Categoriearchief: Ecologie

Blij-moedig.

Mijn vorige blog eindigde ik met mijn voornemen om mijn 80e verjaardag aandachtig en in blijmoedigheid door te brengen. Dat kostte me weinig moeite, want ik had een symposium georganiseerd met als titel: Hoe blijmoedig te leven in een hachelijke wereld, en daarvoor sprekers uit te nodigen van wie ik wist dat ze een mooie voordacht konden houden. En dat deden ze. Bovendien was er een musicus die samen met de zaal ontroerende muziek tot klinken bracht.

Graag vat ik hieronder nog eens samen wat voor mij de belangrijkste conclusies waren van het symposium.

  1. Als we het over een hachelijke wereld hebben kan het gaan over moeilijkheden in ons persoonlijk leven, maar ook over de samenleving als geheel. Dan denken we al gauw aan de klimaat problematiek, die door de traagheid van de processen eigenlijk niet meer op te lossen is.  We zijn het kantelpunt voorbij. Dat wil niet zeggen dat het niet goed is om klimaatbewust te leven en handelen – dat is op zichzelf al waardevol. Doen wat ons hart en onze hand te doen vinden, geeft ons hoop, ongeacht het resultaat.
  2. Naast het klimaatprobleem is het wereldvoedselprobleem bedreigend. Het ontstaat door drie factoren: we gaan onzorgvuldig, om niet te zeggen roekeloos, met de aarde om, we zijn met te velen op deze aarde, en de klimaatverandering doet de rest. Ook dit probleem is moeilijk op te lossen. De deskundigen zijn het er niet over eens of het überhaupt kan.
  3. Dit zo zijnde vergt het moed om blij-moedig te leven. Je kunt niet blij zijn door de situatie te ontkennen of te verdoezelen. Maar je kunt je in het bewustzijn daarvan wel richten op de schoonheid en de liefde in jezelf en de wereld. Daar worden we blij van.
  4. We kunnen het klimaatprobleem dan wel niet oplossen, maar we kunnen wel gaan voor een wereld waarin verbinding tussen mensen, tussen mensen en de andere dieren en de overige natuur centraal komt te staan. Ik zelf zou zeggen: waarin de heiligheid van het leven een kernwaarde is.
  5. Als we praten over verbinding, dan gaat het niet alleen over de horizontale verbinding waarvan in het vorige punt sprake was, maar ook over de verticale verbinding met de aarde en de ‘hemel’. Of anders gezegd met de onzichtbare, niet fysieke wereld(en). Wie of wat dat is wordt door iedereen weer anders ingevuld, dat bleek ook op het symposium. De verticale verbinding is even belangrijk voor ons persoonlijke en collectieve heil als de horizontale verbinding. Op het kruispunt van de verticale en de horizontale verbinding (zie de afbeelding hieronder) ligt ons hart, zodat we dan allemaal een ‘warrior of the heart’ kunnen worden en blij-moedig kunnen leven.
  6. En tenslotte: wonderen bestaan; op individueel niveau en op gemeenschappelijk niveau.  Uiteindelijk kunnen we de toekomst niet kennen. Dus wat er daadwerkelijk gaat gebeuren: we weten het niet. Misschien is het niet de bedoeling (van wie?) dat de mensheid ten onder gaat. Misschien zullen we als mensheid niet fysiek overleven, maar misschien wel op geestelijk niveau. Wie zal het zeggen?          
De roos van liefde ontbloeit aan het rozenkruis

Een gebed voor Gaia.

Voor de ouderen onder ons: herinner je je nog de campagne van de overheid voor zuiniger omgaan met energie en grondstoffen, met een iconisch plaatje dat leek op de afbeelding hierboven. Dat was naar ik meen in de 70-er jaren. Die campagne heeft alleen een marginaal effect gehad. Nu is de tijd aangebroken waarop delen van de wereld daadwerkelijk onleefbaar worden. Daarbij denken we vaak in de eerste plaats aan gebieden die overstromen of in zee verdwijnen, of aan gebieden die geteisterd worden door cyclonen of extreme droogte. De gebieden die echter eveneens onbewoonbaar worden zijn de gebieden van de extreme bosbranden: Amazonegebied, New South Wales en Queensland en Australië, Siberië en Californië (de vijfde economie ter wereld en eens het paradijs op aarde!). Met name in Californië dreigt de toestand onhoudbaar te worden, de voorsteden van San Francisco en Los Angeles worden nu rechtstreeks bedreigd.

