Tag archieven: samenwerking met de onzichtbare werelden

Out of the blue.

Samenvatting van het voorafgaande: Sinds 29 augustus stel ik in deze blogs het vraagstuk aan de orde hoe we kunnen samenwerken met de onzichtbare werelden voor de genezing van de planeet. Daarbij behandelde ik die vraag eerst op individueel niveau, en daarna ging ik in op de vraag aan welke voorwaarden er moet worden voldaan op collectief niveau om tot die samenwerking te komen. Daarbij richtte ik me in het bijzonder op de noodzakelijke veranderingen in onze democratische rechtstaat en de economie. Ik stelde daarbij dat we eerst als mensheid ons huiswerk moeten doen voordat we kunnen hopen op hulp uit de onzichtbare werelden.

Out of the blue

In dit – weer te lange – blog keer ik weer terug naar het individuele niveau. Mensen voelen zich als individu vaak onmachtig. Ze hebben het gevoel dat het niets uitmaakt wat je als enkeling doet of nalaat; of je wel of geen vlees eet, wel of niet de auto laat staan, wel of niet afval scheidt ten bate van recycling, enzovoort. Het is toch allemaal een druppel op een gloeiende plaat.

Een van de redenen waarom mensen zo denken is dat ze elke handeling afzonderlijk bekijken, en vaak tot niet meer dan drie tot vijf handelwijzen komen. Maar waarschijnlijk maakt je individuele bijdrage pas verschil, als je minstens twintig acties onderneemt. Dat zou ongemakkelijk kunnen zijn, maar je moet wat over willen hebben voor de genezing van deze planeet. Geen idee hoe je aan twintig acties kunt komen? Hier volgt in de vorm van vragen een lijst van dertig mogelijkheden; handelingen en aandachtspunten. De lijst is niet bedoeld als testcase voor ‘goed’ gedrag, maar meer als een suggestie voor het uitoefenen van je ‘soft power’*). De lijst is zeker niet uitputtend; er zijn veel meer mogelijkheden (zie bijvoorbeeld de lijst van de duurzame top honderd 2019 van Trouw (https://verhalen.trouw.nl/duurzame100/ ).

  1. Koop je je levensmiddelen bij een coöperatie voor biologisch voedsel of bij een biologische werkende boer/tuinder bij jou in je buurt?
  2. Ben je lid van een dergelijke coöperatie?
  3. Ben je bijna volledig vegetariër? Matig je jezelf in het gebruik van zuivel?
  4. Ga je zorgvuldig om met voedsel? Vermijd je eten weggooien?
  5. Koop je alleen tweede hands kleding (behalve ondergoed)?
  6. Maak je voor het vervangen van spullen gebruik van een kringloopwinkel?
  7. Maak je als regel gebruik van de fiets of het openbaar vervoer in plaats van auto of vliegtuig?
  8. Ben je lid van een of meer verenigingen die opkomen voor milieu en klimaat?
  9. Bankier je bij een bank die niet primair voor de winst gaat? (bijvoorbeeld ASN, Triodos)?
  10. Denk je wel eens na over hoe je soberder zou kunnen leven (zuiverder – niet armoediger)?
  11. Verdiep je je wel eens in hoe een economie die niet primair gericht is op groei eruit zou kunnen zien, en welke offers jij bereid zou zijn daarvoor te brengen?
  12. Weet je wat jouw ecologische voetafdruk is en op welke voetafdruk je eigenlijk recht hebt?
  13. Ben je meer gericht op samenwerking dan op competitie?
  14. Denk je wel eens na over hoe de democratie beter zou kunnen werken en hoe spreiding van inkomen, vermogen en macht gerealiseerd kunnen worden?
  15. Ben je lid van een politieke partij?
  16. Ben je politiek actief?
  17. Uit je jouw verontwaardiging over wat er in de wereld gebeurt?
  18. Neem je 100 % verantwoordelijkheid voor je leven?
  19. Ben je er dagelijks van bewust dat de wereld één samenhangend geheel is, en dat jij daar deel van uit maakt, zoals een cel deel uitmaakt van je lichaam? En dat dus alles wat je doet of nalaat een effect heeft op het geheel?
  20. Scheidt je je afval?
  21. Raap je regelmatig zwerfvuil op en gooi je dat in een afvalbak?
  22. Wandel je regelmatig in de natuur? Laat je die op je inwerken?
  23. Maak je regelmatig bewust contact met een dier, boom of plant?
  24. Werk je samen met de ‘onzichtbare werelden’? Zo niet, werk je eraan om dat te realiseren?
  25. Vermijd je het gebruik van schadelijke stoffen: agressieve bestrijdings- of reinigingsmiddelen?
  26. Neem je (vrijwel) dagelijks de tijd voor meditatie of gebed, met name gericht op de genezing van de wereld? Sta of zit je af en toe eens stil?
  27. Speelt vergeving een belangrijke rol in je leven?
  28. Leef je in vrede met je lichaam?
  29. En met je familie?
  30. En met de mensheid als geheel?

