Categoriearchief: Spiritualiteit

Zijn we allemaal één?

In de lijn van Beethovens Eroica verklankt het werk . . . de overwinning van het goed op het Kwaad. . . . Het Adagietto kwijt zich voorbeeldig van zijn taak als inleiding op de finale. . .
De triomf van het Goed op het kwaad is een feit.

(Geert Riem over de vijfde symfonie van Gustav Mahler*)

.

.
.

In mijn miniserie over hoe om te gaan met het kwaad in de wereld heb ik vorige week twee vragen opgeworpen:
1. Waarom is het nodig ons eerst te verdiepen in het kwaad in onszelf en de wereld om ons heen alvorens we het goede in de wereld kunnen neerzetten?
2. Hoe, en onder welke omstandigheden, moeten we ons toch direct tegen het kwaad verzetten?

Ik ga eerst in op de eerste vraag.
Als we het kwaad niet echt onder ogen zien kunnen we onze aandacht niet onverdeeld op het goede richten. Als we dat toch proberen onderdrukken we het besef van het kwaad in ons, in plaats van het buiten onze aandacht te parkeren. Dan woekert het in ons verder als onze schaduw, neemt energie in beslag, en maakt ons minder krachtig in relatie tot het goede. Dit leven zit zo in elkaar dat we deze wereld alleen in tegenstellingen kunnen waarnemen, dus als we echt in het goede willen duiken moeten we dat ook in het kwaad doen. Dat verdiept ons bewustzijn, en maakt ons milder en bescheiden. Verder: diegenen die het kwaad bedrijven zijn aan ons verwant – dat zien we als we dieper in onszelf duiken. Ze zijn als familieleden in de ‘family of men’ en net als in onze eigen familie komen daar familieleden in voor waar we moeite mee hebben. Maar ze blijfven toch familie, of we dat nu leuk vinden of niet. Dit besef houdt de weg open naar eenheidsbeleving: het weten dat we deel uit maken van een groot geheel: Gaia met alles erop en eraan.

De tweede vraag. Ik heb twee weken geleden gezegd dat we niet direct met het kwaad in conflict moeten treden. Maar op die regel is een uitzondering: als onze naasten of wijzelf direct persoonlijk bedreigd worden, fysiek, of in onze uitdrukkingsmogelijkheden; kortom: in onze vrijheid of zelfs in ons bestaan, en als alle andere mogelijkheden zijn uitgeput. Maar ook dan moeten we proberen geweld te vermijden, maar soms is zelfs dat niet mogelijk. In dat geval moeten we, als we daar de tijd voor hebben, kiezen tussen twee kwaden, passief zijn of verzet: wat levert het minste schade of leed op?

Hiermee ben ik aan het einde gekomen van mijn miniserie over goed en kwaad, maar het laatste woord is er natuurlijk niet over gesproken. We zullen erover moeten blijven denken en spreken, en navenant handelen, zolang het kwaad bestaat – en dat is dus voor de rest van ons leven. Maar niet voortdurend; we moeten ons ook Prediker herinneren: Er is een tijd om te wenen en een tijd om te lachen. (Pred: 3.4)

.

*) In de vijfde symfonie laat Mahler horen wat ik in de afgelopen blogs heb proberen te zeggen: je moet eerst in het Kwaad duiken alvorens je het Goede kunt laten triomferen. Citaat is afkomstig uit de programma toelichting bij een Musico-reis waaraan ik afgelopen week heb deelgenomen.

De weg van het hart.

It is only with the heart that one can see rightly; what is essential is invisible to the eye.
Antoine de Saint-Exupery

Als u door het vorige blog bent blijven zitten met gevoelens van zelfverwijt, verontwaardiging of woede, is het nu tijd deze gevoelens even te parkeren en uw aandacht te richten op het pad van de liefde (zie mijn blog van 1 mei).

Geef allereerst aandacht aan uw lichaam. Dat is een wonder, zelfs als u lijdt aan een ziekte of ouderdom. Maar nog steeds werkt het spontaan aan uw eigen heling (want anders was u nu overleden) en is het een instrument voor schoonheidsbeleving (natuur, kunst, muziek). Neem de tijd om hier even bij stil, te staan, voor reflectie of meditatie, en zie in hoe bevoorrecht u nog steeds bent door in dit land te leven, genoeg te eten te hebben en een dak boven uw hoofd. En mocht u heel ziek zijn of heel oud, word dan vriendjes met de dood. Dat is trouwens ook geen slecht idee voor de mensen die nog gezond of jong(er) zijn. En zorg goed voor uzelf: eet smakelijk en verantwoord, en beweeg als u dat nog kan (wandelen, zwemmen, fietsen, sportschool, sportclubs). En vergeef uzelf.
Vervolgens, zorg dat de plezier-functie in uw leven in tact is. Zorg dat er leuke dingen zijn om naar uit te kijken: uitjes, feestjes, reisjes, museumbezoek, bijzondere tv-uitzendingen of Netflix-series, films, lezingen of podcasts die u interesseren. Laat uw leven sober zijn doch rijk aan feesten. Er zijn altijd mogelijkheden, zelfs als u weinig geld heeft of fysiek gehandicapt bent.
Daarna: geef aandacht aan uw medemensen. Vergeef iedereen die u nog iets te vergeven heeft, als u daartoe bereid en in staat bent (en anders, werk daaraan). Praktiseer belangeloze vriendelijkheid, ook naar mensen die u niet kent. Onderhoud (oude) vriendschappen, en/of maak nieuwe vrienden. Als u er fysiek toe in staat bent, ga naar plekken waar u mensen kunt ontmoeten: buurtcentra, café’s, georganiseerde activiteiten. Pak het vervolgens wat structureler aan. Word vrijwilliger, of lid van een organisatie die gaat voor vrede of een genezende wereld. Maar zorg dat u niet tegen iets protesteert, maar het goede ondersteunt. Voorbeeld: protesteer niet tegen Israël maar ondersteun vredes-activisten in Israël en Palestina. Doneer naar vermogen aan goede doelen.

Laat u niet misleiden door de gebiedende wijs enkelvoud in bovenstaande suggesties. Het zijn maar aanbevelingen – doe niets uit plicht, maar alleen uit keuze. En als u dat consequent praktiseert, dan wordt u een bron van constructieve energie in de wereld, en werkt zodoende aan de verzwakking van het kwaad. Als extra bonus houdt u er een goed gevoel aan over.

Waarom is het nodig eerst het kwaad onder ogen te zien, alvorens het goede te doen? Daar kom ik volgende week op terug.

Ik heb me in vorige blogs uitgesproken tegen direct verzet tegen het kwaad, want dan versterk je het juist. Maar er is op die regel een uitzondering: als je direct beperkt wordt in je vrijheid het goede te doen. Dat kan gebeuren onder meer of minder autocratische regeringen. Zover is het in Nederland nog niet, maar dat komt wel gevaarlijk dichtbij. Wat dan te doen? Daarover eveneens volgende week.

Belangeloze vriendelijkheid?

In de put van het kwaad.

Als iemand niet in de duisternis staat zal hij niet in staat zijn het licht te zien.
Uitspraak van Jezus in Gesprek met de Verlosser

Als we het kwaad in de wereld niet effectief rechtstreeks kunnen bestrijden (zie mijn vorige blog) hoe moeten we ons dan er tegenover opstellen?

In de eerste plaats moeten we het kwaad in onszelf onderzoeken. Ikzelf bijvoorbeeld heb een voetafdruk van 4,3 ha, terwijl ik als wereldburger maar recht heb op 1,6.*) Ik draag daarmee onevenredig bij aan de vernietiging van de ecosystemen. Het is door een zorgvuldige leefstijl wel 1,3 ha minder dan de gemiddelde afdruk in Nederland, maar toch. . . Ik voel me er behoorlijk schuldig over , maar weet niet hoe ik mijn voetafdruk verder omlaag kan krijgen zonder radicaal met mijn huidige leven te breken. Iets waartoe ik niet bereid ben en waarschijnlijk ook niet meer toe in staat ben.
Maar dat is niet het enige. Ik gebruik regelmatig Facebook en WhatsApp, en draag daarmee indirect bij aan de rijkdom van Mark Zuckerberg, die geheel is gericht op zijn naakte eigenbelang, Trump ondersteunt en aanhanger is van het eindtijdfascisme (waarover later meer). Ik ben aan het onderzoeken hoe ik dat kan vermijden, maar zie nog niet hoe ik dat zonder grote nadelen kan doen.
Deze voorbeelden kan ik naar believen uitbreiden – maar het punt is nu wel gemaakt. Het laat mijn destructieve rol in de wereld duidelijk zien.

In de tweede plaats moeten we het kwaad om ons heen niet negeren, maar duidelijk onder ogen zien zonder daar direct op te reageren maar ons er wel door te laten raken. Opnieuw een paar voorbeelden:
Mw. Faber verbiedt het COA om alleen reizende minderjarige vluchtelingen mee te nemen met schoolreisjes, bijvoorbeeld naar de Efteling. Hoe verdrietig dat is voor de betreffende kinderen is uitstekend verwoord door Abdelkader Benali in een column in Trouw (5/5/25). Maar de schade is nog veel groter, getuige de ingezonden brieven op Facebook (Metro Holland), 3 mei 2025). Ze schrapt nu ook het activiteitenbudget voor asielzoekers. Hoe harteloos kun je zijn.
Onze regering heeft tor zeer recent nauwelijks gereageerd op de misdaden van Israël: genocide en uithongering (een oorlogsmisdaad). Ook nu is de reactie maar mondjesmaat (maar die roept wel de woede van de heer Wilders op). Ook blijft ze Israël onderdelen voor wapens sturen. Daarmee is ze medeplichtig aan massale moord en al het leed dat daaraan voorafgaat.
De heer Wilders is van mening dat Rusland het volste recht heeft Oekraïne (en daarna eventueel andere landen) onder de voet te lopen. Tijdens de formatie van de huidige regering heeft hij die standpunten ‘even in de ijskast gezet’, maar hij laat zijn reacties er nu wel door bepalen.

Ik heb me in deze voorbeelden welbewust beperkt tot het eigen land – al vindt er in de wereld op nog veel grotere schaal kwaad plaats. Maar laten we nu maar eerst eens dicht bij huis kijken. De voorbeelden laten zien dat het nodig is om het kwaad aandachtig onder ogen te zien om de ernst ervan te doorgronden en ons er door te laten beroeren. Als u deze werkwijze volgt zit u nu waarschijnlijk in de put. Daar moeten we het natuurlijk niet bij laten. Volgende week zal ik een ladder aanreiken om daar weer uit te klimmen en het kwaad effectief aan te pakken zonder de strijd er rechtstreeks mee aan te binden.

Jeremia treurend over de verwoesting van Jeruzalem, Rijksmuseum Amsterdam

*).Het stukje van de aarde dat we nodig hebben om te leven, uitgedrukt in hectare. Op basis van een eerlijke verdeling is per mens op aarde maar ruim 1,6 ha beschikbaar.

Waar komt het kwaad vandaan?

Jezus zei:
Wie het Al denkt te kennen
maar niet zichzelf
blijft volkomen in gebreke.

(Thomas evangelie)

Rondom het kwaad in de wereld hebben mensen altijd gezocht naar antwoorden op een aantal fundamentele vragen:

  • Is het kwaad realiteit of is het een artefact van ons denken? Bestaat het werkelijk, of is het alleen maar de afwezigheid van het goede, zoals duisternis de afwezigheid is van licht?
  • Als het werkelijk bestaat, waarom is het dan geschapen, en door wie?
  • En waar komt het vandaan?

Op deze vragen heb ik naar vermogen mijn antwoorden gegeven in mijn blogs in 2023: 19/16 januari, 28 september en 7/14 december: te vinden via de kolom hiernaast. En ik ben er nog grondiger op ingegaan in een van mijn boeken.**) Maar dezer dagen kwam ik op een inzicht dat ik toen onvoldoende heb benadrukt. Dat kwam door een lezing van Robert Persaud voor de Groep le Chemin op afgelopen zaterdag, met als thema ‘gnosis en gnostiek’. Ik had me daar nooit diepgaand in verdiept maar ben er naar aanleiding van deze voordracht wat dieper ingedoken.*) Ik dacht altijd dat gnosis eenvoudig de leer was dat we spirituele kennis voornamelijk kunnen verwerven door zelfreflectie en zelfkennis, maar er blijkt iets meer aan de hand te zijn. De Westerse gnosis blijkt vooral ontwikkeld te zijn in de vier eeuwen rondom het begin van onze jaartelling: bij Plato, in het Jodendom en Christendom, en in het Hermetisme. Door de vondst van de Nag Hammadi rollen in 1945, die in de zestiger jaren algemeen toegankelijk werden, is de kennis over gnosis aanzienlijk toegenomen. Als ik, kort door de bocht, en volstrekt onverantwoord, de voornaamste principes van de gnosis in drie punten mag samenvatten, dan gaat het volgens mij om de volgende punten:

  • Het gaat in de gnosis niet om spirituele kennis in het algemeen, maar specifiek om inzicht in hoe ons universum in elkaar steekt, en het benaderen van de goddelijke wereld (het pleroma), zodat we daarvan een glimp kunnen opvangen. Er wordt als regel niet uitgegaan van een persoonlijke god; God is te alomvattend om het in categorieën – persoonlijk/onpersoonlijk, mannelijk/vrouwelijk, enz. – te bevatten. Citaat: “De Eenheid is souverein, daarboven is niets” (Het geheime boek van Johannes)
  • De weg naar wereldinzicht en Godskennis loopt via zelfkennis.
  • Het kwaad in de wereld komt niet direct vanuit het pleroma, maar is onafhankelijk daarvan in de wereld gebracht. Van dit principe zijn er twee versies: het kwaad bestond al vanaf het begin onafhankelijk van de scheppende god, dan wel werd het later in de wereld ingebracht. Een bijzondere variant van de laatste versie is de theorie dat onze wereld niet rechtstreeks geschapen is vanuit het pleroma, maar door een god van lagere rang: de demiurg. Deze heeft het kwaad dan welbewust in de wereld ingebakken – en de wereld zoals wij die kennen is dus inherent slecht of op zijn minst onvolmaakt. Wel heeft het pleroma kans gezien in elk mens een goddelijke lichtvonk te plaatsen.

De eerste twee principes komen overeen met mijn eigen geloofsovertuiging, die ontwikkeld is op basis van mijn innerlijk weten. Maar met het derde principe ben ik het fundamenteel oneens. Als het kwaad naast de oorsprong van alles zou bestaan, is die oorsprong niet de oorsprong van alles, want dan zijn er twee oorsprongen. Dat strijdt zowel met mijn gevoel voor logica als met mijn intuïtie. De stelling dat het kwaad door een lagere godheid zou zijn gecreëerd vind ik bovendien een gevaarlijke stelling, want dat leidt tot de gedachte dat het kwaad uit te roeien is, en tot het bestrijden ervan. Dat is naar mijn idee volstrekt zinloos, want het kwaad is mijns inziens onuitroeibaar; en door de strijd ertegen wordt het alleen maar krachtiger. Overigens, als er een demiurg zou zijn dan is deze immers ook vanuit het pleroma geschapen – dus is het kwaad al in de Oorsprong van alles aanwezig.

Maar hoe moeten we ons dan tegenover het kwaad opstellen? Ik zou zeggen: we moeten het geen aandacht (energie) geven, maar ons volledig richten op de paden van licht en liefde, zoals ik die in het vorige blog heb beschreven. Dat zou dan ons bewustzijn gaan vervullen, zodat het kwaad in onszelf geen kans krijgt, en dat zou dan blijken uit onze beslissingen, uitingen en ons handelen. In het volgende blog ga ik daar verder op in.

De Demiurg
© Mariusz Lewandowski

*) Jacob Slavenburg, Marcel Messing, Hein Stufkens, Gnosis, christendom en innerlijke ervaring,1994:
J.Slavenburg, Inzicht in de ontwikkeling van het Christendom, 1993
**) Erik van Praag, Voor niets gaat de zon op, 2012, hoofdstuk 3, Unde malum, (pag. 66-95)

De weg van het midden.