Anders dan bij regionale droogtes en overstromingen bedreigen deze bosbranden het aardse ecosysteem als geheel. De massale branden verslechteren de luchtkwaliteit, voorshands voornamelijk door extra CO2 uitstoot, maar wellicht ook in de toekomst door een algehele verstoring van de atmosferische omstandigheden. Spraken mijn collega’s en ik in 2008 nog over “de Aarde heeft koorts’, thans zou ik eerder spreken van “Gaia – het fysisch-biologische ecosysteem waarvan we allen deel uitmaken – is gevaarlijk ziek’. De helft van haar organen (ecosystemen) zijn aangetast (Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten (Intergovernmental science-policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services, of kortweg het IPBES, rapport 2019).

Dit is waarom ik iedere avond bid voor de genezing van de aarde. Met dit publiekelijk te verklaren neem ik een risico, want het overgrote deel van het ‘weldenkende’ deel van ons volk vindt bidden niet meer van deze tijd. Het past bij bijgeloof en primitief magisch denken. Ik denk daar persoonlijk anders over. Misschien moet ik even uitleggen wat ik onder bidden versta. Met bidden voor genezing (healing prayer) doe ik twee dingen: ik richt mijn eigen genezende kracht (die ik ontleen aan de kosmos en de aarde (sommigen zouden zeggen aan God en de Aarde) op een gekozen persoon of organisme (in dit geval Gaia), en ik laat mijn bezorgdheid zien aan de identiteiten in de onzichtbare werelden, wie of wat dat ook mogen zijn, in de hoop dat zij ons te hulp komen. Baat het niet dan schaadt het niet, maar persoonlijk geloof ik in de heilzame werking van dit soort gebeden. Misschien mag ik een uitspraak van Judy McAllister in herinnering brengen die ik een paar weken geleden in deze blogs citeerde: Stel dat jouw hart of verstand nu juist de cruciale druppel kan leveren die maakt dat het vat van de collectieve wil overstroomt. Dan is alles mogelijk.

In harmonie met de natuur.

Hoe kunnen we samenwerken met de deva’s en de engelen voor de genezing van onze planeet? Vorige week beschreef ik de weg van de Essenen, vandaag wil ik enkele andere mogelijkheden noemen.

Hèt voorbeeld van samenwerking met de natuur en de onzichtbare werelden is voor mij nog altijd de Findhorn community (https://www.findhorn.org). Andere inspirerende voorbeelden zijn: de Lebensgarten in Steyerberg, Duitsland, Ecolonie in Hennezel, Frankrijk en de Hobbitstee in Wapserveen. Kenmerkend voor deze voorbeelden is dat ze een woongemeenschap vormen en nieuwe land- en tuinbouwmethoden ontwikkelen: biologisch, bio-dynamisch, permacultuur, enzovoort. Deze landbouwmethoden vermijden het gebruik van bestrijdingsmiddelen, en worden ontwikkeld in harmonie met de natuur. Zij putten de bodem niet uit. Deze leefgemeenschappen bouwen duurzame woningen en zijn aangesloten bij het netwerk van eco-dorpen.

Er zijn ook eenlingen, boeren en burgers, die op deze manier land- en tuinbouw bedrijven. Vaak vormen ze een minicoöperatie met consumenten, of zijn ze aangesloten bij een grotere coöperatie, zoals Odin. Als je zelf in het gelukkige bezit bent van een tuin kun je deze werkwijze ook op kleine schaal toepassen. Voor de overige (stads)bewoners is er de mogelijkheid om deze woongemeenschappen en bedrijfjes te bezoeken, lid te worden van een coöperatie en zich daardoor te laten inspireren.

De Findhorn gemeenschap is het enige voorbeeld dat ik ken dat gebaseerd is op een directe samenwerking met de wereld van deva’s en engelen. In de andere voorbeelden wordt zoals gezegd gewerkt in harmonie met de natuur en soms met veronderstelde komische krachten, maar er is over zover ik weet van een directe en bewuste samenwerking met de onzichtbare werelden nog geen sprake. Ik ken naast Findhorn geen andere situaties waar dat wel het geval is, wat niet uitsluit dat die er wel zijn. Hoe dit zij, dit alles, zelfs Findhorn, is nog te kleinschalig om daar de genezing van de planeet van te verwachten. Daarvoor moeten op macro-niveau structurele en culturele veranderingen plaats vinden. Het hele sociale systeem moet transformeren, want zoals het nu is zijn de voorwaarden voor massale in- en afstemming met de natuur, laat staan voor de samenwerking met de onzichtbare werelden, niet vervuld. Deze gedachte is natuurlijk niet nieuw en al door vele wijze mensen in vele toonaarden verkondigd. David Korten en Joanna Macy spreken van een totale bewustzijnsverandering, ’the Great Turning’. Maar hoe moeten we ons die in concreto voorstellen; wat zijn de voorwaarden daarvoor? In een volgend blog zal ik er op ingaan welke dat zijn en hoe we die kunnen bevorderen.

De ‘Essenen’ revisited.

Mijn vorige blog eindigde ik met de vraag hoe we ons de samenwerking met bomen, en met de natuur, en met de onzichtbare werelden in concreto moeten voorstellen. Daar had ik toen geen antwoord op , en dat heb ik nog steeds niet. Mijn contemplatie daarover bracht echter wel enige aanwijzingen aan het licht.

In de eerste plaats bracht deze contemplatie me terug bij de Essenen. Dat was een Joodse groepering die bestond in Palestina gedurende de twee eeuwen voorafgaande aan de verwoesting van de Joodse tempel in 70 na Christus. Onderdeel van deze groepering was een broederschap die leefde bij Qumran, waar vanaf 1947 de zogenaamde Dode Zee rollen zijn gevonden. Het is met name door die geschriften dat we vrij veel weten over die broederschap.

Het is wel duidelijk dat die broederschap er in slaagde in harmonie te leven met de natuur, en met de wereld om hen heen. In die zin zijn zij een inspiratie voor hen die met de natuur en de onzichtbare werelden zouden willen samenwerken. De Essenen, althans deze broederschap, brachten dat namelijk in praktijk. Hoe deden ze dat?

In de eerste plaats door zich door meditaties af te stemmen op de seizoenen, en op de ‘Hemelse Vader’, de ‘Aardse Moeder’, en de engelen van de hemel en van de aarde. Voor elke dag van de week stemden ze zich af op twee specifieke engelen – niet ongelijk aan de deva’s over wie ik vorige week sprak (zie de afbeelding hieronder). Verder beoefenden ze, ook dagelijks, speciale vredesmeditaties (vrede met je lichaam, met je geest, met de familie, met de natuur, enzovoort). Ze volgden ook andere rituelen: zich laten zuiveren door de engelen van de zon, lucht en water (ik heb mezelf tijdens een ‘wildernis quest’ middels deze rituelen ooit eens genezen van een hardnekkige en gevaarlijke maagkwaal*). Daarnaast bedreven ze land- en tuinbouw in harmonie met de natuur. Er is meer over te vertellen, maar dat voert voor een blog te ver. (wie er meer over wil weten: er is heel veel over te vinden op internet)

De vraag is of we als de Essenen kunnen leven in deze tijd. Als je wilt blijven deelnemen aan het maatschappelijk verkeer kan hun levenswijze natuurlijk niet exact worden gekopieerd. Maar we kunnen wel een deel van hun rituelen inpassen in onze dagelijkse routine, en daarmee doen we een eerste stap in de richting van verbinding met de onzichtbare wereld. Dat kan ook wel door andere meditaties en rituelen, maar deze zijn bijzonder effectief. Danaan Parry heeft ze toegankelijk gemaakt voor onze moderne tijd**). Volgende week filosofeer ik verder over de samenwerking met de onzichtbare werelden en de natuur – en ook over hoe we van het individuele niveau kunnen overstappen naar een collectief niveau.

De Essense ‘Boom des Levens. De onderste Engelen zijn de aardse engelen, de bovenste de hemelse. ©  https://communiu.home.xs4all.nl/Studymat/Nedtxt/Boomafb.htm

*) Ik heb daarvan verslag gedaan in mijn boekje ‘Leven op het randje’. Dat is nog tweedehands verkrijgbaar.

** ) Danaan Parry, The Essene Book of Days. Dit boek wordt elk jaar aangepast aan de data van het lopende jaar – maar als je niet precies aan die data wil vasthouden kan je ook werken met een oudere versie. Er is ook een pocket-editie, The Essene Book of Meditations and Blessings, waarin die data geen rol spelen en waarin bepaalde rituelen niet zijn opgenomen, en die alleen verkrijgbaar is via: https://www.earthstewards.org/ESN-Publications.asp

De bomen branden – de bomen spreken.

Er zijn (veel) mensen die kunnen communiceren met dieren of met planten. Zij krijgen soms duidelijke boodschappen door van die dieren of, bij planten, van de ‘deva’s’ (bovennatuurlijke wezens) van hun soort. (Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Deva_(godheid) ). Ik zelf heb die kundigheid niet, al heb ik wel de ervaring van intuïtieve inzichten (openbaring), of innerlijke leiding op mijn levensweg. En ook kan ik door een boom te beschouwen en aan te raken, wel degelijk contact beleven, Maar boodschappen ontvang ik niet. De Findhorn Foundation daarentegen is voor een belangrijk deel gebaseerd op leiding van uit de bovennatuurlijke wereld, de onzichtbare werelden (https://www.findhorn.org).

Een bevriende collega heeft een intensief contact met de deva’s van bomen. Zij heeft nu een boek het licht doen zien, waarin ze de boodschappen die ze de laatste jaren heeft doorgekregen heeft opgeschreven.*) Dat is eigenlijk een wonderlijk proces, als je er over nadenkt. Want het lijkt me niet dat de deva’s direct communiceren in haar taal (Engels). Ze zullen ook niet precies onze manier van denken hebben. Toch komen de boodschappen over in duidelijke zinnen en begrijpelijke denkbeelden. Dat heeft er toe geleid dat sceptici deze boodschappen helemaal niet zien als berichten vanuit de bovennatuurlijke wereld maar als een fantasie van de eigen geest. Ik zelf geloof echter, ook op grond van mijn eigen ervaringen, dat onze geest in een onlosmakelijke verbinding staat met de geest van het al, inclusief de onzichtbare werelden (daarover heb ik eerder geschreven in verscheidene blogs; zoek onder ‘onzichtbare werelden). Het maakt dus eigenlijk niet uit wie die boodschappen vanuit de bomen- of deva-energie ‘vertaalt’ in het Engels: het kan de deva zijn of onze eigen geest.

Hoewel de deva’s van de verschillende bomen (en het bos of woud als geheel) elk unieke eigen boodschappen hebben is er toch een algemene trend te zien. Die kan ik samenvatten als volgt: we zijn allemaal één, de bomen, de natuur, de mensen, maar veel mensen hebben het bewustzijn daarvan verloren. Dat betekent dat ze zich geen deel weten van de natuur maar de natuur zien als een productiemiddel, en haar zelfs in brand steken. Dat heeft er toe geleid dat de levende wereld geheel uit balans is geraakt, en grote delen daarvan nu zelfs in levensgevaar verkeren. Dit proces is nog te keren; met andere woorden, we zijn nog te redden, als wij, de mensen, ons bewust worden van het feit dat we onlosmakelijk deel zijn van de natuur, en met haar, en in het bijzonder met de bomen, contact maken en gaan samenwerken.

Deze boodschap roept drie vragen bij me op. Hoe kunnen we dat doen: contact maken met de bomen en er op een dieper niveau mee in verbinding komen (met name als we daar geen natuurlijk aanleg voor hebben)? En twee: hoe stellen we ons dat in concreto voor: samenwerken met de bomen (en de overige natuur)? En tenslotte: is samenwerken met de natuur, hoewel een noodzakelijke voorwaarde, ook voldoende om de mensheid te redden? Ik denk dat daarvoor ook collectieve, structurele en wellicht ook technische maatregelen nodig zijn – al is het wel van belang dat die genomen worden vanuit de achtergond van eenheidsbewustzijn. Anders leiden die alleen maar tot meer ellende. Vragen om over na te denken en te comtempleren: misschien worden de antwoorden ons dan gegeven.

*)Judy McAllister, Forest Voices, When Nature Speaks, 2018, https://Forest Voices when nature speaks

Het grote sterven

Het zal u niet ontgaan zijn: het dramatische rapport van Ipbes, het VN platform voor biodiversiteit en ecosystemen, waarvan 130 landen lid zijn. Alle kranten en het NOS journaal openden er mee. De inhoud van het rapport was eigenlijk al in wijde kring bekend (zie bijvoorbeeld mijn blog van 11 april) maar wat wel interessant is, dat alle 130 landen de samenvatting van de wetenschappers unaniem hebben onderschreven. Het is trouwens een uniek teken van de globalisering, dat zoveel wetenschappers aan het rapport hebben meegewerkt, en er unaniem mee konden instemmen. Wat dat betreft lijkt het op de klimaat rapporten van het IPCC.

Ik ga op de inhoud van dit rapport hier niet verder in. Die kunt u overal vinden in de media en op internet. Wel kan ik vermelden dat de biodiversiteitsproblematiek nog ernstiger is dan de klimaat problematiek, want het probleem is complexer en veel moeilijker aan te pakken. Deze problematiek is voor het voorbestaan van de mensheid minstens zo bedreigend.

Om te voorkomen dat we hier een gevoel van uitzichtloosheid en machteloosheid aan overhouden wil ik dit blog besluiten met een zeer lang citaat van Paul Hawken. Daarmee gaat dit blog de normale lengte verre te boven, maar u hoeft het natuurlijk niet uit te lezen.