Citaat: Stel je bent van nature cynisch. Dan vragen we je er eens even op deze manier tegenaan te kijken. Stel dat jouw hart of verstand nu juist de cruciale druppel kan leveren die maakt dat het vat van de collectieve wil overstroomt. Dat jij degene bent die het verschil maakt tussen een toekomst waarin het verhaal verteld wordt van hoe, op de valreep, nog hele grote veranderingen plaats vonden, of een toekomst waarover gezegd kan worden: ‘ze hadden het bijna gered.‘ (2008**). Met dit citaat eindig ik voorshands mijn serie over samenwerking met de onzichtbare werelden. Heb ik ‘de oplossing ‘ aangedragen? Nee natuurlijk, maar misschien wel enkele bouwstenen.

*) De zachte krachten zullen zeker winnen
in ’t eind — dit hoor ik als een innig fluistren
in mij: zoo ’t zweeg zou alle licht verduistren
alle warmte zou verstarren van binnen.

De machten die de liefde nog omkluistren
zal zij, allengs voortschrijdend, overwinnen,
dan kan de groote zaligheid beginnen
die w’als onze harten aandachtig luistren

in alle teederheden ruischen hooren
als in kleine schelpen de groote zee.
Liefde is de zin van ’t leven der planeten

en mensche’ en diere’. Er is niets wat kan storen
’t stijgen tot haar. Dit is het zeekre weten:
naar volmaakte Liefde stijgt alles mee.

(Henriëtte Roland Holst)

**) Erik van Praag, Jan Paul van Soest, Judy McAllsister, De Aarde heeft koorts, Bewust leven met klimaatverandering, 2008 (p.123)

Hoe kan je de lucht bezitten?

Weer een te lang blog. Voor de haastige lezer blijft het tobben.

Als we willen samenwerken met de onzichtbare werelden moeten we wel eerst ons huiswerk doen. Uit mijn ervaring als psychotherapeut en consultant weet ik dat mijn interventies alleen maar zin hebben, als de cliënt weet dat hij zelf verantwoordelijk is voor zijn leven, en bereid is de consequenties daarvan te aanvaarden. Zo zullen de onzichtbare werelden ons alleen maar ondersteunen en met ons willen samenwerken als wij zelf verantwoordelijkheid nemen voor het heil van deze planeet.

Een van de dingen die we daarvoor moeten doen is onze economie radicaal omvormen. We weten allemaal dat de neo-liberale verwording van het kapitalisme, waarbij economische groei en marktwerking centraal staan, geen oplossing biedt voor onze problemen; ze integendeel juist heeft veroorzaakt. Je hoort dat dan nu ook alom beweren, zelfs in de politiek, maar echte stappen voor die omvorming zijn nog niet genomen, en zelfs nog niet aangekondigd – niet in Nederland, en niet elders. Nog steeds is economische groei het uitgangspunt. Vaak wordt gesteld dat alleen economische groei die duurzaam is zou moeten kunnen, maar dat is een contradictio in terminis.

Bij mijn weten is Willem Hoogendijk de enige die grondig heeft nagedacht over hoe een economie zonder economische groei (misschien zelfs krimp) mogelijk zou kunnen zijn (https://willem-hoogendijk.blogspot.com). Hij is er ook nog niet uit en roept op om er gezamenlijk verder over na te denken (https://www.ontgroei.nl). Wat ik bij hem mis is een principieel uitgangspunt, gebaseerd op een diepgevoelde waarde. Hij laat zien dat het huidige stelsel het aardse ecosysteem (Gaia) verwoest, en wil dat tegengaan. Maar dat is eigenlijk nog een reactie. Maar ik wil van reactie naar creatie.

It depends on how you “c” it

Ik zou toe willen naar een economie die gebaseerd is op de waarde van heiligheid van het leven, waar ik twee weken geleden over sprak in relatie tot onze democratische rechtstaat. Het economische beleid dat aan deze waarde getoetst zou worden is dan gericht op bescherming en ontwikkeling van het leven (àlle leven, planten, dieren, mensen, nu en in de toekomst). Een dergelijke economie zal van ons vragen dat we afscheid zullen moeten nemen van sommige gebruiken en verworvenheden die ons dierbaar zijn, maar daar staat een geestelijke winst tegenover (Zie: Ware Winst, van Christian Felber). Maar voor we zover zijn zullen we eerst heel wat weerstanden moeten overwinnen. En vergis u niet, dat geldt voor ons allemaal van uiterst links tot uiterst rechts, van hoog tot laag, hoe u dat ook invult.

Er zijn best wat aanzetten gegeven tot een dergelijk economie (donut economie, circulaire economie, en nog veel meer), maar bovenal zal het gaan om een herwaardering van de ‘commons’, de gemene goederen. Citaat: Uit de waarde van eerbied (voor het leven) vloeit voort dat in een zorgzame economie het recht op eigendom op de schop gaat. Ik ben van mening dat de aarde van ons allemaal is – we hebben immers ook allemaal last van het misbruik dat we van haar maken; we zitten allemaal in hetzelfde schuitje -, dus gaat het niet aan dat delen daarvan geprivatiseerd worden. Dat betekent dat de volgende collectieve goederen naar mijn mening niet in bezit kunnen worden genomen: grond, water, de zee en de oceanen, natuur, de lucht, en, misschien, alle grondstoffen en delfstoffen. Eigendomsrecht zou dan moet vervangen worden door gebruiksrecht, zoals bijvoorbeeld in het stelsel van erfacht. Dat werkte fantastisch, en wordt nu dus op grote schaal afgebouwd. Ook vitale infrastructuur (waterleiding, elektriciteitsbedrijven, telecommunicatie, OV-net, betalingsverkeer) zou geen privébezit moeten zijn. Voorts zou de overheid het exclusieve recht moeten terugkrijgen op geldschepping. Sparen zou moeten kunnen bij een overheidsbank (vergelijk de vroegere rijkspostspaarbank, later postbank). Een van de voorwaarden om te komen tot de hier beschreven economie is een radicale vergroening van het belastingstelsel.

Het voert voor een blog veel te ver om dit allemaal uit te werken. Ik heb dat al eerder gedaan in mijn boek Voor niets gaat de zon op, een blauwdruk voort een waardige wereld, waaruit ook het bovenstaande citaat afkomstig is. Maar een ding is zeker, als we onze economie niet drastisch herzien zal er op collectief niveau niet veel terecht komen van onze samenwerking met de onzichtbare werelden. En als die economische transitie niet gevoed wordt vanuit de bevolking, maar van bovenaf wordt opgelegd, dan zal er niets van terecht komen (te veel weerstand), Vandaar dat ik vorige week heb gepleit voor eerst een aanpak van onze democratisch rechtstaat. Dat vereist een grondwetswijziging waar twee keer over gestemd moet worden. Dat kost tijd, dus daar moet nu zeer dringend mee begonnen worden.

Het volk aan de macht?

