Tag archieven: opstanding

Vrolijk Pasen!

Op vrijdag, na de kruisiging, kwam Jozef van Arimathéa naar Pilatus toe en vroeg of hij het lichaam van Jezus hebben mocht om te begraven. (terzijde: dat was een moedige daad,  ingaande tegen de stemming onder het volk,  die ons respect verdient.) Pilatus stond dat toe en Jezus werd gelegd in een nieuw graf, uitgehouwen in een rots. Het graf werd afgesloten met een steen en verzegeld (op verzoek van de hogepriester en de priesters, die bang waren dat zijn lichaam zou worden gestolen, en zo een onwaar gerucht van zijn opstanding zich zou verspreiden). Er werd een wacht bij geplaatst, en drie rouwende vrouwen, Maria Magdalena, Johanna en Maria de moeder van Jacobus hielden een dodenwake.

Op Zondag daalde er een engel neer, waarop de wachten prompt flauw vielen, maar de vrouwen waren moediger en aan hen werd de opstanding van Jezus aangekondigd. Ze verlieten daarop het graf. Toen het nadien geopend werd was het leeg. De wachters rapporteerden dat  ze in slaap waren gevallen en dat het lichaam gestolen was. Dat zou nog waar kunnen zijn ook, maar het werkelijk ‘bewijs’ van Jezus’ opstanding ligt niet in de afwezigheid van zijn lichaam, maar in zijn verschijning elders: in Galilea op een berg aan de elf overgebleven discipelen, aan twee reizigers op weg naar Emmaüs, aan Maria Magdalena, en later aan de ‘ongelovige Thomas’, de discipelen aan het meer van Tiberias, en aan vele anderen. Na de hemelvaart werd hij niet meer gezien.

In vele spirituele tradities bestaat de overlevering dat de ziel na het sterven nog enige weken op aarde vertoeft, en de aanwezigheid van de gestorvene nog gevoeld wordt. En dan ineens, is de overledene echt weg, verdwenen. Ik heb dit als ervaring uit de eerste hand vernomen van verschillende getuigen, die net een dierbare verloren hadden. Dit kan natuurlijk een projectie zijn van de rouwende geest, maar het zou een ‘waarheid’ kunnen zijn. Ik zelf ben geneigd het laatste aan te nemen.

Hoe dit zij, Pasen zo bezien is het feest van het leven dat sterker is dan de dood. Anders gezegd: leven en dood zijn in wezen twee kanten van een medaille, twee zijnstoestanden. Met de dood houdt het leven niet op, maar gaat door in een andere vorm. We gaan ergens heen, of keren terug tot de oerbron, al dan niet als afzonderlijke identiteit. Zoals met Kerstmis de vraag rijst waar we eigenlijk vandaan komen, rijst met Pasen de vraag waar we heengaan. Beide feesten staan in cyclische samenhang met elkaar, en zijn feesten van leven en dood. Met Kerstmis hebben we kerstkransjes als symbool van deze cyclus, met Pasen paaseitjes als symbool van het onverwoestbare leven dat altijd maar door gaat. Verwante feesten. Zou het daarom zijn dat het vandaag sneeuwt, en we kans lopen op een Witte Pasen?

Niettemin: vrolijk Pasen!