Maandelijks archief: maart 2017

The roads to beauty.

In this world we need the awareness of beauty. It is everywhere, as Confucius said, but in order to experience it we have to be receptive for it. Beauty is in the eye of the beholder (https://www.phrases.org.uk/meanings/beauty-is-in-the-eye-of-the-beholder.html). So it is a relationship, like Love and Quality (See Robert Pirsich: Zen and the Art of Motorcycle Maintenance). Said differently: Beauty is not a quality of some object, but an inner state.In Dutch Freemasonry the road to Beauty goes through Wisdom and Power (strength). So one way to reach Beauty is to develop ones own wisdom and personal power. Than can be done through self investigation, because wisdom and power is always present in us. Sometimes however it is blocked or underdeveloped. We have to find out what is setting our power and wisdom back, so that we can deal with our setbacks.

Because Beauty is an inner state it is an interesting question if there can be Beauty without an object. I think this is possible. Imagine for example you are in Nature, in a place where is absolute silence. Then it may happen that this silence overwhelms your mind. There is nothing left, no observer, no thinker, even no nature anymore. Then the mind is in a state of complete being alone. That silence is Beauty. It can also be reached in other moments, for instance after total surrender in making love, in deep meditation, while getting lost in a beautiful picture or very moving music. In the end then the object vanishes, like Nature in the first example. Nothing is left. *)

Having said that, the above examples show that external reality (Nature, paintings, a partner, music) can help to reach that state. Focussing with full attention on these external object is a second road to beauty, besides the road of self discovery I mentioned above.

One thing that triggers the experience of Beauty in me is when I am witnessing craftsmanship: a combination of excellent skill sand personal involvement. I can experience that with a musician, choir or orchestra, or with actors, with a carpenter or any profession.

Beauty as far as I am concerned is manifested love, as Plato already saw. Actually, it is the easiest way to reach Love. So let’s go for it: I need it, you need it, we all need it. It will make the world a better place.

 

*) Example inspired by J. Krishnamurti, Freedom of the known.

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker.

Van ‘Tja. . .’ naar ‘Ach. . .’

In mijn vorige blog schreef ik dat mijn reactie op de uitslag van de verkiezingen niet veel verder kwam dan ‘Tja. . . ‘. Maar nu heb ik een diepere gedachte. Dat kwam zo.

Vorige week woonde ik een prachtige scenische uitvoering van de Matheus Passie bij door de IJ- salon. Het deel na de pauze begint met de aria: “Ach, wo ist mein Jesus hin?’, hier gezongen door de zowel qua stem als uiterlijk beeldschone alt Rosina Fabius (een naam om in de gaten te houden). In deze aria zingt ze haar vertwijfeling uit na de gevangenneming van Jezus. In deze aria komt 11 keer het woord ‘Ach’ voor. (Dominee Klaas Vos dacht dat dit verwees naar de elf apostelen – Judas is dan immers al afgevallen).

Deze aria was voor mij de aanleiding tot een contemplatie over het woordje ‘Ach’. Er zijn maar weinig tussenwerpsels in de Nederlandse taal die zoveel kunnen uitdrukken: verdriet (zoals in de aria), medelijden, medeleven, meewarigheid, verwondering, onverschilligheid (zoals in de uitdrukking: ‘Ach, wat kan mij dat schelen!’), verbazing, een klacht, en nog veel meer. Maar het wordt zelden zonder emotie gebruikt. Daarom was het voor mij een goede reactie op de uitslag van de verkiezingen.

Zoals ik die uitslag waarneem zijn er vrijwel uitsluitend verliezers. Kijk maar naar de uitslag: Rechts: 60 zetels, Links: 42 zetels, Populisten: 29 zetels (hebben in de peilingen op 37 zetels gestaan!), gematigd/midden (D66): 19 zetels. Je kunt het ook wat anders indelen, maar de trend is duidelijk. Tegelijkertijd beschouwen alle lijsttrekkers, behalve die van de PvdA, zich als winnaars. Interessant. Met enig recht zouden Pechtold en Klaver zich wel winnaar kunnen noemen, maar hun ruimere doelen zijn niet bereikt; een breed midden, respectievelijk een krachtig links. Ik vermoed dat hun invloed beperkt zal blijken.
De allergrootste verliezer is echter het klimaat. Met een beetje goede wil tel ik 52 zetels als voorstanders van een klimaatbeleid dat enig hout snijdt (overigens bij geen van die partijen wordt de problematiek ten volle onderkend, behalve misschien bij de Partij voor de Dieren). Dat is natuurlijk wat meer dan een paar jaar geleden, maar het is toch treurig dat er voor dit levensbedreigende probleem – we hebben nog maar twee decennia de tijd om het allerergste, waar onder de ondergang van Nederland, te voorkomen – slechts bij een derde van de kamerleden aandacht is. Ik zou pas blij geweest zijn met een verkiezingsuitslag waarbij dat bij de meerderheid van de kamerleden het geval zou zijn.

