Maandelijks archief: september 2021

3 = 1

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

‘Ik ben de zee’, zei de golf, en vloeide weg en was de zee (Aadt Jonker).

In veel spirituele en godsdienstige tradities wordt de oorspong van alles als een triade gezien: een drie-eenheid. Ik noem enkele voorbeelden.

In het Egypte tijdens de periode van de Romeinse overheersing was de triade Osiris (vader-koning)-Isis (moeder)-Horus(zoon) erg populair.
Bij het Hindoeïsme kennen we de triade Brahma, Vishnoe, Shiva. In de meest letterlijke zin genomen is in deze beide voorbeelden niet sprake van een drie-eenheid, omdat sprake is van afzonderlijke goden. Anderzijds kunnen deze goden wel degelijk als een drie-eenheid worden gezien, omdat ze drie functies vervullen die alle aan de oorsprong worden toegeschreven. In het Egyptische voorbeeld is dat respectievelijk heersen, zorgen en incarneren (namelijk in de farao als zonnegod). Bij het Hindoeïsme is dat scheppen (Brahma), onderhouden (Vishnoe) en vernietigen en daardoor zuiveren en ruimte maken voor iets nieuws (Shiva).

Het is wel goed om bij die laatste functie even stil te staan. Zoals we eerder gezien hebben is er in de schepping ook een voortdurend vergaan van het materieel geschapene gaande (2e wet van de thermodynamica). Bij levende materie doet dat verschijnsel zich voor als doodgaan. Ik heb eerder de vraag opgeworpen of bij mensen met de dood ook het bewustzijn sterft. Daarover zijn de geleerden en theologen het nooit eens geworden (en zullen dat waarschijnlijk ook nooit worden). En natuurlijk weet ik dat ook niet, maar ik heb er wel vermoedens over. Ik geloof, na veel studie en op intuïtieve gronden, dat het bij mensen als volgt in elkaar zit. Wat er na de dood gebeurt hangt er van af of er in het leven bewust of onbewust verbinding is gemaakt met de goddelijke inwoning (waarover later meer). Is dat niet het geval dan gaat met de dood ook het bewustzijn verloren; het verdwijnt in het niets. Maar anders zijn er twee mogelijkheden: het bewustzijn overleeft al dan niet gekoppeld aan de identiteit van de gestorvene. Als de identiteit zelf niet overleeft dan vloeit het bewustzijn terug in de oersoep van het ongedifferentieerde bewustzijn (zie als metafoor het citaat hierboven). Maar als de identiteit mede overleeft begint deze aan een post-mortale reis, waarover ik eveneens in volgende blogs nog kom te spreken. Het zou kunnen zijn dat de beslissing om tussen deze twee mogelijkheden te kiezen aan onszelf wordt overgelaten.

Terug naar de drie-eenheid. De ons meest bekende Drie-eenheid is natuurlijk de Christelijke: Vader, Zoon en Heilige Geest. Er zijn vele theologische studies verschenen, en debatten gevoerd, over de afzonderlijk functies van deze drie. Bijvoorbeeld: God de Vader is de schepper, de Zoon is de geïncarneerde God die de kloof tussen mensheid en God de Vader tracht te dichten, en de Heilige Geest werkt binnen in ons. Dit is maar één gezichtspunt. Binnen het Christendom heeft men elkaar te vuur en te zwaard over elkaars opvattingen bestreden. Persoonlijk geloof ik dat dit allemaal niet ter zake doet, want het is volgens mij met de Drie-eenheid net zo gesteld als wat ik in het vorige blog gezegd heb met betrekking tot de eenheid van de oorsprong in het algemeen. Citaat: ‘Dat betekent dat alle elementen [van de oorsprong] zodanig met elkaar samenhangen, dat ze alle met alle andere verbonden zijn en samenwerken.’ En het betekent naar mijn mening ook dat de oorsprong in elk aspect aanwezig is – ja, dat elk aspect kan gelden als pars pro toto. Elk deel kan staan voor het geheel. Dat geldt dus ook voor de Drie-eenheid: de Vader , de Zoon en de Heilige Geest zijn elk de HELE oorsprong. De oorsprong kan tegelijkertijd drie en één zijn.

In mijn volgende blog stel ik een andere eigenschap van de oorsprong aan de orde: Volmaaktheid.