“Op de vraag of ik pessimistisch of optimistisch ben over de toekomst, is mijn antwoord altijd hetzelfde: als je naar de wetenschap kijkt over wat er op aarde gebeurt en niet pessimistisch bent, begrijp je er niets van. Maar als je de mensen ontmoet die werken om deze aarde en het leven van de armen te herstellen, en je bent niet optimistisch, heb je geen hart. Wat ik overal in de wereld zie, zijn gewone mensen die bereid zijn om de confrontatie aan te gaan met wanhoop, macht en onberekenbare kansen om een schijn van genade, gerechtigheid en schoonheid in deze wereld te herstellen. “(Paul Hawken)

Fragment uit Blessed Unrest: ‘Hoe de grootste sociale beweging in de geschiedenis ontstond en waarom niemand dat aan zag komen’, door Paul Hawken:

Ik geloof dat we deel uitmaken van een beweging die groter en dieper en breder is dan we zelf weten of kunnen weten.
Dit verschijnsel blijft in grote lijnen onder de radar van de media.
Deze beweging is geweldloos. Het is een beweging van onderop.
Er zijn geen legers en geen helikopters.
Er is geen centrale ideologie.
Een mannelijk gewerveld dier heeft niet de leiding.

De naamloze beweging is de meest diverse die de wereld ooit heeft gezien.
Het woord beweging, denk ik, is te klein om het te beschrijven.
Niemand begon dit wereldbeeld.
Niemand heeft er de leiding over.
Er is geen orthodoxie.

Het is een wereldwijde beweging, klasseloos, onuitblusbaar en onvermoeibaar.
Het gedeelde begrip ontstaat spontaan uit verschillende economische sectoren, culturen, regio’s en gemeenschappen.
De beweging groeit en verspreidt zich over de hele wereld, zonder uitzondering.
Ze heeft veel wortels, maar bovenal ligt haar oorsprong in: de inheemse cultuur, en in de milieu- en sociale rechtvaardigheidsbewegingen.
Deze drie gebieden breiden zich uit, groeien en zijn onderling verweven.

Dit gaat niet langer over hulpbronnen, deelbelangen of onrecht. Dit is in de grond een beweging voor burgerrechten en mensenrechten.
Een beweging voor democratie.
Het is de wereld van morgen.

We weten niet hoe groot deze beweging is.
Het kunnen 250.000 groepen zijn. Het kunnen 500.000 groepen zijn.
De beweging wordt gekenmerkt door verwantschap, gemeenschap en symbiose.
Het is Pachamama (zie de afbeelding hieronder). Het is Gaia zelf, die roept: ‘Wakker worden!’

Het is zo nieuw dat we het niet herkennen.
We zijn bekend met legers en oorlogen, en regeringen, en kerken en religies.
Maar er is geen precedent voor wat we aan het doen zijn.
Wat je aan het creëren bent, is volkomen onbekend.
Het is overal.
Er is geen centrum.
Er is geen woordvoerder.
Het is in elk land en elke stad op aarde.
Het zit in elke stam, elk ras, elke cultuur en elke etnische groep in de wereld.
Dit is de eerste keer op aarde dat een krachtige, niet-ideologische beweging is ontstaan.

Gedurende de 20e eeuw werden grote ideologieën vereerd, zoals godsdiensten.
Ze domineerden onze overtuigingen.
Ze domineerden ons met socialisme, kapitalisme en communisme. In de woorden van Ed Hunt: “Ideologieën bestormden de aarde, gekleed in harnas. Ze vochten voor de beheersing van onze geest en de landen, en het was niet aangenaam. Ons werd verteld dat redding zou worden gevonden in de heerschappij van één enkel systeem.”

Maar redding zal worden gevonden in diversiteit.
We weten dat als biologen.
We weten dat als de scheppers van gemeenschappen.
We weten dat als ecologen.

Deze beweging is de immuunreactie van de mensheid om weerstand te bieden aan en het genezen van politieke ziekten, economische infecties en ecologische corruptie, veroorzaakt door ideologieën. Dus het is aan ons om te beslissen. Hoe zullen we zijn? Wie zullen we zijn? Dit is wat we aan het bouwen zijn: het vermogen om te reageren. Het gaat over mogelijkheden en oplossingen. De mensheid weet wat te doen.

Pachamama, Moeder aarde, zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Pachamama

Een niet al te vrolijk blog voor de lijdenstijd.

Ongeveer een maand geleden werd ik wakker om 5.30 in de morgen (wintertijd) en hoorde ik de merels zingen op mijn terras. Ik werd er blij van – maar even ging er een gedachte door mijn hoofd: zouden ze nog wel genoeg gevarieerd voedsel vinden (al zijn ze niet afhankelijk van insecten)? ’s Avonds in bed kon ik niet slapen. De ‘silent spring’ (Rachel Carson, 1962) bleek nog niet te zijn aangebroken – maar hoe dichtbij komt die eigenlijk? Volgens een Duits gerenommeerd onderzoeksbureau is de populatie van vliegende insecten nu met 75 % verminderd (sinds wanneer? – dat kon ik niet achterhalen; bron Trouw, 28 april 2018 *). Volgens datzelfde artikel kan de ‘silent spring’ al binnen tien tot twintig jaar een feit zijn. De planeet aarde is nu begonnen aan zijn zesde massale extinctie. Het natuurlijk uitstervingstempo van zoogdier soorten ligt ergens tussen de 0,2 en 05 soort per miljoen soorten per jaar. Nu gaat het echter 100 tot duizend keer zo hard. Als we er van uitgaan dat we nu in het antropoceen leven, en dat doe ik (dat wil zeggen, dat de belangrijkste invloed op de geofysische ontwikkelingen op en in de aarde de mens is), dan moeten we vaststellen dat we zelf de oorzaak zijn voor deze massale extinctie (een woord dat op een of andere manier minder bedreigend klinkt dan uitsterven). Dat roept een aantal vragen op:

  1. Wanneer zijn we zelf aan de beurt (voedsel- en waterschaarste, onleefbare atmosfeer, epidemieën, atoomoorlogen, enz.)? Zullen we zelf uitsterven, en hoe zal dat dan gaan?
  2. Welk recht hebben we eigenlijk om het leven op aarde, inclusief onszelf, te vernietigen? (Welk recht hebben we eigenlijk om te leven of te overleven ten koste van dieren?)
  3. Kunnen we ons de totale extinctie eigenlijk wel voorstellen? Ik bedoel niet alleen mentaal, maar ook gevoelsmatig? Gevoel is iets wat in het algemeen gebaseerd is op beleving, maar de totale uitsterving kunnen we pas ervaren als het zover zou komen.
  4. Zal al het leven uitsterven, of zal het in primitieve vorm (planten, bacteriën, virussen) hoe dan ook overleven en zal het zo opnieuw beginnen? Met andere woorden: zal Gaia zelf uitsterven of zal ze deze ziekte overleven? **)
  5. Hoe erg is het eigenlijk als we allemaal uitsterven? Het antwoord op die vraag hangt in belangrijke mate af van of je gelooft in een leven, een bewustzijn, na de dood. Als we geestelijk zouden voortleven in een soort noösfeer, dan is er misschien niet zoveel aan de hand, maar doen we dat?
  6. Hoe erg is het eigenlijk als we weliswaar niet uitsterven, maar overleven in een schrale, verarmde wereld, waarin veel van de natuurlijke rijkdom waarvan we nu genieten is verdwenen? (zie voor een uitgebreide beschrijving daarvan bovengenoemd artikel in Trouw. Geen opwekkende lectuur.)
  7. Als het leven op aarde uitsterft, sterven dan ook de onzichtbare werelden? Zijn die intrinsiek verbonden met ons ecosysteem? (zie mijn blogs uit oktober/november 2018)
  8. En ten slotte, als wij uitsterven, sterft dan ook de schoonheid en de troost, en de liefde? ‘Beauty is in the eye of the beholder’ – maar wat als er geen ‘beholder’ (waarnemer) meer is?

Dit zijn allemaal vragen waarop het zoeken naar een antwoord veel te ver voert voor een blog – ze vereisen elk een boek op zich. Ik zelf schrijf geen boeken meer, maar dat is ook niet nodig want het boek is al geschreven door voormalig denker des vaderlands René ten Bos (Extinctie, 2019). Overigens heb ik het in dit blog voornamelijk over het sterven zelf – niet over de het lijden dat daaraan vooraf zou kunnen gaan, de ziekte dus. Niettemin zijn de bovenstaande vragen stof ter overdenking – een mooi denkthema voor de lijdenstijd, waarin men zich binnen de kerk immers bezint op de aanstaande kruisiging, de dood van Jezus, die, volgens de christelijke leer, symbool staat voor de dood van ons allemaal; althans zij die in hem geloven – maar voor hen heeft de dood niet het laatste woord. Maar voor de anderen misschien ook wel niet – daarover de volgende keer.

. . . met uitsterven bedreigd (jonge berggorilla). . .

*)Dit artikel is een must voor wie geïnformeerd wil zijn over de gevaren die ons bedreigen door het uitsterven van de insecten: https://www.trouw.nl/groen/zonder-insecten-overleven-we-niet-en-binnen-tien-twintig-jaar-is-het-crisis~a76a1789/

**) Het is interessant dat Jan Paul van Soest, Judy MacAllister en ikzelf al in 2008 spraken over Gaia als een levend, maar ziek systeem, getuige de titel van ons boek: De Aarde heeft koorts.

Bizar

“Doe de deur/het raam dicht. We stoken hier niet om de buitenwereld te verwarmen.” Ik weet niet hoe vaak ik in mijn jeugd deze uitspraak gehoord hebt en hem zelf later toen de kinderen nog thuis waren heb gebruikt. En dat was voorafgaande aan de tijd dat we allemaal wisten over de mondiale opwarming.

