Mannen en het klimaat

Dezer dagen werd ik geattendeerd op een YouTube bericht van Fox News: Tucker: Something ominous is happening to men in America:

https://www.youtube.com/watch?v=LrhHkQhglig&feature=share

Nu ben ik geen fan van het door de gebroeders Koch gefinancierde Fox News, maar Tucker staat wel bekend als een serieuze onderzoeksjournalist. Het filmpje laat zien hoe de mannelijke populatie in America op dramatische wijze in verval is geraakt, vergeleken met vrouwen. Dit is te zien op allerlei terreinen: onderwijs (meer uitval van jongens), gezondheid (kortere levensduur, obesitas, verminderde vruchtbaarheid), zelfs op het gebied van carrière – in tegenstelling tot wat op grond van onheldere statistieken algemeen gedacht wordt (ook in America). Het loont zeker de moeite dit filmpje even te bekijken: het is hilarisch als het niet ook zo ernstig was.

Men zegt dat wat in America gebeurt hier vijftig jaar later ook gebeurt. In die uitspaak zit veel waars, al is de termijn tegenwoordig veel korter – eerder tien jaar. Niet dat we America in ieder opzicht letterlijk imiteren, maar  in dit geval zie ik enkele trends die in dezelfde richting wijzen (zonder dit met cijfers hard te kunnen maken). Des te interessanter dat hier – en in Amerika- mannen nog steeds domineren in de samenleving.

Wat dat betreft vond ik de afgelopen campagne voor de  gemeenteraadsverkiezingen onthullend. Deze campagne werd gedomineerd door mannen, zowel lokaal als landelijk. Ik heb natuurlijk lang niet alles gezien, maar het geneuzel en gereutel, de scheldpartijen en de verdachtmakingen waren meestentijds niet om aan te zien en te horen. Van wat ik gezien heb vielen me eigenlijk maar vijf politici in gunstige zin op: Lilian Marijnisse, Barbara Kathmann (PvdA, Rotterdam), Kees van der Staaij, Jesse Klaver en Vincent Karremans (VVD Rotterdam). Zij waren volgens mij de enigen die persoonlijke betrokkenheid paarden aan fatsoen en helderheid van argumenten met een hoog waarheidsgehalte. (Ik kan natuurlijk enkelen over het hoofd hebben gezien). Toch nog drie mannen – dus we hoeven niet te wanhopen.

Opvallend afwezig in de debatten was de klimaat problematiek, terwijl dat toch de grootste uitdaging is waar onze samenleving voor staat en gemeenten heel veel kunnen doen op dat gebied. Ten dele ligt dat aan de media. Zo vond bijvoorbeeld de NOS het niet nodig dat thema in het slotdebat te agenderen. Voor de NOS redactie bestaat het probleem kennelijk niet. Merkwaardig. Overigens zijn de enige partijen die een ruime voldoende scoren (B op een schaal van A – F; vergelijk het energielabel) op hun klimaatbeleid GroenLinks en de Partij voor de Dieren; zie https://kiesklimaat.nl/location/Amsterdam voor Amsterdam. Landelijk komt daar de ChristenUnie bij:  https://kiesklimaat.nl/milieukeur_partijen. Die partijen hebben het goed gedaan; dat geeft de burger moed. Ben benieuwd wat u gestemd hebt.

En wat de mannen betreft: de enige conclusie kan zijn dat we het zouden kunnen doen met een samenleving zonder mannen. Gezien de ontwikkelingen op het gebied van de voortplanting (zie mijn blog van 15 februari) zijn ze daar in elk geval niet meer voor nodig. Maar ik vermoed dat het manlijk geslacht toch nog te taai is om onmiddellijk uit te sterven. En eerlijk is eerlijk, een samenleving met mannen EN vrouwen lijkt me leuker dan een met alleen vrouwen.

Between the devil and the deep blue sea.

Nog een weekje, en dan is er het referendum over de ‘sleepwet’. Voor of tegen?

De term sleepwet is eigenlijk misleidend, want de nieuwe Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (WIVD) regelt veel meer dan het ‘slepen’; het verzamelen van data via de kabel (zoals nu al mag met  data die via zenders verzonden worden). De wet breidt de bevoegdheden van genoemde diensten uit. Zo mag de AIVD onder de nieuwe wet een eigen DNA-bank oprichten en bijhouden, waarbij vrijwel zonder beperkingen DNA verzameld kan worden. Dat is anders dan de bevoegdheid van de politie, die alleen maar DNA mag verzamelen bij een concrete verdenking van een dader van een misdrijf.

Waarom is het een probleem dat het DNA van onschuldige burgers zonder meer kan worden opgeslagen en bewaard? Je zou denken dat die databank alleen gebruikt zal worden om terrorisme te bestrijden. Echter: “de ervaring leert dat databanken er in de politieke werkelijkheid om ‘vragen’ om ook voor andere doeleinden gebruikt te worden. De beste manier om dit risico in te perken, is om geen databank op te richten.” (prof. Koops, hoogleraar regulering van technologie aan de Universiteit van Tilburg in De Groene Amsterdammer van 1 maart). De bevoegdheden van de AIVD kunnen namelijk onder de nieuwe wet simpelweg worden verruimd door een Algemene Maatgeregel van Bestuur. De Tweede kamer moet daarover worden ingelicht, maar kan daar niet over stemmen. Dat is al gebeurd met de bevoegdheden van de politie in relatie tot hun databank, en het is bijvoorbeeld ook gebeurd in Frankrijk, na de aanslagen aldaar: door de noodtoestand zijn de bevoegdheden onder het strafrecht in Frankrijk nu permanent verruimd. Als er iets ergs gebeurd is, dan vervallen alle redelijke argumenten en vieren de emoties hoogtij.

Daarbij komt dat de doeleinden van de WIVD ook op een andere manier bereikt kunnen worden. Prof Koops: “Natuurlijk is het voor de aivd nuttig om de dna-profielen van potentiële aanslagplegers te hebben, maar nut is niet hetzelfde als noodzaak.”

Daarom ben ik niet voor de WIVD. Tegen stemmen dus? Hier zit een addertje onder het gras. Door tegen te stemmen legitimeer je het principe van dit referendum als zodanig. En ik ben geen voorstander van hoe het referendum thans geregeld is (opkomstpercentage, vrijblijvend advies, emoties overheersen argumenten, enzovoort). Bovendien hebben de huidige coalitiepartners gezegd de uitslagen van het referendum hoe dan ook naast zich neer  te leggen. Stemmen voor de kat zijn viool dus? Daar voel ik niet zo veel voor.

Ik moet dus kiezen tussen tegen stemmen, of mijn  stem bij het referendum onthouden – zoals ik ook vorige keren heb gedaan. Ik ben er nog niet uit. U wel? We hebben nog een paar dagen om er over na te denken.

 

Erratum: In mijn vorige blog staat een fout jaartal. Het aantal passagiers in de luchtvaart was 3,5 miljard in 2004, niet in 1970 – ik had twee jaartallen door elkaar gehaald.

© Afbeelding: DutchCowboys

 

Vliegen kan niet meer*)

In 1944 is er, na intensief onderhandelen, een luchtvaartverdrag afgesloten dat het in principe vrije civiele verkeer in de lucht regelde, en werd afgesproken het  luchtvaartverkeer te bevorderen, onder andere door kerosine niet te belasten. Aanvankelijk tekenden 52 van de 55 deelnemende landen het verdrag  dat is uitgemond in de oprichting van de International Civil Aviation Organisation (ICAO), waarin vrijwel alle landen vertegenwoordigd zijn. De motieven voor dit verdrag waren niet alleen maar commercieel, er zat ook idealisme achter. Na de verschrikkingen van twee wereldoorlogen snakte men naar meer begrip en harmonie tussen de landen in de wereld. Het idee achter het verdrag was, dat als je vrij kon reizen naar allen landen ter wereld, dit zou leidden tot een grotere bekendheid met andere volken en culturen. Onbekend maakt onbemind, en zodoende dacht men dat dit fysieke contact zou kunnen bijdragen tot de wereldvrede.

Zoals we weten heeft dit maar gedeeltelijk gewerkt. Niettemin is het vrij kunnen reizen naar vrijwel alle landen ter wereld, althans voor het meer welgestelde deel van de wereldbevolking, een groot goed. 3,7 miljard passagiers in 2004! Helaas, zoals we allen weten, heeft die explosieve groei van het luchtverkeer ook een keerzijde. Om het kort samen te vatten, er is geen enkele manier om, als dit zo doorgaat, de klimaatdoelen van het verdrag van Parijs uit 2015 te halen. In de verre toekomst is het misschien mogelijk om min of meer klimaatneutraal te vliegen, maar op middellange termijn zijn die technische mogelijkheden er niet. In de woorden van Paul Peters, lector duurzaam transport en toerisme aan de NHTV in Breda: ‘Ik heb allerlei scenario’s doorgerekend, maar er is geen enkel scenario denkbaar waarin we de opwarming tot twee graden kunnen beperken zonder het vliegverkeer te beteugelen. Het past gewoon niet.’ **) Dat lukt overigens ook op andere gronden niet, maar dat terzijde.

Waarom heeft het zin hierbij stil te staan? We kunnen er immers toch niets aan doen? De belangen van regeringen en luchtvaartmaatschappijen zijn zo groot dat – zoals ook op andere terreinen – de klimaat problematiek hieraan ondergeschikt wordt gemaakt. Er is geen enkele kans dat op korte termijn een accijns op kerosine zal worden ingevoerd. Waarschijnlijker lijkt nog een hogere beprijzing van de CO2 uitstoot, maar ook dat zal veruit onvoldoende zijn.

Toch kunnen we wel iets betekenen. We kunnen onze medeplichtigheid beëindigen. Dan zullen we ten eerste moeten stoppen met vliegen. In Europa kunnen  we alles bereizen per trein, en desnoods per auto.

Intercontinentaal zouden we alleen moeten vliegen in het geval van ernstige familieomstandigheden. We kunnen echt niet meer voor ons plezier naar Afrika, Amerika, Azië en China reizen – heel jammer. Conferenties en zakelijke contacten moeten plaats vinden via videoverbindingen. Zelf had ik nog eens de droom om naar IJsland te gaan, maar dat zal ik moeten opgeven en uit mijn ‘bucket-list’ moeten schrappen. (Tussen haakjes: compenseren door bomen planten is een doekje voor het bloeden – maar dat stelpt het bloeden niet!). Als enkelen van ons stoppen met vliegen heeft dat in directe zin weinig effect, maar er gaat zeker een voorbeeldwerking van uit (Je ziet dat nu al met vleesgebruik). Op de wat langere duur zal dat resultaat afwerpen.

Ten tweede kunnen we binnen ‘groene’ partijen het standpunt dat ik hier verwoord uitdragen. Misschien leidt dat ooit tot politieke actie. Voor de Nederlandse overheid is het heel simpel om het vliegverkeer op zijn minst te beperken: als je het vliegveld Lelystad niet opent, of na opening gewoon weer sluit, zoals je nu moet doen met kolencentrales die nog lang niet afgeschreven zijn, dan loopt het vliegverkeer in Nederland vanzelf tegen zijn grenzen op. Natuurlijk leidt dat tot beperking van onze economische groei – precies wat er moet gebeuren.

Maar het allerbelangrijkste blijft ook in dit geval: Laten we onze ogen niet sluiten voor de werkelijkheid. Dan komen we vanzelf in beweging; zo niet in de lucht dan wel op de grond.

 

*) Met een knipoog naar: https://www.youtube.com/watch?v=sE2yz-L64ag

**) In De Groene Amsterdammer, 22-2-2018

 

 

Healing the planet.

The planet is seriously ill. This is no news for the readers of this blog – they all know this. But what many of us don’t realize – the planet that is we. We are part of the planet, Gaia, the total ecosystem. We are cells of one of its organs: humanity. So we are ill, but we, the majority in the Western World,  don’t feel sick. That reminds me of the days I had cancer. I didn’t feel sick at all, but was very ill, even in mortal danger. So it is with us: we are dangerously ill, but don’t feel it. Furthermore, if we think about the illness of the planet we take the symptoms – ecological collapse, extinction of species, pollution, global warming, violence, the market, gun-addiction, etc. –  for the illness itself. But that is not the illness. So we need a more holistic thinking, and then we can see what the illness is. It is, as many guides, including our inner guide, tell us, a lack of awareness in the human race. In think this awareness was greater in the seventies, when we talked about ‘healing the planet’. Nowadays one hardly hears that expression anymore.

When you are ill you are going looking for a cure, or a healer that can provide that cure. Some illnesses are so serious, that effective cures or healers are difficult to find. But, if we want to live, that doesn’t stop us from searching. Even if we are successful in finding the healer however, that doesn’t release us from our own responsibility for our healing process. We have to cooperate with the healer, and with our own mind and body.

And that is what we should do as humanity: looking for ways to heal the planet, including ourselves. That is partly an individual process: developing our own awareness: becoming conscious of what is going on in ourselves and the world around us. But is also a collective process: developing our collective consciousness. That is hardly possible without medicine men or women. In the collective field we call these guides or leaders.

In 1998 I published Spiritueel Leiderschap, my magnum opus, translated in English as Spiritual Leadership, Wisdom for Work, Wisdom for Life.*) That opens with the following sentences: ‘There is a harrowing lack of leadership in the world. Is this the way you see it too?’ That book already then dealt with the kind of leadership we need in this world. Next month (around the first of April) I’ll say something about that kind of leadership or guidance. In the meantime I invite you to think about that yourself: what is the kind of leadership we need, and how do we find this?

 

*https://www.amazon.com/Spiritual-Leadership-Wisdom-Work-Life/dp/1931044880

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker

Even het licht zien in deze af en toe donkere wereld.

Voor mensen die geïnteresseerd zijn in hun spirituele ontwikkeling zijn er verschillende hulpmiddelen, Meditatie is wel het bekendste, maar ook zeer effectief is het werken met raadselachtige of diepgravende vragen. In de zen traditie zijn dat koans,  vragen of verhaaltjes die je logische denken tarten. Voorbeelden: Alle dingen keren tot het Ene terug, waartoe keert het Ene terug? of: Als een boom valt in het woud, en er is niemand om hem te horen, maakt hij dan een geluid? Zelf heb ik meer gewerkt met vragen naar de essentie, zoals: Wie ben ik, Waar ga ik naar toe of Wie (of wat) is God? Dit zijn vragen die in vele spirituele tradities centraal staan. Het is de bedoeling dat je daarop geen rationele antwoorden geeft, maar de antwoorden vindt die voortkomen uit je diepste weten en aan verstandelijke redenering voorbij gaan. Het denken kan helpen dit proces te stimuleren, maar soms ook dat weten in de weg staan.  Er zijn retraites ontwikkeld die speciaal gericht zijn op het leren vinden van de antwoorden op dit soort vragen. Zie bijvoorbeeld: https://www.quantumsprong.org

Zelf ben ik in mijn column van 14 december blijven steken steken op de vraag: wie of wat zijn (is) wij? Het maakt nogal verschil als je vraagt: wie zijn wij, of wat is wij? Dat wordt onmiddellijk duidelijk als je de vragen: Wie ben ik en Wat ben ik? vergelijkt. In het eerste geval zoek je naar het zeker weten wie je bent, in het tweede geval naar de diepste ervaring van wat je bent. In het eerste geval vallen onderzoeker en het onderwerp van onderzoek uiteindelijk samen: je wordt één. In het tweede geval is dat niet zo: er blijft een onderscheid tussen waarnemer en het waargenomen concept of object.  In het geval van ‘wij’ komt daar nog een onderscheid bij. In het eerste geval – wie zijn wij? – gaat het om het bewust zijn van een veelheid, waarmee je je dan volkomen vereenzelvigd hebt; in het tweede geval – wat is wij? – om het ervaren van een ondeelbare eenheid.

Tot zover ben ik nu met mijn vragen gekomen. Wordt wellicht vervolgd.

Waarom is het van belang met deze spirituele vragen bezig te zijn? Wat mij betreft is het de meest fundamentele en tegelijkertijd meest verheven vorm van zelfonderzoek. Je moet er echter wel aan toe zijn – het is vaak verstandig er eerst een gewoonte van te maken je innerlijk leven (je lichamelijke gewaarwordingen,  gedachten en gevoelens) en je gedrag gade te slaan. Dat brengt je op het spoor van je kracht, je vreugde, maar ook je  struikelblokken, je pijn en verdriet. Als je dat allemaal een beetje een plaats hebt gegeven dan komen de spirituele vragen aan de orde. De spirituele ontdekkingsreis is geen panacee voor onlustgevoelens!

Maar als je aan die spirituele ontdekkingsreis toe bent loont het de moeite er voor te gaan. Het maakt je sterker, evenwichtiger, vrediger. Bovendien heeft de
samenleving aan dat soort mensen een schreeuwende behoefte. Het is moeilijk die reis alleen te gaan. Er zijn vele gezamenlijke wegen. Vele daarvan ben ik zelf gegaan, en ga ik nog: retraites, pelgrimages, vrijmetselarij, en meer. Bijzonder effectief vond ik de hierboven genoemde retraite, die  ik daarom van harte aanbeveel. Om in hun eigen woorden te spreken: je kunt daar éven het licht zien, zelfs in deze af en toe donkere wereld.

 

 

De Übermensch is in aantocht.

Drie technologieën staan op het punt de menselijke voortplanting revolutionair te veranderen, zo lees ik in een artikel in De Groene Amsterdammer*). Dat zijn de volgende:

  • De productie van kunstmatige zaad- en eicellen (in-vitrogametogenese of IVG)
  • Het wijzigen van het DNA van embryo’s door middel van human gene editing (HGE) voorafgegaan door pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD), en
  • Celkerntransplantatie.

In het eerste geval worden zaad- en eicellen in het lab opgekweekt uit gewone, niet geslachtelijke cellen, bijvoorbeeld huidcellen. Het geslacht van de huidcel donor is niet van belang: mannelijke personen kunnen eicellen produceren en vrouwen zaadcellen. Daarmee kunnen dus eindeloos embryo’s worden geproduceerd zonder dat daar enige geslachtelijke vereniging aan te pas komt: eicellen kunnen namelijk bevrucht worden met zaadcellen van dezelfde persoon. Deze techniek is nog niet operationeel, maar zal dat waarschijnlijk binnen twintig jaar wel zijn. Deze techniek gecombineerd met IVF maken allerlei vormen van voorplanting mogelijk, zoals solo-voortplanting, meer-ouder voorplanting, of voorplanting onafhankelijk van leeftijd. Op den duur is wellicht zelfs geen baarmoeder meer nodig.

In het tweede geval worden genen in het embryo vervangen of verwijderd. Deze techniek is al wel operationeel, en wordt gebruikt om genen die ernstige ziekten veroorzaken te verwijderen. Maar de techniek kan ook gebruikt worden om gewenste eigenschappen toe te voegen (moderne eugenetica). Zo zullen wensouders in de toekomst een embryo met gewenste eigenschappen op bestelling geleverd kunnen krijgen. Het kan zo gedaan worden dat de gewenste eigenschappen ook doorwerken in het nageslacht van het volwassen geworden embryo (kiembaan modificatie). Dit is overigens nu nog in de meeste landen en verschillende internationale verdragen verboden.

In het derde geval gaat het strikt genomen juist niet om een transplantatie in de celkern, maar om een transplantatie in het mitochondrion, de energiecentrale van de cel. Deze transplantatie wordt altijd doorgegeven aan het nageslacht. Ook hier is het doel het vermijden van ziekten. Een effect kan zijn dat het kind verwant kan zijn aan meer dan twee ouders.

Dit was een lange uitleg om aan te tonen dat in de nabije toekomst het construeren van elke gewenste baby en elke gewenste voorplantingsvorm mogelijk is, ja zelfs dat we in staat zullen zijn het menselijk genoom structureel te veranderen. De ervaring leert dat als de mensheid iets uitvindt, het dan ook altijd toegepast wordt. Als deze toepassing aan beperkingen wordt onderworpen door regulering, dan zal die regulering altijd worden ontdoken, zo wijst het verleden uit.

Ik vind dit een griezelig vooruitzicht, en ben blij dat ik het zelf niet meer hoef mee te maken. Aanvankelijk zullen deze technieken met de beste bedoelingen (het uitbannen van ziekte, het bevorderen van het menselijk welzijn) worden toegepast. Het laat zich raden dat deze technieken commercieel zullen worden uitgebuit (embryo’s en kinderen worden consumptiegoederen!), en dat er ook (crimineel) misbruik van zal worden gemaakt. Gezien de kosten zullen deze technieken alleen toegepast kunnen worden door de welgestelden, en zodoende de kloof tussen rijk en arm bestendigen en verdiepen. Het allergrootste gevaar acht ik echter, dat gesleutel aan het menselijk genoom tot onvoorziene gevolgen zal kunnen leiden (zoals met alle nieuwe technieken altijd het geval is). Je moet er niet aan denken dat deze technologie gecombineerd gaat worden met het implanteren van chips in de hersenen die verbonden zijn met kunstmatige intelligentie.**) Dan zijn de gevolgen niet meer te overzien.

Het verbaast me dat hier niet meer over wordt gesproken en dat er niet groot alarm wordt geslagen. Maar misschien zie ik het allemaal (weer) te pessimistisch. Wat denkt u? Kan dit worden tegengehouden, of is dat helemaal niet nodig?

 

*) Britta van Beers in De Groene Amsterdammer, 8 februari 2008.

**) Zie mijn blog van 4 januari

 

 

 

Een beetje praktische filosofie

In mijn werk en in vroegere publicaties heb ik steeds onderscheid gemaakt tussen twee soorten geweten: aangeleerde normen en waarden enerzijds, en ‘datgene wat we altijd al geweten hebben’ anderzijds. Daarbij ging ik er van uit dat we niet als ‘onbeschreven blad’ op de wereld komen, maar al een (aanvankelijk onbewust) ‘weten’ met ons meebrengen over hoe de wereld in elkaar zit en en over wat moreel goed is en wat slecht. Dat is wat Kant de ‘categorische imperatief’ heeft genoemd. We hebben kortom gegeten van de boom van kennis van goed en kwaad.

Als dat zo is, dan zou je denken dat de inhoud van dat vooraf gekende voor alle mensen in de hele wereld gelijk is. Het is immers een feit dat de mensen over de gehele wereld genetisch op dezelfde manier in elkaar zitten (er is maar één menselijk genoom), ongeacht ethische afkomst of ‘ras’. Maar wat zou dan die inhoud zijn? Vaak wordt gedacht, in navolging van Kant, dat de categorische imperatief als volgt geformuleerd kan worden: : “juist handelen is zo handelen dat ik de mensheid, of het nu om mezelf gaat of om een of meer anderen, altijd als een doel behandel, en nooit als een middel”. Simpeler en minder nauwkeurig gezegd: ga met een ander om zoals je wilt dat die met jou omgaat, of negatief: doe een ander niet aan wat je niet wilt dat jouzelf wordt aangedaan. Je kunt deze imperatief eventueel uitbreiden naar alle levende wezens.

Je kunt zeggen dat de heiligheid van het leven, en zeker het bewuste of autonome leven, hieraan ten grondslag ligt. En een consequentie hiervan is dat als je zondigt tegen deze ‘wet’ dat leidt tot schuldgevoelens. Tot zover mijn opvattingen tot dusverre.

Maar onder invloed van andere culturen, met name de islamitsiche, ben ik recentelijk wat aan deze opvatting gaan twijfelen. Is het niet zo dat dit ‘inzicht’ een typisch westerse theorie is, ontstaan in een Europese cultuurgeschiedenis, die geworteld is in de Griekse (inclusief de hellenistische) en Joodse cultuur? Zou het niet zo kunnen zijn dat aan het diepste geweten in meer oosterse culturen niet de heiligheid van het autonome leven (en de daaruit af te leiden waarden van vrijheid, gelijkheid en broederschap) ten grondslag ligt, maar de ‘waardigheid’ van het (menselijk) leven? De imperatief wordt dan: ‘handel zo, dat jouw eigen waardigheid en die van de ander(en) niet wordt aangetast’. Een overtreding van die ‘wet’ leidt dan niet tot schuldgevoelens, maar tot schaamte.

Als dat zo zou zijn geeft dat een verklaring voor het reeds door Ruth Benedict in 1946 geïntroduceerde onderscheid tussen een schuld- en een schaamtecultuur. Het geeft ook een verklaring voor veel gedrag vanuit islamitische kring, variërend van ongewenst gedrag in de schoolklas en op straat (en met name de reacties op terechtwijzingen)*, tot zulke vreselijke dingen als terreur (het leven is immers niet ‘heilig’?). En als het waar is komt de hele theorie van het ‘a priori weten’ op losse schroeven te staan? Wat is waarheid? Ik zou het even niet weten.

 

*)Het voert te ver om hier in dit blog op in te gaan, maar prachtige illustraties hiervan vinden we in het artikel van Frank Mulder, Ik heb het niet gedaan in De Groene Amsterdammer van 21 december 2017. Zeer aanbevolen!

 

 

Me too! ?

“Could this be it? Might the American Century actually clock out at just 72 years, from 1945 to 2017? No longer than Louis XIV ruled France? Only 36 months more than the Soviet Union lasted, after all that bother? The question sounds preposterous.” (Karl Vick in Time).

After a year of Trump administration and after his presentation in Davos one sees many publications evaluating the first year of his being in office. Most authors who are  opposing his policy – does he have a policy? – come to the conclusion that the damage that Trump is causing generally turns out not so bad as expected. The economy is blooming, , many of President Trump’s intentions are not (yet) executed and he didn’t succeed in getting more than one law through Congress. He doesn’t seem very effective. This is a miscalculation.

In my blog of December 28 I showed the harm caused by the tax reform alone. Butthere is much more. Many departments (Environment, Education, Science, Justice) are headed by cynical opponents of their own department. Trump’s most influential adviser (Stephen Miller)  is an extreme reactionary man. Global warming is actively promoted. The Foreign Secretary is driving away professional diplomats. Tenths of reactionary judges are appointed in federal courts. Economic regulation is abolished wherever possible, and so the base is laid for the next financial crisis. Internet neutrality will be deleted, so that the public has to pay more for many services that are free now, and organizations like Facebook, Google and Spotify can make more profit (as you know they can’t make ends meet withy a free internet). Many foreign leaders are insulted and brutalized. The democracy and the constitutional state is in danger. This government is, through social media and with the help of the extreme right press, poisoning the culture of freedom, justice and dignity that so long dominated the American way of life. America is loosing its moral leadership in the world. What is left is brute military power en economic dominance (as long as we in the rest of the world accept the dollar as international currency). So no potential conflict can be solved by negations anymore – only by force or economic suppression.

Who are these people who have no mercy with the poor and homeless, who miss any decency, and are openly or covertly racist. Well, they are the heirs of all of us, who endorsed a culture in which the market and return on investment were the most important values, instead of beauty, brotherhood and unity. Me too: I must confessthat in the recent past I regularly also preferred matter and immediate satisfaction above mind, spirit and a deeper sense of joy and harmony. And even today this sometimes is a difficult choice.?

Will the democrats win the 2018 an 2020 elections? Maybe, but I am not so sure. They too let themselves corrupt by the present situation. If you use a noble goal – amnesty for the 800.000 ”Dreamers’ –  as a means to obstruct the budget process in Congress, you are doing exactly what the Republicans did during the Obama government: sabotaging. This goal shouldn’t be used to justify the end: obstruction, power play. Then people start thinking: you see: “they are all the same”.

Anyway, let us not be blinded by the people who say: this Trump government is not so serious, not so much of a problem. It is. So let’s stay open and be vigilant. And speak up when necessary. Then maybe not all is lost.

 

 

Source: Frans Verhagen in NRC/Hanelsblad,  january 20.

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker.

Zo moge het zijn.

De situatie waarin wij als mensheid zijn komen te verkeren doet mij denken aan de tijd dat ik te horen kreeg dat ik kanker had. Ik voelde me niet ziek, maar was wel in levensgevaar. Als de kanker zou uitzaaien zou ik er nu niet meer geweest zijn. Anderzijds was de kans echter reëel dat ik het zou overleven. Zoals u merkt was het laatste het geval, en ik heb er niets aan overgehouden.

Het nam enige tijd in beslag voordat ik destijds zekerheid had, en al die tijd leefde ik in spanning. Tegelijkertijd werd ik me ervan bewust hoe kostbaar het leven is en hoe fragiel mijn lichaam. Ik ging scherper waarnemen. Dat bleek al meteen de eerste week nadat ik het schokkende bericht ontving. Ik moest direct geopereerd worden, maar zou de volgende week op wintersportvakantie gaan. Na enige aarzeling werd me dat toegestaan door de behandelende arts. Zelden heb ik zo intens genoten van een vakantie, en de schoonheid van het winterse berglandschap zo intens ervaren. Tegelijkertijd sloot ik in die tijd vrede met de dood, ook al had ik nog lang geen zin om van het leven afscheid te nemen.

Als mensheid verkeren we thans in een soortgelijke situatie. We verkeren in levensgevaar, maar het zou ook  kunnen dat we het overleven. Natuurlijk gaat de metafoor enigszins mank: de tijdsspanne is heel anders; de meesten van ons zullen de daadwerkelijk extinctie niet meer meemaken en worden niet acuut met de dood bedreigd. En ook zou het kunnen zijn dat een deel van de mensheid het overleeft, terwijl miljarden anderen in de catastrofe omkomen. Het is dus niet: overleven of sterven, maar er is ook een derde mogelijkheid: zwaargewond doorleven. Maar toch,  zodra we tot eenheidsbewustzijn komen en ons identificeren met de ‘family of man’ – en is dat niet het doel van elke spirituele ontwikkeling? – dan is er wel degelijk een overeenkomst te zien tussen de situatie van een individu dat kanker krijgt (en wellicht nog kan overleven) en de situatie waarin we nu collectief verkeren.

In mijn vorige blog heb ik de vraag gesteld of het nog wel zinvol is de werkelijkheid onder ogen te zien, als die er zo grimmig uitziet. Ik heb toen gesteld dat ik denk dat dit wel zo is, maar dat het afhankelijk is van hoe we erop reageren. De analogie met kanker geeft ons wat dat betreft enige aanwijzingen.

In de eerste plaats is het van belang dat we ons de kostbaarheid van het leven realiseren, het ten volle ervaren en genieten, en tegelijkertijd vrienden worden met de dood. Dat lijkt een tegenstrijdigheid, maar is het merkwaardigerwijs niet. Hoe meer we het leven vieren, en des te intenser we het leven,  des te meer kunnen we ons verzoenen met het afscheid als onze tijd is gekomen.

In de tweede plaats is het van belang dat we onze aandacht gaan richten op de  zaken die er wezenlijk toe doen: schoonheid, liefde, eenheid, verwondering, licht, stilte. Omdat van binnenuit te kunnen doen – en niet alleen maar op mentaal niveau – is spirituele groei nodig, en die komt vaak niet vanzelf. Er is aandacht, oefening, tijd en inspanning voor nodig. De werkelijkheid onder ogen zien helpt daarbij.

