Categoriearchief: Spiritualiteit

De vrek.

De archetypen in onze samenleving.

Overwin de vrek met gulheid (Mahabharatha)

Bijna niemand van ons is een Scrooge of Oom Dagobert Duck. Maar in verzwakte vorm hebben de meesten van ons wel iets vrekkigs. Want wie van ons hecht er niet aan bepaalde materiële goederen of aan geld? Of kan het niet nalaten nieuwe kleren te kopen of andere niet noodzakelijke goederen? Wie kan er moeilijk dingen weggooien? En zijn velen van ons niet verslaafd aan vliegen of vlees eten terwijl we weten dat we daarmee schade toebrengen aan ons voortbestaan? Iedere consument die meer uitgeeft en bewaart dan nodig is voor de bevrediging van onze basisbehoeften is afhankelijk van zijn begeerte. En dat is de bron van alle lijden in de wereld, zoals de Boeddha al zei. Dit archetype is volgens mij ook de belangrijkste drijfveer van vele bestuurders aan de top van de overheid, en bij aandeelhouders, directeuren en bestuursvoorzitters in het bedrijfsleven.

Zoals alle archetypen heeft ook de vrek een licht- en een schaduwzijde. We associëren dit archetype meestal met de schaduwzijde: hebzucht, verslaving, hamsteren, oppotten van geld en emoties ten koste van anderen. Maar Oom Dagobert Duck toont ook een vergaande toewijding om zijn neefjes Kwik, Kwek en Kwak te beschermen. Niet zelden is vrijgevigheid een (vaak verborgen) eigenschap van de vrek, zoals bijvoorbeeld blijkt bij Scrooge na zijn transformatie in de beroemde Christmas Carol van Charles Dickens. Een andere lichtzijde van de vrek is zijn/haar ondernemerschap. Haar/zijn creativiteit stelt hem/haar in staat om de materiële middelen te scheppen om mooie dingen mee te doen.

.

Archetype kaart © Caroline Myss. Midas slaat
op de mythe van Koning Midas van Frygië,
die alles wat hij aanraakte in goud veranderde.

Kortom, zoals bij alle archetypen komt het op de intentie aan. Is de creatie van rijkdom – al dan niet gebaseerd op een onverwerkt verleden – uitsluitend gericht op de eigen verheerlijking, of mede op het scheppen van het welzijn van de anderen. Voor zover we de vrek in onszelf herkennen en erkennen, is aan ons de keuze, zoals altijd.


De rechter

De archetypen in onze samenleving.

Angst overwinnen is het begin van wijsheid. (Bertrand Russell)

We staan in deze samenleving onmiddellijk met ons oordeel klaar over alles en iedereen. Ik zeg ‘we’ want het geldt ook voor mezelf. We lopen de hele dag goed- maar vooral af te keuren. Dat geldt ten aanzien van publieke figuren, maar ook ten aanzien van bijna iedereen met wie we in contact komen. We spreken die oordelen niet altijd uit, maar heel vaak ook wel: mondeling, in roddels, op internet, waar we maar kunnen. We treden eigenlijk voortdurend op als rechter, maar dan zonder voorafgaand onderzoek. Daarom noem ik ‘de rechter’ een archetype in onze samenleving.

Dit snelle oordelen verhindert ons om werkelijk te kijken, om dieper op onze omgeving in te gaan. We laten wat er werkelijk gaande is niet echt op ons inwerken – in plaats daarvan staan we onmiddellijk met onze reactie klaar. Daar worden we ook niet wijzer van. Bovendien leidt dit tot polarisatie en conflict in de samenleving.

Ik herinner me dat ik eens namens een organisatie voor de rechter stond in verband met een aanklacht wegens overlast. De rechter (B.J. Asscher) maakte toen diepe indruk op me. Het was een betrekkelijk eenvoudige zaak, maar hij nam alle tijd om er dieper op in te gaan. Zijn scherpe blik staat me bij tot op de dag van vandaag – en hij nam de tijd om ter plaatse te ervaren hoe het met de overlast gesteld was. Ik herinner me niet meer precies wat de uitspraak was, wel dat ik het ervoer als een salomonsoordeel.