Maar in deze tijd van energiebesparing zijn we die uitspraak vergeten. Sterker nog, we doen er alles aan om de buitenlucht op te warmen. Overal in Amsterdam vinden we verwarmde terrassen in de open lucht. Ik was onlangs in Lille, en daar is het niet anders. Ook in de overige steden en dorpen in Nederland, en ik vermoed ook in het buitenland, vinden we die verwarmde openlucht terrassen. Tegelijkertijd zijn we druk bezig om huizen tegen hoge kosten te isoleren. Bizar!

Ik hoorde onlangs dat in de Verenigde Staten aanzienlijk meer energie besteed wordt aan koeling en airconditioning dan aan verwarming. Ik herinner me dat het al tijden zo is dat als je in de zomer in openbare of kantoorgebouwen in de VS binnenkomt, je je warm moet kleden, en ’s winters je trui of jasje uit moet doen, want anders sterf je van de hitte. Hier gaat het in sommige gebouwen ook al die kant op. Bizar!

Tja, we zullen voor de energietransitie en de klimaatproblematiek wat luxe moeten inleveren. Maar ik geloof niet dat we daar als collectief al toe bereid zijn. Maar we zullen zien. Als de schadelijke gevolgen van de klimaatverandering meer zichtbaar worden, misschien wel het eerst in de schappen van de supermarkt, dan kan ons bewustzijn misschien wel transformeren.

Klimaatverandering en vlierbessenjam (II).

Ik geef het op, en ga mijn leven wijden aan het maken van vlierbessenjam uit eigen tuin (Jan Paul van Soest)

Dit schreef Jan Paul van Soest vijf jaar geleden in een blog van mij (23 september 2013). Wij vieren dit jaar een treurig lustrum. Tien jaar geleden kwam ons boek uit, De aarde heeft koorts,  – geschreven samen met Judy McAllister – waarin wij een mogelijk scenario schetsten van 4 graden mondiale opwarming, en de rampzalige gevolgen daarvan. We waren echter in een opzicht toen wat te optimistisch: we onderschatten de ernst van de zeespiegelstijging. Maar overigens kon je ons geen optimisme verwijten, eerder realisme. We achtten toen nog een opwarming van twee graden mogelijk, als de wereldgemeenschap alles op alles zou zetten om een hogere opwarming te voorkomen. Wij achtten dat mogelijk, maar op grond van wetenschappelijke bevindingen zowel van natuurkundige als van sociologisch/psycholgische aard niet erg waarschijnlijk. (De huidige burgemeester van Amsterdam noemde dat toen in het boek alarmistisch). Helaas hebben wij gelijk gekregen, zoals we vijf jaar later vaststelden aan de hand van de toen meest recente gegevens (zie mijn blog van 26 juni 2013). Vijf jaar geleden dus – een tweede lustrum.

Sindsdien heeft Jan Paul nog een tweede boek geschreven: De Twijfelbrigade, waarin hij de welbewuste, systematische en af en toe zelfs kwaadaardige ontkenning van het klimaatprobleem aan de orde stelt. Hijzelf daarover: “Een mengsel van verontwaardiging en verwondering over klimaatscepsis en klimaatsceptici was de aanleiding om dit boek te schrijven.”

Maar daar wil ik het vandaag eigenlijk niet over hebben – dat weten we nu wel. Wat mij veel meer verbaast en verontrust is de verdoezeling van de problematiek door weldenkende en goed bedoelende (?) mensen. Zo wordt er uitgegaan van een fictie dat het nog mogelijk is de opwarming tot twee graden te beperken, en de gevolgen van de opwarming binnen de perken te houden. Een van de aspecten van  deze verdoezeling is dat we ons land zouden kunnen redden – maar daar is geen sprake van. En eigenlijk weet iedereen die enigszins op de hoogte is dat wel. Zoals ik me al eerder afvroeg, zijn de betrokkenen nu zo dom of is het welbewuste misleiding?

Gelukkig weten ze wel beter bij het Instituut voor Marien en Atmosferisch onderzoek  van de Universiteit van Utrecht. U kent vast wel die aardige Peter Kuipers Munneke, die ons een paar keer per week na het achtuursjournaal vertelt welk weer we de komende dagen hebben te verwachten. Als je hem zo ziet zou je niet verwachten dat daar een gerenommeerde wetenschapper achter schuilt, die nog moedig is ook. In NRC/Handelsblad van 13 juli  schrijft hij een gedegen artikel onder de kop: De vraag is niet óf Nederland onder water verdwijnt, maar wannéér. Een jaar geleden hield het KNMI nog rekening met 1,20 meter zeespiegelstijging aan het eind van deze eeuw; nu wordt een stijging van 2 meter niet uitgesloten. Niet heel waarschijnlijk, maar niet onmogelijk. En uiteindelijk zal het gaan naar een zeespiegelstijging van 15 meter, maar waneer, dat weten we niet (zoals L. Meijer, onze vertegenwoordiger bij het IPCC, al zei in 2017). Citaat van Peter Kuipers: ‘Het jaar 2100, 2400 of 4000 als houdbaarheidsdatum voor Nederland. Hier stelt de natuurwetenschap een interessante, filosofische vraag aan de politiek. Voor wie moet je nog klimaatbeleid maken? Voor wie de dijken ophogen? Voor de komende drie generaties? Voor de komende tien? Hoe lang moet de arm van je beleid zijn?’

