Categoriearchief: Spiritualiteit

Het mysterie van de eeuwigheid.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Mijn serie over het heelal leidt tot de conclusie dat het uiterst waarschijnlijk is dat aan het heelal een Schepper of een scheppende kracht ten grondslag ligt. In mijn vorige blog heb ik een aantal voor de hand liggende kenmerken van die Schepper, die ik daar heb aangeduid met de term ‘oorsprong’, genoemd. In dit blog ga ik in op het eerste van die kenmerken: Eeuwigheid.

De oorsprong van alles is eeuwig. Dat betekent dat de oorsprong niet alleen oneindig lang zal bestaan, maar ook al oneindig lang heeft bestaan. Het eerste kunnen we ons met enige moeite nog wel voorstellen, maar dat iets altijd al bestaan heeft kunnen we ons nauwelijks indenken. Ons denken is zo geprogrammeerd dat we ons van elk verschijnsel, proces of object, altijd een begin en een oorzaak aannemen. Het ontstaat altijd ergens uit. De oorsprong heeft echter geen begin en is een oorzaak uit zichzelf (causa sui of causa prima). Hij is er altijd geweest. Ware dat niet zo, dan zou er achter de schijnbare oorsprong een diepere oorsprong (oorzaak) liggen, waarmee de schijnbare oorsprong zelf een onderdeel zou zijn geworden van de schepping (Thomas van Aquino, Aristoteles). De diepere oorsprong zou dan de ‘echte’ oorsprong zijn.

Kunt u het nog volgen? Ik hoop van wel want beter kan ik het niet uitleggen. Ik vat het even samen. We kunnen uit de eeuwigheid van de oorsprong twee conclusies trekken: de oorsprong, God als u dat liever wilt, is een mysterie (daarom valt dit kenmerk zo moeilijk uit te leggen), en God moet dus wel eeuwig zijn. De oorsprong is een mysterie omdat hij altijd bestaan heeft, wat we niet kunnen begrijpen. En hij moet wel eeuwig zijn, omdat hij anders niet de oorsprong van alles zou zijn – en we waren juist naar die oorsprong op zoek. In tegenstelling tot sommige andere kenmerken, die ik later zal bespreken, is eeuwigheid dus een noodzakelijk, logisch te verdedigen, kenmerk van de Schepper van alles. Daarom is de keuze van de aanduiding ‘Eeuwige’ in het Jodendom voor de oorsprong, JAHWEH, zo gek nog niet.

Dat is wel genoeg voor vandaag. Als dit blog onderdeel zou zijn van een langer artikel, zou ik aanraden hier even te pauzeren om dit enigma tot u door te laten dringen. Want ook de volgende kenmerken van de oorsprong roepen allerlei vragen op, en dan zou dat alleen maar tot verwarring kunnen leiden. En we doen dit onderzoek niet om verward te worden, maar om helderheid te verkrijgen en het wonder te ervaren.
Volgende keer zal het gaan over de Eenheid van de oorsprong.

Dichter bij het mysterie.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Veel mensen die niet in God geloven zeggen wel, na beschouwing van de natuur en de kosmos: er moet toch iets zijn, waaruit alles is voortgekomen. Maar ze kunnen dat ‘iets’ niet specificeren. Dit is onbevredigend en ook gemakzuchtig. Dit ‘ietsisme’ blokkeert de spirituele ontwikkeling en is ook niet nodig. Er over dit ‘iets’ best veel te zeggen, maar daar moet je wel wat moeite voordoen: tijd nemen om aandachtig te schouwen en te contempleren. Ik zal daar in dit blog wat aanzetten voor geven, maar eerst wat terminologische verheldering vooraf.

Als we het hebben over de Schepper, gebruiken we daarvoor allerlei namen: Essentie, (oer)Intelligentie, God, Allah, Brahma, Aanwezigheid, Bron (of oerbron), Eeuwige, Jehova, Opperbouwmeester, enz; u kunt zelf wel uitbreiden. Dat heeft bezwaren, omdat met elk van die woorden door de cultuur bepaalde beelden en betekenissen meekomen die afbreuk doen aan het wezen en de totaliteit van het ‘iets’. Vandaar dat de (Hebreeuwse) bijbel dan ook voorschrijft dat we JAHWEH geen naam moeten geven en niet moeten afbeelden (Ex. 3:14, en 20:4 en 7). Wat dan wel? The Urantia Book (zie mijn blog van 12 augustus) kiest voor het aantrekkelijke ‘First Source and Center‘. Ik heb gekozen voor de term ‘oorsprong’, dat een begin aanduidt waaraan niets voorafgaat (in tegenstelling tot het woord ‘bron’. Een bron is altijd een bron van iets, dat via de bron naar buiten komt – water, olie of gas, inzichten of wat dan ook – dat bestaat voorafgaand aan de bron. Een bron is een kanaal). Soms gebruik ik uit gewoonte toch het woord ‘God’, maar dan bedoel ik dus ‘oorsprong’.

Wat zijn nu de kenmerken van die oorsprong? In dit blog zet ik de een aantal voor de hand liggende kenmerken even op een rijtje, en werk dat in latere blogs verder uit.

  • Eeuwig, tijdloos
  • Een alomvattend geheel, dus NIET: uitsluitend lichamelijk of spiritueel, mannelijk of vrouwelijk of onzijdig, persoonlijk of onpersoonlijk, goed of slecht, enzovoort. Hij is dat alles tegelijk (ik spreek van hij omdat het woord oorsprong mannelijk is). Tegelijkertijd een drieëenheid.
  • Volmaakt.
  • Schepper van meerdere universa.
  • Geen vaste verschijningsvorm, maar wel de mogelijkheid alle denkbare en ondenkbarere gestalten aan te nemen.
  • Kenbaar. De oorsprong kan wel gekend en beleefd, maar niet begrepen worden. Hij manifesteert zich in de universa: als Wet (waaronder zwaartekracht), heilige geometrie, innerlijke aanwezigheid, openbaring, in gebed en mogelijk ook in sterfelijke vorm.

Op elk van die kenmerken ga ik in volgende blogs nader in. Intussen kan u er alvast eens over nadenken.

Waarom het heelal geschapen is.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Beauty lies in the eyes of the beholder.

Een roosvenster in de Notre-Dame van Parijs. In de gotische bouwkunst werd licht beschouwd als de ultieme vorm van schoonheid.

Waarom zou het heelal geschapen zijn als alles uiteindelijk weer vergaat? Een eerste antwoord op die vraag is: schoonheid. Met het heelal wordt schoonheid geschapen. Maar wacht even, is dat zo? Is schoonheid wel een eigenschap van iets materieels? Of bestaat het alleen maar bij de gratie van de waarnemer? Is het een interactie tussen een voorwerp (hoe klein of hoe groot ook) en het bewustzijn van de persoon die het waarneemt? Persoonlijk geloof ik het laatste, ook al geloof ik tegelijkertijd dat schoonheid een absolute kwaliteit of waarde is; een van de grondslagen van de schepping. Geen schoonheid zonder bewustzijn!

Ha! Een bruggetje voor een tweede reden voor de schepping van het heelal. Met het scheppen van het heelal worden ook condities geschapen voor de manifestatie van het bewustzijn. Het kan heel wel zijn dat er al bewustzijn (geest) is voordat de kosmos is geschapen, maar dat was waarschijnlijk niet gekoppeld aan een materiële manifestatie. Je zou dus ook kunnen zeggen, niet gekoppeld aan ervaring zoals wij dat kennen. Door de schepping van het heelal krijgt ook het bewustzijn een heel specifieke vorm, als je dat tenminste zeggen kan van zoiets niet-materieels als een geestelijk proces. Het bewustzijn krijgt een nieuwe inhoud: beleving, en de mogelijkheid zich uit te drukken in een materiële context: communicatie, creatie.