Democratie is de wil van het volk. Elke ochtend lees ik verbaasd in de krant wat ik nou weer wil. (Wim Kan)

Dit blog wordt langer dan normaal. Dus als u maar drie minuten de tijd hebt: niet aan beginnen. (Hoewel: het vormt wel een schakel in mijn betoog over hoe we kunnen samenwerken met de onzichtbare werelden).

Om samen te werken met de onzichtbare werelden voor de heling van deze planeet is allereerst een ingrijpende energietransitie nodig. Want hoe kun je verwachten dat de onzichtbare werelden op collectief niveau met ons samenwerken als we ons eigen huishouden niet op orde hebben? Het lijkt misschien dat we met de energietransitie al goed op weg zijn, maar dat is schijn. Voor een energieneutrale samenleving in 2050 zijn maatregelen nodig op een volstrekt andere schaal. En er is nu al zoveel weerstand. Hoe kunnen we voor een dergelijke energietransitie ooit voldoende draagvlak creëren, zodat de politiek ons zal volgen? Daarvoor dient allereerst de kwaliteit van onze democratie te verbeteren.

Aan welke eisen zou een goed lopende democratie moeten voldoen?

  1. In de eerste plaats: onze huidige democratie is zo gek nog niet. Het stelsel van evenredige vertegenwoordiging is een rem op polarisatie, zoals die in het districtenstelsel (Engeland, de VS) makkelijker ontstaat, met alle gevolgen voor de bestuurbaarheid van het land van dien. Ook wordt in een districtenstelsel vaak minder rekening gehouden met de belangen van de minderheid, waardoor grote groepen burgers kunnen afhaken. Anderzijds wordt de betrokkenheid van de burgers juist als voordeel van een districtenstelsel opgevoerd. Die betrokkenheid moet in ons stelsel dus op een andere manier worden bevorderd.
  2. Een manier om dat te realiseren is het referendum. Maar om goed te werken moet het aan een aantal voorwaarden voldoen (waar bij de Brexit, en bij ons referendum over de Europese grondwet in 2005 in de verste verte niet aan was voldaan). Ik noem er een paar: •
    • Er moet een duidelijke vraagstelling zijn, waarbij ook duidelijk moet zijn wat de consequenties zijn van de verschillende keuzen.
    • Daarvoor is nodig dat aan het referendum een maatschappelijk debat vooraf gaat. Hoe dat georganiseerd kan worden beschrijf ik hieronder.
    • De uitslag moet de meerderheid van de bevolking representeren. Dat kan bereikt worden door quota in te voeren voor de opkomst, en voor de geldigheid van de uitslag. Uiteindelijk moet 51 % van de bevolking met de uitspraak instemmen. Voor bepaalde fundamentele besluiten (wijziging van de grondwet, het afsluiten van internationale verdragen) kan desnoods een hoger quotum worden vastgesteld. Dit moet zijn geregeld in de grondwet, of middels een internationaal afgesloten verdrag (zoals de Europese Verklaring van de Rechten van de Mens. Als de Zwitsers zich aan die verklaring, door hen mede ondertekend, gehouden hadden, zou het referendum over de minaretten niet geldig zijn geweest).
  3. Er moet een stelsel komen van conventies of burgerraden, die door loting worden samengesteld uit burgers die zich daarvoor als belangstellenden hebben aangemeld, eventueel voor een specifiek onderwerp. Deze conventies kunnen op lokaal of landelijk niveau opereren, en publiekelijk advies uitbrengen of een debat over een referendum voorbereiden. Er is al positieve ervaring opgedaan met deze burgerraden, met name in België (landelijk en in Eupen, duitstalig Oost-België) en op lokaal niveau.
  4. Er zou een overheidsplatform moeten komen voor discussie en debat op internet. Alleen geregistreerde leden (bijvoorbeeld via DigiD) kunnen toegang krijgen op dit platform en kunnen alleen onder naam aan het debat deelnemen. Een overheidsmoderator houdt in de gaten of er van dit platform geen misbruik wordt gemaakt door haatmail of aanzetten tot geweld, en kan die van het platform weren (daartegen is natuurlijk altijd beroep mogelijk bij de rechter). Tevens kunnen moderatoren debatten (per onderwerp) enigszins structureren. De overheid zou moeten communiceren in hoeverre ze met die debatten rekening houdt.
  5. Politieke partijen zouden zich moeten omvormen tot bewegingen. Obama heeft in de VS laten zien hoe dat zou kunnen werken, maar dit helaas weer laten verlopen toen hij aan de macht kwam. Te onzent zijn er goede ervaringen mee opgedaan door SP en GroenLinks.
  6. In het basis- en voortgezet onderwijs zouden lessen over de democratie en de rechtstaat standaard moeten zijn ingebouwd. Ook zouden er cursussen over democratie en staatsrecht voor volwassenen moeten worden aangeboden, bijvoorbeeld in buurtcentra.
  7. Maar misschien nog wel het allerbelangrijkste: in de grondwet moet het principe van heiligheid van het leven (zie mijn vorige blog) zijn opgenomen, zodat de overheid daar altijd op kan worden aangesproken (zonodig juridisch).

