Heldhaftig, vastberaden, barmhartig?

Information about the emergency situation of the Hope Flowers School in Bethlehem: see my last blog, january 10. 

Onze overheid saboteert doelbewust die maatregelen die een wezenijk effect sorteren op het gebied van klimaat, immigratie, maatschappelijke tegenstellingen, sociale ongelijkheid en de vermenging van boven- en onderwereld. Dat komt omdat er één doelstelling centraal staat, waar alle andere doelstellingen voor moeten wijken: economische groei, en daaruit afgeleid: bevoordeling van het bedrijfsleven. Dat bedrijfsleven, althans het grootbedrijf, draagt evenmin bij tot de oplossingen van de genoemde problemen.

Twee voorbeelden om deze stelling te ondersteunen. Waarom voeren we niet een fatsoenlijke CO2 heffing in, zoals het Verenigd Koninkrijk, Finland, Frankrijk, Ierland en Zwitserland, maar wachten we tot de EU met Sint Juttemis een vaag compromis sluit? En waarom propageren we elektrische auto’s (voor de meer welgestelden) terwijl we niet echt een oplossing hebben voor hoe we alle electriciteit duurzaam moeten opwekken om al die auto’s te laten rijden? Laat staan dat we een oplossing hebben voor de schadelijke sociale en milieueffecten die het gevolg zijn van de productie van deze auto’s (als u de gruwelijke details wil weten; zie mijn tijdlijn op Facebook: https://www.facebook.com/erik.vanpraag

Ik ga deze bovenstaande drastische stelling hier niet verder onderbouwen. Iedereen kan zich hierover een mening vormen op grond van alle berichten die in de media zijn te vinden. Wat ik echter wil onderstrepen is dat ook de politieke partijen, misschien met uitzondering van de Partij voor de Dieren, het laten afweten. Geen van hen durft het fundamentele vraagstuk aan de orde te stellen: hoe kunnen we een humane wereld scheppen met tegelijkertijd economische krimp? Een geweldige uitdaging, die moed en creativiteit vereist. En uiteindelijk slaat dat natuurlijk terug op ons burgers: wij creëren onze regering en onze politieke partijen.

Vastberaden? Jazeker, maar wel de verkeerde kant op. Heldhaftig: hier en daar zien we helden, maar dat is zeker geen mainstream (al komen er meer. . . ). Barmhartig, daarin schieten we als collectief volledig te kort. Hetgeen ons natuurlijk niet hoeft te verhinderen op individueel niveau barmhartigheid te beoefenen.

De ster van Bethlehem.

(For English speaking readers: Translation is possible with Google Translate)

Zoals de meesten van jullie weten ben ik sinds 1992 betrokken bij het wel en wee van de Hope Flowers School (HFS) voor vredesonderwijs in Bethlehem. Het voortbestaan van die school is nu in gevaar, en dat vind ik vreselijk. Vandaar dit blog. Als jullie dit ook ter harte gaat vraag ik jullie dit blog tot het eind door te lezen, ook als is het wat lang uitgevallen.

Die school is me zeer dierbaar geworden. Zij heeft, tegen de verdrukking in, altijd het ideaal van vreedzaam samenleven van Palestijnen en Israëliërs hoog gehouden, ondanks tegenwerking van zowel de Israëlische als de Palestijnse autoriteiten. Het is ongelooflijk wat ze daarbij hebben bereikt. Enkele feiten:

  • De school is begonnen in 1984 als crèche, en nu uitgegroeid tot een school met 350 leerlingen, die behoort tot een van de beste scholen op de Westoever. Daarbij onderwijzen ze naast de reguliere vakken ook vaardigheden op het gebied van ‘compassionate listening’ en vredesopbouw. Oud-leerlingen rapporteren dat ze in hun levenspraktijk inderdaad afzien van geweld, hoe ernstig de conflicten in hun omgeving ook zijn.
  • Ze doen aan ‘community development’ middels een community center dat taallessen en computercursussen organiseert, en gespreksgroepen voor ouder-ondersteuning. En natuurlijk de vredesfilosofie propageert.
  • Ze zijn toonaangevend geworden in de hele Westoever, en zelfs daarbuiten, op het gebied van professionele ’trauma-healing’ en onderwijs voor autistische en lichamelijk en geestelijk gehandicapte kinderen (ze hebben daarvoor ook de fysieke mogelijkheden gebouwd). Voorheen was er niets van die aard op de Westoever aanwezig, terwijl er een schreeuwende behoefte is.
  • Omdat Israëlische kolonisten een onevenredig beslag leggen op het beschikbare water op de Westoever, heeft de school nu een eigen waterzuiveringsinstallatie aangelegd, waar ook de buurt van kan profiteren.
  • In de loop van de jaren heeft de school samengewerkt met musici die muziek inzetten voor trauma-verwerking en vrede. Thans loopt een project met Lucas Dols van Sounds of Change.
  • De school werkt ook samen met scholen in Israel. Vroeger ging dat met uitwisseling van leraren en leerlingen, maar dat is de laatste jaren door de Israëlische regering verboden – helaas. Over blijft contact via internet.

Dit blog biedt onvoldoende ruimte om dieper in te gaan op al deze en andere projecten. Wie meer wil weten verwijs ik naar: https://www.vriendenvanhopeflowers.nl De website van de school zelf is helaas juist op dit moment wegens revisie even uit de lucht.

Dit alles was niet mogelijk geweest zonder steun uit het buitenland. De ouders van de leerlingen zitten merendeels in vluchtelingenkampen, en de economie van de Westoever is onder invloed van de bezetting grotendeels ingestort. Zij kunnen het schoolgeld onmogelijk opbrengen. Zij kunnen zelfs het hoofd nauwelijks boven water houden – reden waarom de school ook maaltijden aan de kinderen verstrekt.

Het budget van de school beslaat, los van de specifieke projecten, maar incl. speciaal onderwijs, en na aftrek van de ouderbijdragen, ongeveer € 270.000 per jaar. Dat is inclusief de remedial teaching programma’s (autisme, etc.). Daarvan wordt ongeveer € 85.000 opgebracht door particulieren in de VS, Engeland, Zwitserland en Nederland. € 50.000 wordt opgebracht door de Europese Unie. Het restant, € 135.000 werd de afgelopen jaren opgebracht door USAID, de Amerikaanse overheid. Onder invloed van de nieuwe wind die in de VS waait is dat laatste bedrag met onmiddellijke ingang ingetrokken. Er is is dus een tekort op jaarbasis van € 135.000. Als daar geen oplossing voor wordt gevonden betekent het dat de helft van de leraren en ‘remedial teachers’ zou moeten worden ontslagen, waarschijnlijk meer, want het geld van de particulieren komt pas in de loop van het jaar binnen. Ik wil er maar niet bij stilstaan wat dit voor de betrokken kinderen en ouders betekent.

Ik heb jaren gewerkt aan de fondsen werving voor de HFS. Die taak is sinds vier jaar overgenomen door de Stichting (zie hierboven). Maar die kan ook niet zomaar dit gat vullen. Daarbij speelt een rol dat alle stichtingen en fondsen, die bijdragen aan goede doelen, dit alleen maar doen op project-basis. Datzelfde geldt voor crowd funding (wat we al een aantal keren met succes voor de HFS gedaan hebben). Maar als het zo doorgaat is er straks geen ‘going concern’ meer, waarbij de projecten kunnen aanhaken.

Ik lig hier echt van wakker. Als de HFS ten onder zou gaan dan dooft een van de weinige lichten die er nog op de Westoever is overgebleven. Wat ik zelf zal doen is dit bericht verspreiden, zo goed als ik kan: via Facebook, LinkedIn en email. Ook van jullie vraag ik dat. Met bescheiden bijdragen, hoe welkom ook, wordt dit niet opgelost. Ik hoop op een wonder – wie weet is er ergens in de wereld een fonds of zeer welgestelde particulier die hier op wil inspringen. Wonderen schijnen te bestaan – en ik heb dit zelf ook al wel ervaren. Intussen vraag ik jullie dit bericht te verspreiden, eventueel via het delen van mijn Facebook of LinkedIn bijdragen. Spread the Word.