Het is waarschijnlijk dat met het vergaan van alles wat materieel geschapen is het daarbij geschapen bewustzijn niet verloren gaat. (De wetenschap, in het bijzonder de natuurkunde en de astronomie, zegt hier voor zover ik weet niets over.) Daarmee is een doel van de schepping, in het bijzonder de evolutie, duidelijk geworden: het scheppen van nieuwe dimensies en mogelijkheden voor het bewustzijn. Dit is ook het gezichtspunt van Teilhard de Chardin, opgeschreven in Het Verschijnsel Mens (vertaling uit 1958). Het zou ook zo kunnen zijn dat de schepper zelf precies om deze reden de kosmos geschapen heeft. De schepper heeft weet van alle kwaliteiten van het bestaan, maar weten is iets anders dan beleven. De schepper mag dan weten wat liefde is, misschien zelf liefde zijn, en weten wat het kwade is, misschien zelfs zelf het kwaad zijn (Jes.45:7), maar daarmee heb je het nog niet ervaren. Derhalve heeft de schepper wezens geschapen, om middels hen die ervaring op te doen. Dat is in elk geval wat God(?) zelf zegt. (Neale Donald Walsch, Conversations with God, Book I, 1995).

Dit is nu al het derde blog dat op de schepper uitloopt. Tijd om hier eens iets naders over te zeggen. Maar dat moet wachten tot de volgende keer.

Waarheen? Waartoe?

(Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen)

We zetten in dit blog ons onderzoek naar het heelal voort.

Uit het vorige blog kunnen we al drie conclusie trekken:

  • het heelal is niet statisch maar dynamisch,
  • het heelal laat zich beschrijven als een ontwikkeling, een evolutionair proces,
  • en het is waarschijnlijk dat het heelal geschapen is.

Uit deze conclusies kunnen we een vierde conclusie logisch afleiden, namelijk dat het heelal een begin heeft. Maar heeft het ook een einde? Volgens de tweede wet van de thermodynamica wel. Die tweede wet luidt dat

  • warmte van nature stroomt van warme naar koude gebieden en nooit spontaan van koud naar warm,
  • en dat arbeid wel volledig in warmte, maar omgekeerd warmte nooit volledig in arbeid kan worden omgezet (dit feit werd met name ontdekt bij de ontwikkeling van de stoommachine)

Een goed voorbeeld is het gebruik van fossiele brandstoffen, zoals het verbanden van een blok hout. Hout heeft een structuur, die in vele jaren of zelfs eeuwen gevormd is, maar als je het verbrand hebt houd je alleen maar ongestructureerde as, rookgassen en warmte over. De tweede wet zegt dat op die manier uiteindelijk alle vormen (sterren, planeten, en alles wat zich daarop en daarin bevindt) in het heelal zullen vergaan, maar dat is in een zo ver verwijderde toekomst dat we ons de termijn waarop dat gebeurt eigenlijk niet kunnen voorstellen. Deze eindtoestand wordt in de natuurkunde aangeduid met de term entropie: afwezigheid van structuur (orde). De entropie van het heelal neemt dus toe. Dat is vreemd als je er over nadenkt: het lijkt of er twee krachten in ons heelal werkzaam zijn die elkaar in feite tegenwerken: de ontwikkeling van steeds complexere vormen (evolutie), en het verdwijnen van die vormen (toename van entropie).

Als we de kosmos kunnen zien als een evolutie, dan is er dus een richting aan te geven aan de ontwikkeling van die kosmos. Dan stroomt de tijd één kant op. Dat roept vragen op als: waartoe is die kosmos eigenlijk geschapen? Is er een doel? Van wie dan? Die vragen klemmen te meer als we bedenken dat uiteindelijk al het geschapene weer verloren gaat. Food for thought. Wordt vervolgd.

Toenemende entropie van links naar rechts

Een biofiel heelal

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Panta rhei – alles stroomt. (Plato, naar Heraclitus; en vele anderen)

Tot ongeveer 1930 werd het heelal gezien als een statisch geheel. Weliswaar weten we natuurlijk al heel lang dat hemellichamen bewegen, maar het heelal werd dan gezien als een soort gigantisch uurwerk (wellicht een keer geconstrueerd en op gang gebracht door een schepper), en dat uurwerk zelf was niet veranderlijk. Zelfs de relativiteitstheorieën van Einstein brachten in dat beeld geen wijziging, al legden deze wel de fundamenten voor de oerknal theorie, die later (1931) door Lemaître werd gepubliceerd. Hij poneerde tevens dat het heelal sindsdien steeds uitdijt. Zijn hypothesen zijn later empirisch bevestigd, met name door de ontdekking en waarneming van de kosmische achtergrondstraling, de nagloed van de oerknal.*)

Dit maakt het mogelijk de ontwikkeling van het heelal te zien als een evolutie, analoog aan zoals we het leven op aarde als een evolutie kunnen zien. Er is een parallel tussen de ontwikkeling van de evolutie van het heelal en de ontwikkeling van het leven op aarde. De atmosferische condities op aarde hebben zich ontwikkeld binnen een nauwe bandbreedte wat temperatuur, zuurstofgehalte, en externe gevaren betreft, zodat de ontwikkeling van leven mogelijk werd.**) Toeval? Evenzo hebben de condities in het heelal de ontwikkkeling van sterren en planeten mogelijk gemaakt; met name de variaties in de achtergrondstraling. Citaat:

Als de variaties in de achtergrondstraling bijvoorbeeld ietwat kleiner waren geweest, waren ze te zwak opdat er sterren en sterrenstelsels uit zouden kunnen ontstaan. Als ze daarentegen een tienduizendste van een graad groter waren geweest, dan zou er uit de hete oersoep een heelal met uitsluitend enorme zwarte gaten zijn voortgekomen. Beide scenario’s leiden tot een steriel heelal zonder biologische complexiteit. Een ander voorbeeld van het ‘biofiele’ karakter van ons heelal betreft de vorming van koolstof in sterren, wat berust op een bijzonder delicate verhouding van de elektromagnetische tot de nucleaire krachten. Ook de samenstelling van het heelal, het aantal dimensies en zelfs de initiële graad van expansie wijzen er allemaal op dat we ons in een merkwaardig biofiele kosmos bevinden. Het is alsof de natuurwetten en de oerknal ontworpen zijn, opdat er miljarden jaren later complexe fysische, chemische en biologische structuren zouden ontstaan. (Thomas Hertog,*)

Dit alles roep natuurlijk de vraag op naar de oorsprong van het heelal zoals wij dat kennen. Is er een schepper? En zo ja, wat zou dan de aard daarvan zijn? Daarover een van de volgende keren meer.

Afbeelding van de temperatuurfluctuaties van de achtergrondstraling in het heelal

*) Een bijzonder heldere beschrijving van de ontwikkeling van de wetenschappelijke theorieën over het heelal vindt u op https://www.kuleuven.be/emeritiforum/em/Forumgesprekken/2013-2014/240414/lessenxxi2014hertog.pdf

**) Een overzicht van de condities waardoor de ontwikkeling van leven op aarde mogelijk werd vindt u op: https://www.nationalgeographic.nl/6-dingen-die-het-leven-op-aarde-mogelijk-maken

Ondoorgrondelijk

Quod est inferius est sicut quod est superius
(Wat lager is, is zoals het hoger is, Tabula Smaragdina)

Ik ben de laatste jaren gefascineerd door de kosmos. Waarom is het belangrijk de kosmos te bestuderen? Daarvoor zijn verschillende redenen:

  • het lagere is gelijk aan het hogere. Onze binnenwereld heeft dezelfde structuur en processen als het universum. Dat wordt gesteld door veel spirituele tradities, waaronder de Hermetische (zie citaat hierboven). Bestudering van de kosmos verdiept het zelfinzicht, voorwaarde voor een vrij en verantwoordelijk bestaan.
  • bestudering van de kosmos brengt ons in contact met het mysterie, dat aan de wereld en ons leven ten grondslag ligt. Het verdiept ons spiritueel bewustzijn en helpt ons om aan ons leven zin te geven.
  • het bevredigt onze natuurlijke honger naar kennis en onze nieuwgierigheid. Bestudering van de kosmos is gewoon leuk.

Daarom ga ik voorlopig maar eens even voorbij aan alle hectiek om me heen, en doe ik in de komende weken voornamelijk verslag over mijn onderzoek in de wereld van het grote. Zoveel nieuws gebeurt er hier ten slotte niet.(Terzijde: ik ben verbaasd over de ophef over het nieuwe klimaatrapport. De essentie daarvan is al jaren bekend) Enkele zaken die aan de orde zullen komen: Waar komt dit universum vandaan, en waar gaat het naar toe? Wat is de aard van de processen in ons universum? Zijn er meer universa? Is er meer leven in het heelal dan alleen op onze aarde? Wat bestaat er buiten het heelal? Wat is het verschil tussen oneindig en eeuwig? Welke consequentie heeft de aard van het heelal voor de structuur van onze persoon? Wat is de relatie tussen wat we weten van het heelal en de vigerende godsdiensten? Hoe kunnen we in relatie met het universum het al dan niet overleven van de mensheid duiden? Enzovoort. Misschien komen er al doende nog veel meer vragen aan de orde, want mijn onderzoek is een werk in uitvoering, waaraan ik u uitnodig deel te nemen. Ja, er zullen antwoorden op vragen komen, maar elk antwoord is aan twijfel onderhevig en zal ook weer nieuwe vragen oproepen. Dit alles zou een uitermate pretentieus project zijn, ware het niet dat ik me ervan bewust ben dat de ultieme kennis over het heelal niet mogelijk is – en dat ik dus al weet dat ik niet verder zal komen dan een armzalig stamelen. Maar het blijft een boeiend en, naar ik hoop ook voor u, inspirerend avontuur.

Bronnen die ik in elk geval zal raadplegen zijn het werk van Teilhard de Chardin, in het bijzonder zijn boek Het verschijnsel mens, en The Urantia Book (1955). Meer informatie over dit boek kunt u vinden op https://en.wikipedia.org/wiki/The_Urantia_Book. U kunt zich desgewenst hierover van tevoren inlezen. Bedenk echter wel dat ik lang niet alles wat in The Urantia Book staat voor waar aanneem. Zo is het vaak strijdig met wat er in de hedendaagse wetenschap bekend is, en geeft het een discutabele presentatie van de bijbel en het leven van Jezus. Maar inspirerend vind ik het wel. Ik zie The Urantia Book meer als een spel van de geest.

Naar andere bronnen zal ik t.z.t. in de tekst refereren. Wordt vevolgd.

Dankbaarheid, mysterie, wijsheid

In mijn vorige blog schreef ik over de heilzame werking van dankbaarheid voor jezelf en de wereld, maar er rijzen wel wat vragen. Wie of wat ben je dankbaar en wie is het die dankbaar is. En wat is dankbaarheid eigenlijk?

Om met de laatste vraag te beginnen: dankbaarheid gaat met gevoelens gepaard maar is zelf geen gevoel. Wat is het dan wel? Een reactie, een houding, een geestesgesteldheid? Het is een karaktertrek die verwant is aan andere karaktertrekken, zoals barmhartigheid en verantwoordelijkheid, die bij ons allemaal in potentie aanwezig zijn en die we al dan niet kunnen ontwikkelen. Samen geven ze het tamelijk abstracte begrip ‘ziel’ meer inhoud. Misschien is het niet van belang dit alles te weten, maar het is wel leuk er eens over na te denken. Dat leidt bijna vanzelf tot de vraag: wie is het die dankbaar is? Dan komen we tot het inzicht dat dankbaarheid onze hele persoonlijkheid omvat. En tot de klassieke vraag, waarmee elke spirituele zoektocht begint: wie is die persoonlijkheid; wie ben ik? Maar op dat raadsel ga ik in dit blog niet verder in.

Daarentegen stel ik de andere vraag: – wie of wat ben je dankbaar? – nu wel aan de orde. Wie ben ik dankbaar voor al het goede in mijn leven, en voor alle uitdagingen die het leven me stelt en gesteld heeft? Mijn ouders? Gaia? God (maar ik geloof niet zo aan een persoonlijke God als ‘first source and center’ *). Het leven zelf dan? Ik voel wel wat voor al die mogelijkheden tegelijkertijd, maar erg duidelijk is het me niet. Wat ik wel weet is, dat ik me tegenwoordig geborgen en gedragen voel ( vroeger, in de eerste helft van mijn leven, was dat minder). Maar misschien is dat niet door één instantie, maar door een collectiviteit, die ik lokaliseer ergens in de onzichtbare, subtiele werelden. Het woord ‘lokaliseer’ is eigenlijk niet goed gekozen, want ik heb geen idee waar die collectiviteit zich bevindt.

Eigenlijk loopt ook deze vraag – wie ik dankbaar ben – dus op een niet opgelost raadsel uit. Als ik dat wat minder banaal wil zeggen: op het mysterie dat aan dit bestaan ten grondslag ligt. Ik denk dat het goed is als we ons van tijd tot tijd van dit mysterie bewust zijn, in verwondering en ontzag, en beseffen dat niet alles logisch, wetenschappelijk te verklaren is. Dat zeg ik als wetenschapper, die wetenschapsmethodologie als specialiteit had, en groot vertrouwen had en heeft in de wetenschap. Maar ons beperken tot de empirische wetenschap als bron van kennis leidt zeker niet tot wijsheid. Sterker nog, dat staat de ontwikkeling van wijsheid in de weg, terwijl wijsheid, zoals ik in mei betoogde, juist is wat we elk voor onszelf, en als collectiviteit meer dan wat dan ook in de wereld nodig hebben.

Het heelal

*) Een term uit The Urantia Book, 1955. Een kosmologie, ook in vertaling verkrijgbaar. Misschien kom ik hier later nog eens over te schrijven.

Dankbaarheid

Dankbaar moet je zijn (Robert Long)

Over dankbaarheid is ontzettend veel geschreven. Wat zou ik daar nu aan kunnen toevoegen? Ik heb wel eens vaker gezegd dat ik in al mijn publicaties nooit iets heb gezegd dat niet al veel eerder was gezegd, en vaak aanzienlijk beter – soms ook door mezelf, maar dat ben ik dan vergeten. Mijn creativiteit ligt dan ook niet in iets nieuws bedenken, maar in het op een nieuwe manier bij elkaar brengen van bestaande stukjes, en die zodoende toegankelijk maken. Zoals de losse stukjes van een kaleidoscoop ook steeds een nieuw patroon aannemen bij het draaien van de kaleidoscoop. Dus vooruit dan maar; toch nog iets over dankbaarheid.

Ik weet niet meer sinds wanneer ik bewust een dankbare grondhouding heb, maar het is in elk geval al heel lang. Er is zoveel in het leven waar ik dankbaar voor ben – uiteindelijk komt dat neer op dankbaarheid voor het leven zelf. Ik heb in mijn leven ook wel nare dingen meegemaakt, maar uiteindelijk kan ik van al die zaken de waarde wel inzien, en ben dan ook daarvoor dankbaar. Vele godsdienstige tradities – met name Jodendom, Christendom en Islam – nodigen je uit om dankbaar te zijn voor alles wat je in het leven meemaakt. Maar daar heb ik toch wel moeite mee. Dankbaarheid dreigt zodoende een verplichting te worden, in plaats van iets dat spontaan opwelt, als we er maar aandacht voor hebben. Luister in dit verband eens naar het briljante liedje van Robert Long, (YouTube; zie citaat hierboven).