En in de derde plaats is het natuurlijk niet verkeerd om intussen te doen wat nodig is. Met name niet meer vliegen, met het openbaar vervoer reizen en geen vlees eten verhogen de kans dat het allemaal iets minder erg wordt. Bovendien geven dit soort handelingen onszelf een goed gevoel, ook nooit weg.

Deze drie reacties zijn natuurlijk ook op zichzelf waardevol. Maar ook is deze levenshouding een voorwaarde om tegelijkertijd te leven in vol bewustzijn van wat er gaande is, en toch met vreugde en voldoening in het leven te staan. Het is ook de enige manier om het leven ten volle te leven en in dit leven te doen wat je te doen hebt, en te geven wat je te geven hebt. Zo moge het zijn.

 

 

Leven op het randje

Door niets werd de onbenulligheid van de Nederlandse politiek en (de meeste) televisiejournalistiek beter geïllustreerd dan door de Buitenhof uitzending van afgelopen zondag. In een uur slaagden interviewer Paul Witteman en premier Marc Rutte er in de tijd te vullen met volstrekt nietszeggende prietpraat. Wat bijvoorbeeld niet aan de orde kwam was een vraag in de trant van: ‘meneer Rutte, u streeft voortdurend naar economische groei, maar weet u dan niet dat duurzame groei voorlopig niet mogelijk is en alle groei voorshands bijdraagt tot de klimaatcatastrofe waar we in volle vaart op af stevenen? Kan u dat helemaal niet schelen?’ *)  Of: ‘meneer Rutte: ‘u streeft voortdurend naar economische groei, maar weet u dan niet dat alle groei voorshands bijdraagt tot een steeds grotere ongelijkheid in de wereld? Hoe denkt u dat op te lossen, of althans die trend te keren?’ Enzovoort.

Van premier Rutte kan je je deze onnozelheid nog voorstellen – hij  heeft per slot nog nooit iets anders gezegd en bovendien wordt hem, noch door de journalistiek, noch door de tweede kamerleden ooit het vuur na aan de schenen gelegd. En ook van Paul Witteman had ik niet meer verwacht, na een leven waarin hij voortdurend lof heeft geoogst en zijn ego daardoor uiteraard is gegroeid tot onhanteerbare proporties. Maar van de redactie van Buitenhof. . . ? Treurig.

Ik ben door vrienden, relaties en familieleden vaak getypeerd als een doemdenker of alarmist. Zelf zie ik dat zo niet. Im zie mezelf meer als iemand die de werkelijkheid zonder omwegen onder ogen ziet, maar daarnaast hoop houdt op een waardige wereld (en dat ook uitdraagt). Eigenlijk ben ik te optimistisch. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het boek dat ik met Jan Paul van Soest in 2008 heb gepubliceerd: De Aarde heeft koorts. Hoewel we weliswaar een doemscenario van 4 graden opwarming als waarschijnlijkheid beschrijven blijken we daarbij op twee manieren veel te optimistisch te zijn geweest. In de eerste plaats is een opwarming van 4 graden of meer inmiddels vrijwel zeker, en in de tweede plaats zijn de door ons aldaar beschreven gevolgen verre onderschat. Bovendien besteden we in dat boek veel aandacht aan wat we er nog aan zouden kunnen doen, en spreken we de hoop uit dat dit ook gaat gebeuren. Maar zoals we allen weten is dat niet gebeurd, en zijn we ook wat dat betreft door de werkelijkheid achterhaald.

Wie echt wil weten hoe het er met de wereld voorstaat leze The Uninhabitable Earth  van David Wallace-Wells uit New York Magazine. **) Als u dat doet moet u wel doorlezen tot het eind, anders eindigt u in een depressie. De laatste alinea biedt nog enige hoop.

Maar de vraag is natuurlijk wel, als het er echt zo rampzalig voorstaat met onze wereld, en er nog maar zo weinig aan te doen lijkt, waarom zouden we daar dan nog aandacht aan geven? Daar worden we dan immers alleen maar treurig van? Waarom zouden we niet leven vanuit een houding van’ Na ons de zondvloed’?

Toch denk ik dat het wel degelijk zinnig is om de werkelijkheid zoals die is onder ogen te zien, hoe beroerd er dat ook uitziet. Maar het hangt er daarbij wel van af hoe we met die waarneming omgaan. Daarover hoop ik de volgende week met u te spreken.

 

*) Zie bijvoorbeeld het interview met Kate Raworth, econoom, in NRC/Handelsblad van 17 Januari j.l.

**) https://nymag.com/daily/intelligencer/2017/07/climate-change-earth-too-hot-for-humans.html