Maandelijks archief: juni 2019

Gaia is Maya (?)

Als het inderdaad zo zou zijn dat de werkelijkheid een schepping is van ons collectieve bewustzijn – zie mijn vorige blog – dan rijzen er een paar interessante vragen. Bijvoorbeeld: wat is dat de relatie tussen Gaia en ons bewustzijn? Onder Gaia versta ik dan (met Lovelock en Margulis) het totale systeem Aarde met alles erop en eraan: de atmosfeer, de aardbol, de levenloze en de dode natuur in al zijn facetten, inclusief de mensheid. Evenzo als je dan kan zeggen: Ik ben de Zee, kun je dan ook zeggen: Wij zijn Gaia. In mijn vorige blog stelde ik dat de fysieke werkelijkheid best eens niet meer (maar ook niet minder!) zou kunnen zijn dan een illusie, Maya, zoals ook de Boeddha stelt. Dat zou dan echter betekenen dat Gaia ook een schepping is van het bewustzijn, een manifestatie van onze collectieve geest.

In 2008 beschouwen Jan Paul, Judy en ikzelf de Aarde ook al als één geheel, levend systeem, getuige de metafoor in de titel van ons boek: De Aarde heeft koorts. Maar eigenlijk is dit geen metafoor, maar de bittere waarheid, als je er goed over nadenkt. Gaia is ziek, en dan denk ik niet alleen aan de klimaatcrisis, maar ook aan het grote uitsterven, het instorten van ecosystemen en het geweld en de wreedheid in de wereld. Maar aangezien wij zelf Gaia zijn, kun je ook zeggen: Wij zijn ziek. Ik ben ziek.

Als ik die gedachte goed tot me laat doordringen, dan wordt de ziekte van Gaia direct invoelbaar. Ik kan dan associëren met de keren dat ik zelf ziek was, en met mensen in mijn omgeving die dat zijn of (terminaal) waren. Dan krijg ik ook meteen beelden van genezing, en hoe ik daar zelf toe kan bijdragen. Als deze gedachtengang gemeengoed zou kunnen worden zouden we als mensheid waarschijnlijk veel effectiever met de ziekte van Gaia, van ons allen, kunnen omgaan.

Een vraag waar ik dan wel nog mee blijf zitten is de volgende: stel dat het leven op Aarde door onze ziekte, of door een externe, kosmische ramp ten einde zou lopen, dan blijft er waarschijnlijk nog wel een levenloze planeet over. Zou die dan nog steeds een schepping zijn van ons bewustzijn? Die vraag komt aan de orde in mijn volgende blog (denk er maar vast eens over). Dan ga ik ook in op een andere vraag: wat is de relatie van ons collectieve bewustzijn met de onzichtbare werelden?

Ik ben de zee.

“Ik ben de zee”, zei de golf, en vloeide weg en was de zee.
(Aadt Jonker)

Onze kritiek op het Christendom (zie mijn vorige blog) moet ons de ogen niet doen sluiten voor de waarde die het Christendom ook heeft. We moeten het Christuskind – feitelijk de Christus-geest – niet met het materialistische badwater weggooien. Zoals ik al eerder beschreven heb*) kun je vier typen wereldbeelden onderscheiden. Ik citeer (mezelf):

  1. Wat we kunnen zien en met de vijf zintuigen (zouden) kunnen waarnemen is alles wat er is (materialistisch wereldbeeld).
  2. Achter de zintuiglijke wereld bevindt zich een transcendente of metafysische (buitenzintuiglijke) wereld, die we niet zintuiglijk kunnen waarnemen, maar waarvan we wel glimpen kunnen opvangen.
  3. De transcendente of geestelijke wereld is alles wat er is. De fysieke          waarneembare wereld is er een vervormde afspiegeling van, maar bestaat niet werkelijk, is een illusie, Maya zoals de Buddha zegt.
  4. Het onderscheid tussen zintuiglijke en buitenzintuiglijke wereld kun je wel maken, maar dat onderscheid is een artefact van het verstand. Een werkelijke scheiding bestaat niet, in feite is de wereld één geheel (monisme).

Zelf heb ik lang het tweede wereldbeeld aangehangen, maar het derde had intuïtief voor mij toch ook een zekere bekoring. Het zou dan inhouden dat de werkelijkheid een projectie zou zijn van onze geest. Maar ik wil mijn verstand niet uitschakelen en ik begreep dan twee dingen niet: 1. Hoe kan het dat wij dan toch allemaal overeenkomst kunnen bereiken over wat we waarnemen (zowel in het dagelijks leven als in de wetenschap), en 2. Hoe komt het dat de fysieke werkelijkheid zich voordoet als constant. Als ik twee keer op dezelfde plaats kom zie ik de tweede keer hetzelfde als de eerste keer, hoewel mijn geest in andere toestand kan zijn.

Een antwoord op deze vragen kunnen we vinden in de moderne wetenschap. Zoals de meeste leken wel weten stelt de kwantumfysica ons voor raadselen. Het is nu experimenteel bewezen dat in kwantumfysische experimenten de waarnemer de realiteit bepaalt; dat twee verstrengelde deeltjes die op afstand van elkaar zijn geplaatst elkaar zonder tijdsverloop kunnen beïnvloeden, en dat voor de waarnemer een gevolg aan de oorzaak vooraf kan gaan. Kwantumprocessen blijken bovendien niet beperkt te zijn tot micro-processen onder extreem koude omstandigheden, maar ook plaats te vinden in levende systemen. Zij vormen de tegenkracht tegen de toenemende entropie. Dit alles is niet te bevatten, ook niet voor fysici, die dan ook een aantal hypothesen (theorieën) hebben ontwikkeld die dit zouden ‘verklaren’, de een al onwaarschijnlijker dan de andere. Maar één springt er toch wel bovenuit: het is niet de individuele geest die de realiteit beïnvloed en zelfs schept, maar ons gezamenlijk collectieve bewustzijn. Het bewustzijn zou je dan kunnen vergelijken met een oceaan: bestaande uit ontelbare aparte golven, die echter in hun bestaan en werkzaamheid niet los kunnen worden gezien van het geheel. Deze theorie is aannemelijk gemaakt door Paul van Leeuwen **).

Zo komen dan de ideeën van Plato, Teilhard de Chardin, Jung, Pim van Lommel, het boeddhisme, de moderne wetenschap en een aantal natuurgodsdiensten bij elkaar. Bewustzijn is non-lokaal en het individuele bewustzijn bestaat eigenlijk niet. Er bestaat dan ook geen meervoud van het woord bewustzijn. Het lijkt wel of ik een individuele een golf ben, maar in feite ben ik de zee. In dat non-lokale bewustzijn bestaan de dimensies van tijd en ruimte niet op fysiek niveau, maar zijn een schepping van de geest. Deze visie is een antwoord op mijn bovengenoemde vragen. Het derde wereldbeeld wordt nu wel heel aannemelijk.

Conclusie: Ik besta dankzij u allen. Zonder jullie zou ik er helemaal niet zijn! De Cartesiaans dualiteit – ik denk, dus ik ben – is opgeheven: Wij zijn bewustzijn, dus wij bestaan. Als we allemaal deze identiteit zouden kunnen verinnerlijken, zou dat het ware collectieve eenheidsbewustzijn voortbrengen en dan zou deze wereld er beter voorstaan. Ik nodig u uit de consequenties van dit gezichtspunt eens te doordenken. . .

*) E van Praag, Voor niets gaat de zon op, 2012
**) Paul J. van Leeuwen. ‘Kwantumfysica, informatie en bewustzijn’, 2019

De erfenis van het Christendom

De predestinatieleer wordt door leken vaak toegeschreven aan Calvijn, maar dateert al van veel oudere datum. In feite is die leer al omstreeks 400 uitgewerkt door Augustinus. Dit leerstuk is ook nauwkeurig omschreven in de Dordtse leerregels, waarover ik het had mijn vorige blog. De lezers van dit blog zullen wel ongeveer weten wat die leer inhoudt – maar staan vaak niet stil bij de uiterste consequenties daarvan. De predestinatieleer houdt in dat God een scheiding heeft gemaakt tussen uitverkorenen en verdoemden, en dat niets van wat je in je leven onderneemt of nalaat dat kan veranderen. Als je uitverkoren bent is het eeuwige heil je deelachtig , zelfs als je een ongelovige bent en een zondig leven lijdt. (Er wordt in dat geval van uitgegaan dat je, eventueel pas op het laatst nippertje, voor je dood het geloof weer terugvindt). Omgekeerd kan je, als je niet bent uitverkoren, nooit het eeuwige heil bereiken, hoe deugdzaam en gelovig je ook leeft.

In zijn consequenties doorgedacht betekent dit dus dat wij niet verantwoordelijk zijn voor ons gedrag. Het maakt niet uit wat je doet; je bent uitverkoren of niet; al dan niet ontvankelijk voor Gods genade. Deze leer is duidelijken in tegenspaak met uitspraken van Jezus, bijvoorbeeld Matth. 19:26: “bij God is alles mogelijk”; dus ook de genade voor iemand die niet is uitverkoren.

Deze leer is eeuwenlang doorgedrongen in onze cultuur en het hoeft ons dus niet te verbazen dat ook heden ten dage velen weinig verantwoordelijkheid nemen voor hun handelen. Er zijn meer van die christelijke leerstukken die in onze cultuur zijn ingesleten. Ik noem bijvoorbeeld de leer van de erfzonde (“De mens is onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad” – Heidelbergse catechismus, vraag 9), de minderwaardigheid van de vrouw vergeleken met de man, het idee dat we heerser zijn over de natuur in plaats van dat we daar deel van uitmaken (Gen 1:28), en de negatieve houding tegenover seksualiteit en in het bijzonder homoseksualiteit. Het verzet tegen de kerkelijke opvatting over seksualiteit heeft overigens geleid tot een overreactie waar je ook weer je kanttekeningen bij kan zetten.

Samenvattend: het Christendom heeft ons misschien veel gebracht, maar heeft niet geleid tot mensen die van zichzelf houden en in zichzelf geloven, en de volle verantwoordelijkheid nemen voor hun handelen en de consequenties daarvan. Het heeft dus niet geleid tot een samenleving waarin de waarden van vrijheid, gelijkheid en liefde centraal staan, en dus indirect wel geleid tot de huidige maatschappij, waarin begeerte, individualisme en eigenbelang de boventoon voeren. Een samenleving waarin veel mensen bang zijn (o.a. voor de dood), en van mening zijn dat ze voor hun geluk afhankelijk zijn van de omstandigheden en anderen de schuld kunnen geven als er in hun leven iets niet goed gaat.

Jammer, het had zo mooi kunnen zijn. Misschien komt dat alsnog, onder druk van de omstandigheden.

Magic circle with zodiacs sign on abstract mystic background.

De schade van het Christendom.

Vorige week hebben ca. 40 protestantse kerken op een nationale synode in Dordrecht een Verklaring van Verbondenheid getekend. Dat is heel wat na een eeuwen durende geschiedenis van schisma’s en onderlinge verkettering. Maar tot een fusie tussen de Remonstrantse Kerk en de PKN is het niet gekomen, al hebben ze wel een onderlinge verklaring van verzoening afgelegd. Daarmee is het oudste schisma, daterend uit de synode van Dordrecht (1618/19), niet beëindigd, al zijn deze verklaringen van verzoening en Verbondenheid natuurlijk wel een enorme stap vooruit vergeleken bij de onverzoenlijkheid uit 1619. De Dordtse leerregels die in die synode zijn vastgesteld, en sindsdien onderdeel uitmaken van de drie grondslagen (Formulieren van Enigheid – de andere twee zijn de geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Cathechismus) – van de protestantse kerken in Nederland bleken onverenigbaar met de Vijf artikelen van de Remonstranten, die in hun kerk de grondslag vormen.

© Stadsarchief Amsterdam

Ook veel van latere datum daterende schisma’s zijn in Dordrecht niet opgeheven al zijn in 2004 de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk gefuseerd tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) .

Toen ik omstreeks 1980 twee jaren belijdeniscathechisatie volgde en daarna belijdenis deed in wat toen nog de Hervormde Kerk was, zijn in mijn herinnering die Dordtse Leerregels en de Heidelbergse Catechismus nooit aan de orde gekomen, en in elk geval niet door mij bestudeerd. Als dat wel was gebeurd had ik waarschijnlijk nooit belijdenis gedaan, want ook toen al had ik een afkeer van dogmatiek, en overigens zou ik me waarschijnlijk helemaal niet met de inhoud van deze leerstukken hebben kunnen verenigen. Ik had al moeite genoeg met de geloofsbelijdenis, maar toen dominee Nico ter Linden zei dat je die ten dele metaforisch kon zien, en het bovendien minder moeilijk was als je die belijdenis gezamenlijk zingend zou afleggen, ben ik door de bocht gegaan. Dat heeft me een heerlijke tijd opgeleverd bij de Cantorij van de Westerkerk, maar na tien jaar heb ik de Kerk toch verlaten. Ik kon me niet verenigen met de pretentie van de Kerk – wij hebben de waarheid in pacht; in feite is ons geloof superieur aan alle andere – , en ook niet met de bewieroking van Israel. Kritiek op bepaalde aspecten van de Israëlische politiek werd binnen de Kerk niet geaccepteerd.

Alle Christelijke kerken, ook de Remonstrantse, de Lutherse en de Katholieke kerken zijn gebaseerd op een dogmatische leer. Het kenmerk van dogmatiek is dat onbewezen stellingen (geloofsartikelen) als absolute waarheid worden gerepresenteerd. Deze manier van denken heeft onze Westerse cultuur eeuwenlang gedomineerd en doordrenkt, en geleid tot grote conficten en geweld. Als je de waarheid in pacht hebt, kan er niet meer naar anderen, die een andere waarheid verkondigen, geluisterd worden, want dan voel je je door die andere waarheid bedreigd. Uiteindelijk kan de samenleving dan vervallen in vreemdelingenhaat, wreedheid, heksenverbrandingen, veroordeling van ketters, godsdienstoorlogen, en scheuringen binnen gemeenschappen en zelfs binnen families. We verloochenen dan enkele essentiële waarden, zoals verdraagzaamheid, respect en broeder/zusterschap. Het moet ons dus niet verbazen dat ook heden ten dage meningen als waarheden verkondigd worden, op twitter evengoed als in de politiek en de (medische) wetenschap. Het zit ingebakken in onze cultuur, en daarmee zelfs in onze genen.

Hiermee zal u dus duidelijk zijn geworden waarom ik zo’n moeite heb met dogmatisme en fundamentalisme. En waarom ik er naar streef te grote stelligheden in mijn denken uit te bannen, mijn ‘waarheden’ tussen haakjes te zetten en vooral te luisteren naar degene met wie ik het oneens ben. Een voor mij levensgrote opgave, die waarschijnlijk zal duren tot de dood er op volgt.

De Dordtse leeregels hebben nog een schadelijk effect gehad, maar daarover de volgende keer meer.