Je kunt zeggen dat alle vreselijke dingen die in de wereld gebeuren ook deel uitmaken van mijn leven: ik word er mee geconfronteerd via de media en word daardoor geraakt. Voor veel van die zaken kan ik echter niet dankbaar zijn: domheid, onverschilligheid, wreedheid, geweld. En ook niet voor de vreselijke (hongers)nood en ellende waarin vele van onze medewereldburgers verkeren. Ik kan wel zien dat die zaken ook positieve effecten hebben; al was het maar dat ze ook edelmoedigheid en mededogen ten aanzien van de slachtoffers oproepen en ons de schoonheid en goedheid die er in het leven ook is extra doen waarderen, en ons doen beseffen hoe bevoorrecht we zijn. We leven nu eenmaal in een wereld van tegenstellingen, misschien is het kwade en het lelijke nodig als balans voor het goede en schone. Maar voorshands is dit een gedachteconstructie die bij mij niet leidt tot spontaan opwellende dankbaarheid. En dat is jammer, omdat dankbaarheid ook een dempende werking heeft op ergernis, boosheid, woede of geweld en daardoor kan bijdragen tot een harmonieuze wereld.

Een denkertje tot slot: is het niet vreemd dat we als iemand ons bedankt vaak reageren met: ‘Geen dank!’ (‘Don’t mention it’)? Dank ontvangen is ook nog wel een dingetje. Daarom: ‘graag gedaan’ (You’re welcome) lijken me betere antwoorden.

Openheid van geest

Zo ben ik dan aan het einde gekomen van mijn zoektocht naar wijsheid, die begon met de constatering dat het in onze wereld aan wijsheid ontbreekt, en dat dit een belangrijke oorzaak is van de narigheid in deze wereld. Om de manifestatie van het archetype van de wijze in onszelf te bevorderen lijkt openheid van geest de belangrijkste voorwaarde; met name open staan voor de bewustzijnstransformatie die in deze wereld gaande is, waarover ik heb geschreven in mijn blogs van van 29 april tot 20 mei.

Mensen met een gesloten denksysteem zullen niet gevoelig zijn voor deze boodschap. Zij komen in vele varianten voor: gelovers in een neo-liberale economie, complotdenkers, fundamentalisten, dogmatici van allerlei soort, materialisten, idealisten, populisten, sekteleiders en hun volgers; waarschijnlijk nog veel meer. Zij die uitgesproken denkbeelden hebben over een betere wereld moeten ook oppassen niet in de valkuil van het totale denken te vallen.

Een bijzondere categorie van mensen met een gesloten denksysteem zijn mensen die we kwaadaardig noemen: misdadigers, verkrachters, mensen die (met wellust) martelen en folteren, mensen die (ritueel) kindermisbruik organiseren of daar aan deelnemen *), kwaadwillende dictatoren, enz. Ik vind het als regel moeilijk deze mensen te begrijpen; ik kan me moeilijk inleven in hun motieven, laat staan me met hen identificeren, en als zodanig staan ze mijn eenheidsbewustzijn in de weg. Het doet me denken aan de volgende persoonlijke ervaring.