In twee jaar kan natuurlijk veel veranderen. Het kabinet kan vallen, er kunnen vervroegde verkiezingen komen, het kan ook zijn dat de rechtse partijen tot inkeer komen. Ik hoop dat het boek Drawdown, The 100 Things We Need To Do To Reverse Global Warming van Paul Hawkes zoveel impact zal hebben dat er wezenlijk wat verandert. Het komt uit eind april, dan kom ik er op terug.

Zoals gezegd is mijn reactie op de verkiezingsuitslag en de arme politici en de burgers van Nederland die hiermee moeten leven een welgemeend ‘ach. . . ‘ Daarin kan ik alle bovengenoemde emoties en betekenissen kwijt. Het is wat emotioneler en dieper vdan het ’tja.. . ‘ van vorige week.

Tja. . .

Als ik vroeger te laat thuis kwam (dat wil zeggen, later dan ik van mijn moeder thuis mocht komen) dan was mijn excuus: ‘Er is iets met de tijd. . . ‘ Dat is binnen onze familie een gevleugeld woord geworden. Maar als je ouder wordt, is er echt iets met de tijd.

Als je ouder wordt gaat alles trager. Ik loop langzamer, ik fiets langzamer, ik kom langzamer uit mijn stoel overeind, ik reageer langzamer en ik denk langzamer. Alles kost meer tijd. Een effect daarvan is dat alles om je heen veel sneller lijkt te gaan. Mensen fietsen sneller en snellen mij lopend voorbij. Auto’s kleven aan mijn bumper en snijden me links en rechts (dat gebeurde me trouwens dezer dagen ook al door een fietser).  En mijn reactiesnelheid is afgenomen. In het verkeer moet ik oplettender zijn. Mensen spreken sneller, in de schouwburg en op tv; ik heb soms moeite ze te volgen.

Maar soms heb ik het idee dat die snelle processen om me heen niet alleen maar een artefact zijn van mijn ouder worden. Soms denk ik wel eens, dat alles vroeger echt veel langzamer ging. Dat geldt natuurlijk in de eerste plaats voor de communicatie. Vroeger moesten we de zaken vaak omslachtig en schriftelijk  regelen. Contact kon per telefoon, maar dat was duur, en verving niet het tijdrovende persoonlijk contact, zowel zakelijk als privé. Maar ook op terreinen waar internet niets mee te maken heeft gaat het nu sneller. We spraken langzamer en we reden langzamer in auto’s. En fietsten we vroeger echt zo hard als nu? Ik dacht het niet. Het komen en gaan van leden van de Tweede Kamer gaat ook echt veel sneller dan vroeger.

Het is vaker gezegd – we leven in een haastmaatschappij. Of dat nu komt door de computer, of door het belang dat we hechten aan bezit, geld en winst – ik zou het niet weten. Maar in elk geval, het lijkt wel of tijd altijd geld is – zelfs als we alle tijd van de wereld hebben. Of lijkt dat alleen maar zo? Klink ik nu als een oude man die dacht dat vroeger alles beter was (quod non)?

Een van de dingen die in elk geval sneller gaan is de omsloopsnelheid van boeken, en het ongeduld van de uitgevers als het boek niet snel genoeg verkoopt. Een van mijn eerste boeken was Spiritueel Leiderschap, uit 1996, en dat verkoopt de uitgever nog steeds. Maar mijn latere boeken, voor zover niet geproduceerd middels ‘printing on demand’ moesten wel bliksemssnel verkocht worden, anders gingen ze in de ramsj. Dat is me vele keren overkomen; het laatst nog dezer dagen, toen dat gebeurde met Zin in Zorg. Net op dezelfde dag dat mijn dochter, Anna van Praag, schrijfster van kinder- en jeugdboeken, hetzelfde lot trof voor het samen met Myl0 Freeman geproduceerde prachtige prentenboek Te groot voor op school (nog te verkrijgen via bol.com en bij haar voor € 2, zie haar facebook pagina). Frustrerend. We hebben er onze beste krachten aan gegeven en zowel haar als mijn boeken vind ik best goed, al zeg ik het zelf. Gelukkig zijn de meeste boeken nog wel tweedehands beschikbaar.

Men zegt dat weliswaar het denken langzamer gaat, maar dat je als oudere wel wijzer wordt. Zou het? Meer berusting misschien. En ik heb natuurlijk wel meer ervaring dan een jongere, maar wijzer? Ik denk wel dat ik, toen ik jonger was, dacht dat ik redelijk wijs was, en dat was maar goed ook, want dat was voor mijn werk een unique selling point. Maar nu? Neem als voorbeeld mijn reactie op de verkiezingen. Vele mensen hebben daar vele woorden voor die snel worden opgeschreven en uitgesproken. Maar mijn reactie komt niet veel verder dan: “Tja. . . “. Misschien hebt u er wat aan.

 

Realiteit of illusie?

In mijn vorige blog zei ik dat het vrijwel niet mogelijk is om de toestand in de wereld  onder ogen te zien zonder dat je òf vervalt tot machteloze woede, òf
verlamd als een konijn in de koplampen blijft staren. Als remedie gaf ik toen aan dat je dit alleen maar kunt doen samen met anderen. Maar er is ook een andere mogelijkheid.

Eerst een beroemd citaat uit A Course in Miracles:

Nothing real can be threatened.                                                 Nothing unreal exists.

Als je dat gelooft dan kan je veel van de ellende van de wereld van je af laten glijden. Deze uitspraak gaat uit van een wereldbeeld dat de materiële werkelijkheid als een illusie beschouwt. Dit is een wijd verspreid geloof in het Boeddhisme, dat ook voorkomt bij Plato, en bij vele moderne spirituele leraren, onder wie Richard Bach (Jonathan Livingston Seagull) *). Zie bijvoorbeeld het volgende dialoogje uit Richard Bach, Illusions: 

En uit het ‘handboek’ uit Illusions:

The world is your exercise book., the pages on which you do your sums. It is not reality, although you can express reality there if you wish. You are also free to write nonsense, or lies, or to tear the pages.

Dit zijn uiterst moeilijk te bevatten wijsheden. Ik geef dit wereldbeeld het voordeel van de twijfel. Maar in mijn dagelijks leven ga ik toch wel degelijk uit van de realiteit van de materiële wereld met alle emoties die daarbij horen. Het doet mij pijn als ik zie hoe ons leefmilieu vernietigd wordt en ik me het lijden realiseer dat daarvan het gevolg is.

Niettemin bied het me wel enige troost als ik me verdiep in het wereldbeeld dat ik zojuist heb beschreven: dat de materiële werkelijkheid een illusie is. Het leert me alles wat er in de wereld gebeurt te relativeren, als ik het afzet tegen de eeuwigheid, en de eeuwige waarden liefde, schoonheid en waarheid. Een wereld waarvan ik af en toe in een openbaring een glimp heb mogen opvangen.

Het ontslaat me niet van de innerlijk gevoelde noodzaak om stelling te nemen en daarnaar te handelen, maar het bevrijdt me wel van fanatieke gedrevenheid, waar dan een meer natuurlijke beweegreden voor in de plaats komt. Dat is wat ik u toewens. Zo moge het zijn.

*) In mijn boek Voor niets gaat de zon op – een blauwdruk voor een waardige wereld ben ik uitvoerig ingegaan op de verschillende werkelijkheidsbeelden die wij als mensen kunnen hebben (hoofdstuk 3).

Leren in het donker te zien.

Er worden vaak parallellen getrokken tussen de huidige periode en de dertiger jaren. Is dat terecht? Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen?

In beide perioden werd/wordt onze samenleving ernstig bedreigd, en in beide perioden werd/wordt dat gevaar ernstig onderschat. Maar er zijn zeker verschillen. In de dertiger jaren werden we maar bedreigd door één gevaar: de aanval op de democratie en de mogelijke gevolgen daarvan: racisme, dictatuur, immigratiegolven, geweld en oorlog. Nu worden we bedreigd door minstens drie gevaren: weer een aanval op de democratie, maar ook de ondergang van onze fysieke leefomgeving door het gebruik van atoomwapens  dan wel de klimaat catastrofe. En die laatste bedreiging heeft bovendien onomkeerbare gevolgen.

Andere verschillen zijn: we zijn nu veel welvarender dan toen. Het individualisme, materialisme  en consumentisme is verder voort geschreden, en we zijn nog meer gehecht, om niet te zeggen vastgeklonken aan ons comfort en ons bezit. Een ander verschil is dat de gevaren nu abstracter lijken en moeilijker voorstelbaar. Maar ze zijn niet minder reëel.

Er is ook een grote overeenkomst: in grote getale kijken we weg van de bedreiging. Dat was toen zo, en nu is het niet anders. Weliswaar wordt er in de media in toenemende mate over gepubliceerd, maar in ons dagelijkse leven spelen de bedreigingen slechts een marginale rol. Ook onze leiders in de politiek en in het bedrijfsleven lijken de problemen niet echt serieus te nemen. Soms wordt er enige verbale aandacht aan gegeven, maar doortastende maatregelen
blijven uit. Dat komt omdat kiezers en aandeelhouders niet gediend zijn van slecht nieuws. Zou er over de reële gevaren worden gesproken, dan kost dat kiezers dan wel waarde van het bedrijf op de beurs – althans dat denkt men (of dat werkelijk zo is staat nog te bezien. Het is nooit geprobeerd). Enkele voorbeelden: de EU komt maar niet tot een realistische beprijzing van de CO2 uitstoot, de VVD laat elke referentie aan de klimaat problematiek weg uit haar verkiezings program, over klimaat wordt in de verkiezingscampagne niet of nauwelijks gesproken (zelfs niet door GroenLinks), en de Shell, doet vrijwel niets aan de verduurzaming van de energieproductie, hoewel ze al sinds de jaren tachtig waarschuwden voor de noodlottige gevolgen van de opwarming van de aarde door CO2 uitstoot (hoe misdadig kun je zijn?).

Wat kan je hier nu tegen doen? De eerste stap is dat je de toestand onder ogen ziet. Maar dat is als individu vrijwel onmogelijk. Niet voor niets word ik door kennissen en vrienden vaak gezien als een pessimist. Daar zit wat in, al zie ik het zelf  meer als realisme. De situatie is echter zo somber, dat je of vervalt tot machteloze woede, of verlamd als een konijn in de koplampen blijft staren.  Beide is niet bevorderlijk voor je gezondheid en helpt de wereld geen stap verder. Dus moet je wat anders verzinnen. Mensen als Joanna Macy (https://www.truth-out.org/news/item/39448-learning-to-see-in-the-dark-amid-catastrophe-an-interview-with-deep-ecologist-joanna-macy), Peter Senge en Otto Scharmer (de U-methode) wijzen ons de weg. Je moet anderen opzoeken met wie je je zorgen kunt delen. Die kunnen we vinden in ons werk, in onze vriendenkring, in de kerk of in een ander genootschap, in een politieke partij, een cursus of opleiding, een leergroep, of waar dan ook. Of anders vorm je zelf een groep buiten die verbanden om (je kunt mensen ontmoeten bij lezingen, in workshops, meditatiegroepen, yogalessen, enz.). Gedeelde smart is halve smart. Als je gezamenlijk de toestand onder ogen ziet, en daar met elkaar over praat, vind je in het gedeelde verdriet en in de stilte ook troost en moed en onderlinge verbondenheid. En merkwaardigerwijs lucht het ook op als je de werkelijkheid zonder omwegen onder ogen ziet. Dan wordt het ook duidelijk wat je hand en je hart te doen vinden, en als je dat dan doet versterkt dat weer je hoop.
Dus vind een groep, of richt er een op, en deel je angsten en zorgen, tot je gezamenlijk in de put zit. En dan, na een moment van stilte, klim je eruit. Je kunt het licht aan het eind van de tunnel pas zien als je eerst de tunnel ingaat.