Maandelijks archief: mei 2018

Who is our neighbour?

Back from a magnificent holiday in Switzerland – what a beautiful country! – and Italy I am inspired to talk with you about love. I did that many times before, since it is an inexhaustible subject, but recently I discovered some new aspects. Let’s start with the Bible book Leviticus 19:18: Love your neighbour as yourself: I am the Lord.

This phrase has led to endless feelings of guilt, because what if you don’t feel this love, or doesn’t know how to develop this? Then one fails, exactly in the domain that seems to be the most important in life.

One of the problems is that this quote is probably wrongly translated. Meant is: Love your neighbor, who is like you. That sounds certainly more logical and true. Because in the more current translation your self love, that can be very limited, is the criterion for the love you can give, whereas clearly is referred to a higher standard: the love for and from the the Architect of the Universe: I am the Lord. To that love we are always capable, no matter of our own state of being, and no matter if we are believers of atheists.

But who is our neighbor? That surely is not everyone and anyone. To love that whole would be an abstraction, a cerebral concept, and that is not love. The neighbor is the one who enters our life. He/she has to give us something, or may need something from us. But anyway we have to deal with him or her. Only in that situation we can practice love, either by receiving or giving, or both. One can start with practicing open mindedness, mindfulness, and random acts of kindness. From there contact is possible. When, in contact, one succeeds in open listening and open speaking (without judging the other or wanting to influence him/her, or defending yourself) love will come into bloom. Sounds simple, is it not? It IS simple, but that is not to say that it is easy. But it is reachable for anyone who is determined to love one’s neighbor.

Of course we don’t love our neighbor immediately after meeting him/her, or continuously. As Carl Jung wrote in a letter to Mrs. A. Schim van de Loeff: “The general idea of christian love for one’s neighbour is a pretense. In that way one can interact with everyone in a nice and detached way, because you are loving everyone after all. I possess no christian love, so why should I pretend to love you? I take you seriously, and that, in all honesty, is the only thing I can do.”

 

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker

 

Wat is tijd?

Het is een heel gek gezicht als ik de mensen zie lopen, het lijkt net of ze allemaal verschrikkelijke haast hebben en bijna over hun eigen voeten struikelen. De fietsers, nou, dat tempo is helemaal niet bij te houden, ik kan niet eens zien wat voor een soort individu er op het vehikel zit.

Op dit citaat uit het dagboek van Anne Frank, die dit kon zien vanuit het achterhuis door een kier in het gordijn, stuitte ik tijdens de 4 mei herdenking. Deze waarneming dateert uit 1942, in het midden van de oorlog, en het is verbijsterend hoe actueel dit is en hoe goed het aansluit op mijn betoog van vorige week. Dat ging over tijd, maar wat is tijd?

Over deze vraag hebben geleerden zich al eeuwen lang gebogen. Een tijdlang werd gedacht dat tijd is te zien als een constante stroom, die één richting op stroomt. Vandaar ook de tweede wet van de thermodynamica, die luidt, kort door de bocht: de wanorde van elk gesloten systeem neemt toe in de tijd. Of anders gezegd: warmte stroomt altijd één kant op, van warm naar koud. Maar aan dit beeld werd door Einstein radicaal een einde gemaakt met zijn algemene relativiteitstheorie. Ruimte en tijd vormen een onverbrekelijk geheel, dat ontstaan is met het ontstaan van het heelal, en dat weefsel van de ruimtetijd is vervormbaar. Het kromt onder invloed van de zwaartekracht, en niet iedere gebeurtenis of handeling duurt overal even lang. Er bestaat in de kosmos geen gemeenschappelijk nu.  De tijd zou uiteindelijk zelfs circulair kunnen zijn, en het verschil tussen heden en verleden zou kunnen verdwijnen.

Dat helpt ons dus niet veel verder, als we de tijd echt willen begrijpen. Daarom ga ik te rade bij de spirituele tradities. En dan kom ik uiteindelijk uit bij de uitspaak: niets bestaat behalve het nu, en zelfs dat niet. Het verleden bestaat niet meer, en de toekomst bestaat nog niet. Maar zodra je het ‘nu’ gaat beschouwen, verdwijnt dat ook. Het is immers oneindig klein en kort, want zodra je er een zekere duur aan toekent bestaat het weer alleen uit verleden en toekomst, die dus niet bestaan. Begrijpt u het nog?

Omdat ook dit me niet helpt bij het begrijpen van de tijd neem ik mijn toevlucht tot de beproefde methoden van meditatie en een Zen-koan. De vraag is dan: wat is tijd? Door middel van de methodiek van de quantumsprong (https://www.quantumsprong.org) heb ik voor mezelf een antwoord op die vraag gevonden. En dat helpt me dan weer om beter met mijn tijd om te gaan. Graag wil ik eindigen met het volgende citaat uit Onder het melkwoud van Dylan Thomas:

Tijd gaat voorbij. Luister. Tijd gaat voorbij. Kom dichter nu.

Dat lijkt me een goede start voor het onderzoek naar tijd. Zelf neem ik nu de tijd voor vakantie, dus mijn eerstvolgende blog zal pas verschijnen in de eerste week van juni. Ik neem Het mysterie van de tijd van  Carlo Rovelli mee – dat schijnt een fantastisch goed boek te zijn. Dus misschien kom ik op dit onderwerp nog wel weer terug.

 

Due to holiday no blogs until the first week of June.

 

 

Tijd van leven.

Onlangs kreeg ik van mijn schoondochter het kinderboek Momo en de tijdspaarders van Michael Ende (de schrijver van het Oneindige Verhaal) omdat ik, zo dacht ze, daar wel geïnteresseerd zou zijn en daar wat mee zou kunnen op mijn blog. Daar had ze gelijk in, en dit blog is het eerste resultaat.

Het is een grappig, goed geschreven kinderboek dat al dateert uit 1973. Er is een musical en een film van gemaakt; toch kende ik het niet. Zoals ieder goed kinderboek is het ook heel leesbaar voor volwassenen. Het beschrijft hoe gewetenloze ‘zakenlieden’ een hele samenleving er toe brengen om tijd te (be)sparen, en deze daarmee vrijwel te gronde richten. Maar de kleine heldin Momo, het meisje dat goed luisteren kan, slaagt er in dit onheil uiteindelijk af te wenden.

Het is verbazend hoe actueel dit boek is. Ende  – al in in 1973! – schept een wereld die bedrieglijk veel lijkt op onze dolgedraaide samenleving. Tijd vervult daarin de rol van geld. Je kunt het sparen, net als geld. De ’tijdspaarders’ vormen een opmerkelijke metafoor voor diegenen die in onze wereld de woekerpolissen en ondeugdelijke beleggingsproducten aan de man en vrouw brachten (en in bepaalde vorm nog steeds brengen). Niemand heeft ergens meer tijd voor, en kilte neemt de plaats in van aandacht en warmte.

Hoewel dit boek helemaal geschreven is rondom het begrip ’tijd’, is tijd in dit boek dus een metafoor voor geld. Tijd is geld, zoals de zegswijze luidt. In onze neo-liberale consumptiemaatschappij  zijn we in een situatie terecht gekomen waar we, net als in het boek, veel tijd te kort komen. Onze materiële behoeften maken dat we  alles steeds efficiënter willen doen. Dat lukt ook, mede door de ontwikkelingen op IT gebied, maar we vullen de daardoor vrijgekomen tijd steeds met nieuwe activiteit, en hebben dien ten gevolge altijd haast. Haast wordt een houding, zelfs in situaties waarin we genoeg tijd tot onze beschikking hebben. Ik neem mijzelf als voorbeeld. Hoewel ik al een ‘oude van dag’  ben, en mijn dagen in zekere zin geteld zijn, heb ik niettemin tijd in overvloed ter beschikking. Ik zou dus geen tijdsdruk moeten voelen. Maar toch ben ik soms gehaast, en geërgerd als ik voor een stoplicht moet wachten. Of neem ik te weinig tijd als ik ergens op tijd moet zijn, waardoor ik in de stress kom – en alles langer duurt. Als ik gehaast ben trek ik bijvoorbeeld mijn schoenveter in de knoop, of probeer ik met twee benen in één broekspijp te komen. Ik kan ook moeilijk wachten, in een rij bijvoorbeeld. Ik ben een ongeduldig man. Dat is zeker een persoonlijke karaktertrek, maar ik zie deze processen toch ook vaak om me heen. Hoe dit zij, velen, zeer velen,  klagen over tijdtekort. In 1988 schreef ik hier al over:

Wij hebben altijd haast, en staan niet even stil, opdat onze ziel ons in kan halen. Wij hebben de kunst van het wachten verleerd. Zoals de I Tjing zegt:’Kracht laat zich gevaar niet overhaasten, maar neemt de tijd, terwijl zwakte erdoor in opwinding geraakt en het geduld verliest.’ En verderop: ‘ Het wachten in geen ijdel hopen, maar bevat de innerlijke zekerheid dat het doel bereikt zal worden.’ (5. Siu. Het wachten).

Tijd om eens wat dieper op dit begrip ’tijd’ in te gaan. Daarover meer in mijn volgende blog.