Toen ik kanker had deed ik een visualisatie waarbij mijn witte bloedcellen de strijd aangingen met mijn (kwaadaardige) kankercellen en daarbij als overwinnaars uit de bus kwamen. Hoewel ik volledig van mijn kanker ben genezen, vind ik dit achteraf bezien toch een dubieuze methode, want door de strijd aan te gaan geef je beide partijen energie. Overgave (aan wie of wat? ) of strijd – dat is de kwestie. De volgende metafoor kan ons bij dit dilemma behulpzaam zijn. Het kan zinvol zijn ons te identificeren met Gaia, en de mensen op aarde te beschouwen als onze kinderen of cellen. Alle mensen. Dan kunnen we beseffen dat sommigen van onze eigen kinderen (of cellen) ons pijn doen en schaden (zoals kankercellen ons lichaam schaden), maar het zijn wel onze kinderen. Door ons dit te realiseren kunnen we de verbinding met deze kinderen herstellen, zonder te vervallen in strijd, in de wetenschap dat we deze kwaadaardige processen wel zullen overleven. Maar we hoeven hun denken en gedrag niet met de mantel der liefde te bedekken. Voor zover ze kwaadaardig zijn laten ze zien dat het kwaad echt bestaat. Waar dat vandaan komt is een andere vraag.**)

Samenvattend: ik denk dat mensen met gesloten denksystemen moeilijk door andersdenkenden zijn te bereiken. Maar dat betekent niet dat we niet zelf naar openheid en ontvankelijkheid kunnen streven. En met deze opwekkende gedachte besluit ik mijn miniserie over het archetype van ‘de wijze’.

*) Er zijn veel complottheorieën gaande over ritueel kindermisbruik, zoals dat het massaal voorkomt in netwerken van de hoogste kringen in onze samenleving. Ik geloof dat dit sterk overdreven is, maar dàt het voorkomt leidt m.i. weinig twijfel, zie: Sanne Terlingen van Argos op https://www.youtube.com/watch?v=vwgTuxdBvFg

Dwaasheid

Als iemand onder u denkt dat hij wijs is in deze wereld, laat hij dwaas worden, opdat hij wijs zal worden. (1 Kor. 3:18)

In mijn vorige blogs heb ik beschreven hoe we wijsheid kunnen bevorderen in onszelf en in de wereld. Vandaag ga ik in op wat het ontdekken en manifesteren van het archetype van ‘de wijze’ in ons in de weg staat. Ik zie de volgende belemmeringen:

  • heftige gevoelens die het bewustzijn domineren (verliefdheid, euforie, dweepzucht, verontwaardiging, woede, weerzin, angst)
  • stellige meningen, vooroordelen
  • morele oordelen, met name als ze uitmonden in gevoelens van superioriteit (ik ben beter dan hij/zij)
  • kennis, met name dogma’s, en het idee de waarheid in pacht te hebben
  • eigendunk, ijdelheid
  • gehecht zijn aan materie, maar ook gehechtheid aan comfort, gewoontes, en zelfs gehechtheid aan geliefde anderen
  • openlijk of onbewust gericht zijn op eigenbelang ten koste van anderen (macht, positie, gelijk krijgen, status)
  • irritatie
  • enzovoort. U kunt zelf de lijst nog wel aanvullen.

Niets menselijks is ons vreemd. Ikzelf herken me in bijna elk van de bovengenoemde belemmeringen, die veroorzaken dat ik maar zelden als wijze spreek of handel. Ik ben te vaak geïrriteerd over problemen met websites of mijn computer of over apparaten die niet werken. Ook ben ik vaak verontwaardigd over wat onze leiders of mijn medeburgers doen of nalaten. Ik vind hun gedrag nogal eens harteloos, laf of rondweg dom. Vaak leidt dat tot woede, oordeel of cynisme. Als ik dat te vaak uit, of erger, onderdruk, leidt dat tot een negatieve uitstraling in mijn omgeving. Anderzijds wil ik mijn verontwaardiging ook niet echt kwijt. Het is, weliswaar verwrongen, toch ook een uiting van mijn betrokkenheid. Maar tot wijsheid leidt het niet.

Nodig is enige distantie en een meer stoïcijnse houding: aanvaarden van het onaanvaardbare. Dan geef ik zowel mijn liefde als mijn intuïtie meer kans. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. En of ik daarmee een bijdrage lever tot wijsheid in de wereld? In deze verwarring eindig ik dit blog.

© Rider Waite Tarotkaarten