Wij houden liever pap en nat.

In mijn boek ‘Voor niets gaat de zon op’ heb ik een aantal vrij fundamentele voorstellen gedaan aangaande het verbeteren van onze bestuursstructuur. Helaas heb ik daarbij wat over het hoofd gezien.

Het is duidelijk dat onze democratie niet goed functioneert. In de meeste democratieën gaat enorm veel tijd en energie verloren met het geharrewar tussen politici met als doel de eigen macht te vergroten en de verkiezingsresultaten van de volgende verkiezing ten eigen bate te beïnvloeden. Intussen worden de eigenlijke problemen niet aan de orde gesteld en worden er geen wezenlijke oplossingen aangedragen op economisch en ecologisch gebied. Tegelijkertijd wordt de burger verveeld door deze politieke spelletjes,  neemt het vertrouwen van het publiek in de politiek af en daalt de participatiegraad van de burger bij de verkiezingen tot een zorgelijk laag niveau.

Op school hebben we geleerd dat onze democratie ontwikkeld is op basis van het voorbeeld in het oude Griekenland, met name Athene. Maar daar zat de democratie heel anders in elkaar dan bij ons. Naast verkiezingen speelde loting een belangrijke rol bij het benoemen van bestuurders. In de Noord-Italiaanse steden, met name Florence en Venetië speelde dit systeem eveneens een rol. Ook de theoretische grondleggers van onze hedendaagse democratie, Montesqieu, Diderot en Rousseau pleitten voor loting als een systeem naast verkiezingen om te komen tot een rechtvaardige verdeling van functies. Merkwaardigerwijze is hun argumentatie niet in praktijk gebracht bij  de revoluties van 1776 (VS) en 1789, en bij de grondwetsherzieningen in vele landen in de 19e eeuw (waarbij België in 1931 voorop liep) evenmin. De reden hiervoor moet worden gezocht in het feit dat de heersende en opkomende elites door (census) verkiezingen hun macht in de nieuwe democratieën konden behouden (middels de selectieprocedure van de kandidaten), terwijl dat bij een lotingsstelsel veel minder het geval zou zijn geweest.

David van Reybrouck, aan wiens boek ‘Tegen Verkiezingen’ ik het bovenstaande ontleen, pleit voor het invoeren van een lotingsstelsel binnen onze huidige bestuursstructuur. Voorshands niet ter vervanging – daar zijn we nog niet helemaal aan toe – maar als aanvulling op het systeem van verkiezingen. Hij doet dat op grond van tal van argumenten, die hijzelf ten dele ontleent aan baanbrekende auteurs op dit gebied, onder wie de Amerikaan James Fishkin. Ik zal die argumenten hier niet alle herhalen – lees zijn zeer lezenswaardige boekje! – maar het komt er op neer dat een lotingsstelsel de betrokkenheid van de burger bij de politiek vergroot, en de afstand tussen burger en politici verkleint.

Zelf ben ik na lezing van zijn boek er voorstander van dat onze 1e Kamer door loting zou worden samengesteld, al dan niet door een zekere voorselectie (waarvoor nog weer verschillende criteria denkbaar zijn). Dat zou ons in de afgelopen tijd een hoop gedonder hebben bespaard, omdat het kabinet in plaats van partijpolitieke steun de steun had moeten zoeken van indiviudele kamerleden – die natuurlijk afhankelijk zou zijn geweest van de kwaliteit van de voorstellen (en niet van partijpolitieke overwegingen).

Dit is nogal een radicaal voorstel, en het zal voorshands dus niet worden ingevoerd. Wij houden liever pap en nat.

En overigens ben ik van menig dat de lezing van Ibrahim Issa op 18 november een niet te missen gebeurtenis is. Zie: Licht in de duisternis op deze site. En zegt het voort! Daar doe je me een groot plezier mee!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *