal er niets van terecht komen (te veel weerstand), Vandaar dat ik vorige week heb gepleit voor eerst een aanpak van onze democratisch rechtstaat. Dat vereist een grondwetswijziging waar twee keer over gestemd moet worden. Dat kost tijd, dus daar moet nu zeer dringend mee begonnen worden.

Het volk aan de macht?

Democratie is de wil van het volk. Elke ochtend lees ik verbaasd in de krant wat ik nou weer wil. (Wim Kan)

Dit blog wordt langer dan normaal. Dus als u maar drie minuten de tijd hebt: niet aan beginnen. (Hoewel: het vormt wel een schakel in mijn betoog over hoe we kunnen samenwerken met de onzichtbare werelden).

Om samen te werken met de onzichtbare werelden voor de heling van deze planeet is allereerst een ingrijpende energietransitie nodig. Want hoe kun je verwachten dat de onzichtbare werelden op collectief niveau met ons samenwerken als we ons eigen huishouden niet op orde hebben? Het lijkt misschien dat we met de energietransitie al goed op weg zijn, maar dat is schijn. Voor een energieneutrale samenleving in 2050 zijn maatregelen nodig op een volstrekt andere schaal. En er is nu al zoveel weerstand. Hoe kunnen we voor een dergelijke energietransitie ooit voldoende draagvlak creëren, zodat de politiek ons zal volgen? Daarvoor dient allereerst de kwaliteit van onze democratie te verbeteren.

Aan welke eisen zou een goed lopende democratie moeten voldoen?

  1. In de eerste plaats: onze huidige democratie is zo gek nog niet. Het stelsel van evenredige vertegenwoordiging is een rem op polarisatie, zoals die in het districtenstelsel (Engeland, de VS) makkelijker ontstaat, met alle gevolgen voor de bestuurbaarheid van het land van dien. Ook wordt in een districtenstelsel vaak minder rekening gehouden met de belangen van de minderheid, waardoor grote groepen burgers kunnen afhaken. Anderzijds wordt de betrokkenheid van de burgers juist als voordeel van een districtenstelsel opgevoerd. Die betrokkenheid moet in ons stelsel dus op een andere manier worden bevorderd.
  2. Een manier om dat te realiseren is het referendum. Maar om goed te werken moet het aan een aantal voorwaarden voldoen (waar bij de Brexit, en bij ons referendum over de Europese grondwet in 2005 in de verste verte niet aan was voldaan). Ik noem er een paar: •
    • Er moet een duidelijke vraagstelling zijn, waarbij ook duidelijk moet zijn wat de consequenties zijn van de verschillende keuzen.
    • Daarvoor is nodig dat aan het referendum een maatschappelijk debat vooraf gaat. Hoe dat georganiseerd kan worden beschrijf ik hieronder.
    • De uitslag moet de meerderheid van de bevolking representeren. Dat kan bereikt worden door quota in te voeren voor de opkomst, en voor de geldigheid van de uitslag. Uiteindelijk moet 51 % van de bevolking met de uitspraak instemmen. Voor bepaalde fundamentele besluiten (wijziging van de grondwet, het afsluiten van internationale verdragen) kan desnoods een hoger quotum worden vastgesteld. Dit moet zijn geregeld in de grondwet, of middels een internationaal afgesloten verdrag (zoals de Europese Verklaring van de Rechten van de Mens. Als de Zwitsers zich aan die verklaring, door hen mede ondertekend, gehouden hadden, zou het referendum over de minaretten niet geldig zijn geweest).
  3. Er moet een stelsel komen van conventies of burgerraden, die door loting worden samengesteld uit burgers die zich daarvoor als belangstellenden hebben aangemeld, eventueel voor een specifiek onderwerp. Deze conventies kunnen op lokaal of landelijk niveau opereren, en publiekelijk advies uitbrengen of een debat over een referendum voorbereiden. Er is al positieve ervaring opgedaan met deze burgerraden, met name in België (landelijk en in Eupen, duitstalig Oost-België) en op lokaal niveau.
  4. Er zou een overheidsplatform moeten komen voor discussie en debat op internet. Alleen geregistreerde leden (bijvoorbeeld via DigiD) kunnen toegang krijgen op dit platform en kunnen alleen onder naam aan het debat deelnemen. Een overheidsmoderator houdt in de gaten of er van dit platform geen misbruik wordt gemaakt door haatmail of aanzetten tot geweld, en kan die van het platform weren (daartegen is natuurlijk altijd beroep mogelijk bij de rechter). Tevens kunnen moderatoren debatten (per onderwerp) enigszins structureren. De overheid zou moeten communiceren in hoeverre ze met die debatten rekening houdt.
  5. Politieke partijen zouden zich moeten omvormen tot bewegingen. Obama heeft in de VS laten zien hoe dat zou kunnen werken, maar dit helaas weer laten verlopen toen hij aan de macht kwam. Te onzent zijn er goede ervaringen mee opgedaan door SP en GroenLinks.
  6. In het basis- en voortgezet onderwijs zouden lessen over de democratie en de rechtstaat standaard moeten zijn ingebouwd. Ook zouden er cursussen over democratie en staatsrecht voor volwassenen moeten worden aangeboden, bijvoorbeeld in buurtcentra.
  7. Maar misschien nog wel het allerbelangrijkste: in de grondwet moet het principe van heiligheid van het leven (zie mijn vorige blog) zijn opgenomen, zodat de overheid daar altijd op kan worden aangesproken (zonodig juridisch).

Als de democratie in deze zin hervormd zou kunnen worden zou het als een instrument kunnen dienen om draagvlak te bereiken voor de meest ingrijpende energietransitie. De enige andere onwaarschijnlijke weg naar een dergelijk transitie zie ik via een dictatuur met een welwillende dictator aan het hoofd. Maar dat lijkt me een contradictio in terminis.

Voor de revolutionaire energietransitie, de heling van de planeet en de samenwerking met de onzichtbare werelden is ook een omvorming van onze economie nodig. Wellicht is die ook via een nieuwe democratie te bereiken. Daarover een volgende keer.

Heiligheid als profaan begrip in de grondwet.

Een democratische rechtsstaat die een voorwaarde is voor de ‘Great Turning’, die op zichzelf weer een voorwaarde is voor samenwerken met de onzichtbare werelden, begint met een specifiek soort grondwet.

Vrijwel alle landen ter wereld hebben een grondwet (maar het Verenigd Koninkrijk en Israel bijvoorbeeld niet). Deze grondwet regelt de grondrechten, de scheiding der machten, de onafhankelijkheid van de rechtspraak, en vaak ook de plicht van de overheid tot zorg voor de burgers. De meeste grondwetten beginnen met een principieel uitgangspunt, zoals het gelijkheidsbeginsel in artikel 1 van de Nederlandse Grondwet: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Soms worden er rechten in gedefinieerd en afgebakend: zoals het recht op vrijheid. Maar wat er ontbreekt is een waarde-grondslag: een fundament waarop de democratische rechtsstaat berust. Het dichtstbij komt nog de beroemde formule in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring (overigens geen deel van de Amerikaanse grondwet): We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their Creator with certain unalienable rights, that among these are Life, Liberty and the pursuit of Happiness. Maar ook in dit geval is het een formulering van rechten, niet van een daar bovenuit stijgende waarde.

Wat zou een waarde zijn waar we allemaal achter zouden kunnen staan? Ik denk dat voor de meesten van hen die geloven in een democratische rechtsstaat het leven heilig is. Heilig in de zin van: eerbiedwaardig, iets wat je niet mag aantasten en altijd moet beschermen (deze waarde is bij mijn weten voor het eerst zo geformuleerd door Albert Schweitzer en speelt een belangrijke rol in het moderne humanisme*). Daarom zou ik er voor pleiten dat de heiligheid van het leven, of de waarde van eerbied voor het leven (àlle leven), expliciet als fundament in de grondwet zou worden opgenomen en daarmee ook de basis zou zijn van de democratische rechtstaat. Stel dat dit principe dan de toetssteen zou worden van het overheidsbeleid. Dat zou een revolutionaire verandering betekenen.

In een volgend blog zal ik verder ingaan op wat er verder zou kunnen veranderd worden aan onze staatsinrichting, zodat deze een samenwerking met de onzichtbare werelden niet meer in de weg zou staan.

*) J.P. van Praag, Modern humanisme, een renaissance? 1947. Pag. 74

Verbeter de wereld – begin bij de grondwet.

In onze hedendaagse samenleving zijn we ver afgedreven van de natuur en van de onzichtbare werelden (wat de natuur betreft was dat trouwens al vastgesteld door Karl Marx). U weet dit natuurlijk al lang, maar toch nog even in concreto: Onze economie wordt (nog steeds) overheerst door eigenbelang, individualisme en marktdenken en is gericht op groei van het bbp. Er is een grote mate van sociale en economische ongelijkheid. Materialisme is een belangrijke stroming binnen onze cultuur. Een groot deel van ons spirituele leven wordt beheerst door godsdienstige dogmatiek. Veel mensen hebben weinig vertrouwen in de toekomst, en voelen zich machteloos en niet gehoord – terecht of ten onrechte. De democratie functioneert gebrekkig, en juist gisteren heeft er een fundamentele aanval plaats gevonden op onze rechtsstaat.

Onder deze omstandigheden is het niet waarschijnlijk dat een fundamentele bewustzijnstransformatie, een ‘Great Turning’ snel genoeg gaat plaats vinden om middels samenwerking met de onzichtbare werelden te komen tot de genezing van onze planeet. Hoe kunnen we deze impasse doorbreken?

Er wordt vaak gesteld dat een radicale omvorming van onze economie een uitweg biedt. Er bestaan al veel goede ideeën over hoe een duurzame economie er uit zou kunnen zien. Het probleem is echter dat vanwege de staat van onze samenleving die ik in de eerste alinea geschetst heb, een overgang naar een nieuw economisch systeem maar heel geleidelijk plaats vindt. De regeringsverklaring is daarvan weer een illustratie. Er wordt te weinig radicaal – uit de doos – gedacht: de voorgestelde maatregelen gaan niet ver genoeg en komen deels ook te laat voor de genezing van de planeet (dat is overigens een mondiaal probleem). Voor een snellere verandering zou eerst een totale omslag in ons denken moeten plaats vinden, maar dat gebeurt nou juist niet vanwege ons economische systeem. Zoals Marx al zei: “Niet het bewustzijn van de mensen bepaalt hun zijn, maar omgekeerd, hun maatschappelijk zijn bepaalt hun bewustzijn” .

Daarom denk ik dat, als we een radicale verandering willen, we niet bij de economie moeten beginnen, maar bij de inrichting van onze democratische rechtsstaat. We willen toch allemaal een beter functionerende democratie? En de democratische rechtsstaat begint bij de grondwet. In onze grondwet, en die van vrijwel alle andere landen klopt er al iets niet. Daarover de volgende keer.

Een groene revolutie. . . ? Ik dacht het niet.

Sinds 1959 is het Nederlandse Ministerie van Landbouw beheerd door CDA politici. Uitzonderingen zijn de Paarse kabinetten Kok I en II, toen de VVD (I) en D66 (II) het ministerie beheerden. In het kabinet Rutte II was er geen ministerie van Landbouw, maar viel landbouw onder Economische Zaken (Minister Kamp, eveneens CDA). Het hoeft derhalve geen verbazing te wekken dat er aan de verduurzaming van de landbouw (veeteelt en akkerbouw) vrijwel niets is gedaan, en wat er wel is gebeurd is het resultaat van het initiatief van een relatief kleine groep van individuele boeren.

Ook in Europa komt de verduurzaming van de landbouw achteraan. Het budget voor het Europese landbouwbeleid (GLB) is voor de nieuwe begrotingsperiode 365 miljard euro. Ter vergelijking: het EU-fond LIFE, gericht op natuur en milieu moet het in diezelfde periode doen met 1,8 miljard. Nu werd en wordt het GLB opgetuigd met mooie groene doelstellingen, maar de uitwerking daarvan wordt overgelaten aan de lidstaten – er is nauwelijks dwingende Europese regelgeving. De Europese rekenkamer heeft in 2008 en opnieuw in 2017 vastgesteld dat daar in de praktijk weinig of niets van terecht komt. De belangen van de traditionele landbouw zijn te groot en te goed georganiseerd; alles verzandt in betekenisloze compromissen (C), doormodderen (D) en afhouden (A). Vandaar de naam CDA. Al moet voor de volledigheid vermeld worden dat enige reductie van de CO2 emissies de laatste twee jaar wel heeft plaats gehad. Maar de landbouw blijft ook in 2020 nog 14 % van de CO2 uitstoot veroorzaken. Erger is dat de landbouw een substantiële bijdrage levert tot het uitsterven van insecten en weidevogels – zie mijn blog van twee weken geleden. (Eerlijkheidshalve moet natuurlijk wel in beschouwing worden genomen, dat de drijvende kracht achter de landbouw de consument is, die goedkoop voedsel, waaronder vlees blijft eisen. Daarom is juist een krachtig overheidsbeleid nodig).

Het CDA moddert natuurlijk niet alleen maar door op het gebied van de landbouw. Daarom werd gisteren mijn hoop gewekt toen ik uit Trouw vernam dat vooraanstaande CDA-ers een manifest hadden gepubliceerd, waarin ze oproepen tot een krachtiger CDA-geluid en -beleid. Ik heb het manifest intussen gelezen, maar het viel me bitter tegen. Veel mooie woorden, maar zeer weinig concrete voorstellen. Het behandelt zeven beleidsterreinen, maar landbouw (en onderwijs) zijn daar niet bij.

Ik hoor via een directe bron dat minister Schouten (CU) een verademing is na alle stagnatie op het ministerie van landbouw, en dat ze van goede wil is en uitstekende ideeën heeft. Je moet echter van goede huize komen om het landbouwblok te doorbreken, of op zijn minst mee te krijgen. Niet alleen in Nederland, maar ook in Europa. Ze zal dat niet alleen voor elkaar kunnen krijgen; ze heeft brede politieke en maatschappelijke ondersteuning nodig.

Een landbouwrevolutie is eerder bewerkstelligd door Eurocommissaris Mansholt, waar we de huidige efficiëntie van de landbouw aan te danken hebben. Het kan dus wel. Helaas had zijn beleid een aantal ongunstige neveneffecten, zoals Mansholt achteraf ook zelf constateerde. Ik hoop dat het minister Schouten beter vergaat, en dat ze achteraf geen spijt zal hebben van wat ze heeft gedaan of nagelaten. En wij . . . op zijn minst kunnen we ons consumptiegedrag aanpassen, en onze bereidheid tot uiting brengen om meer voor ons voedsel te betalen.

De feiten in dit blog ontleen ik aan een artikel in de Groene Amsterdammer van 28 februari.