De antinomische tegenstelling van oordeel is onderscheidingsvermogen: het vermogen om te zien wat werkelijk is. Dit onderscheidingsvermogen ontwikkelen we door onze wijsheid, die zelf weer voorkomt uit diepgaande zelfreflectie en levenservaring. Als we willen bijdragen tot een meer harmonische, rechtvaardige en vreedzame wereld komt het er dus op aan bewust te leven en zodoende onze wijsheid te ontwikkelen. Het is nooit te laat om daarmee te beginnen, en onze aandacht te intensiveren.

.

Tarot kaart XI uit de grote Arcana (gerechtigheid)

.

.

.

.

.

Archetype kaart © Caroline Myss

Identiteit (vervolg)

Net nadat ik mijn vorige blog had geschreven (waarin ik aanraadde onze identiteit niet alleen te ontlenen aan uiterlijke zaken) kreeg ik een artikel uit Trouw onder ogen, waarin beschreven werd hoe voor steeds meer kinderen en jongeren het gebruik van botox en andere fillers de normaalste zaak van de wereld is geworden. Hetzelfde geldt voor tatoeages. Het aantal cosmetische klinieken in Amsterdam-Zuid is sinds 2013 opgelopen van 38 tot 203. Er zijn daar nu al meer cosmetische klinieken dan Albert Heijns.

Afgezien van dat dit illustreert hoe belangrijk ons uiterlijk is geworden voor onze identiteitsgevoelens (over de gevaren waarvan ik vorige week heb geschreven) laat het ook zien hoe afhankelijk we worden van hoe we eruit zien. En van de opgeblazen schoonheidsidealen die toevallig in deze tijdsperiode opgeld doen. Voor de schoonheid van de natuurlijke uitstraling van vrijwel elk menselijk lichaam (uitzonderingen daargelaten) hebben we geen oog meer. Natuurlijk ben ik er niet op tegen dat we die schoonheid ondersteunen met een mooi of leuk jurkje of overhemd, of met een bescheiden, natuurlijke make up of goed gekozen sieraden. Die kunnen ook een expressie van ons innerlijk zijn. Maar hier lijkt iets anders aan de hand. Hier lijkt het dat we onze waarde en waardigheid niet meer ontlenen aan onze innerlijke wijsheid, kracht en schoonheid, maar aan ons conformisme. Dat is trouwens niet alleen van deze tijd: het doet me denken aan Thorstein Veblens conspicuous consumption met als doel status te winnen en te bevestigen. Dat is dus een substituut voor de zelfwaardering die gebaseerd is op de hierboven genoemde kwaliteiten.

Ik had nog een tweede gedachte achteraf naar aanleiding van bovengenoemd blog. En dat is dat de meest stevige basis van onze identiteit eenheidsbewustzijn is, namelijk het besef dat we een onlosmakelijk deel uitmaken van Gaia als geheel, zoals de cellen een onlosmakelijk deel uitmaken van ons lichaam. Het betekent dan dat we kunnen zeggen: ik ben Gaia, de aarde met alles erop en er omheen. We kunnen dat natuurlijk alleen maar zeggen als we dat ook werkelijk zo beleven – een verstandelijk weten is niet genoeg. We ervaren deze eenheid als we ons laten meeslepen in een massa, bijvoorbeeld bij een popconcert, een voetbalwedstrijd of een demonstratie. Maar dat is nog maar een primitieve, tribale vorm van eenheidsbeleving. Als we gaan voor onze spirituele ontikkeling kan het zijn dat we aan het eind van een lange weg de unio mystica bereiken, waarbij we versmelten met de oorsprong van alles. Dan hebben we geen enkel symbool van identiteit meer nodig.

Unio Mystica

The Guy in the Glass

I am the best friend of myself.’ (Helen Reddy). Is dat zo?
https://www.youtube.com/watch?v=uTZpLd8Ts8o

Mijn vorige blog eindigde ik met de volgende vragen: Voor iedereen die niet lijdt aan een psychische stoornis is er altijd de keuze om te luisteren naar ons geweten. Waarom wordt die niet gemaakt ten behoeve van ons allemaal? Waarom kunnen zovelen van ons het leven niet zien als een heilige reis?

In dit blog ga ik in op wat deze vragen voor mezelf betekenen. Ik doe dit aan de hand van het prachtige gedicht van Dale Wimbrow, zie hieronder.

Disclaimer: Het gedicht is geschreven vanuit een positie als man, maar dat betekent natuurlijk niet dat het voor een vrouw niet net zo zou kunnen zijn. Het feit dat ik voor dit gedicht kies impliceert voor zover ik mezelf ken niet dat ik een seksistische oriëntatie heb.

The Guy in the Glass

by Dale Wimbrow, (c) 1934

When you get what you want in your struggle for pelf,*
And the world makes you King for a day,
Then go to the mirror and look at yourself,
And see what that guy has to say.

For it isn’t your Father, or Mother, or Wife,
Who judgement upon you must pass.
The feller* whose verdict counts most in your life
Is the guy staring back from the glass.

He’s the feller* to please, never mind all the rest,
For he’s with you clear up to the end,
And you’ve passed your most dangerous, difficult test
If the guy in the glass is your friend.

You may be like Jack Horner* and “chisel” a plum,
And think you’re a wonderful guy,
But the man in the glass says you’re only a bum
If you can’t look him straight in the eye.

You can fool the whole world down the pathway of years,
And get pats on the back as you pass,
But your final reward will be heartaches and tears
If you’ve cheated the guy in the glass.

In grateful memory of our father, the author, Dale Wimbrow 1895-1954

.

*) pelf = geld, duiten. feller = fellow.
Jack Horner verwijst naar een kinderversje, dat gezien wordt als een metafoor voor opportunisme en hebzucht, met name in de politiek. Zie: https://en.wikipedia.org/wiki/Little_Jack_Horner

Waarom toch?

“Meneer van Rijswijk, ik studeer strafrecht. Wat u doet is misdadig”
(ING aandeelhouder op de aandeelhoudersvergadering. Van Rijswijk is CEO ING)

Begeerte heeft ons aangeraakt.
(De Internationale, socialistisch strijdlied, vertaling Henriëtte Roland Holst)

De inflatie dendert voort. Oude maatregelen uit het verleden die niet of maar zeer ten dele werkten en grote schade aan de samenleving veroorzaakten – zoals renteverhogingen door de Centrale Banken, bezuinigingen en loonmatiging – worden van stal gehaald uit angst voor een loon-prijsspiraal, hoewel de kans daarop klein is volgens de Nederlandse Bank. Zoals ook bij andere maatschappelijke problemen wordt in de politiek – en in dit geval ook door de journalistiek – niet gekeken naar wat de diepere oorzaak is. Waarom duurt de inflatie voort (vooral zichtbaar in de consumentenprijzen) terwijl de energiekosten inmiddels gedaald zijn tot het niveau van begin 2021, en de effecten van de oorlog in Oekraïne inmiddels gestabiliseerd zijn?

Door een column van Koen Haegens in de Groene Amsterdammer van 20 april vielen mij de schellen van de ogen. Het is heel simpel: de helft van de inflatie wordt veroorzaakt door de ‘onstilbare honger van bedrijven en aandeelhouders naar meer’, die leidt tot de hoge consumentenprijzen en tot giga bedrijfswinsten en uitkeringen aan aandeelhouders. Kennelijk hebben de bedrijven voldoende marktmacht om dat straffeloos te kunnen doen (monopolies en oligopolies die niet aan banden worden gelegd). Zo harkten bijvoorbeeld de vijfhonderd grootste bedrijven in de VS ‘het onwaarschijnlijke bedrag van $ 1800 miljard binnen’ (ter vergelijking: dit is 2,5 x de totale begroting van de V.S.). De lonen blijven hiermee ver achter bij de inflatiecijfers, en ook worden die winsten niet besteed aan duurzame doelen. (zie het citaat hierboven).

Bedrijven doen dit omdat het kan en mag. Maar waarom toch? Waarom zijn de verantwoordelijke bestuurders en aandeelhouders zo gewetenloos bezig? Waarom spannen zelfs de certificaathouders van Triodosbank, van wie ik dacht dat ze deze certificaties mede hadden gekocht omdat ze de duurzame doelen van Triodos belangrijk vonden, nu een rechtszaak tegen Triodos aan omdat Triodos, ten gevolge van de kredietcrisis, wettelijk werd gedwongen de inkoop van aandelen stop te zetten?* Ik weet het, Boeddha heeft gezegd dat begeerte ons aangeboren is, maar ook dat we ons daarvan kunnen bevrijden. Maar waarom doen we dat dan niet? Waarom willen we steeds meer en meer, terwijl allang is aangetoond dat dit niet bijdraagt tot meer geluk. Waarom ‘kiezen’ vele bestuurders en aandeelhouders voor het vergroten van de maatschappelijke ongelijkheid en de destructie van de wereld? Welbewust onbewust? En waarom slikken we dit als consumenten en burgers? Wie het weet mag het zeggen.

Natuurlijk ken ik de verschillende psychologische en spirituele verklaringen, maar als puntje bij paaltje komt bevredigen die me niet. Voor iedereen die niet lijdt aan een psychische stoornis is er altijd de keuze om te luisteren naar ons geweten. Waarom wordt die niet gemaakt ten behoeve van ons allemaal? Waarom kunnen zovelen van ons het leven niet zien als een heilige reis?

In mijn volgende blog ga ik in op wat deze vragen voor mezelf betekenen.

.

*) Triodosbank mag wettelijk niet meer dan 3 % van haar kapitaal ( € 36 mio) inzetten om certificaten (een soort obligaties) op te kopen. Toen de vraag naar verkoop te groot werd, moest Triodos dus de inkoop stop zetten. De bank creëert nu een vrije markt om certificaten te verhandelen, maar daardoor is de nominale waarde van de certificaten niet meer gegarandeerd. Dientengevolge hebben de certificaathouders, net als de meeste beleggers in 2008/9, geld verloren, en konden ze een tijdlang niet bij hun geld. Dat hebben ze gemeen met hypotheekhouders, mensen met een verzekeringspolis en gepensioneerden. Dat een aantal van hen nu hun idealisme over boord zetten en zich opstellen als de gemiddelde consument die eigen belang stellen boven een groter belang verbaast me. Zie voor meer informatie over de financiering van banken: Frank Jan de Graaf in Trouw van 25 april j.l.

Onze heilige reis.

. . . tussen passer en winkelhaak, alwaar is heiligheid. . . *)

In mijn blog voor Pasen stelde ik dat ons leven is te zien als een heilige reis. Maar ervaren we dat ook zo?

Voor dit blog definieer ik ‘heilig’ als volgt: uniek, gewijd aan een roeping en verbonden met de transcendente wereld. Onder transcendent versta ik dan de materiële wereld overstijgend.

Hoe kunnen we ons van de heiligheid van ons leven (meer) bewust worden? Ik noem een paar mogelijkheden. Ten eerste beseffen dat schoonheid door ons kan worden ervaren en dat schoonheid een kwaliteit is die door onze geest aan de wereld wordt gegeven. Ten tweede door ons bewust te worden van onze roeping. En ten derde door ons te realiseren dat onze ziel na ons leven kan voort bestaan. Dit zijn drie vormen van spirituele bewustwording; er zijn er meer.

Vaak komt die bewustwording na een keerpunt in ons leven. Dat zijn soms crises, zoals ziekte of sterven van een geliefde, een (bijna) faillissement, een natuurramp. Of een openbaring (visioen, inzicht, het meemaken van een wonder). Je kunt het zien bij Jezus, na zijn doop in de Jordaan (het ontstaan van zijn Christus-bewustzijn), of bij Arjuna (Bhagavad Gita, het ontstaan van zijn Krishna bewustzijn), maar het komt ook bij ons ‘gewone’ mensen voor.

