Categoriearchief: Ecologie

Vliegen kan niet meer*)

In 1944 is er, na intensief onderhandelen, een luchtvaartverdrag afgesloten dat het in principe vrije civiele verkeer in de lucht regelde, en werd afgesproken het  luchtvaartverkeer te bevorderen, onder andere door kerosine niet te belasten. Aanvankelijk tekenden 52 van de 55 deelnemende landen het verdrag  dat is uitgemond in de oprichting van de International Civil Aviation Organisation (ICAO), waarin vrijwel alle landen vertegenwoordigd zijn. De motieven voor dit verdrag waren niet alleen maar commercieel, er zat ook idealisme achter. Na de verschrikkingen van twee wereldoorlogen snakte men naar meer begrip en harmonie tussen de landen in de wereld. Het idee achter het verdrag was, dat als je vrij kon reizen naar allen landen ter wereld, dit zou leidden tot een grotere bekendheid met andere volken en culturen. Onbekend maakt onbemind, en zodoende dacht men dat dit fysieke contact zou kunnen bijdragen tot de wereldvrede.

Zoals we weten heeft dit maar gedeeltelijk gewerkt. Niettemin is het vrij kunnen reizen naar vrijwel alle landen ter wereld, althans voor het meer welgestelde deel van de wereldbevolking, een groot goed. 3,7 miljard passagiers in 2004! Helaas, zoals we allen weten, heeft die explosieve groei van het luchtverkeer ook een keerzijde. Om het kort samen te vatten, er is geen enkele manier om, als dit zo doorgaat, de klimaatdoelen van het verdrag van Parijs uit 2015 te halen. In de verre toekomst is het misschien mogelijk om min of meer klimaatneutraal te vliegen, maar op middellange termijn zijn die technische mogelijkheden er niet. In de woorden van Paul Peters, lector duurzaam transport en toerisme aan de NHTV in Breda: ‘Ik heb allerlei scenario’s doorgerekend, maar er is geen enkel scenario denkbaar waarin we de opwarming tot twee graden kunnen beperken zonder het vliegverkeer te beteugelen. Het past gewoon niet.’ **) Dat lukt overigens ook op andere gronden niet, maar dat terzijde.

Waarom heeft het zin hierbij stil te staan? We kunnen er immers toch niets aan doen? De belangen van regeringen en luchtvaartmaatschappijen zijn zo groot dat – zoals ook op andere terreinen – de klimaat problematiek hieraan ondergeschikt wordt gemaakt. Er is geen enkele kans dat op korte termijn een accijns op kerosine zal worden ingevoerd. Waarschijnlijker lijkt nog een hogere beprijzing van de CO2 uitstoot, maar ook dat zal veruit onvoldoende zijn.

Toch kunnen we wel iets betekenen. We kunnen onze medeplichtigheid beëindigen. Dan zullen we ten eerste moeten stoppen met vliegen. In Europa kunnen  we alles bereizen per trein, en desnoods per auto.

Intercontinentaal zouden we alleen moeten vliegen in het geval van ernstige familieomstandigheden. We kunnen echt niet meer voor ons plezier naar Afrika, Amerika, Azië en China reizen – heel jammer. Conferenties en zakelijke contacten moeten plaats vinden via videoverbindingen. Zelf had ik nog eens de droom om naar IJsland te gaan, maar dat zal ik moeten opgeven en uit mijn ‘bucket-list’ moeten schrappen. (Tussen haakjes: compenseren door bomen planten is een doekje voor het bloeden – maar dat stelpt het bloeden niet!). Als enkelen van ons stoppen met vliegen heeft dat in directe zin weinig effect, maar er gaat zeker een voorbeeldwerking van uit (Je ziet dat nu al met vleesgebruik). Op de wat langere duur zal dat resultaat afwerpen.

Ten tweede kunnen we binnen ‘groene’ partijen het standpunt dat ik hier verwoord uitdragen. Misschien leidt dat ooit tot politieke actie. Voor de Nederlandse overheid is het heel simpel om het vliegverkeer op zijn minst te beperken: als je het vliegveld Lelystad niet opent, of na opening gewoon weer sluit, zoals je nu moet doen met kolencentrales die nog lang niet afgeschreven zijn, dan loopt het vliegverkeer in Nederland vanzelf tegen zijn grenzen op. Natuurlijk leidt dat tot beperking van onze economische groei – precies wat er moet gebeuren.

Maar het allerbelangrijkste blijft ook in dit geval: Laten we onze ogen niet sluiten voor de werkelijkheid. Dan komen we vanzelf in beweging; zo niet in de lucht dan wel op de grond.

 

*) Met een knipoog naar: https://www.youtube.com/watch?v=sE2yz-L64ag

**) In De Groene Amsterdammer, 22-2-2018

 

 

Healing the planet.

The planet is seriously ill. This is no news for the readers of this blog – they all know this. But what many of us don’t realize – the planet that is we. We are part of the planet, Gaia, the total ecosystem. We are cells of one of its organs: humanity. So we are ill, but we, the majority in the Western World,  don’t feel sick. That reminds me of the days I had cancer. I didn’t feel sick at all, but was very ill, even in mortal danger. So it is with us: we are dangerously ill, but don’t feel it. Furthermore, if we think about the illness of the planet we take the symptoms – ecological collapse, extinction of species, pollution, global warming, violence, the market, gun-addiction, etc. –  for the illness itself. But that is not the illness. So we need a more holistic thinking, and then we can see what the illness is. It is, as many guides, including our inner guide, tell us, a lack of awareness in the human race. In think this awareness was greater in the seventies, when we talked about ‘healing the planet’. Nowadays one hardly hears that expression anymore.

When you are ill you are going looking for a cure, or a healer that can provide that cure. Some illnesses are so serious, that effective cures or healers are difficult to find. But, if we want to live, that doesn’t stop us from searching. Even if we are successful in finding the healer however, that doesn’t release us from our own responsibility for our healing process. We have to cooperate with the healer, and with our own mind and body.

And that is what we should do as humanity: looking for ways to heal the planet, including ourselves. That is partly an individual process: developing our own awareness: becoming conscious of what is going on in ourselves and the world around us. But is also a collective process: developing our collective consciousness. That is hardly possible without medicine men or women. In the collective field we call these guides or leaders.

In 1998 I published Spiritueel Leiderschap, my magnum opus, translated in English as Spiritual Leadership, Wisdom for Work, Wisdom for Life.*) That opens with the following sentences: ‘There is a harrowing lack of leadership in the world. Is this the way you see it too?’ That book already then dealt with the kind of leadership we need in this world. Next month (around the first of April) I’ll say something about that kind of leadership or guidance. In the meantime I invite you to think about that yourself: what is the kind of leadership we need, and how do we find this?

 

*https://www.amazon.com/Spiritual-Leadership-Wisdom-Work-Life/dp/1931044880

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker

Zo moge het zijn.

De situatie waarin wij als mensheid zijn komen te verkeren doet mij denken aan de tijd dat ik te horen kreeg dat ik kanker had. Ik voelde me niet ziek, maar was wel in levensgevaar. Als de kanker zou uitzaaien zou ik er nu niet meer geweest zijn. Anderzijds was de kans echter reëel dat ik het zou overleven. Zoals u merkt was het laatste het geval, en ik heb er niets aan overgehouden.

Het nam enige tijd in beslag voordat ik destijds zekerheid had, en al die tijd leefde ik in spanning. Tegelijkertijd werd ik me ervan bewust hoe kostbaar het leven is en hoe fragiel mijn lichaam. Ik ging scherper waarnemen. Dat bleek al meteen de eerste week nadat ik het schokkende bericht ontving. Ik moest direct geopereerd worden, maar zou de volgende week op wintersportvakantie gaan. Na enige aarzeling werd me dat toegestaan door de behandelende arts. Zelden heb ik zo intens genoten van een vakantie, en de schoonheid van het winterse berglandschap zo intens ervaren. Tegelijkertijd sloot ik in die tijd vrede met de dood, ook al had ik nog lang geen zin om van het leven afscheid te nemen.

Als mensheid verkeren we thans in een soortgelijke situatie. We verkeren in levensgevaar, maar het zou ook  kunnen dat we het overleven. Natuurlijk gaat de metafoor enigszins mank: de tijdsspanne is heel anders; de meesten van ons zullen de daadwerkelijk extinctie niet meer meemaken en worden niet acuut met de dood bedreigd. En ook zou het kunnen zijn dat een deel van de mensheid het overleeft, terwijl miljarden anderen in de catastrofe omkomen. Het is dus niet: overleven of sterven, maar er is ook een derde mogelijkheid: zwaargewond doorleven. Maar toch,  zodra we tot eenheidsbewustzijn komen en ons identificeren met de ‘family of man’ – en is dat niet het doel van elke spirituele ontwikkeling? – dan is er wel degelijk een overeenkomst te zien tussen de situatie van een individu dat kanker krijgt (en wellicht nog kan overleven) en de situatie waarin we nu collectief verkeren.

In mijn vorige blog heb ik de vraag gesteld of het nog wel zinvol is de werkelijkheid onder ogen te zien, als die er zo grimmig uitziet. Ik heb toen gesteld dat ik denk dat dit wel zo is, maar dat het afhankelijk is van hoe we erop reageren. De analogie met kanker geeft ons wat dat betreft enige aanwijzingen.

In de eerste plaats is het van belang dat we ons de kostbaarheid van het leven realiseren, het ten volle ervaren en genieten, en tegelijkertijd vrienden worden met de dood. Dat lijkt een tegenstrijdigheid, maar is het merkwaardigerwijs niet. Hoe meer we het leven vieren, en des te intenser we het leven,  des te meer kunnen we ons verzoenen met het afscheid als onze tijd is gekomen.

In de tweede plaats is het van belang dat we onze aandacht gaan richten op de  zaken die er wezenlijk toe doen: schoonheid, liefde, eenheid, verwondering, licht, stilte. Omdat van binnenuit te kunnen doen – en niet alleen maar op mentaal niveau – is spirituele groei nodig, en die komt vaak niet vanzelf. Er is aandacht, oefening, tijd en inspanning voor nodig. De werkelijkheid onder ogen zien helpt daarbij.

En in de derde plaats is het natuurlijk niet verkeerd om intussen te doen wat nodig is. Met name niet meer vliegen, met het openbaar vervoer reizen en geen vlees eten verhogen de kans dat het allemaal iets minder erg wordt. Bovendien geven dit soort handelingen onszelf een goed gevoel, ook nooit weg.

Deze drie reacties zijn natuurlijk ook op zichzelf waardevol. Maar ook is deze levenshouding een voorwaarde om tegelijkertijd te leven in vol bewustzijn van wat er gaande is, en toch met vreugde en voldoening in het leven te staan. Het is ook de enige manier om het leven ten volle te leven en in dit leven te doen wat je te doen hebt, en te geven wat je te geven hebt. Zo moge het zijn.

 

 

Leven op het randje

Door niets werd de onbenulligheid van de Nederlandse politiek en (de meeste) televisiejournalistiek beter geïllustreerd dan door de Buitenhof uitzending van afgelopen zondag. In een uur slaagden interviewer Paul Witteman en premier Marc Rutte er in de tijd te vullen met volstrekt nietszeggende prietpraat. Wat bijvoorbeeld niet aan de orde kwam was een vraag in de trant van: ‘meneer Rutte, u streeft voortdurend naar economische groei, maar weet u dan niet dat duurzame groei voorlopig niet mogelijk is en alle groei voorshands bijdraagt tot de klimaatcatastrofe waar we in volle vaart op af stevenen? Kan u dat helemaal niet schelen?’ *)  Of: ‘meneer Rutte: ‘u streeft voortdurend naar economische groei, maar weet u dan niet dat alle groei voorshands bijdraagt tot een steeds grotere ongelijkheid in de wereld? Hoe denkt u dat op te lossen, of althans die trend te keren?’ Enzovoort.

Van premier Rutte kan je je deze onnozelheid nog voorstellen – hij  heeft per slot nog nooit iets anders gezegd en bovendien wordt hem, noch door de journalistiek, noch door de tweede kamerleden ooit het vuur na aan de schenen gelegd. En ook van Paul Witteman had ik niet meer verwacht, na een leven waarin hij voortdurend lof heeft geoogst en zijn ego daardoor uiteraard is gegroeid tot onhanteerbare proporties. Maar van de redactie van Buitenhof. . . ? Treurig.

Ik ben door vrienden, relaties en familieleden vaak getypeerd als een doemdenker of alarmist. Zelf zie ik dat zo niet. Im zie mezelf meer als iemand die de werkelijkheid zonder omwegen onder ogen ziet, maar daarnaast hoop houdt op een waardige wereld (en dat ook uitdraagt). Eigenlijk ben ik te optimistisch. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het boek dat ik met Jan Paul van Soest in 2008 heb gepubliceerd: De Aarde heeft koorts. Hoewel we weliswaar een doemscenario van 4 graden opwarming als waarschijnlijkheid beschrijven blijken we daarbij op twee manieren veel te optimistisch te zijn geweest. In de eerste plaats is een opwarming van 4 graden of meer inmiddels vrijwel zeker, en in de tweede plaats zijn de door ons aldaar beschreven gevolgen verre onderschat. Bovendien besteden we in dat boek veel aandacht aan wat we er nog aan zouden kunnen doen, en spreken we de hoop uit dat dit ook gaat gebeuren. Maar zoals we allen weten is dat niet gebeurd, en zijn we ook wat dat betreft door de werkelijkheid achterhaald.

Wie echt wil weten hoe het er met de wereld voorstaat leze The Uninhabitable Earth  van David Wallace-Wells uit New York Magazine. **) Als u dat doet moet u wel doorlezen tot het eind, anders eindigt u in een depressie. De laatste alinea biedt nog enige hoop.

Maar de vraag is natuurlijk wel, als het er echt zo rampzalig voorstaat met onze wereld, en er nog maar zo weinig aan te doen lijkt, waarom zouden we daar dan nog aandacht aan geven? Daar worden we dan immers alleen maar treurig van? Waarom zouden we niet leven vanuit een houding van’ Na ons de zondvloed’?

Toch denk ik dat het wel degelijk zinnig is om de werkelijkheid zoals die is onder ogen te zien, hoe beroerd er dat ook uitziet. Maar het hangt er daarbij wel van af hoe we met die waarneming omgaan. Daarover hoop ik de volgende week met u te spreken.

 

*) Zie bijvoorbeeld het interview met Kate Raworth, econoom, in NRC/Handelsblad van 17 Januari j.l.

**) https://nymag.com/daily/intelligencer/2017/07/climate-change-earth-too-hot-for-humans.html

 

 

Na ons de zondvloed?

Zouden ze nu echt niet beter weten, of doen ze maar alsof? Zijn ze dom of leiden ze ons om de tuin? Deze vraag komt bij me op als ik zie dat de overgrote meerderheid van onze politici, managers, leiders, ambtenaren – kortom zij die deze samenleving vorm geven, nog steeds doen alsof een temperatuurstijging van 2 graden een haalbare kaart is. En als ik zie dat ze uitgaan van een zeespiegelstijging van enige tientallen centimeters.

Bij het KNMI zijn ze iets wijzer. Zij gaan uit van een ‘worst case scenario’ van 1,20 meter in 2100. Dat zouden we in dit land nog net aankunnen met onze huidige watertechnologie. Maar volgens recent onderzoek kan het ook wel 2 meter worden. . .

Dat zegt de heer L. Meijer, klimaatdeskundige en onderhandelaar namens Nederland voor het akkoord van Parijs, in een bijdrage van zijn hand in NRC/Handelsblad van 3 juni. Hij laat ook nog een ander geluid horen: de stijging van de zeespiegel kan wel doorgaan tot 15,00 meter in 2500. Dat is geen zeker, maar wel een mogelijk scenario. Een ware zondvloed, waarbij de inmiddels waarschijnlijk gehalveerde mensheid samen klit op de hooglanden van deze wereld  – als we inmiddels niet op een andere manier zijn omgekomen. Wij Nederlanders zijn dan al lang klimaatmigranten geworden.

