Maandelijks archief: februari 2015

De grote kentering: quo usque tandem?

In mijn vorige blog schetste ik een doemscenario op grond van het boek van Naomi Klein: hoe we afstevenen op een ecologische ramp van ongekende omvang op wereldschaal. Ik ben daar toen niet ingegaan op hoe die ramp er uitziet. Lees daarvoor het boek van Naomi Klein, of alle andere boeken die dat al uitvoerig beschreven hebben, en huiver.

Deze ramp is volgens mij niet meer af te wenden, en we moeten onze energie dus op iets anders richten. Dat wil niet zeggen dat we niet alles moeten doen om de temperatuursstijging onder de vier graden te houden (wat misschien nog haalbaar is), omdat ik op een of andere manier het idee heb dat een temperatuursstijging van zeven graden nog veel erger is, hoewel ik dat niet zeker weet. Maar de ecologische ramp is niet meer afwendbaar, en daarom moeten we ons een ander doel stellen.

Dit doel kan dus niet zijn economische groei. Natuurlijk zijn er nog sectoren in de economie die moeten groeien, zoals bijvoorbeeld de transitie naar duurzame energie, een verduurzaming van de landbouw, en de transitie naar een echt circulaire economie, maar om dat zonder overmatige verdere schade voor het klimaat te kunnen doen zal de rest van de economie toch echt moeten krimpen. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER.

Maar er is een ander doel waar we voor kunnen gaan. Dit doel wordt  door David Porton, Joanna Macy en anderen al vanaf 2003 geformuleerd als ‘The Great Turning’, de grote kentering. Zie bijvoorbeeld: https://www.joannamacy.net/thegreatturning.html. Het gaat om een economische, culturele, sociale en ecologische omwenteling op een schaal die we nog nooit hebben meegemaakt. Zonder dat begrip te noemen denkt Naomi Klein dezelfde kant uit. Een dergelijke omwenteling zou kunnen betekenen dat we ondanks de rampen die ons ongetwijfeld zullen treffen toch nog een menswaardige samenleving zullen kunnen opbouwen.

De start van deze omwenteling is niet van bovenaf te verwachten. Alle grote omwentelingen in de menselijke geschiedenis zijn altijd van onderaf begonnen. Die waren soms succesvol op het juridische en sociale vlak, maar hebben nooit tot een structurele omslag in de economie geleid. (Zelfs de afschaffing van de slavernij heeft uiteindelijk slechts geleid tot een aanpassing van het bestaande economische systeem, en de industriële revolutie in Europa versneld). Er zijn slechts twee fundamentele veranderingen geweest in de geschiedenis van de mensheid die te vergelijken zijn met de omslag die er nu nodig is: de agrarische en de industriële revoluties. Maar die revoluties namen eeuwen in beslag, en waren dus in feite evoluties, terwijl de omslag die we nu moeten maken in twee decennia (een generatie) moet plaats vinden.

Klein hoopt en denkt dat dit zou kunnen lukken  op grond van alle vaak succesvolle protestacties die nu al plaats vinden tegen allerlei schadelijke vormen van gas- en oliewinning: winning uit teerzanden, winning van schaliegas en -olie, diepzee-oliewinning, kolenwinning, enzovoort (‘Blockadia’ noemt ze dat). Ik deel dat optimisme niet. Optimisme is niet een karaktertrek die ik bezit, evenmin als pessimisme trouwens. Ik noem mezelf een realist. Alle succesvolle protestacties tot nu toe zijn slechts een rimpeling in het bestaande systeem. Jaar in jaar uit gaat de CO2 uitstoot intussen omhoog. Wat dat betreft is Joanna Macy realistischer (zie bijvoorbeeld, De Aarde heeft koorts, pag. 168 – een ontroerend stukje tekst . U kunt dit lezen door te klikken op: Joanna Macy.

Uit mijn ervaring als psychotherapeut, coach en organisatie-adviseur (en ook uit mijn eigen leven) heb ik de conclusie getrokken dat mensen en organisaties pas echt willen veranderen als het water hen tot de lippen is gestegen. We gaan de grote kentering pas echt meemaken als de nood veel hoger is dan hij nu is. Voorboden daarvan zien we nu al wel, in Griekenland bijvoorbeeld. Er is één manier echter om dit proces te versnellen: dat is om de realiteiten zonder omwegen onder ogen te zien. Als we dit nu zouden doen (in plaats van allerlei verhullende taal te gebruiken, dan zouden we kunnen zien dat we NU al in de shit zitten. Als we de moed hebben om wat dat betreft in de put te gaan zitten, en daar net zolang te blijven tot we het licht zien, dan kunnen er wonderen gebeuren. Dat is de U-methode van Senge, Scharmer, Jaworski en anderen.

Dat is echter geen proces dat je alleen moet doen, want dan word je alleen maar wanhopig. Je moet dat met anderen samen doen onder een leiding die je in de put durft te laten zitten zo lang als dat nodig is. Alleen dan komt uit het groepsproces de creativiteit naar voren die we nodig hebben voor de grote kentering.

Dit alles is oude koek, en al naar voren gebracht sinds 2003, 2004, 2007 en 2008; 7 en meer jaar geleden. Maar er is nog niets veranderd. Quo usque tandem (hoe lang zal het nog duren voordat de grote kentering gaat beginnen)?

 

 

 

 

ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER.

Nadat ik het eerst vluchtig had doorgekeken heb ik nu het boek van Naomi Klein – This Changes Everything, Nederlands: No Time – eens grondig doorgelezen. Zeer goed geschreven, goed gedocumenteerd, en derhalve zeer overtuigend. Zij laat zien dat we in moordend tempo afkoersen op een ecologische ramp van onvoorstelbare omvang. De nog steeds eenzijdige gerichtheid op economische groei en de ideologie van de vrije markt hebben dat als noodzakelijk gevolg. Goedkope arbeid in China en andere landen, de onbeperkte beschikbaarheid van fossiele brandstoffen, en ons wereldhandelssysteem (handelsverdragen) dragen daar eveneens toe bij. (In verband met dit laatste: het bijna afsluiten van een nieuw handelsverdrag tussen Europa en Amerika, het TTIP, vormt wat dit betreft een sluitstuk, en zal waarschijnlijk de democratische bevoegdheden van regeringen, bijvoorbeeld om ecologische maatregelen die hout snijden te nemen, verder uithollen. Zie bijvoorbeeld Bas Eickhout in NRC/Handelsblad, 9 februari 2015). Op één punt wijkt mijn mening af van die van Klein: zij denkt dat we de opwarming nog binnen de grens van 2 graden kunnen houden, als we nu massaal zouden handelen. Afgezien van het feit dat dit niet zal gebeuren lijkt me dat al een gepasseerd station. Reeds in 2008 stelde Jan Paul van Soest op goede gronden dat een opwarming tot 4 graden veel waarschijnlijker zou zijn. Intussen lijkt dat vrijwel zeker, en gaat het dus meer om de vraag of we binnen de vier graden blijven of niet, en misschien wel om heel andere vragen.  Klein draagt daarmee bij tot de mythes die zij zegt juist te willen bestrijden.

Ze laat zien dat we het voor de oplossingen niet moeten hebben van onze politieke en zakelijke leiders. In tegendeel. Door de mythe dat (duurzame) economische groei samen kan gaan met de oplossing van het klimaat probleem dragen ze niet bij tot de duurzaamheid van deze wereld maar verergeren ze de probleem juist. Een goed voorbeeld daarvan treffen we in NRC/Handelsblad van 28 januari – Red het klimaat en de economie. In dit artikel betogen Andrew Steer (World Resources Institute) en Chad Holliday (Commissaris bij Shell) dat er maatregelen mogelijk zijn die zowel de economische groei bevorderen als het klimaatprobleem oplossen. Hoewel hun voorstellen op zichzelf niet onzinnig zijn, is hun conclusie volstrekte onzin. Dat weten ze zelf natuurlijk ook wel (of niet?). Hoe dom kun je zijn – of is dit gewoon kwade trouw?

Ook van onze mecenassen, de Bill Gatesen en de Richard Bransons van deze wereld, moeten we het niet hebben, evenmin als van een deel van de Milieubeweging of de groene politieke partijen.  Zij allen gaan uit van de zojuist omschreven misvatting. Te onzent zien we dat recentelijk weer bij de plannen voor een gasboring op en bij Terschelling, plannen  die gesteund worden door milieuactivist Wouter van Dieren. De man lijkt zelf wel een fossiel geworden. Hij is in elk geval niet erg met zijn tijd mee gegaan.

ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER. ECONOMISCHE GROEI KAN NIET MEER.

Dit kan niet vaak genoeg gezegd worden. Dat schept natuurlijk wel een gigantisch probleem (naast het ecologische) want hoe kunnen we dan een wereld scheppen waarin iedereen in zekere welstand leeft en een zinvolle bijdrage kan leveren? En hoe kunnen we in een krimpende economie onze democratische rechtstaat behouden? Omdat dit probleem werkelijk heel lastig oplosbaar is wordt het niet benoemd. Dan hoeft er dus ook niet over te worden nagedacht. Sterker nog, alle politici overal te wereld blijven streven naar economische groei.

Natuurlijk is een bloeiende economie denkbaar die zowel het wereldwijde armoede vraagstuk als het klimaatprobleem oplost. Dan moeten we denken aan een circulaire economie, die ALLE grondstoffen hergebruikt (cradle to cradle) en geheel draait op duurzame energiebronnen (wind, zon en water). Maar daar zijn we zowel technisch als economisch nog lang niet, en om daar te komen zijn enorme investeringen nodig. Die dragen op zichzelf nog geruime tijd bij aan het klimaatprobleem en vragen grote opofferingen. Niettemin moet dat toch gebeuren – en dat betekent dat de rest van de economie nog verder moet krimpen. We zullen er niet komen zonder desinvesteringen.

Kortom, we zitten vast. Wat nu? Daarover de volgende keer.

 

 

 

Genade voor recht?

Dit blog is een beetje lang geworden. Daarvoor mijn excuses – ik kon het niet beknopter zeggen.

In mijn vorige blog zegde ik het vertrouwen in onze overheid op. Niet dat dit enige betekenis heeft in het licht van de Eeuwigheid, maar voor mijzelf maakt het wel verschil.

Dat vertrouwen is deze week nog verder beschaamd. Het betreft de kwestie Griekenland. Eerst de feiten:

1. Griekenland heeft in het recente verleden ons allemaal belazerd. Gesjoemel met de overheidsboekhouding, valse reportages naar de EU, corruptie alom. Maar wie is Griekenland? We moeten toch zeggen dat de hoofdverantwoordelijken daarvoor de politici en de industriëlen zijn, al gaat de bevolking, die maar wat graag profiteerde, niet vrijuit. Elk volk krijgt de leiding die het verdient.

2. Daarvoor is het land gruwelijk bestraft. Ze werden – heel vernederend – onder curatele gesteld en  gedwongen draconische bezuinigingsmaatregelen door te voeren, en hun economie grondig te herstructureren. Vanzelfsprekend ging dat volgens het neo-liberale concept: markt, markt, en daarna de markt. Het gevolg: werkloosheid tegen de 30 %, jeugdwerkloosheid 55 % en schrijnende armoede. De bezuinigingsmaatregeken zijn intussen doorgevoerd, met de economische herstructurering (inclusief de corruptiebestrijding) is nog nauwelijks iets gebeurd.

3. De Grieken kiezen op voorbeeldig democratische wijze een nieuwe regering, waarbij het vertrouwen in de oude regeringspartijen wordt opgezegd. De nieuwe regering wordt gekozen op basis van beloften die ze onmogelijk kunnen waarmaken.

4. De nieuwe regering wordt in Europa ijzig ontvangen. De normale diplomatieke gebruiken, het feliciteren van de nieuwe premier met zijn overwinning, worden niet of heel zuinig in acht genomen. Een rondje van de nieuwe Griekse minister van financiën langs  Europese regeringen waarbij hij verzoekt om clementie aangaande de schulden, levert nietszeggende grimlachjes op, maar geen enkele concessie van Europa. Onze eigen minister Dijsselbloem, hoofd van de Eurogroep van ministers van financiën, wist niet hoe gauw hij moest zeggen dat afspraken in elk geval moeten worden nagekomen. Je zou dit kunnen zien als een tactische manoeuvre voor de onderhandelingen, maar je kunt ook zeggen dat hij in zijn arrogantie voor zijn beurt heeft gesproken. Intussen drijft de Europese Centrale Bank Griekenland verder in het nauw door de voorwaarden van kredietverlening aan Griekenland te verscherpen. Hoezo speelt de bank geen politieke rol?

Om dit blog niet al te lang te maken laat ik het wat betreft de feiten hierbij. Als ik probeer er met enige afstand naar te kijken dan zie ik het volgende:

1. Alle partijen hebben nu hun hakken in het zand gezet. Anders gezegd: hun piketpaaltjes geslagen. Anders gezegd hun territorium afgebakend met hun plasje. Anders gezegd: de partijen zijn met hun geweien in elkaar gehaakt (’they locked horns’). Een echt masculien proces, dat grote risico’s met zich meebrengt, zoals het failliet van Griekenland en uiteindelijk de ondergang van de EU zoals we die op goede gronden in zestig jaar hebben opgebouwd. Dat zou niet zozeer een economische ramp zijn (dat misschien ook wel) als wel een enorme terugval op cultureel en sociaal gebied. Wat mist, ondanks de participatie van merkel,  is de vrouwelijke component: het oog voor de relaties tussen de partijen, voor samenwerking in plaats van willen winnen.

2. Aan Noord-Europese kant werken we vanuit wat Geert Mak noemt onze mierenmoraal (NRC/Handelsblad, 31 januari). Dat kent u toch, de fabel van de krekel en de mier? Even lezen: https://nl.wikipedia.org/wiki/Fabels_van_Jean_de_La_Fontaine. Blijkbaar maken de Calvinistische en de Lutherse achtergrond in dit opzicht weinig verschil.

Open communicatie 2

3. Naar twee soorten deskundigen wordt in het geheel niet geluisterd: economen, die vrijwel unaniem (wanneer waren economen het ooit zo eens?) pleiten voor schuldvermindering, en communicatie deskundigen, die wel iets hebben te adviseren over ‘collaborative communication”, onderhandelen en conflicthantering. Vooral aan het open  luisteren, de horizontale as in nevenstaand schema,  ontbreekt het enigszins, om me maar eens gematigd uit te drukken. * (Klik erop om het goed te kunnen zien)

4. Dat hangt samen met de volgende waarneming: het ontbreekt volstrekt aan de waarden waarvoor ik in een van mijn vorige blog een lans heb gesproken: eerbied/respect en wijsheid. Er is in de eerste plaats volstrekt geen respect voor de democratische uitkomst van de verkiezingen in Griekenland. Dat doet denken aan het gebrek aan respect voor de uitslag van de Palestijnse verkiezingen in 2006. In het algemeen kan je wel zeggen dat Westerse regeringen de uitkomsten van het democratisch proces alleen respecteren als dat een voor hen acceptabele uitslag oplevert. Maar ook op het het persoonlijk vlak onttrekt elk respect voor de ’tegenstander’, om van wijsheid maar te zwijgen. Waarom onze politici de nieuwe Griekse regering minder vertrouwen dan de oude, die immers het probleem heeft veroorzaakt en nog niets heeft gedaan aan een wezenlijke herstructurering, is me en raadsel. Om met Henk Overbeek (emeritus hoogleraar internationale betrekkingen aan de VU) te spreken: “Als de Merkels, Camerons en Dijsselbloems van deze wereld volharden in hun neerbuigende en belerende benadering van de democratisch gekozen regering van een soevereine lidstaat, dan zullen zij een zware historische verantwoordelijkheid meetorsen. Dan hebben we straks in Europa regeringen aan de macht die geleid worden door Le Pen, Farage, Wilders, en de Gouden Dageraad.” (Trouw, 6 februari 2015).

Er dringt zich aan mijn bewustzijn een belangrijke historische parallel op (ook al zijn er natuurlijk ook belangrijke verschillen). Het lijkt wel alsof we Griekenland precies zo behandelen als Duitsland behandeld werd na de eerste wereldoorlog. En we weten allemaal wat daarvan gekomen is. Maar in het algemeen worden uit de geschiedenis weinig lessen getrokken.

Misschien helpt meditatie en gebed. Laten we de energie van wijsheid en compassie naar onze ‘leiders’ toesturen, en voor hen bidden. Mogen ze naast hun slimheid hun hart en hun gezonde verstand laten spreken en genade voor recht laten gelden. Dan kan er alsnog een wonder geschieden.

 

* Dit model is door mij uitgewerkt in de volgende boeken: Spiritueel Leiderschap, Zin in Zorg, en Voor niets gaat de zon op.

 

Our nefarious governments

Recently I saw a book review of Gaza, a history, by Jean-Pierre Filiu in The New York Review of Books, written by David Shulman. From this survey I learned that Gaza is already suffering from war and foreign occupation for 3000 years. It also summarized Gaza’s history since 1948, when the State of Israel was founded. If we see Israelean policy as described in this condensed way only two qualifications come to mind: stupid and nefarious. See and judge for yourself: https://www.nybooks.com/articles/archives/2014/nov/20/gaza-murderous-melodrama/

For me this did not come as a shock; I already knew this for a long time. But what I realized – and that did come as a shock, although I knew this too – that USA, Europe and my own government support this policy during all these decades. Sometimes there is a weak protest, but at the same time money is flowing towards Israel and trade agreements are made and maintained. In criminal law we have a term for this: complicity. This in criminal law is penalized, not as severely as the first offender, but nevertheless. But our governments and our politicians come away with it.

Realizing that my government is an offender I suddenly realized that it is committing more crimes. An example: it is sending refugees, who already are living here with their families for years, sometimes decades, with a legal permit to stay, back to their countries when it appears that they have been a member of an organization (official, or a resistance movement) that has committed war crimes, even if they have not participated in it themselves. (unless they can prove this, but evidence has to come from the countries where the war crimes are committed, and those countries never are cooperating). Our administration can do this without any form of court case, and doing so are ruining families and sometimes are co-responsible for murder. (See the columns of Tinkebell in the Dutch paper Trouw)

Another example: our governments and administrations, national and local, most of the times in purchasing services and products are choosing for cheap instead of ecologically sustainable. Thus they are contributing to global warming, causing millions, maybe billions of deaths in the foreseeable future. This I call nefarious too. (see again the paper Trouw of January 30)

The are many more examples, but for the time being this is enough. The net result is that I don’t feel represented by my government anymore. But I don’ know yet which conseqences I have to derive from that. By paying my taxes I am co-responsible too. But reducing my tax contribution is hardly an option – it would lead to court cases that I should lose and I should end in jail. I never cheated the tax authorities, but I certainly would do it these days if I saw an opportunity. This would not be a political choice, but a moral one.

In the mean time the only thing one can do is protest: in raising ones voice and in action. Showing the facts, like The New York Review and Tinkebell are doing. Will it have any affect? One never can tell. Among the about 120.000 readers of the New York Review and the 90.000 of Trouw there might be some influential and courageous ones. Let’s pray for them, and support them wherever we can.

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).