Maandelijks archief: oktober 2016

We’ll see.

Because it is time again for my English blog I have to interrupt my series about leadership and cultural change for a week.

It may be that I was wrong with my prediction that Trump is going to win this election. I underestimated his stupidity. Although, we can never be sure until we see the final outcome. Only one terrorist attack, or one blunder of Clinton could change the picture. And also some polls predict a neck-and-neck-race. We’ll see.

I saw the last debate between Trump and Clinton, and for me the winner indeed was Clinton. Not so much by her line of argument or by her presentation, but because of what happened after the end of the debate. Fortunately I kept on watching after the actual debate was over. Clinton, after shaking hands with the debate leader, descended from the stage joining her friends, supporters and family and engaged in hugging and kissing and conversation. She smiled and laughed and appeared to be very relaxed. For a moment we saw the real, authentic Hillary.

Trump on the other hand stayed on stage alone until some family and supporters came up. His facial expression was very grumpy. He didn’t make any contact with whoever tried to approach him. After a while he also went down and arrived amidst his supporters, but his facial expression stayed the same, and he  still prevented anyone to connect with him. It looked as if he felt he lost the debate. Anyway it didn’t go the way he wanted. So here too we saw something of the real Donald.

Why would it be so terrible if Trump would win the election? I don’t think that it would be because of his opinions as far as he has them (he is very freakish). There have been extremist right-wing politicians elected before, and in most cases it didn’t mean the end of the world. If you like that or not depends mainly on your own position – for many voters the election of a right wing politician feels like a victory.

But I think Trump is a greater danger than can be deducted from his opinions. That is because of is his personality. As a psychologist I am very hesitant to say things about the character of a person in public, without knowing him personally or having him (or her) tested. But in this case I am going to make an exception for two reasons: I saw him often online, and also because he uses his personality as a tool in the campaign.

trump-1280322_960_720As far as I can see mr. Trump has a psychopathic character structure. Now what does that mean? It means two things. One: he has no conscience as most of us have it. That is not a thing he can be blamed for, it is just a trait of his personality, probably mostly inborn, maybe partly a result of his education. Secondly, having no conscience, he also hasn’t a emotional life as we have it. There are no heart feelings, only emotions that have to do with winning or loosing (triumph, rage). As a result of this he is only motivated by winning. He will do everything to control the situation. That makes him the perfect (successful) fraud. And if he looses (for instant an argument or control), he has only one response: blaming, undermining or humiliating the persons or institutions that defeated him.

These personality traits make mister Trump very dangerous as a president. He will be completely unpredictable and will do everything to win. We have seen that before in history. We also see it nowadays to a certain extent with some other leaders in the world.  The reader can judge for him- or herself what were, are  or will be the consequences.

In the meantime I feel very frustrated as a world citizen that I cannot vote in an election that will determine much of our future. I hope our American friends won’t let us down. As I said earlier, we’ll see.

 

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker.

 

Een quantum sprong in de cultuur – III

In mijn blog van 15 september noemde ik het als mijn (en misschien wel onze) opdracht om meer samen te werken met de krachten van de natuur, waaronder ik toen noemde de vrouwelijke en mannelijke (jin- en jang-) energie. In mijn vorige blog noemde ik de noodzaak van een culturele omwenteling in plaats van door te leven in de postmoderne cultuur. In dit blog komen die twee ideeën samen.

De  postmoderne cultuur wordt onder andere gekenmerkt door emancipatiebewegingen, met name de tweede feministische golf (de eerste dateert uit het einde van de 19e eeuw). Je kunt wel zeggen dat die in formele zin een succes is geweest, althans in de westerse samenleving: er is nu juridische gelijkheid tussen man en vrouw en formeel is discriminatie of achterstelling van vrouwen verboden. Dat er in de praktijk nog wel wat te wensen over blijft is een feit, alsook dat in andere culturen en landen op dit gebied nog veel werk verzet zou kunnen worden.

Op het gebied van leiderschap heeft het feminisme er toe geleid dat er een streven is ontstaan naar meer vrouwen op leidinggevende posities. Dat streven had zijn nut – ik heb er zelf vaak voor gepleit – maar past toch vooral bij de moderne en de postmoderne cultuur, omdat er daarbij gedacht wordt aan eenhoofdig leiderschap. Wat we echter na de postmoderne cultuur nodig hebben is leiderschap van teams. Geen enkel individu is, op welke positie dan ook, meer in staat in zijn eentje de complexiteit van zijn/haar situatie te overzien, laat staan te bepalen wat in elke situatie de beste koers is. Zo’n team moet uit minimaal twee mensen bestaan – een imagesvrouw en een man – maar kan tot een kleine groep worden uitgebreid, waarbij het zaak is dat de verhouding vrouwen/mannen ongeveer 50/50 is.

Hoe radicaal dit idee is besef je als je je realiseert dat in vrijwel alle organisaties slechts één man of (soms) vrouw aan de top staat, en dat dit een norm is die verankerd is in onze huidige cultuur: er hoort maar één kapitein op het schip te zijn. Dat dit met name in de politiek, maar ook vaak in andere organisaties,  nooit kan leiden tot optimale samenwerking – er is altijd tenminste een verliezende partij – moge ook duidelijk zijn.

Stelt u zich eens voor, dat belangrijke organisaties: multinationals, regeringen, de Verenigde Naties, geleid zouden worden door teams van tenminste twee mensen, een vrouw en een man. Dat zou het bestuur in de wereld radicaal veranderen.

Maar er is een voorwaarde voor de effectiviteit van deze vorm van leiderschap: dat het komt tot een wezenlijke integratie tussen de teamleden. Integratie komt van het latijnse integer, geheel. Het gaat er dus om dat het team een geheel wordt, met één stem kan spreken en zodoende integer kan handelen. En daarvoor is het weer nodig dat de teamleden optimaal met elkaar kunnen communiceren. Dat betekent dat ze moeten weten wanneer ze een debat moeten voeren, wanneer ze een discussie moeten hebben, en wanneer een dialoog. Het eerste is erop gericht de ander met argumenten de loef af te steken. Het tweede is erop gericht de ander te overtuigen. En de dialoog is er op gericht de ander te begrijpen en je met de ander te verbinden.

Alle drie de gespreksvormen hebben hun nut en hun functie, maar het is wel duidelijk dat de dialoog het meest essentieel is voor de eenwording van het team. Deze dialoogvorm is voor de meeste (potentiële) leiders het moeilijkst te leren. De weg naar beheersing van deze vorm van communicatie gaat via ‘collaborative communication’ en ‘compassionate listening’. In een volgend blog ga ik daar wat verder op in.

 

Een quantum sprong in de cultuur – II

Als je de Europese cultuurgeschiedenis sinds de Middeleeuwen globaal bekijkt kun je drie tijdsvakken onderscheiden: de traditionele periode, de moderne periode en de post-moderne periode. Deze perioden zijn niet strak te onderscheiden, want ze lopen geleidelijk in elkaar over en overlappen elkaar. Maar in grote lijnen kun je zeggen: de traditionele periode valt samen met de middeleeuwen, de moderne periode begint zo ongeveer met de Renaissance, en de post-moderne periode omstreeks 1950.Terzijde: dit moet niet verward worden met de termen modernisme en post-modernisme in de kunst en de architectuur. Dat zijn stijlaanduidingen, waarbij het begin vathm_komposition-mit-rot_-gelb_-blau-und-schwarzn het modernisme omstreeks 1890 wordt gedateerd. Het begin van de post-moderne cultuur en het post-modernisme valt wel samen: omstreeks 1950; het jaart
al dat ook vaak wordt genoemd als het begin van het antropoceen: het geologische tijdperk waarbij de invloed van de mens de geologische en ecologische ontwikkelingen bepaalt. Toeval?

Het voert voor dit blog te ver om op deze cultuurgeschiedenis uitgebreid in te gaan, maar ik wil er toch in het kort iets over zeggen. De traditionele periode werd – in het Westen – gekenmerkt door de de tien geboden, alsmede de deugden die waren voorgeschreven door het Christendom, zoals vroomheid en liefde, en de hoofdzonden, zoals hoogmoed, onkuisheid, hebzucht en luiheid. (In andere traditionele culturen gelden soortgelijke voorschriften en waarden). De moderne periode begint zoals gezegd met de Renaissance, en een herwaardering van de klassieke oudheid. Daarna spelen grote denkers en wetenschappers een rol, zoals Descartes, Galileï, en later de denkers van de Verlichting: Rousseau, Voltaire, Kant, Locke, Spinoza, en vele, vele anderen. Centrale waarden in de moderne periode zijn: het belang van de rede, vrijheid van denken, tolerantie, openheid van geest en persoonlijke verantwoordelijkheid. De post-moderne tijd wordt voorafgegaan door denkers als Arthur Schopenhauer (1e helft 19e eeuw), Friedrich Nietschze (2e helft 19e eeuw) en Oswald Spengler (begin 20e eeuw). Moderne postmodernisten zijn filosofen als Baudrillard en Foucault. Kenmerkend is nu dat alles gerelativeerd wordt, zowel de waarheid – er is geen vaste waarheid meer, waarheden worden meningen – als waarden. Dat leidt tot een ongebreideld individualisme

Dit korte overzicht is zo summier dat het natuurlijk geen recht doet aan de Europese cultuurgeschiedenis, maar ik heb het even nodig voor wat ik hierna wil betogen. (Voor wie geïnteresseerd is: ik heb hier veel uitvoeriger over geschreven in hoofdstuk 4 van mijn boek uit 2012: Voor niets gaat de zon op – blauwdruk voor een waardige wereld).
De traditionele en de moderne cultuur hebben de Europese cultuur gedurende eeuwen gedomineerd. Het is niet te hopen dat dit met de postmoderne cultuur ook gebeurt, want de postmoderne cultuur heeft nu al geleid tot sommige van de meer onwenselijke verschijnselen in onze samenleving. Ik noem de geringe zorg voor elkaar en de wereld om ons heen (leidend tot het neo-liberalisme en de daaruit voortvloeiende economische ongelijkheid en de klimaatproblematiek), het teloor gaan van fatsoenlijke omgangsvormen, en een ongeremd egoïsme. Het leidt ook tot vormen van leiderschap waar we niets aan hebben: pragmatici en managers zonder enige bevlogenheid aan de ene kant en narcistische volksmenners ter andere zijde. Maar misschien is een culturele omwenteling mogelijk, Daarover in een volgend blog.

Een quantum sprong in de cultuur – I.

Een paar maanden geleden had ik het voorrecht een masterclass te geven aan een viertal ervaren collega’s. Het onderwerp was de Quantum Sprong, een retraite-achtige workshop gericht op het vinden van een of meer wezenlijke inzichten als antwoord op een aantal existentiële vragen. De methode is gebaseerd op het werk van Charles Berner (1929-2007). Vragen die aan de orde komen zijn vragen als: Wie ben ik, Waar ga ik naar toe, Wat is leven, Wat is dood? (en nog vele andere interessante vragen). Het interessante van de methode is dat de deelnemers vrijwel altijd essentiële antwoorden vinden op een of meer van deze vragen, is het niet tijdens dan toch vaak kort na afloop van de workshop. Van de tien deelnemers vonden er acht tijdens de workshop hun antwoorden – de andere twee zaten er heel dicht bij. Dat zijn niet zomaar bedachte antwoorden, het zijn althans voor het moment zekerheden die door intuïtie of openbaring tot ons komen.

Doordat er vier workshopleiders waren konden ze zelf ook aan hun vragen werken door te rouleren tussen de positie van leider en deelnemer. Zo heb ik zelf gewerkt aan de vraag Wie is God? en daarop een bevredigend antwoord gevonden. Let wel: dat is geen antwoord op de vraag of God al dan niet bestaat, want daarop is mijns inziens geen antwoord mogelijk.

NaamloosHet effect van een dergelijke workshop is dat deelnemers en begeleiders in contact komen met transcendent, de persoon en de individualiteit overstijgend, bewustzijn. Als je die ervaring eenmaal gehad hebt, dan kun je eigenijk niet meer geloven dat de werkelijkheid uitsluitend bestaat uit materie, dus uit datgene wat we zintuigelijk kunnen waarnemen. Vandaar de naam van de workshop: we maken een sprong in ons bewustzijn. Dat is een conclusie die niet erg past in deze postmoderne tijd waarin alles immers aan twijfel en scepsis onderhevig is: er bestaan geen waarheden, geen feiten, alleen meningen. (Al menen de materialisten, de sceptici en de fundamentalisten onder ons wel dat zij de waarheid in pacht hebben – quod non).

Uit deze ervaring trek ik twee conclusies. De ene is, dat het antwoord dat we zodoende vinden op de vragen esoterische kennis is: kennis die niet van buitenaf komt maar van binnenuit. Die kennis dient geheim te blijven. Als ik u het antwoord op mijn vraag Wie is God? zou meedelen loop ik u namelijk alleen maar in de weg als u uw eigen antwoord op die vraag zou willen vinden.

De tweede conclusie is dat er in deze tijd een schrijnend gebrek is aan transcendentaal bewustzijn. Ik ben er van overtuigd dat de oppervlakkigheid van ons leiderschap, de angst en de woede van grote groepen uit de bevolking – de opstand der horden om met Ortega y Gasset te spreken – daar mee te maken hebben. Met het wegvallen van de traditionele godsdiensten blijven veel mensen verweesd en ontheemd achter, en dat voelt erg onveilig. Dan kan een esoterische zekerheid een grote steun zijn.  Daarom een  hartstochtelijk pleidooi van mijn kant om af en toe eens even stil te staan, zodat onze ziel ons in kan halen. Niet alleen tot heil voor onszelf, maar ook tot nut van het algemeen.