2019, het begin van de Great Turning?

In mijn vorige blog beschreef ik hoe we kunnen bevorderen dat de Great Turning (de bewustzijnstransformatie) daadwerkelijk gaat plaats vinden. Hier nog enkele tips:

  1. De werkelijkheid onder ogen blijven zien. Maak het niet erger dan het is (er is veel moois in de wereld en er gebeuren prachtige dingen), maar ook niet mooier. Dit is voor de lezers van mijn blogs en boeken natuurlijk niets nieuws.
  2. Handel volgens je werkelijke leeftijd. Ik citeer opnieuw Joanna Macy: dat is de leeftijd van de atomen in elk molecuul van je lichaam. Je echte leeftijd echoot 4 miljard jaar terug. Zo oud ben je – het leven in deze laatste miljarden jaren heeft je gevormd, dus als je handelt en spreekt voor wat er moet gebeuren – de wetten en ruimte en patronen en structuren die nodig zijn voor een regenererende samenleving – onthoud dan dat je spreek met het gezag van jouw 
  3. 4 miljard jaar.
  4. En dit is ook oud nieuws: handel volgens wat je hart en hand te doen vinden, ongeacht het resultaat. Geef daarbij voorrang aan wat je in en met de natuur waarvan je deel uit maakt kunt doen: het met aandacht verzorgen van je dieren, planten en, als je die hebt, je tuin. Ook zorg voor je huis, en je fysieke omgeving in het algemeen is belangrijk. En uiteraard zorg voor je eigen lijf. Je denkt misschien dat dit allemaal niet zo belangrijk is voor je bijdrage aan de Great Turning, maar het vormt er juist het fundament van.

Pas als deze dingen in orde zijn heb je de basis gelegd voor zowel een effectieve spirituele praxis als voor efficiënte maatschappelijk actie. Nog één tip: je kunt de Great Turning niet alleen bewerkstelligen. Dus: maak verbinding en communiceer met mensen van goede wil, zowel diegenen die net zo denken als jij, maar ook met hen die minder bewust leven.

Ik had je al een gezegend nieuwjaar toegewenst, ik voeg daar nu mijn wens voor een vruchtbaar 2019 aan toe.

Verdriet als de weg naar liefde.

Twee weken geleden beschreef ik de drie maatschappelijke scenario’s die in alle industriële samenlevingen van deze tijd tegelijkertijd naast elkaar bestaan, en ook in ieder van ons leven. Een onderdeel van het derde scenario, The Great Turning, is een verschuiving in ons bewustzijn. Een van de manieren om die verschuiving te bevorderen is om, in de woorden van Joanna Macy, vrienden te worden met ons verdriet. Ik citeer haar (vertaald): We hebben enorme verliezen geleden: plaatsen waar we van hebben gehouden en verloren; dromen die we hebben gekoesterd en opgegeven, rollen die we hebben gespeeld en waar we geen plaats meer voor kunnen vinden, vaardigheden die we niet langer kunnen gebruiken, geliefde landschappen geplunderd. Centraal in het werk dat ons verbindt met de wereld staat de kans om het verdriet daarover te eren, inclusief de angst en de verontwaardiging – onze pijn voor de wereld. Door het tegen elkaar te zeggen, het op de een of andere manier tot uitdrukking te brengen, wordt de verlammende gevoelloosheid die inherent is aan het normaliseren van de Industrial Growth Society tegengegaan. . . . Verdriet is de andere kant van liefde. Als we ons verdriet niet volledig voelen, zijn we niet in staat om de volle maat van onze liefde te ervaren. En ons door de liefde te laten leiden, zou ik daaraan willen toevoegen.

Tot zo ver Joanna Macy. Verdriet als de weg naar liefde. Dat is wat ik mijn eigen leven heb ervaren. Ik vind dat een mooie gedachte bij de komende jaarwisseling. Het afgelopen jaar was in een aantal opzichten heel teleurstellend: geen majeure stappen op klimaatgebied, de Brexit, de verdere afbraak van samenwerking in de wereld door president Trump, enfin, u weet het zelf wel. Dat alles doet pijn. Maar laten we die pijn niet wegdrukken, dan kunnen het nieuwe jaar ingaan met onze versterkte liefde. Dat wens ik mezelf en alle lezers toe.

Er waren trouwens ook enkele opmerkelijk lichtpunten – misschien is het u ontgaan.  In Hongarije heeft de leider van extreem rechts, Márton Gyöngyösy, eerdere antiracistische en antisemitische uitspraken herroepen, neemt ook een gematigder standpunt tegenover de Islam, en vindt bovendien dat echte vluchtelingen in Hongarije moeten worden toegelaten. Daarmee heeft hij samenwerking met de linkse oppositie tegenover premier Orbán mogelijk gemaakt. En hier in Nederland: het Urgenda-vonnis is in hoger beroep bekrachtigd en de klimaatwet is aangenomen. Amsterdam heeft nu een vrouwelijke burgemeester die komt uit een groene traditie. Het inzicht dat het zo niet verder kan met de wereld, zowel in sociaal als in economisch en ecologisch opzicht, begint veld te winnen. Nog niet in onze regering en in het bedrijfsleven, maar vroeg of (te) laat zullen die voor deze opkomende bewustzijnsgolf moeten buigen.

Dus wie weet zal 2019 enkele opmerkelijke veranderingen laten zien. Hoe dit zij, ik wens u persoonlijk een gezegend nieuwjaar, met veel vreugde, verdriet en liefde.

Natuurlijk niet. Hopelijk wel.

Iemand vroeg aan Niek Schuman (emeritus hoogleraar theologie): “Komt het goed met deze wereld?”. Zijn antwoord: “Natuurlijk niet! Hopelijk wel.” De Dominicuskerk in Amsterdam nam dit antwoord als thema voor de advent tijd.

Kerstmis is voor veel niet Christenen nog altijd het feest van de terugkeer van het licht. Maar voor mij is het meer het feest van de hoop. Ik zie het kerstverhaal als een metafoor voor de mogelijkheid, niet de zekerheid, dat het goed zal komen met de wereld. Het licht schijnt in de duisternis, en hoe ver weg het licht in het donker ook lijkt, het kan door de duisternis nooit overwonnen worden. Met het versieren van de straten, pleinen en kerstbomen met lichtjes, en het aansteken van kaarsen brengen we ons die bemoedigende gedachte weer in herinnering.

Maar al is het door het licht dat ver weg schijnt in de duisternis nooit pikkedonker, intussen zitten we toch maar mooi in de donkere nacht. Die nacht staat dan wat mij betreft voor de nood waarin we als mensheid, en samen met ons de dieren en planten, verkeren.  Ons dat te realiseren is voor mij eveneens een boodschap van kerstmis. De nacht is donker, maar ook stil.

Als ik me bij het kerstverhaal de kerstnacht buiten voorstel, met name daar waar de herders in het veld lagen, dan stel ik me voor dat het stil is. Het is immers vrede op aarde, en zelfs de dieren hebben voor één nacht vrede gesloten. De roofdieren belagen hun prooidieren niet, en er wordt geen geluid gehoord. Zo heb ik eens een kerstnacht doorgebracht in de duinen op Schiermonnikoog, waar het inderdaad doodstil was. En in mijn meditatie stelde ik me voor dat diezelfde stilte overal ter wereld heerste, ook al wist ik natuurlijk wel dat dit niet zo was. Inderdaad: Vrede op aarde. 

Zo is Kerstmis voor mij ook het feest van de stilte, waarin de hoop en de vrede geboren kunnen worden. Zo komen dan verdriet om wat is, en vreugde om wat ook is en kan zijn, bij elkaar. En dan heffen we het glas, en dan delen we het brood, in dankbaarheid om wat de aarde ons nog steeds geeft. Vrolijk Kerstfeest!

De verhalen van deze tijd.

Soms zegt een leraar iets dat je eigenlijk al wel weet, maar zet het zo mooi op een rijtje dat het toch overkomt als een nieuw inzicht.  Dit overkwam me dezer dagen in een sessie met Joanna Macy (de bedenker van de Council of Alle Beings) vanuit Findhorn. Zij stelde dat in onze samenleving drie verhalen de boventoon voeren. Verhalen die werken als een lens waardoor we de realiteit zien en beoordelen. Die drie verhalen zijn:

  1. Business as Usual
  2. Het grote uiteenvallen (the Great Unraveling)
  3. De grote omkeer (the Great Turning)

Het eerste verhaal spreek voor zichzelf. Het tweede verhaal  beschrijft de vernietiging van de wereld zoals wij die kennen, door de ineenstorting van ecosystemen, klimaatrampen, atoombommen, enfin, u kent het wel. Het derde verhaal is het scenario van de hoop, soms tegen beter weten in. Het schetst een wereld waarin we de problemen van het tweede verhaal overwinnen, en we een sprong maken naar een hoger niveau van bewustzijn, hetgeen resulteert in een meer harmonieuze wereld.

Deze denkscenarios bestaan tegelijkertijd in vrijwel elke samenleving op deze planeet. Wat Joanna wel zijdelings noemt maar niet benadrukt, is dat deze scenarios ook stevig zijn verankerd in elk van ons persoonlijk, ook al verdringen we sommige van die scenario’s. In mijn eigen leven bijvoorbeeld wordt een groot deel van mijn denken en leven nog steeds in beslag genomen door ‘business as usual’, hoewel ik me van die andere scenario’s best bewust ben. 

Het punt dat ik in dit blog wil maken is dat we er goed aan doen ons bewust te zijn en blijven van de rol die elk van deze scenario’s speelt in ons denken en handelen. Zouden we ons beperken tot ‘business as usual’, zoals veel voorkomt in de politiek en het bedrijfsleven (al wordt soms lippendienst bewezen aan een van de andere scenario’s *), dan verandert er niets en koersen we zeker af op een of meer rampen. Als we onevenredig veel nadruk geven aan scenario 2, dan verliezen we de moed, en worden we apathisch, angstig of machteloos woedend. Aandacht geven aan scenario drie is het lastigst, omdat er nog maar weinig in deze tijd is wat daarop wijst. Maar wat in elk geval niet helpt, is de beide andere verhalen ontkennen, want dan belanden we in een soort ongegronde ‘airy-fairy’ wereld.

In de komende blogs zal ik ingaan op wat we kunnen en moeten doen om scenario 3 meer werkelijkheidsgehalte te geven. Ten dele ben ik daar in de vorige blogs over geloof en hoop al op ingegaan, maar er valt nog meer over te zeggen. Wordt vervolgd. 

*) Voorbeelden hiervan: het idee dat economische groei nog mogelijk is, gecombineerd met een houtsnijdend klimaatbeleid, dat aangehangen wordt door alle politieke partijen met uitzondering van de Partij voor de Dieren. Of het idee dat we toe moeten naar allemaal een elektrische auto, en gasloze huishoudens en dat we dan alle benodigde elektriciteit tijdig duurzaam kunnen opwekken . Quod non. 


Vitaliteit

Geloof, hoop en liefde worden vaak in één adem genoemd, maar er is een essentieel verschil tussen hoop en geloof enerzijds en liefde anderzijds.Hoop en geloof zijn gedachteconstructies, en beïnvloeden in positieve zin je stemming en je gevoelens van welbevinden. Liefde is, zoals ik vorige week al zei, een uiting van de levenskracht zelf.

Deze levenskracht kan zich op vele manieren uiten. Fysieke levenskracht manifesteert zich als behoefte aan eten, drinken, sex, voortplanting, beweging, slaap, en bovenal als de drang tot ademhaling. Geestelijke levenskracht kan zich uiten als: verlangen (naar intimiteit of schoonheid), woede, levensvreugde, creativiteit, angst (met name voor de dood – allerlei andere angsten zijn daarvan als regel afgeleiden), moed, (diep) verdriet en liefde; alsook in allerlei combinaties daarvan.

Persoonlijk geloof ik niet in een doodsdrift als uiting van de levenskracht – zoals die door Freud werd gesteld. Al kan ik me in zekere omstandigheden en aan het eind van je leven een verlangen naar de dood wel voorstellen.

Als sommige uitingen van de levenskracht in jouw leven permanent ontbreken of uiterst zwak zijn, dan leef je niet in balans en tevredenheid. Je leeft dan niet ten volle en je leven heeft dan niet de rijkdom die het zou kunnen hebben. Waarschijnlijk vervul je dan ook niet je levensopdracht. Als het blijft bij het ontbreken van één enkele vorm valt het nog wel te compenseren. Anders leidt het tot gevoelens van ontevredenheid en tekort, en soms zelfs ziekte. Ik denk dat dit bij de lezers van dit blog weinig voorkomt, maar je kan het vaak wel zien in je omgeving. Je kan zulke mensen ondersteunen door hen middels vragen of een milde observatie hiervan bewust te maken. Soms als een antwoord op hun onlust of ontevredenheid. Voorbeeld: “Ik heb jou nog nooit eens kwaad gezien? Ben je echt nooit boos?” Uiteraard kan dit alleen maar als je met de betrokkenen een goede relatie hebt. In dat geval kan het zijn dat jouw vraag of observatie bij de ander iets in beweging brengt. En daarmee draag je zelf weer een steentje bij tot wat de wereld nodig heeft: de levenskracht van ons allemaal.

 

 

De hond of de kat.

     Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde. (1.Cor. 13.13)

Alle spirituele tradities sporen ons aan lief te hebben. Maar wat als we met deze liefde niet in contact denken te zijn? Je kunt liefde immers niet per besluit activeren?

Dat staat nog te bezien. Wat we ons niet realiseren is dat liefde vele gedaanten kan aannemen. Het zit openlijk of verkapt in allerlei gevoelens en handelingen. Ik noem: medeleven, compassie, vriendelijk zijn, ontroering, gehecht zijn, vrijen, rekening houden met anderen, verontwaardiging, (zelf)respect, genegenheid, tederheid, genieten, betrokkenheid, engagement, zorgzaamheid, dankbaarheid; ja soms zelf in agressie (‘Was sich liebt, das neckt zich’). En zo kan ik, of u, nog wel even doorgaan. Alle uitdrukkingsvormen van liefde zijn een expressie van de levenskracht zelf.

In het Engels wordt onderscheid gemaakt tussen loving en liking. In het Nederlands kan beide vertaald worden door houden van. En dat klopt voor mijn gevoel: zogenaamde ‘hogere’ of ‘diepere’ liefde is niet wezenlijk anders dan de liefde die doorschemert in de gewone dagelijks gang van zaken. Ik houd van appelmoes, en ook van mijn vrouw. Beide liefdes verwijzen naar het wonder van het ‘hogere’: de appelmoes naar het wonder van de zintuigen, mijn lichaam, de schepping, de giften van Gaia; de liefde voor mijn vrouw naar verbondenheid en eenheid. Daarmee is overigens tegelijkertijd gezegd dat de ervaring van beide vormen van liefde in beide situaties geheel verschillend is. Er is nog een verschil: de liefde voor appelmoes kan ik moeiteloos oproepen door lekkere appelmoes te maken en daarvan te proeven. Maar de liefde voor mijn vrouw komt veeleer spontaan, en soms komt ze niet, en kan ik haar ook niet met een wilsbesluit oproepen  (waar is ze dan?).

Ik ben ervan overtuigd dat de bron van liefde in ieder mens aanwezig is, zoals de levenskracht in ieder mens aanwezig is. Zelf iemand die eenzaam is en wrokkig, zoals Scroodge in de de Christmas Carol van Dickens, heeft die vlam als een onderhuidse veenbrand in zich smeulen.

Mocht u nu het gevoel hebben dat de liefde in uw leven onvoldoende aanwezig is dan heb ik twee tips voor u. In de eerste plaats: richt u op het geven van liefde, in plaats van het krijgen. En als u die liefde niet voelt, stop het dan in een handeling (geef een of twee euro aan een straatmuzikant bijvoorbeeld). U kunt altijd klein beginnen, en het dan langzaam uitbreiden. The love you take is equal to the love you make.

En de tweede tip ligt hierin. De koninklijke weg naar liefde is het opzoeken en ervaren van schoonheid. En schoonheid is werkelijk overal te vinden: in muziek, in kunst, in stedeschoon, in mensen, in de natuur, boeken, in de ogen van je kat, in een met vakmanschap gemaakt object, ja zelfs in zoiets gewoons als eten op je bord of een brandende kaars. Je kunt altijd besluiten voor schoonheid open te staan, en dan komt de liefde vanzelf. En liefde heeft altijd de neiging zich uit te breiden.

Maar kijk uit! Want zo de liefde je kroont, zij kruisigt je ook.(Khalil Gibran). Hoe dieper de liefde, hoe groter de kans op diepe vreugde, maar ook op pijn en verdriet. Dus als je dat niet wilt: dan doe je beter om van liefde’s dorsvloer weg te gaan (Gibran). Je loopt dan wel een ander risico: weerloos te zijn tegen de hardheid van het bestaan. Het schijnt zo te zijn, dat moeilijkheden en pijn onlosmakelijk verbonden zijn met het leven zelf. Wel kunnen we kiezen of we door de hond of door de kat worden gebeten: door een leven met liefde of een zonder. Aan u de keus.

Zonder hoop vaart niemand wel.

Geloof, hoop en liefde – zonder deze drie is het leven leeg en zinloos. Vorige keer heb ik het over geloof gehad, nu wil ik het hebben over hoop.

Hoop hebben we, net als geloof, nodig om de werkelijkheid zonder omwegen in de ogen te zien en te bijven kijken, zonder te vervallen tot moedeloosheid of erger. Zoals ik al eerder zei: er is veel schoonheid in de wereld (daarover meer in het volgende blog), maar de koers die wij als mensheid hebben ingezet, en die vooralsnog niet wezenlijk lijkt te worden gewijzigd, stemt niet hoopvol. De ondergang van ons totale Gaia ecosysteem is niet ondenkbaar. Dus hoe kunnen we hoop ontwikkelen tegen de klippen op?

In mijn vorige blog zei ik al dat we hoop kunnen ontlenen aan ons geloof in een bovennatuurlijke, grotendeels onzichtbare  wereld. We staan er niet alleen voor – we hebben subtiele maar krachtige bondgenoten die net als wij belang hebben bij het voorbestaan van de mensheid.

Een tweede bron van hoop is gelegen in onszelf. Havel zei het al in een aan hem toegeschreven uitspraak: ‘Hoop is een kwaliteit van de ziel en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt . . . Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, Niet alleen omdat het kans van slagen heeft. Hoop is niet hetzelfde als optimisme; evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen. Wel de zekerheid dat iets zinvol is onafgezien van de afloop, het resultaat.’ We kunnen dus onze hoop versterken door te doen wat ons hart en onze hand te doen vinden.

Een derde bron van hoop is te vinden in ons verstand. We weten dat we de toekomst niet kunnen kennen. We kunnen scenario’s maken die waarschijnlijke ontwikkelingen beschrijven, maar die kunnen nooit rekening houden met volstrekt onvoorziene gebeurtenissen. Die gebeurtenissen kunnen heel onwaarschijnlijk lijken, maar we kunnen nooit met zekerheid voorspellen dat ze niet plaats vinden. Ik noem als voorbeelden: een sprong in het bewustzijn van de overgrote meerderheid van de mensheid, een invasie van buitenaardse wezens (non-materieel, zodat ze niet aan de beperkingen van de tijd onderhevig  zijn), of in het algemeen: gebeurtenissen of ontwikkelingen die we ons niet kunnen voorstellen omdat ze in niets met onze ervaringen te vergelijken zijn. Zoals mijn vader zei: het is niet realistisch niet te hopen.

Een andere lijn van denken ligt in de systeemtheorie. We weten dat als een systeem uit de bocht vliegt, zoals met ons Gaia-ecosyteem dreigt te gebeuren, er twee mogelijkheden (scenario’s ) zijn. Of het systeem valt in elkaar, of het maakt een sprong naar een ‘hoger’ niveau van integratie. Dat zou ook met onze ecologie kunnen gebeuren. We moeten er maar het beste van hopen.

 

 

Zonder geloof vaart niemand wel.

Wat zouden de motieven kunnen zijn om met de subtiele, onzichtbare wezens in contact te willen komen. Ik noem er enkele:

  • nieuwsgierigheid
  • behoefte aan steun, bemoediging of advies
  • het bevorderen van een genezingsproces, bij jezelf of iemand anders
  • een behoefte aan het ontwikkelen van spirituele autoriteit
  • het versterken van je geloof

Over dat laatste wat meer.

In deze woelige, bedreigende tijden is het moeilijk de werkelijkheid onder ogen te zien zonder de moed te verliezen, wanhopig te worden of te vervallen in apathie. Daarom neigen we er toe om een roze bril op te zetten, en de werkelijkheid mooier voor te stellen dat hij is (Er is natuurlijk echt ook heel veel prachtigs in deze wereld, maar dat is het punt niet – het punt is onze ontkenning van wat niet mooi is). We ontlenen daaraan hoop en vertrouwen, maar het is valse hoop en vertrouwen op een wankele basis. Zie bijvoorbeeld de column van Jan Paul van Soest in Energiepodium: https://www.energiepodium.nl/opinie/item/twijfelbrigade-20-gekleurde-klimaat-brillen-nopen-niet-tot-actie. Er zijn betere manieren om hoop en vertrouwen op te bouwen. Het in ‘gesprek’ komen met de subtiele wezens is zo’n manier. Een ervaring van contact met de subtiele wezens versterkt je geloof in het bestaan ervan, en dan weet je dat we niet alleen zijn in deze wereld. We staan er niet alleen voor. Bovendien, als er een niet-fysische wereld is waar andere wetten gelden; dan zijn ook wonderen mogelijk. Zoals de Cursus in Wonderen zegt: ‘Wonderen zijn natuurlijk. Als ze niet plaats vinden is er iets misgegaan.’

Contacten met de subtiele wezens versterken ons geloof in een bovennatuurlijke wereld. Als het contact maar duidelijk genoeg is kan het geloof zich zelfs ontwikkelen tot een weten. En dan is echt alles mogelijk. Dit versterkte geloof houdt ons dan overeind in deze wankele, hachelijke wereld, en geeft ons de moed de werkelijkheid zonder roze bril onder ogen te zien.

Ik heb echter al eerder gezegd dat het velen van ons, waaronder ikzelf,  niet gegeven is direct contact met de subtiele wezens te ervaren. Wij zullen dus harder moeten werken om ons geloof in die wereld te versterken. Dat kunnen we doen door een open geest: luisteren naar ons innerlijk, en met name onze intuïtie, en naar hen die die ervaring wel hebben (gehad). Dan leren we vanzelf wel het kaf van het koren te scheiden: we leren wat intuïtie is en wat bijvoorbeeld wensdenken, en wat betreft de ervaringen van anderen: we leren  te onderscheiden tussen authenticiteit en waarheidsgetrouwheid aan de ene kant, en (zelf)misleiding aan de andere kant. Zelf ken ik een aantal weldenkende, verstandige mensen, met hun beide benen op de grond, die deze directe ervaringen hebben (gehad), en die mij absoluut hebben overtuigd. En ook heb ik een aantal keren in mijn leven ervaren hoe intuïtie voor me kan werken. Ik voelde me geleid en gedragen.

In dat geloof in een bovennatuurlijke wereld is ook plaats voor het geloof in een alomvattende scheppende kracht. Voor sommige mensen kan dat God zijn, maar dat is dan een andere God dan de God uit de leer van Christendom en Islam. Dit geloof, met of zonder God, is een voorwaarde voor samenwerking met de subtiele wezens. Een samenwerking die niet zal ontstaan als wij het alleen voor het zeggen willen hebben. We blijven natuurlijk wel verantwoordelijk voor wat er in de wereld gebeurt, maar voor samenwerking is er vooral bescheidenheid en overgave nodig. In nood leren we onze vrienden kennen, en daarin ligt mijn hoop voor de wereld.