We weten niet met zekerheid wat de uiteindelijke bestemming is van onze reis. Maar dat geeft niet – op het reizen komt het aan. Een heilige reis is een stap in het geheel van deze schepping. Als we uit dit geheel stappen is dat een bron van onbehagen, ziekte of destructiviteit, en het verlies van het besef van heiligheid. Maar ik neem aan dat dit bij de lezers van dit blog niet of nauwelijks voorkomt: jullie weten wel dat het leven heilig is. Het is echter goed om daar af en toe eens bewust bij stil te staan.

.

*) Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Passer_en_winkelhaak

Zullen de vogels blijven zingen?*

Hoop kun je ontlenen aan het contact met de universele waarden. Universeel: dat betekent dat ze bij iedereen in de hele wereld leven. Maar niet iedereen heeft er contact mee. Hetzij door uiterlijke omstandigheden (ziekte, honger, oorlog, natuurrampen, armoede, angst voor de toekomst), hetzij door onze versluierende denkbeelden over onszelf en de wereld, kan dat contact verloren zijn gegaan.

Als je de luxe hebt om tijd en aandacht aan jezelf te besteden loont het de moeite dat contact met die waarden te verdiepen of zonodig te herstellen. Dat kan door jezelf de vraag te stellen ‘Wie of wat ben ik?’, en bij een van die twee die vragen stil te blijven staan totdat hèt antwoord je geopenbaard wordt. Daarna zul je betrekkelijk makkelijk jouw diepste waarden kunnen vinden. Een andere weg is je af te vragen wat je roeping of opdracht is in deze wereld en dan na te gaan welke waarden daaraan ten grondslag liggen.

Bij dit onderzoek is er een valkuil: dat je aangeleerde normen en overtuigingen voor universele waarden aanziet. Een voorbeeld uit mijn eigen leven: verantwoordelijkheid houdt voor mij in dat ik me niet alleen door eigenbelang laat leiden, maar ook door zorg voor mijn naasten, en door het algemeen belang. Maar daarmee is verantwoordelijkheid nog geen universele waarde: deze waarde is mij aangeleerd in mijn jeugd, en wordt volgens mij niet door iedereen gedeeld. Het vraagt dus nauwkeurige zelfreflectie en observatie van de wereld om je heen om het onderscheid te maken tussen universele en persoonlijke waarden.

Ik meen te weten dat er maar twee, misschien drie, universele waarden zijn (die dus bij iedereen leven) die aan alle andere waarden ten grondslag liggen. Deze universele waarden zijn dus ook fundamentele waarden. Om je ontdekkingsproces niet te verstoren houd ik even voor me welke dat volgens mij zijn. Uit die waarden vloeien overigens afgeleide waarden voort, die meer cultureel bepaald zijn. Maar hoe die ontdekkingsreis ook verloopt, en waar die eindigt, ik kan je verzekeren dat je naarmate je dichter bij de basis van je waardenstelsel komt deze waarden invloed gaan uitoefenen op je denken en handelen. Dan zal de hoop op natuurlijke wijze opbloeien.

*) Misschien wordt de Silent Spring van Rachel Carson niet bewaarheid. Dat hoop ik althans.

Zonder hoop vaart niemand wel.

Hoop is ergens voor werken omdat het goed is,
Niet alleen omdat het kans van slagen heeft.

(Vaclav Havel)

Hoop ontstaat door actie. Soms is geloof en vertrouwen voldoende om die actie te beginnen, maar soms wordt het erg moeilijk onszelf te motiveren als er niet vooraf al hoop is. We dreigen dan in een vicieuze cirkel te belanden: we ondernemen niets omdat we geen hoop hebben, en daarom hebben we geen hoop. Dan is het van belang andere wegen te vinden om hoop te ontwikkelen.

Een manier die vaak geprobeerd is, is het ontwerpen van utopieën. Maar daaraan kleven twee bezwaren: ze missen vaak de binding met de huidige realiteit, en verliezen daardoor aan geloofwaardigheid, of ze kunnen doorschieten in absolute systemen (communisme, nationalisme of zelfs nationaal-socialisme), waardoor ze feitelijk ons vertrouwen in de toekomst ondermijnen. Dat werkt dus niet.

Wat wel werkt is het op meer realistische en bescheiden schaal ontwikkelen van blauwdrukken, eerst voor deelterreinen van de samenleving en daarna voor de samenleving als geheel. Dat is gewoon leuk om te doen, een creatief spel waarvoor geen hoop nodig is, alleen je verbeeldingskracht: buiten de kaders denken. Ik heb dat zelf herhaaldelijk gedaan, en daar zelfs een boek over geschreven*), en ik kan uit ervaring zeggen dat mijn stemming daardoor aanzienlijk is verbeterd. Margaret Atwood spreekt in dit verband van ‘Practical Utopias’ en heeft daar zelfs een website voor ontwikkeld: https://www.discostudios.com/learn-live-with-margaret-atwood-course. Daarop staan voorbeelden, die ik zelf nogal ingewikkeld vond, maar het idee is wel duidelijk. Via Google kan je ook een interview met haar lezen in De Groene Amsterdammer van 2 november 2022.

Een andere methode om hoop te ontwikkelen alvorens te handelen is om nog eens contact te maken met je fundamentele waarden. Maar hoe maak je onderscheid tussen waarden en normen, en waar komen de fundamentele waarden vandaan? Daarover de volgende keer.

© Getty Images

*)Voor niets gaat de zon op. Een blauwdruk voor een waardige wereld, 2012

Leven met sterven en verrijzenis.

Here is a test to find wether your mission on earth is finished:
if you’re alive, it isn’t.
(Richard Bach, Illusions, The Adventures of a Reluctant Messiah)

Het leven is op te vatten als een heilige reis.*) Heilig, omdat ik denk dat iedereen een persoonlijke opdracht krijgt. Waar die opdracht vandaan komt? Dat weten we niet precies, maar in elk geval niet uit de materiële wekelijkheid; daarom noem ik deze opdracht heilig. En als die opdracht heilig is, dan is ons leven ook heilig, en op te vatten als een reis inde richting van de vervulling van die opdracht – of die nu helemaal voltooid wordt of niet is daarbij niet van belang. Op de beweging, op de reis komt het aan.

Heeft iedereen die opdracht? Ik denk het wel, maar ik zie in dat als je leeft onder zulke barre omstandigheden dat je leven eigenlijk neer komt op overleven, er niet altijd aandacht voor die opdracht kan zijn, en dan komt er ook van de reis niet veel terecht. Maar daar ga ik u niet verder op in.

Ook als je al weet dat je leven een heilige reis is, is het toch goed er in deze lijdensweek, en tijdens de Ramadan, weer eens naar te kijken. Zo is het interessant om eens naar het begin van de reis te kijken. Wanneer hoorde je de roep om te gaan? En wat hield die roep in? En wanneer stapte je over de drempel om je thuis, je veiligheidsgebied, te verlaten? En wat kwam je onderweg tegen? Wat moest je opgeven, loslaten, laten sterven? Wanneer ging je geestelijk dood (de ‘dark night’). En hoe vond de wederopstanding plaats, of moet die nog plaats vinden? Welke haltes of stations kwam je onderweg tegen? En heb je je eindbestemming al bereikt?

Als we zo naar ons leven kijken dan zien we dat leven sterven is. Voortdurend gaan er stadia voorbij om niet meer terug te komen en gaan er zaken verloren. Maar na ieder afstervingsproces is er een nieuw begin mogelijk. Dat is de aard van het leven: sterven en wedergeboorte, zoals ook verwoord in de mythe van de Phoenix en het Paasverhaal.

Uiteindelijk zal het ook zo gaan met de mensheid. Of we nu kosmisch gezien snel uitsterven door de klimaat catastrofe, of pas na vele eeuwen of tijdperken door een kosmische ramp of anderszins, uiteindelijk zullen we als mensheid ten onder gaan. Zijn dan alle creaties (kunstwerken) en is dan onze kennis- en bewustzijnsontwikkeling helemaal voor niets geweest? Is het leven dan eigenlijk zinloos? Dat is alleen maar zo als je gelooft dat de materiële werkelijkheid alles is er wat er is. Ik geloof echter dat wij geestelijk, niet-lichamelijk, zullen voortbestaan. Dan zal ons bewustzijn dat van de oorsprong benaderen, verrijkt met nieuwe ervaring. Dit lijkt me een opwekkende gedachte voor het aanstaande Pasen – maar eerst zullen we vandaag en de komende twee dagen moeten stilstaan bij de vergankelijkheid van de fysieke werkelijkheid en alles wat dat bij ons oproept.

.

*) Zie ook Joseph Campbell, De held met de duizend gezichten

Timshel

Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen, maar jij moet sterker zijn dan deze. (Genesis 4:7)

Disclaimer: Veel wat ik in dit blog aan de orde stel is al eerder neergeschreven (John Steinbeck, East of Eden, en bijvoorbeeld: https://peterdejaegher.com/2016/02/11/timshel/.) Niettemin heb ik er voor gekozen er ook zelf nog eens op in te gaan. Excuses voor de lezers die hier al alles over weten.

De bijbel is nog geen vier bladzijden oud of de mensheid wordt al twee keer opgezadeld met de erfzonde. De eerste keer is de bekende zondeval (Genesis 3); de tweede keer is de val van Kaïn nadat de Heer zijn offer had afgewezen. Tussen beide verhalen is een belangrijk verschil.

Na de eerste zondeval wordt de mensheid zonder meer gestraft. Dat heeft er toe geleid dat de leer van de erfzonde – wij zijn alzo verdorven, dat wij ganselijk onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad (Heidelbergse catechismus) – in Christelijke kringen wijd verbreid is. Slechts de genade Gods kan ons redden – tenzij dan dat wij door den Geest Gods wedergeboren worden (Heidelbergse catechismus, vervolg).

In het geval van Kaïn ligt dat anders – zie het citaat hierboven, dat de reactie van God is op de woede van Kaïn. Opvallend is dat in alle bijbelversies die ik heb gelezen het woordje moet is gebruikt als vertaling van het Hebreeuwse timshel. Zo vertaald klinkt het als een bevel; vriendelijker geformuleerd, een opdracht. Het kan echter ook vertaald worden als zal, en dan is het meer een voorspelling, iets wat is voorbeschikt. En tenslotte is de meest voor de hand liggende vertaling: kan. Dan wordt de verantwoordelijkheid geheel gelegd bij Kaïn: je hebt een keuze.

We zien dat achter deze vertalingsmogelijkheden drie verschillende levensbeschouwingen schuil gaan. Wat zegt het over de westelijke cultuur dat vanaf de middeleeuwen timshel steeds vertaald is als moet, (Engels: must) terwijl de vertaling kan dichter bij het oorspronkelijke Hebreeuws schijnt te liggen (hierover kan ik niet zelf oordelen – want ik ben geen kenner van het bijbels Hebreeuws. Ik moet dus afgaan op het oordeel van ter zake kundigen).

Wat denkt u, welke visie overheerst in de hedendaagse Westerse cultuur, die in de wereld zo dominant is geworden? Als we deze vraag bijvoorbeeld toepassen op de klimaatcatastrofe: is de uitkomst onvermijdelijk (voorbeschikt), is de uitkomst afhankelijk van of we een bevel of opdracht uitvoeren van een externe instantie die beslist wat juist en niet juist is, of zijn we zelf verantwoordelijk en hebben we een keuze? Volgende week kom ik hierop terug.

Citaat uit John Steinbeck, East of Eden.

NB: In verband met de verkiezingen verschijnt het volgende blog al op dinsdag.