Wat is beter – deze ontmoedigende waarheden onder ogen zien, of, zoals onze leiders en hun medewerkers doen, leven in een illusionaire wereld? Per slot van rekening komt de zondvloed pas na ons.

Bij mij werkt het beter als ik de waarheid onder ogen zie. Niet dat ik daar veel vrolijker van word, maar het maakt me, vreemd genoeg, minder angstig en woedend. Er komt dan ook ruimte om de pijn en het verdriet te voelen om alles wat misschien verloren kan gaan. En zoals Etty Hillesum zegt: verdriet ” hoort bij het leven en het leven is toch schoon en het is ook zinrijk in z’n zinloosheid.” *) Juist door dit alles toe te laten komt er ruimte vrij voor andere gevoelens. Zoals vele leraren me geleerd hebben: de waarheid maakt me vrij. Vrij om mijn gedrag en mijn toekomstbeelden te kiezen, schoonheid te ervaren, te hopen en het leven te vertrouwen ondanks alles. Want uiteindelijk weten we natuurlijk niet wat de toekomst voor ons in petto heeft. Ook daarvoor zijn vele scenarios denkbaar. Een daarvan is een moeizame weg naar uiteindelijk een stralende toekomst: een verkleinde mensheid levend in harmonie en vrede op een kleiner stuk land (en misschien wel op kunstmatige eilanden – de zogenaamde Noach-eilanden) met een diep religieus bewustzijn. Het zou zo maar kunnen.

 

*) Het verstoorde leven: Dagboek van Etty Hillesum 1941-1943 (ingeleid door Jan Geurt Gaarlandt), Haarlem: De Haan, 1981. (34e druk 2014: ISBN 978-94-6003-726-9)

The Nile Project

Egypt, Eritrea, Kenya, Sudan, Rwanda, Burundi, Uganda, Ethiopia, Tanzania, South Sudan, Congo (Kinhassa). What do all these countries have in common?

  1. With the exception of Congo, they all have a shortage of water.
  2. They all have a global food security index of 50 % or less, often below 20 %.
  3. With the exception of Egypt, most people in these countries don’t have access to electricity.
  4. In all these countries there is violence and/or war.
  5. They all are riperian states of the Nile.

Interesting: the Nile is the river with the most riperian states in the world: 11 (Congo 10, Amazon 8). Potentially the Nile is a source of prosperity, but in fact it is also a cause of war. The suffering in these countries is  hardly imaginable. I recently read What is the What, written by Dave Eggers, based on the life of Valentino Achak Deng, about the wars in Sudan. The suffering and the cruelties  that are described in that book are very difficult to digest.

However. . .

Coming back from  holiday I attended the Holland Festival Proms. This was a wonderful day all over, but the highlight certainly was The Nile Project. A group of about 14 musicians who with their love, vitality and african music ravished the public. With their laments they touched everyone deeply, and one couldn’t stop moving and dancing when they played their exciting rhythms.

Now the interesting thing is these musicians came from all countries I mentioned above. This is what the Nile Project is about: bringing people from all these countries together in peace, love and understanding. They also have an ecological goal; in their own words: “We inspire, inform, and connect Nile citizens to help them collaborate on cultivating the sustainability of their river.” The Nile Project was founded in 2011 and since then organized 143 concerts, 200 workshops, 6 international gatherings, and produced 2 albums. They also organize student programs, and university chapters, community programs and so on and so on. They are networking all over the world. Their methodology is based on the Theory U (developed by Peter Senge, Otto Sharmer, and others).

It is very encouraging that in the midst of deep misery, cruelty and violence, beauty and love always come forward and blossom. Therein lies the hope for this world. This concert moved me deeply and made me very happy.

I never heard about The Nile Project before. This may be true for many of you. If ever you get the chance to watch a performance, don’t miss it. You can also in other ways get involved with the project, see the website: https://nileproject.org/about/

To be or not to be, that is the question. . .

For English text, see below.

Rutte, Buma en Pechthold hebben de kans verspeeld om waarlijk leiderschap te tonen door gezamenlijk de publieke opinie te beïnvloeden. In plaats daarvan lopen ze liever aan de leiband van ‘het volk. . .’ en hun (vermeende) achterbannen.

Dit is mijn laatste blog voor mijn vakantie. het volgende blog verschijnt, zo de Here wil en wij leven, op 29 juni. Onderstaand een samenvatting in het Engels van mijn laatste vijf blogs.

Summary of the last five blogs.

  1. It doesn’t appear that humanity will succeed in restricting global warming to two degrees centigrade. So we need help from the unseen, subtle worlds to deal peacefully and efficiently with the resulting problems. We have to ask for that through prayer. Then this help hopefully will manifest through us. This can be seen as the second coming.
  2. One of the conditions for effective prayer is that we need to have faith and a belief in  miracles. We have to assume that the subtle worlds exist and we have to develop an attitude of expectancy.
  3. We also have to become meek. “Blessed are the meek, for they shall inherit the earth” (Matth:5:6) . Then we are ready for prayer: “Thy will be done, on earth as it is in heaven.”
  4. Then we have to manifest what we prayed for. We have to collaborate with our partners in the subltle worlds. Probably our partners are eager to work with us together. The preparation of manifestation ask discipline and stamina. Butr the manifestation itself is not that hard work. Joy and contentment indicate we are involved in a process of finding our piece of the planetary puzzle.

So far my last blogs. Next month aI’ll be away on holiday. I’ll be back in july. So long!

 

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker.

 

 

Ons stukje van de planetaire puzzel.

In De Groene Amsterdammer van vorige week las ik dat de tien bedrijven in Nederland die de grootste bijdrage leveren aan de CO2 uitstoot in feite nog geen wezenlijke stappen hebben gezet om die uitstoor te verminderen, en ook niet voornemens zijn dat binnen afzienbare tijd te doen.  De uistoot is nog even groot als tien jaar geleden. Van de energietransitie waarover in Nederland sprake is  komt zodoende natuurlijk niets terecht. Het is dus niet alleen de overheid die in gebreke blijft.

Reden te meer om ons in gebed tot onze partners in de subtiele werelden te wenden, zoals ik in de vorige blogs heb beschreven. Maar nadat we ons in gebed tot hen gewend hebben, komt het weer op onszelf aan! Hoe kunnen wij ons aandeel leveren bij het helen van de wereld en het redden van de mensheid? Wat kunnen wij in deze wereld manifesteren, creëren, zichtbaar maken?

Van belang is dat we allereerst vast stellen wat het is dat we werkelijk willen. Is dat een wereld waarin de opwarming beperkt is tot twee graden? Of willen we feitelijk een wereld waarin de mensheid op liefdevolle en daardoor effectieve wijze omgaat met de problemen die ontstaan zijn door een opwarming van twee graden of meer? Ik voor mij geloof niet meer in de eerste visie, dus richt ik me op de tweede.

Hoe dit zij, wat je visie ook is: denk groot! Ook als eenling kan je al veel bereiken, met name als je daarbij ook samen werkt met anderen die hetzelfde willen.  (Zie bijvoorbeeld wat Boyan Slat te weeg brengt in verband met het opruimen van de plastic soep in de oceanen). Hoeveel machtiger word je dan niet als met elkaar aan de slag gaat.

Maar overigens gaat het er om dat datgene wat je wilt manifesteren in lijn is met de vraag die je voorgelegd hebt aan de subtiele werelden (zie mijn vorige blog). Je wilt immers met je partners aldaar samenwerken? En ook is het van belang dat wat je wilt manifesteren een expressie is van wie je bent en wilt zijn. Manifesteren tegen je eigen natuur en de levensstoom in zal niet lukken (Over hoe effectief te manifesteren heb ik eerder geschreven in Spiritueel Leiderschap).

Hoewel ik je aanraad om niet te beperkt te denken, gaat het er toch om jezelf niet te overschreeuwen. We zijn niet allemaal een Boyan Slat. Iedere bijdrage aan een humanere wereld is welkom en nodig, ook al lijkt het misschien een druppel op een gloeiende plaat. Doe gewoon wat je hand en je hart te doen vinden. Maar vermijd de valkuil om in het wilde weg maar wat te doen. Manifesteren is iets anders dan handelen: je actie dient organisch uit het manifestatie proces voort te komen. Een criterium om vast te stellen of je goed bezig bent is vreugde en voldoening. De partners in de subtiele werelden willen waarschijnlijk graag met ons samenwerken. Als je daarentegen iets wilt forceren is frustratie je deel.

Onze collectieve bestemming is te zien als een grote legpuzzel. (Het beeld is van Danaan Parry). Je hebt een stukje van die legpuzzel in handen. Zonder dat stukje is de legpuzzel nooit te maken. Moge jij je plekje voor jouw stukje vinden. . . Dat is het wonder waarover ik eerder sprak, en als dat bij velen van ons gebeurt kun je spreken van de wederkomst; het paradijs op aarde.

 

 

 

In gesprek met de subtiele werelden.

Prachtig, zoals in reactie op de weerstand tegen maatregelen om het klimaatprobleem aan te pakken, er allerlei bewegingen ontstaan die die aanpak juist bevorderen. Protestbewegingen, maar ook nieuwe technologische ontwikkelingen, en bedrijven en overheden die eindelijk bij zinnen komen (onze overheid nog niet, helaas). Niettemin zullen we er niet in slagen de opwarming beneden de twee graden te houden, zoals ik in vorige blogs heb laten zien – het zal eerder drie of vier graden worden – en dat vormt een directe bedreiging voor de mensheid. We hebben hulp nodig van onze partners in de onzichtbare werkelijkheid. Om die hulp kunnen we vragen in gebed.

Gebed is een dialoog met een onzichtbare gesprekspartner. Dat hoeft niet God te zijn, het kan eigenlijk ieder wezen zijn uit de subtiele werelden. Je hoeft in het bestaan van hen niet echt te geloven, maar je moet dan wel doen alsof je gelooft. De kans dat je dan echt gaat geloven is overigens niet denkbeeldig.

Over gebed heb ik eerder geschreven *) maar voor nu beperk ik me tot het volgende. Een gebed is vooral luisteren: wat heeft de subtiele wereld me te zeggen? Die boodschap kan komen in woorden, maar ook in beelden, intuïtie, inspiratie, min of meer vage gevoelens of gewaarwordingen, hoe dan ook. Het kan soms lang duren, maar als je open en verwachtingsvol bent komt die boodschap eigenlijk altijd. Geduld! Het is overigens niet altijd een boodschap die we graag horen. We hebben soms de neiging ons onwelgevallige boodschappen weg te drukken. Daarom is het van belang dat we luisteren met open oor en open geest.

Maar soms willen we ook wat zeggen: iets (mee)delen, of in dit geval iets vragen: hulp bij de genezing van de wereld (de natuur, waarvan we zelf deel uitmaken). Die vraag moet geboren zijn uit gevoelde nood, anders werkt het uiteraard niet. En verder moet de vraag ook een gift inhouden: onze bereidheid om samen te werken met onze partners in de subtiele wereld, en daar zonodig offers voor te brengen. We moeten voorts bereid zijn ons over te geven aan de inzichten en aanwijzingen uit de subtiele wereld. Overgave is, zoals ik vaker heb gezegd, iets heel anders dan onderwerping. Bij overgave blijven we zelf verantwoordelijk, we geven onze autoriteit niet op. In tegendeel: we versterken die juist.

Het is belangrijk dat we de vraag maar één keer stellen. Als we het vaker doen, wordt het al gauw gezeur. We moeten er op vertrouwen dat we gehoord worden. Daarom is het van belang dat we de vraag pas stellen als we er echt klaar voor zijn: de vraag moet komen vanuit ons diepste zelf. Hij moet gesteld worden met hart en ziel. En er moet voldaan zijn aan de voorwaarden die ik in vorige blogs en ook hierboven heb genoemd. Beter wachten, dan de vraag stellen als we er eigenlijk nog niet klaar voor zijn.

Gehoord worden betekent niet dat ons gebed ook verhoord wordt. Vragen staat vrij, maar het recht van weigeren behoort daarbij. Wij weten natuurlijk niet wat de overwegingen zijn van onze partners om al dan niet aan onze wensen te voldoen. We kunnen ook niet weten op welke wijze ons gebed eventueel verhoord wordt. Het kan wel zijn dat het in een heel andere vorm komt dan we verwachten, en zoals gezegd  kan het ook zijn dat we een boodschap krijgen die ons helemaal niet uitkomt.

In elk geval zal een vervulling van onze wensen en verlangens komen door middel van ons zelf. Zoals ik al eerder zei: het is niet zo dat onze onzichtbare partners de zaken wel even voor ons oplossen. Dat zal altijd moeten gaan via ons eigen bewustzijn en ons eigen handelen. Daarmee kom ik op de wetten van manifestatie, waar ik in een volgend blog op zal ingaan.

 

*) https://www.bol.com/nl/p/gebedsboekje-voor-zoekers/1001004010181124/#modal_open

Wij buigen in deemoed het hoofd. . .

Wij mensen hebben een collectieve structuur ontworpen die schadelijk is voor de wereld waarin we leven. Dat is al begonnen met de landbouwrevolutie, en daar zijn de industriële revolutie en de informatie-revolutie op gevolgd. Dat is gepaard gegaan met maatschappelijke en economische ontwikkelingen – natiestaten, kapitalisme, neoliberalisme -, die  geleid hebben en nog steeds leiden tot geweld, ongelijkheid in vermogen en inkomen en tenslotte uitputting van de aarde. Dat neemt de individuele verantwoordelijkheid niet weg, maar het is niettemin voor een individu bijzonder moeilijk zich aan ‘het systeem’ te onttrekken. Weshalve we allemaal medeplichtig zijn aan de negatieve effecten van het systeem.

Het heeft weinig zin om ons daarover schuldig te gaan voelen, maar enige bescheidenheid  en nederigheid is daarentegen wel op zijn plaats. We mogen blij en trots zijn op de mooie dingen die we als mensheid bereikt hebben: kunst, wetenschap, democratie en een toenemende welvaart voor velen van ons, maar moeten tegelijkertijd de ogen niet sluiten voor wat we elkaar en de planeet aandoen.

“Gezegend zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven”. Het ontwikkelen van zachtmoedigheid is de tweede voorwaarde voor een effectief verzoek om hulp aan onze partners in de transcendente werkelijkheid, waarover ik in mijn vorige blog kwam te spreken. Hulp die we nodig hebben om de klimaat problematiek te overleven.

Het woord zachtmoedigheid bevat twee aspecten: zachtheid en (ge)moed. Als we zachtmoedigheid in onszelf willen ontwikkelen, zullen we zachter moeten worden. Ons hart zal open moeten staan voor mededogen voor en verdriet om de pijn van de wereld en de onmacht van de mensheid. Tegelijkertijd zullen we moed moeten ontwikkelen: moed om de werkelijkheid waarin we ons bevinden onder ogen te zien.

Als we dusdoende ons geloof in de transcendente wereld, in de mogelijkheid van wonderen en een leefbare toekomst (zie mijn vorige blog),  en zachtmoedigheid hebben ontwikkeld zijn we klaar om hulp te vragen aan de wezens in de ‘subtle realms’. We doen dit in gebed.  Velen van ons zijn niet gewend te bidden – daarom ga ik daar in een volgend blog op in. Maar nu al vast dit: we kunnen niet verwachten dat onze partners in de ‘subtle worlds’ dit eventjes voor ons gaan oplossen. We moeten zelf ook een substantieel aandeel leveren. Wat en hoe? Ook daarover kom ik later te spreken.