Eenheid in verscheidenheid

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

 Hoor Israël, De HERE is onze God; de HERE is één! (Deut. 6:4)

Wij kunnen niet iets scheppen of creëren wat niet al in potentie in ons aanwezig is. Scheppen is iets manifesteren, zichtbaar maken, dat als kiem in onze geest verborgen ligt. Het lijkt misschien of we iets nieuws creëren, maar in feite is het scheppingsproces niet iets maken dat er nog niet is, maar het doen overgaan van de ene zijns-toestand (energieniveau) in een andere.*)

Dat geldt ook voor het scheppingsproces van het heelal. Ik kan dat illustreren aan de theorie van de oerknal. Waarschijnlijk is het ons bekende universum niet ontstaan uit een singulariteit (een punt met een oneindig klein volume en een oneindig grote dichtheid), maar toch wel uit een punt dat daar heel dichtbij kwam. In dat punt was alles wat in dit universum ontstaan is en nog zal ontstaan al in potentie aanwezig. Dit geldt voor al het grote en al het kleine, en alles daartussenin. Het is wonderlijk om te bedenken dat de mogelijkheid van communicatie die wij nu op dit moment met elkaar hebben in dat punt dus al bestond.

Uit het voorgaande is de conclusie te trekken dat in de oorsprong van het heelal alles wat geschapen is en nog zal worden geschapen al als potentieel aanwezig is. Dat betekent dat de oorsprong een welhaast oneindige verscheidenheid kent. Ik zeg ‘welhaast’, want met het begrip ‘oneindigheid’ moeten we voorzichtig zijn. Strikt genomen weten we niet of er naast dit heelal en alles wat daar uit voortvloeit niet nog een andere werkelijkheid bestaat of zal bestaan – en als we daar geen deel van uitmaken zullen we dat ook nooit weten. Maar als we ons beperken tot ons eigen heelal – later zal ik onderscheid gaan maken tussen heelal en universum – dan is de verscheidenheid van alles wat er is toch onafzienbaar. We vinden al die onderscheiden in de oorsprong terug: mannelijk-vrouwelijk-onzijdig, materieel-spiritueel, persoonlijk-onpersoonlijk, goed-slecht, deeltjes-relaties, enz. U kunt dit zelf naar believen eindeloos aanvullen.

Toch is de oorsprong van alles een eenheid. Dat betekent dat alle elementen zodanig met elkaar samenhangen, dat ze alle met alle andere verbonden zijn en samenwerken. Je zou het kunnen vergelijken met ons eigen lichaam en geest: daarin is ook een grote verscheidenheid waar te nemen maar onmiskenbaar hangt alles in ons lichaam en onze geest met elkaar samen. Als de oorspong geen eenheid zou zijn, dan zou dat betekenen dat sommige elementen los van elkaar zouden kunnen functioneren, en dan was de oorsprong dus niet meer de oorsprong van alles (want dan zou elk element een oorsprong van iets kunnen zijn). Of dat element zou dan door de oorsprong zijn geschapen, maar dan was het geen deel van de oorsprong meer, maar van de schepping. De eenheid van de oorsprong is dus net zo’n noodzakelijke eigenschap als de eeuwigheid die ik in het vorige blog ter sprake bracht.

Kunt u het nog volgen? Ik hoop van wel, maar ik geef toe dat het allemaal wat verwarrend lijkt. Dat komt ervan als je de pretentie hebt om over het mysterie te praten. En het wordt nog erger, want in het volgende blog zal ik nog een mysterieus kenmerk van de oorsprong ter sprake brengen: De oorsprong lijkt een Drieëenheid te zijn. Hoe kan de oorsprong nu drie en één tegelijk zijn?

*) Voor hen die het boek Spiritueel Leiderschap kennen verwijs ik naar mijn uitvoerige uiteenzetting hierover op pag. 38 e.v. Ook wordt hier dieper op ingegaan door Aadt Jonker in zijn boekje Ik ben de Zee (2005), pag 39 e.v. Dit bijzonder lezenswaardige boekje, geschreven als brieven aan Carl Jung over reïncarnatie, is nog te verkrijgen voor de somma van € 11 via de uitgeverij Gopher. Zeer aanbevolen.

Het mysterie van de eeuwigheid.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Mijn serie over het heelal leidt tot de conclusie dat het uiterst waarschijnlijk is dat aan het heelal een Schepper of een scheppende kracht ten grondslag ligt. In mijn vorige blog heb ik een aantal voor de hand liggende kenmerken van die Schepper, die ik daar heb aangeduid met de term ‘oorsprong’, genoemd. In dit blog ga ik in op het eerste van die kenmerken: Eeuwigheid.

De oorsprong van alles is eeuwig. Dat betekent dat de oorsprong niet alleen oneindig lang zal bestaan, maar ook al oneindig lang heeft bestaan. Het eerste kunnen we ons met enige moeite nog wel voorstellen, maar dat iets altijd al bestaan heeft kunnen we ons nauwelijks indenken. Ons denken is zo geprogrammeerd dat we ons van elk verschijnsel, proces of object, altijd een begin en een oorzaak aannemen. Het ontstaat altijd ergens uit. De oorsprong heeft echter geen begin en is een oorzaak uit zichzelf (causa sui of causa prima). Hij is er altijd geweest. Ware dat niet zo, dan zou er achter de schijnbare oorsprong een diepere oorsprong (oorzaak) liggen, waarmee de schijnbare oorsprong zelf een onderdeel zou zijn geworden van de schepping (Thomas van Aquino, Aristoteles). De diepere oorsprong zou dan de ‘echte’ oorsprong zijn.

Kunt u het nog volgen? Ik hoop van wel want beter kan ik het niet uitleggen. Ik vat het even samen. We kunnen uit de eeuwigheid van de oorsprong twee conclusies trekken: de oorsprong, God als u dat liever wilt, is een mysterie (daarom valt dit kenmerk zo moeilijk uit te leggen), en God moet dus wel eeuwig zijn. De oorsprong is een mysterie omdat hij altijd bestaan heeft, wat we niet kunnen begrijpen. En hij moet wel eeuwig zijn, omdat hij anders niet de oorsprong van alles zou zijn – en we waren juist naar die oorsprong op zoek. In tegenstelling tot sommige andere kenmerken, die ik later zal bespreken, is eeuwigheid dus een noodzakelijk, logisch te verdedigen, kenmerk van de Schepper van alles. Daarom is de keuze van de aanduiding ‘Eeuwige’ in het Jodendom voor de oorsprong, JAHWEH, zo gek nog niet.

Dat is wel genoeg voor vandaag. Als dit blog onderdeel zou zijn van een langer artikel, zou ik aanraden hier even te pauzeren om dit enigma tot u door te laten dringen. Want ook de volgende kenmerken van de oorsprong roepen allerlei vragen op, en dan zou dat alleen maar tot verwarring kunnen leiden. En we doen dit onderzoek niet om verward te worden, maar om helderheid te verkrijgen en het wonder te ervaren.
Volgende keer zal het gaan over de Eenheid van de oorsprong.

Dichter bij het mysterie.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Veel mensen die niet in God geloven zeggen wel, na beschouwing van de natuur en de kosmos: er moet toch iets zijn, waaruit alles is voortgekomen. Maar ze kunnen dat ‘iets’ niet specificeren. Dit is onbevredigend en ook gemakzuchtig. Dit ‘ietsisme’ blokkeert de spirituele ontwikkeling en is ook niet nodig. Er over dit ‘iets’ best veel te zeggen, maar daar moet je wel wat moeite voordoen: tijd nemen om aandachtig te schouwen en te contempleren. Ik zal daar in dit blog wat aanzetten voor geven, maar eerst wat terminologische verheldering vooraf.

Als we het hebben over de Schepper, gebruiken we daarvoor allerlei namen: Essentie, (oer)Intelligentie, God, Allah, Brahma, Aanwezigheid, Bron (of oerbron), Eeuwige, Jehova, Opperbouwmeester, enz; u kunt zelf wel uitbreiden. Dat heeft bezwaren, omdat met elk van die woorden door de cultuur bepaalde beelden en betekenissen meekomen die afbreuk doen aan het wezen en de totaliteit van het ‘iets’. Vandaar dat de (Hebreeuwse) bijbel dan ook voorschrijft dat we JAHWEH geen naam moeten geven en niet moeten afbeelden (Ex. 3:14, en 20:4 en 7). Wat dan wel? The Urantia Book (zie mijn blog van 12 augustus) kiest voor het aantrekkelijke ‘First Source and Center‘. Ik heb gekozen voor de term ‘oorsprong’, dat een begin aanduidt waaraan niets voorafgaat (in tegenstelling tot het woord ‘bron’. Een bron is altijd een bron van iets, dat via de bron naar buiten komt – water, olie of gas, inzichten of wat dan ook – dat bestaat voorafgaand aan de bron. Een bron is een kanaal). Soms gebruik ik uit gewoonte toch het woord ‘God’, maar dan bedoel ik dus ‘oorsprong’.

Wat zijn nu de kenmerken van die oorsprong? In dit blog zet ik de een aantal voor de hand liggende kenmerken even op een rijtje, en werk dat in latere blogs verder uit.

  • Eeuwig, tijdloos
  • Een alomvattend geheel, dus NIET: uitsluitend lichamelijk of spiritueel, mannelijk of vrouwelijk of onzijdig, persoonlijk of onpersoonlijk, goed of slecht, enzovoort. Hij is dat alles tegelijk (ik spreek van hij omdat het woord oorsprong mannelijk is). Tegelijkertijd een drieëenheid.
  • Volmaakt.
  • Schepper van meerdere universa.
  • Geen vaste verschijningsvorm, maar wel de mogelijkheid alle denkbare en ondenkbarere gestalten aan te nemen.
  • Kenbaar. De oorsprong kan wel gekend en beleefd, maar niet begrepen worden. Hij manifesteert zich in de universa: als Wet (waaronder zwaartekracht), heilige geometrie, innerlijke aanwezigheid, openbaring, in gebed en mogelijk ook in sterfelijke vorm.

Op elk van die kenmerken ga ik in volgende blogs nader in. Intussen kan u er alvast eens over nadenken.

Waarom het heelal geschapen is.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Beauty lies in the eyes of the beholder.

Een roosvenster in de Notre-Dame van Parijs. In de gotische bouwkunst werd licht beschouwd als de ultieme vorm van schoonheid.

Waarom zou het heelal geschapen zijn als alles uiteindelijk weer vergaat? Een eerste antwoord op die vraag is: schoonheid. Met het heelal wordt schoonheid geschapen. Maar wacht even, is dat zo? Is schoonheid wel een eigenschap van iets materieels? Of bestaat het alleen maar bij de gratie van de waarnemer? Is het een interactie tussen een voorwerp (hoe klein of hoe groot ook) en het bewustzijn van de persoon die het waarneemt? Persoonlijk geloof ik het laatste, ook al geloof ik tegelijkertijd dat schoonheid een absolute kwaliteit of waarde is; een van de grondslagen van de schepping. Geen schoonheid zonder bewustzijn!

Ha! Een bruggetje voor een tweede reden voor de schepping van het heelal. Met het scheppen van het heelal worden ook condities geschapen voor de manifestatie van het bewustzijn. Het kan heel wel zijn dat er al bewustzijn (geest) is voordat de kosmos is geschapen, maar dat was waarschijnlijk niet gekoppeld aan een materiële manifestatie. Je zou dus ook kunnen zeggen, niet gekoppeld aan ervaring zoals wij dat kennen. Door de schepping van het heelal krijgt ook het bewustzijn een heel specifieke vorm, als je dat tenminste zeggen kan van zoiets niet-materieels als een geestelijk proces. Het bewustzijn krijgt een nieuwe inhoud: beleving, en de mogelijkheid zich uit te drukken in een materiële context: communicatie, creatie.

Het is waarschijnlijk dat met het vergaan van alles wat materieel geschapen is het daarbij geschapen bewustzijn niet verloren gaat. (De wetenschap, in het bijzonder de natuurkunde en de astronomie, zegt hier voor zover ik weet niets over.) Daarmee is een doel van de schepping, in het bijzonder de evolutie, duidelijk geworden: het scheppen van nieuwe dimensies en mogelijkheden voor het bewustzijn. Dit is ook het gezichtspunt van Teilhard de Chardin, opgeschreven in Het Verschijnsel Mens (vertaling uit 1958). Het zou ook zo kunnen zijn dat de schepper zelf precies om deze reden de kosmos geschapen heeft. De schepper heeft weet van alle kwaliteiten van het bestaan, maar weten is iets anders dan beleven. De schepper mag dan weten wat liefde is, misschien zelf liefde zijn, en weten wat het kwade is, misschien zelfs zelf het kwaad zijn (Jes.45:7), maar daarmee heb je het nog niet ervaren. Derhalve heeft de schepper wezens geschapen, om middels hen die ervaring op te doen. Dat is in elk geval wat God(?) zelf zegt. (Neale Donald Walsch, Conversations with God, Book I, 1995).

Dit is nu al het derde blog dat op de schepper uitloopt. Tijd om hier eens iets naders over te zeggen. Maar dat moet wachten tot de volgende keer.