En daar zou ik de volgende vraag aan willen toevoegen: hoe belangrijk is het dat je het grote publiek hiermee confronteert, in plaats van zoals nu gebeurt te stellen dat het allemaal nog wel mee zal vallen? In elk geval kun je niet verwachten dat mensen vrijwillig pijnlijke maatregelen gaan nemen, geld gaan uitgeven (dat wellicht niet wordt terugverdiend), of windmolens in hun achtertuin zullen tolereren, als de ernst van de problemen voortdurend wordt verdoezeld.

 

Amsterdam als ‘fearless city’.

Heeft u afgelopen zondag Buitenhof gezien? Een curieuze uitzending. Eerst minister Wiebes, die uitging van een imaginaire realiteit betreffende de opwarming van de aarde – hij dacht dat 2 graden, en zelfs 1,5 graden opwarming nog een realistisch scenario was – en daarna een gesprek met Jason Moore, hoogleraar sociologie aan de universiteit van Birmingham, en Willem Schinkel, hoogleraar sociale theorie aan de Erasmus universiteit,  die de realiteit onverbloemd benoemden. Wat Wiebes betreft: zou die nu echt niet weten wat er werkelijk gaande is? Met andere woorden: is hij nou zo dom, of is hij een leugenaar? Ik laat het oordeel graag over aan u en aan hemzelf.

Moore en Ginkel stelden beiden dat onze redding, zij het niet zonder veel leed en schade, nog mogelijk is als we overgaan tot een volstrekt andere manier van politiek en economie bedrijven. Met andere woorden: als we inzien dat het einde van het kapitalisme, of neo-liberalisme, het is maar hoe je het noemen wilt, nu toch echt nabij is. Dat betekent een zeer grondig overheidsingrijpen, nationaal en mondiaal. Moore was optimistisch, want hij achtte dat mogelijk, en noemde als voorbeeld het ingrijpen van de Amerikaanse overheid na Pearl Harbor. Maar dat was in een acute noodsituatie, die overigens concreter en tegelijkertijd minder bedreigend was dan de situatie waar we ons nu in bevinden. Ik leid daar uit af dat een dergelijk ingrijpen pas zal plaats vinden als de eerste steden in zee verdwijnen, of als een acute voedselschaarste de hele wereld bedreigt. Maar dat het einde van het neo-linberalisme nabij is, is niets nieuws. Daar zijn weldenkende mensen het al geruime tijd over eens.

Des te interessanter is de reactie van onze premier op het coalitieakkoord in Amsterdam. Daar staan o.a. enkele begrijpelijke en concrete doelen in: betaalbaar wonen, goed openbaar vervoer, grondige aanpak van de luchtverontreiniging, aanpak van het massatoerisme. Het akkoord is ook helder over de maatregelen waarmee men dat denkt te bereiken. Onze premier liet echter weten bijzonder ongelukkig te zijn met het akkoord. De stad was ‘verloren gegaan aan ‘links’. Een onthullende terminologie. De premier liet zich  kennen als een diehard aanhanger van het neo-liberalinsme, dat ons  in zulke ernstige problemen heeft gebracht.

Mijn verwachting is dat het Amsterdamse gemeentebestuur het nog moeilijk gaat krijgen. Niet alleen zal het veel weerstand ondervinden van plaatselijk gevestigde belangen (bijvoorbeeld woningbouwverenigingen), maar ook zal Den Haag alles op alles zetten om de uitvoering van dit coalitieakkoord onmogelijk te maken. Daarbij zal het principe van de gemeentelijk autonomie (Thorbecke) onder druk komen te staan. Het coalitieakkoord is immers de eerste aanval op het neoliberalisme  die het niet laat bij woorden maar komt met daden.

Om sterker te  staan zal Amsterdam zich aansluiten bij het Fearless Cities-netwerk: een netwerk van andere Europese steden die zich verzetten tegen de neo-liberale dogma’s. En dat sluit weer aan bij een ontwikkeling, waarbij de macht vande centrale overheden afbrokkelt en verschuift in twee richtingen: enerzijds naar de steden, en anderzijds naar internationale organen. Wen er maar aan.