Als de democratie in deze zin hervormd zou kunnen worden zou het als een instrument kunnen dienen om draagvlak te bereiken voor de meest ingrijpende energietransitie. De enige andere onwaarschijnlijke weg naar een dergelijk transitie zie ik via een dictatuur met een welwillende dictator aan het hoofd. Maar dat lijkt me een contradictio in terminis.

Voor de revolutionaire energietransitie, de heling van de planeet en de samenwerking met de onzichtbare werelden is ook een omvorming van onze economie nodig. Wellicht is die ook via een nieuwe democratie te bereiken. Daarover een volgende keer.

Heiligheid als profaan begrip in de grondwet.

Een democratische rechtsstaat die een voorwaarde is voor de ‘Great Turning’, die op zichzelf weer een voorwaarde is voor samenwerken met de onzichtbare werelden, begint met een specifiek soort grondwet.

Vrijwel alle landen ter wereld hebben een grondwet (maar het Verenigd Koninkrijk en Israel bijvoorbeeld niet). Deze grondwet regelt de grondrechten, de scheiding der machten, de onafhankelijkheid van de rechtspraak, en vaak ook de plicht van de overheid tot zorg voor de burgers. De meeste grondwetten beginnen met een principieel uitgangspunt, zoals het gelijkheidsbeginsel in artikel 1 van de Nederlandse Grondwet: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Soms worden er rechten in gedefinieerd en afgebakend: zoals het recht op vrijheid. Maar wat er ontbreekt is een waarde-grondslag: een fundament waarop de democratische rechtsstaat berust. Het dichtstbij komt nog de beroemde formule in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring (overigens geen deel van de Amerikaanse grondwet): We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their Creator with certain unalienable rights, that among these are Life, Liberty and the pursuit of Happiness. Maar ook in dit geval is het een formulering van rechten, niet van een daar bovenuit stijgende waarde.

Wat zou een waarde zijn waar we allemaal achter zouden kunnen staan? Ik denk dat voor de meesten van hen die geloven in een democratische rechtsstaat het leven heilig is. Heilig in de zin van: eerbiedwaardig, iets wat je niet mag aantasten en altijd moet beschermen (deze waarde is bij mijn weten voor het eerst zo geformuleerd door Albert Schweitzer en speelt een belangrijke rol in het moderne humanisme*). Daarom zou ik er voor pleiten dat de heiligheid van het leven, of de waarde van eerbied voor het leven (àlle leven), expliciet als fundament in de grondwet zou worden opgenomen en daarmee ook de basis zou zijn van de democratische rechtstaat. Stel dat dit principe dan de toetssteen zou worden van het overheidsbeleid. Dat zou een revolutionaire verandering betekenen.

In een volgend blog zal ik verder ingaan op wat er verder zou kunnen veranderd worden aan onze staatsinrichting, zodat deze een samenwerking met de onzichtbare werelden niet meer in de weg zou staan.

*) J.P. van Praag, Modern humanisme, een renaissance? 1947. Pag. 74