Het mysterie van leiderschap – II

Wat is een goede leider?

In de eerste plaats dient een goede leider een effectief leider te zijn. Dat wil zeggen: hij moet mensen inspireren om samen met hem wat tot stand te brengen, iets in beweging te zetten, een spoor na te laten in de wereld. Daarbij moet hij in eigen kring niet zoveel weerstand oproepen, dat hij een tegenbeweging op gang brengt die wat hij heeft bereikt weer te niet doet. Of wat hij tot stand brengt ook iets goeds is, daarover kun je van mening verschillen, want dat is een kwestie van persoonlijke voorkeur. Daarom definieer ik goed leiderschap voorshands als effectief leiderschap.

Over welke eigenschappen dient een effectief leider te beschikken? Ik zie de volgende als essentieel:

  • Hij moet een duidelijk doel voor ogen hebben, als een uitwerking van zijn ‘hogere’ levensdoel, zijn missie als u wilt. Bij het formuleren daarvan kan hij zich laten beïnvloeden door de ideeën van anderen, maar uiteindelijk moet het zijn persoonlijke doelstelling worden, gebaseerd op zijn diepste overtuigingen. Effectief leiderschap is dus persoonlijk leiderschap.
  • Toewijding. Aan dit doel moet hij zich onvoorwaardelijk committeren. Dat houdt in dat hij zijn leiderschapsactiviteiten belangrijker acht dan wat dan ook – misschien met uitzondering van zijn gezinsleven.
  • Moed. Hij moet de durf hebben een eigen koers te varen, onafhankelijk van wat de omgeving van hem denkt. Hij moet bereid zijn daarvoor persoonlijk risico te nemen. Op grond van deze en de vorige eigenschappen verwerft hij gezag.
  • Veerkracht. Hij moet tegenslag kunnen verwerken en daarna onverdroten willen en kunnen doorgaan.
  • Overzicht. Hij moet het hele veld waarin hij werkzaam is kunnen overzien, en ook nog oog hebben van wat daarbuiten speelt. Dit vraagt dat hij zich goed informeert over wat er in de wereld gaande is.
  • En als laatste, niet de minste eigenschap: hij moet beschikken over contactuele vaardigheden. Als hij goed om kan gaan met de mensen met wie hij samenwerkt is dat goed, maar de contactuele vaardigheden moeten zich met name openbaren in het publieke domein.

Een interessante vraag is of het vermogen tot zelfreflectie een eigenschap is die een effectieve leider moet bezitten. Ik zou zeggen: tot op zekere hoogte. Hij moet zeker genoeg distantie kunnen nemen om zijn eigen gedrag objectief te kunnen waarnemen, maar of hij zichzelf echt tot in zijn eigen diepte moet kennen vraag ik me af.

In het volgende blog wil ik enkele leiders met elkaar vergelijken en kijken wie van hen aan deze minimale voorwaarden voldoet. Tenslotte zal ik de vraag aan de orde stellen waar het allemaal om begonnen is: hebben wij leiderschap nodig of moeten we juist leren het zonder te doen?

MzC

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *