Maandelijks archief: mei 2025

Zijn we allemaal één?

In de lijn van Beethovens Eroica verklankt het werk . . . de overwinning van het goed op het Kwaad. . . . Het Adagietto kwijt zich voorbeeldig van zijn taak als inleiding op de finale. . .
De triomf van het Goed op het kwaad is een feit.

(Geert Riem over de vijfde symfonie van Gustav Mahler*)

.

.
.

In mijn miniserie over hoe om te gaan met het kwaad in de wereld heb ik vorige week twee vragen opgeworpen:
1. Waarom is het nodig ons eerst te verdiepen in het kwaad in onszelf en de wereld om ons heen alvorens we het goede in de wereld kunnen neerzetten?
2. Hoe, en onder welke omstandigheden, moeten we ons toch direct tegen het kwaad verzetten?

Ik ga eerst in op de eerste vraag.
Als we het kwaad niet echt onder ogen zien kunnen we onze aandacht niet onverdeeld op het goede richten. Als we dat toch proberen onderdrukken we het besef van het kwaad in ons, in plaats van het buiten onze aandacht te parkeren. Dan woekert het in ons verder als onze schaduw, neemt energie in beslag, en maakt ons minder krachtig in relatie tot het goede. Dit leven zit zo in elkaar dat we deze wereld alleen in tegenstellingen kunnen waarnemen, dus als we echt in het goede willen duiken moeten we dat ook in het kwaad doen. Dat verdiept ons bewustzijn, en maakt ons milder en bescheiden. Verder: diegenen die het kwaad bedrijven zijn aan ons verwant – dat zien we als we dieper in onszelf duiken. Ze zijn als familieleden in de ‘family of men’ en net als in onze eigen familie komen daar familieleden in voor waar we moeite mee hebben. Maar ze blijfven toch familie, of we dat nu leuk vinden of niet. Dit besef houdt de weg open naar eenheidsbeleving: het weten dat we deel uit maken van een groot geheel: Gaia met alles erop en eraan.

De tweede vraag. Ik heb twee weken geleden gezegd dat we niet direct met het kwaad in conflict moeten treden. Maar op die regel is een uitzondering: als onze naasten of wijzelf direct persoonlijk bedreigd worden, fysiek, of in onze uitdrukkingsmogelijkheden; kortom: in onze vrijheid of zelfs in ons bestaan, en als alle andere mogelijkheden zijn uitgeput. Maar ook dan moeten we proberen geweld te vermijden, maar soms is zelfs dat niet mogelijk. In dat geval moeten we, als we daar de tijd voor hebben, kiezen tussen twee kwaden, passief zijn of verzet: wat levert het minste schade of leed op?

Hiermee ben ik aan het einde gekomen van mijn miniserie over goed en kwaad, maar het laatste woord is er natuurlijk niet over gesproken. We zullen erover moeten blijven denken en spreken, en navenant handelen, zolang het kwaad bestaat – en dat is dus voor de rest van ons leven. Maar niet voortdurend; we moeten ons ook Prediker herinneren: Er is een tijd om te wenen en een tijd om te lachen. (Pred: 3.4)

.

*) In de vijfde symfonie laat Mahler horen wat ik in de afgelopen blogs heb proberen te zeggen: je moet eerst in het Kwaad duiken alvorens je het Goede kunt laten triomferen. Citaat is afkomstig uit de programma toelichting bij een Musico-reis waaraan ik afgelopen week heb deelgenomen.

De weg van het hart.

It is only with the heart that one can see rightly; what is essential is invisible to the eye.
Antoine de Saint-Exupery

Als u door het vorige blog bent blijven zitten met gevoelens van zelfverwijt, verontwaardiging of woede, is het nu tijd deze gevoelens even te parkeren en uw aandacht te richten op het pad van de liefde (zie mijn blog van 1 mei).

Geef allereerst aandacht aan uw lichaam. Dat is een wonder, zelfs als u lijdt aan een ziekte of ouderdom. Maar nog steeds werkt het spontaan aan uw eigen heling (want anders was u nu overleden) en is het een instrument voor schoonheidsbeleving (natuur, kunst, muziek). Neem de tijd om hier even bij stil, te staan, voor reflectie of meditatie, en zie in hoe bevoorrecht u nog steeds bent door in dit land te leven, genoeg te eten te hebben en een dak boven uw hoofd. En mocht u heel ziek zijn of heel oud, word dan vriendjes met de dood. Dat is trouwens ook geen slecht idee voor de mensen die nog gezond of jong(er) zijn. En zorg goed voor uzelf: eet smakelijk en verantwoord, en beweeg als u dat nog kan (wandelen, zwemmen, fietsen, sportschool, sportclubs). En vergeef uzelf.
Vervolgens, zorg dat de plezier-functie in uw leven in tact is. Zorg dat er leuke dingen zijn om naar uit te kijken: uitjes, feestjes, reisjes, museumbezoek, bijzondere tv-uitzendingen of Netflix-series, films, lezingen of podcasts die u interesseren. Laat uw leven sober zijn doch rijk aan feesten. Er zijn altijd mogelijkheden, zelfs als u weinig geld heeft of fysiek gehandicapt bent.
Daarna: geef aandacht aan uw medemensen. Vergeef iedereen die u nog iets te vergeven heeft, als u daartoe bereid en in staat bent (en anders, werk daaraan). Praktiseer belangeloze vriendelijkheid, ook naar mensen die u niet kent. Onderhoud (oude) vriendschappen, en/of maak nieuwe vrienden. Als u er fysiek toe in staat bent, ga naar plekken waar u mensen kunt ontmoeten: buurtcentra, café’s, georganiseerde activiteiten. Pak het vervolgens wat structureler aan. Word vrijwilliger, of lid van een organisatie die gaat voor vrede of een genezende wereld. Maar zorg dat u niet tegen iets protesteert, maar het goede ondersteunt. Voorbeeld: protesteer niet tegen Israël maar ondersteun vredes-activisten in Israël en Palestina. Doneer naar vermogen aan goede doelen.

Laat u niet misleiden door de gebiedende wijs enkelvoud in bovenstaande suggesties. Het zijn maar aanbevelingen – doe niets uit plicht, maar alleen uit keuze. En als u dat consequent praktiseert, dan wordt u een bron van constructieve energie in de wereld, en werkt zodoende aan de verzwakking van het kwaad. Als extra bonus houdt u er een goed gevoel aan over.

Waarom is het nodig eerst het kwaad onder ogen te zien, alvorens het goede te doen? Daar kom ik volgende week op terug.

Ik heb me in vorige blogs uitgesproken tegen direct verzet tegen het kwaad, want dan versterk je het juist. Maar er is op die regel een uitzondering: als je direct beperkt wordt in je vrijheid het goede te doen. Dat kan gebeuren onder meer of minder autocratische regeringen. Zover is het in Nederland nog niet, maar dat komt wel gevaarlijk dichtbij. Wat dan te doen? Daarover eveneens volgende week.

Belangeloze vriendelijkheid?

In de put van het kwaad.

Als iemand niet in de duisternis staat zal hij niet in staat zijn het licht te zien.
Uitspraak van Jezus in Gesprek met de Verlosser

Als we het kwaad in de wereld niet effectief rechtstreeks kunnen bestrijden (zie mijn vorige blog) hoe moeten we ons dan er tegenover opstellen?

In de eerste plaats moeten we het kwaad in onszelf onderzoeken. Ikzelf bijvoorbeeld heb een voetafdruk van 4,3 ha, terwijl ik als wereldburger maar recht heb op 1,6.*) Ik draag daarmee onevenredig bij aan de vernietiging van de ecosystemen. Het is door een zorgvuldige leefstijl wel 1,3 ha minder dan de gemiddelde afdruk in Nederland, maar toch. . . Ik voel me er behoorlijk schuldig over , maar weet niet hoe ik mijn voetafdruk verder omlaag kan krijgen zonder radicaal met mijn huidige leven te breken. Iets waartoe ik niet bereid ben en waarschijnlijk ook niet meer toe in staat ben.
Maar dat is niet het enige. Ik gebruik regelmatig Facebook en WhatsApp, en draag daarmee indirect bij aan de rijkdom van Mark Zuckerberg, die geheel is gericht op zijn naakte eigenbelang, Trump ondersteunt en aanhanger is van het eindtijdfascisme (waarover later meer). Ik ben aan het onderzoeken hoe ik dat kan vermijden, maar zie nog niet hoe ik dat zonder grote nadelen kan doen.
Deze voorbeelden kan ik naar believen uitbreiden – maar het punt is nu wel gemaakt. Het laat mijn destructieve rol in de wereld duidelijk zien.

In de tweede plaats moeten we het kwaad om ons heen niet negeren, maar duidelijk onder ogen zien zonder daar direct op te reageren maar ons er wel door te laten raken. Opnieuw een paar voorbeelden:
Mw. Faber verbiedt het COA om alleen reizende minderjarige vluchtelingen mee te nemen met schoolreisjes, bijvoorbeeld naar de Efteling. Hoe verdrietig dat is voor de betreffende kinderen is uitstekend verwoord door Abdelkader Benali in een column in Trouw (5/5/25). Maar de schade is nog veel groter, getuige de ingezonden brieven op Facebook (Metro Holland), 3 mei 2025). Ze schrapt nu ook het activiteitenbudget voor asielzoekers. Hoe harteloos kun je zijn.
Onze regering heeft tor zeer recent nauwelijks gereageerd op de misdaden van Israël: genocide en uithongering (een oorlogsmisdaad). Ook nu is de reactie maar mondjesmaat (maar die roept wel de woede van de heer Wilders op). Ook blijft ze Israël onderdelen voor wapens sturen. Daarmee is ze medeplichtig aan massale moord en al het leed dat daaraan voorafgaat.
De heer Wilders is van mening dat Rusland het volste recht heeft Oekraïne (en daarna eventueel andere landen) onder de voet te lopen. Tijdens de formatie van de huidige regering heeft hij die standpunten ‘even in de ijskast gezet’, maar hij laat zijn reacties er nu wel door bepalen.

Ik heb me in deze voorbeelden welbewust beperkt tot het eigen land – al vindt er in de wereld op nog veel grotere schaal kwaad plaats. Maar laten we nu maar eerst eens dicht bij huis kijken. De voorbeelden laten zien dat het nodig is om het kwaad aandachtig onder ogen te zien om de ernst ervan te doorgronden en ons er door te laten beroeren. Als u deze werkwijze volgt zit u nu waarschijnlijk in de put. Daar moeten we het natuurlijk niet bij laten. Volgende week zal ik een ladder aanreiken om daar weer uit te klimmen en het kwaad effectief aan te pakken zonder de strijd er rechtstreeks mee aan te binden.

Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem, Rijksmuseum Amsterdam

*).Het stukje van de aarde dat we nodig hebben om te leven, uitgedrukt in hectare. Op basis van een eerlijke verdeling is per mens op aarde maar ruim 1,6 ha beschikbaar.

Waar komt het kwaad vandaan?

Jezus zei:
Wie het Al denkt te kennen
maar niet zichzelf
blijft volkomen in gebreke.

(Thomas evangelie)

Rondom het kwaad in de wereld hebben mensen altijd gezocht naar antwoorden op een aantal fundamentele vragen:

  • Is het kwaad realiteit of is het een artefact van ons denken? Bestaat het werkelijk, of is het alleen maar de afwezigheid van het goede, zoals duisternis de afwezigheid is van licht?
  • Als het werkelijk bestaat, waarom is het dan geschapen, en door wie?
  • En waar komt het vandaan?

Op deze vragen heb ik naar vermogen mijn antwoorden gegeven in mijn blogs in 2023: 19/16 januari, 28 september en 7/14 december: te vinden via de kolom hiernaast. En ik ben er nog grondiger op ingegaan in een van mijn boeken.**) Maar dezer dagen kwam ik op een inzicht dat ik toen onvoldoende heb benadrukt. Dat kwam door een lezing van Robert Persaud voor de Groep le Chemin op afgelopen zaterdag, met als thema ‘gnosis en gnostiek’. Ik had me daar nooit diepgaand in verdiept maar ben er naar aanleiding van deze voordracht wat dieper ingedoken.*) Ik dacht altijd dat gnosis eenvoudig de leer was dat we spirituele kennis voornamelijk kunnen verwerven door zelfreflectie en zelfkennis, maar er blijkt iets meer aan de hand te zijn. De Westerse gnosis blijkt vooral ontwikkeld te zijn in de vier eeuwen rondom het begin van onze jaartelling: bij Plato, in het Jodendom en Christendom, en in het Hermetisme. Door de vondst van de Nag Hammadi rollen in 1945, die in de zestiger jaren algemeen toegankelijk werden, is de kennis over gnosis aanzienlijk toegenomen. Als ik, kort door de bocht, en volstrekt onverantwoord, de voornaamste principes van de gnosis in drie punten mag samenvatten, dan gaat het volgens mij om de volgende punten:

  • Het gaat in de gnosis niet om spirituele kennis in het algemeen, maar specifiek om inzicht in hoe ons universum in elkaar steekt, en het benaderen van de goddelijke wereld (het pleroma), zodat we daarvan een glimp kunnen opvangen. Er wordt als regel niet uitgegaan van een persoonlijke god; God is te alomvattend om het in categorieën – persoonlijk/onpersoonlijk, mannelijk/vrouwelijk, enz. – te bevatten. Citaat: “De Eenheid is souverein, daarboven is niets” (Het geheime boek van Johannes)
  • De weg naar wereldinzicht en Godskennis loopt via zelfkennis.
  • Het kwaad in de wereld komt niet direct vanuit het pleroma, maar is onafhankelijk daarvan in de wereld gebracht. Van dit principe zijn er twee versies: het kwaad bestond al vanaf het begin onafhankelijk van de scheppende god, dan wel werd het later in de wereld ingebracht. Een bijzondere variant van de laatste versie is de theorie dat onze wereld niet rechtstreeks geschapen is vanuit het pleroma, maar door een god van lagere rang: de demiurg. Deze heeft het kwaad dan welbewust in de wereld ingebakken – en de wereld zoals wij die kennen is dus inherent slecht of op zijn minst onvolmaakt. Wel heeft het pleroma kans gezien in elk mens een goddelijke lichtvonk te plaatsen.

De eerste twee principes komen overeen met mijn eigen geloofsovertuiging, die ontwikkeld is op basis van mijn innerlijk weten. Maar met het derde principe ben ik het fundamenteel oneens. Als het kwaad naast de oorsprong van alles zou bestaan, is die oorsprong niet de oorsprong van alles, want dan zijn er twee oorsprongen. Dat strijdt zowel met mijn gevoel voor logica als met mijn intuïtie. De stelling dat het kwaad door een lagere godheid zou zijn gecreëerd vind ik bovendien een gevaarlijke stelling, want dat leidt tot de gedachte dat het kwaad uit te roeien is, en tot het bestrijden ervan. Dat is naar mijn idee volstrekt zinloos, want het kwaad is mijns inziens onuitroeibaar; en door de strijd ertegen wordt het alleen maar krachtiger. Overigens, als er een demiurg zou zijn dan is deze immers ook vanuit het pleroma geschapen – dus is het kwaad al in de Oorsprong van alles aanwezig.

Maar hoe moeten we ons dan tegenover het kwaad opstellen? Ik zou zeggen: we moeten het geen aandacht (energie) geven, maar ons volledig richten op de paden van licht en liefde, zoals ik die in het vorige blog heb beschreven. Dat zou dan ons bewustzijn gaan vervullen, zodat het kwaad in onszelf geen kans krijgt, en dat zou dan blijken uit onze beslissingen, uitingen en ons handelen. In het volgende blog ga ik daar verder op in.

De Demiurg
© Mariusz Lewandowski

*) Jacob Slavenburg, Marcel Messing, Hein Stufkens, Gnosis, christendom en innerlijke ervaring,1994:
J.Slavenburg, Inzicht in de ontwikkeling van het Christendom, 1993
**) Erik van Praag, Voor niets gaat de zon op, 2012, hoofdstuk 3, Unde malum, (pag. 66-95)

De weg van het midden.

Er is een weg tussen de wereld van de geest en de wereld van de materie, en wij schrijden daar in onwetende sluimer op voort.
Kahlil Gibran – Ideeën

Voor Aristoteles was de weg van het midden de weg van de deugden, die elk in extreme uitersten tot ondeugden leiden. Zo is moed het midden tussen roekeloosheid en lafheid, en compassie het midden tussen dweperij of aanbidding enerzijds en onverschilligheid of het naakte eigenbelang anderzijds. Maar Gibran heeft het getuige bovenstaand citaat over een heel andere weg, die we allemaal af lopen in dit leven, al ‘schrijden we daar vaak in onbewuste sluimer op voort’. Maar we kunnen ons van die weg meer bewust worden, wakker worden als het ware. Dan realiseren we ons dat die weg niet zoveel anders is als de weg tussen boven en onder, tussen hemel (kosmos) en aarde (het ‘huwelijk tussen hemel en aarde’), tussen hoofd en buik, tussen de wereld van het denken en de ziel, tussen licht en vorm (structuur), tussen het eerste en het zevende chakra – kortom de weg van het hart. Dat is dan de weg van de liefde, de verbinding, medeleven. Dit zijn natuurlijk allemaal symbolische duidingen, maar ze kunnen wel degelijk leiden tot bewustwording als we erop contempleren of mediteren.

Als ons levensdoel, ons heilig contract, op de weg van het hart ligt, dan komt het met ons leven wel goed. Dan beleven we het als zinvol, dan zijn we in balans en ervaren we dat we een bijdrage leveren in de wereld. Als we daarentegen teveel in onze buik leven (op materieel niveau), of te eenzijdig cerebraal, dan zijn we niet in balans en zullen dat ervaren als vage gevoelens van onvrede. Voor mij persoonlijk was het inzicht van Gibran niet helemaal nieuw, maar het inspireerde me wel. Het zette me aan tot reflectie op en evaluatie van mijn eigen levensloop en levensdoel. Ik realiseerde me dat de manifestatie van de Oorsprong in dit leven in de vorm van licht, liefde en wetten overeen komt met de drie paden die door Gibran worden genoemd, en dat het pad van de liefde onze eigenlijke bestemming is. En dat zette me weer aan tot een contemplatie over wat liefde eigenlijk is. Zo heb ik de Aarde en haar bewoners lief, al roept een deel van haar bewoners soms verontwaardiging en woede op. Dat kunnen dus ook uitingen van liefde zijn – liefde is niet altijd zachtaardig en vredig.