Er is een weg tussen de wereld van de geest en de wereld van de materie, en wij schrijden daar in onwetende sluimer op voort.
Kahlil Gibran – Ideeën

Voor Aristoteles was de weg van het midden de weg van de deugden, die elk in extreme uitersten tot ondeugden leiden. Zo is moed het midden tussen roekeloosheid en lafheid, en compassie het midden tussen dweperij of aanbidding enerzijds en onverschilligheid of het naakte eigenbelang anderzijds. Maar Gibran heeft het getuige bovenstaand citaat over een heel andere weg, die we allemaal af lopen in dit leven, al ‘schrijden we daar vaak in onbewuste sluimer op voort’. Maar we kunnen ons van die weg meer bewust worden, wakker worden als het ware. Dan realiseren we ons dat die weg niet zoveel anders is als de weg tussen boven en onder, tussen hemel (kosmos) en aarde (het ‘huwelijk tussen hemel en aarde’), tussen hoofd en buik, tussen de wereld van het denken en de ziel, tussen licht en vorm (structuur), tussen het eerste en het zevende chakra – kortom de weg van het hart. Dat is dan de weg van de liefde, de verbinding, medeleven. Dit zijn natuurlijk allemaal symbolische duidingen, maar ze kunnen wel degelijk leiden tot bewustwording als we erop contempleren of mediteren.

Als ons levensdoel, ons heilig contract, op de weg van het hart ligt, dan komt het met ons leven wel goed. Dan beleven we het als zinvol, dan zijn we in balans en ervaren we dat we een bijdrage leveren in de wereld. Als we daarentegen teveel in onze buik leven (op materieel niveau), of te eenzijdig cerebraal, dan zijn we niet in balans en zullen dat ervaren als vage gevoelens van onvrede. Voor mij persoonlijk was het inzicht van Gibran niet helemaal nieuw, maar het inspireerde me wel. Het zette me aan tot reflectie op en evaluatie van mijn eigen levensloop en levensdoel. Ik realiseerde me dat de manifestatie van de Oorsprong in dit leven in de vorm van licht, liefde en wetten overeen komt met de drie paden die door Gibran worden genoemd, en dat het pad van de liefde onze eigenlijke bestemming is. En dat zette me weer aan tot een contemplatie over wat liefde eigenlijk is. Zo heb ik de Aarde en haar bewoners lief, al roept een deel van haar bewoners soms verontwaardiging en woede op. Dat kunnen dus ook uitingen van liefde zijn – liefde is niet altijd zachtaardig en vredig.

Bestaan er engelen?

                                                           Ik geloof in de zon – zelfs als ik hem niet zie;
Ik geloof in Liefde – zelfs als ik haar niet voel
Ik geloof in God – zelf als Hij niet aanwezig is.
                                                                                                          (Lionel Blue1)

Bestaan engelen? Als je erin gelooft wel. In dat geval is het zinvol een engel uit te nodigen bij een bepaalde gebeurtenis of gedurende een zekere periode in je leven aanwezig te zijn om je te ondersteunen. Als je een engel met een specifieke kwaliteit zoekt verdient het aanbeveling om een engelkaartje te trekken. Dat kun je trouwens ook doen als je niet in engelen gelooft – in dat geval richt je je aandacht op een bijzondere kwaliteit. Onderstaand een procedure om zo’n engel-kaartje op een verantwoorde manier te trekken.

Je kunt ook op ieder moment speciale ‘Engelen’ oproepen, of je nu in het bestaan van engelen gelooft of niet. Het aanroepen van engelen komt in vele tradities voor. Ik heb dit gebruik geleerd in Findhorn, een spirituele gemeenschap in Schotland, zie www.findhorn.org. Je kunt deze kwaliteiten letterlijk opvatten als Engelen, maar ook als vormen van kosmische energie. Je kunt alle kwaliteiten invullen die je maar wilt – en je kunt ook zogenaamde engel-kaartjes kopen (Engels: Angelcards; verkrijgbaar in elke New Age winkel of via internet2) en willekeurig een of meer Engeltjes trekken voor een gebeurtenis, een week, een jaar, een reis, enzovoort, en vragen of deze Engel daarbij aanwezig wil zijn. Ook kun je in een team of vergadering ieder lid een engeltje laten trekken, en laten delen wat die engel voor hem of haar betekent.

Het oproepen van Engelen dan wel het trekken van engel-kaartjes is een manier om de aandacht te richten op bepaalde kwaliteiten, waaraan je op dat moment behoefte hebt, of die je op dat moment belangrijk vindt of, als je de kaartjes trekt, die zich op dat moment aandienen.

Als je ertoe over gaat om engel-kaartjes te trekken is het van belang dat met aandacht te doen, je open stellend voor de krachten van de niet-zichtbare wereld. Het wordt dan niet zomaar een trucje of speeltje, maar een betekenisvolle toevoeging aan de sfeer van dat moment of die gebeurtenis. Het is ook goed om na het trekken van de kaartjes even te reflecteren op de betekenis die de betrokken kwaliteit (op dat moment) voor jou heeft. Daarbij kunnen de volgende vragen worden gesteld:

  • Hoe/waar  voel ik de energie van deze engel in mijn lichaam?
  • Welke beelden roep deze engel bij me op?
  • Waar doet deze engel me aan denken?
  • Wat is de boodschap die deze engel voor me heeft
  • Wat heb ik aan deze engel te zeggen?
  • Wat is de betekenis van deze engel voor dit moment of deze situatie?

Als je een engel-kaartje getrokken hebt voor een langere periode is het goed om af en toe gedurende die periode eens even op de betreffende kwaliteit te reflecteren.

Kat, Engel, Kerstmis, Vleugel, Katje
  1. Lionel Blue, Gods vingerafdruk overal, 1987
  2. Er zijn ook andere ‘decks’, maar ik vind dat van Findhorn veruit het beste. Let op dat je de versie met 72 kaartjes koopt; er is ook een goed commentaarboek van Kathy Tyler.

Gebed voor Kerstavond*

(een dag te laat, maar ook voor vanavond nog wel bruikbaar)

Aanwezigheid,
Deze nacht is gezegend door een lange, lange traditie, die al lang voor de geboorte van Jezus begon. Dit is de nacht van de hoop, van het vertrouwen in de toekomst, en bovenal de nacht van de vrede en de stilte. Ik luister naar de stilte in mezelf en om me heen. Overal ter wereld wint de stilte veld. Het rumoer van de strijd wordt hier en daar voor een moment gestaakt. Op de velden, in de natuur – alles houdt de adem in. Er is verwachting in de lucht, de verwachting die de herders voelden voor de Engel verscheen. 
Vrede op aarde. Dit is de nacht waarop dit ideaal ineens bereikbaar lijkt. Het ideaal dat zo ver af ligt en toch zo nabij. 
Vanavond wil ik stil staan bij de gewelddadigheid in mezelf, en erop vertrouwen dat ik deze gewelddadigheid kan omvormen tot een meer constructieve levenskracht. Ik weet dat er razernij (boosheid, haat, woede) in me zit, maar ik weet ook dat veel daarvan voortkomt uit angst en gewonde liefde. Ik weet dat ik in wezen een vredelievend mens ben, en dat ik vrede wens voor mezelf, mijn vrienden, ja eigenlijk voor iedereen. Zoals ik zijn er miljoenen op de wereld. Voor nu wil ik met deze vredelievendheid in contact komen en deze uitstralen naar iedereen in de wereld.

Vurig wens ik dat zij die voortdurend met elkaar in strijd zijn hun hart verzachten, en iets van de vrede van deze nacht kunnen opvangen, al is het maar voor een moment.
Mijn aandacht gaat ook uit naar hen die in deze nacht lijden, hen die ontheemd zijn, honger hebben of ziek zijn. Ik weet dat ik er in mijn eentje niet zoveel aan kan doen, maar ook dat als ik me door hen laat raken, dat op zichzelf heilzaam zou kunnen werken en me in beweging kan brengen, zodat ik zal doen wat mijn hand en hart te doen vindt.
Het is een vreemde nacht, een nacht waarin de hoogste vreugde contrasteert met de diepste pijn. In de mensen een welbehagen, maar niet voor iedereen. Een verwarrende nacht. Moge ik temidden in deze verwarring de vreugde en de vrede vinden en het ontzag voor het wonder van de geboorte van het leven zelf. 
Laat me dit gebed eindigen in stilte, verwondering en dankbaarheid.

  • Overgenomen uit: Gebedsboekje voor zoekers, door Erik van Praag, 2010. Dit boekje laat ook zien waarom bidden zinvol is, ook als je niet godsdienstig bent.

Heilig.

Alles wat leeft is immers heilig. . . (William Blake)

Het woord ‘immers’ in bovenstaand citaat zette me aan het denken. Hoezo is het leven immers heilig? Is dat een intrinsieke eigenschap van het leven, of slechts een kwalificatie die wij er aan geven? Maar wat betekent ‘heilig’ dan?

We kennen het epitheton ‘heilig’ toe aan bepaalde locaties (bijvoorbeeld Chartres, Mekka, Lourdes, Santiago de Compostela, Glastonbury of de Tempelberg in Jeruzalem), aan de natuur, aan personen (bv. Teresa van Avila of Franciscus van Assisi), aan de ruimte tussen passer en winkelhaak (vrijmetselarij), aan processies en rituelen, aan momenten van innerlijke openbaring of ervaring van het mysterie, aan Gaia, aan speciale dagen, bijvoorbeeld Goede Vrijdag, Hemelvaartsdag of Kerstnacht, enzovoort. Wat betekent ‘heilig dan eigenlijk? Het woordenboek geeft als synoniem ‘verheven’ maar dat voelt voor mij niet helemaal kloppend. Ik denk meer dat we de kwalificatie ‘heilig’ toekennen als we een directe verbinding waarnemen of ervaren met de onzichtbare werelden achter of boven deze zichtbare materiële wereld. Je kunt natuurlijk zeggen dat de hele materiële wereld daarmee in verbinding staat en dat is ook zo maar dat wordt veelal niet direct waargenomen, en we realiseren ons dat in dat geval ook niet. We noemen iets heilig, als we die verbinding wel direct kunnen ervaren als we er voor open staan.*)

Een mooie illustratie hiervan wordt gegeven door Albert Schweitzer:

Aan het einde van de derde dag, juist toen we bij zonsondergang door een, kudde nijlpaarden liepen, lichtte in mijn geest, onvoorzien en ongezocht, de zinsnede ‘Eerbied voor het Leven ‘ op.

Dat is sindsdien voor hem een heilige waarde, en sinds ik hiervan kennis genomen heb is dat ook voor mij zo. Het is met heiligheid net als met schoonheid: het is niet een eigenschap van het waargenomene, maar iets of iemand is heilig in het oog van de aandachtige toeschouwer. Dat roept dan vaak ontzag of verwondering op.

Tussen passer en winkelhaak, alwaar is heiligheid

*) Sommige mensen die verslaafd zijn aan werk, geld of sex noemen het obiect van hun obsessie of verslaving heilig. Maar die betekenis laat ik in dit stuk verder buiten beschouwing.

Vastentijd.

Maar ’t gaat voorbij, voorbij
(oud schoolliedje)

In het kerkelijk jaar zijn er twee perioden van speciale bezinning: de advent- en de vastentijd. De advent richt zich op de betekenis en de komst van het licht; de vastentijd gaat over dood en het overwinnen daarvan. Ook als je niet kerkelijk bent (zoals ik) is het wel zinvol je aan deze perioden iets gelegen te laten liggen.

Leven is sterven. Er gaan de hele tijd dingen verloren om plaats te maken voor iets nieuws. Dat geldt zowel buiten ons als binnenin ons. Cellen sterven af; nieuwe cellen ontwikkelen zich. Oude gedachten en ideeën verliezen hun betekenis, nieuwe komen daarvoor in de plaats. Levensfasen gaan voorbij en nieuwe fasen beginnen, en brengen nieuwe ervaringen en avonturen met zich mee. Het leven is een constant afscheid nemen en geboren worden, maar we staan daar niet steeds bij stil. De vastentijd is een periode om dat wel te overwegen en niet krampachtig vast te houden aan het oude. Het is een periode om te beseffen dat alles in dit leven voorbij gaat; het goede en ook het kwade. Daaraan kunnen we drie gemoedsstemmingen ontlenen: gemoedsrust (wat betreft het kwade), weemoed en verwachtingsvolheid. Deze overwegingen geven ook aanleiding om niet alles als absoluut te ervaren, om de relevantie van dit materiële leven te relativeren. Paradoxalerwijs versterkt dat onze veerkracht.

Sterven is het ultieme afscheid. Kenmerkend is dat we niet echt weten wat daarna de nieuwe fase is. We kunnen meer of minder krachtig geloven in een leven na dit leven, maar geloof is nooit een zeker weten, en houdt altijd een twijfel in. De vastentijd is een goede tijd om daarmee vrede te leren hebben.

In de vastentijd doorbreken we gewoonten, de routine. We denken daarbij primair aan eetgewoonten, maar het kan ook op ander gebied. Wat de eetgewoonten betreft, dat kunnen we heel verschillend invullen. We kunnen wat vaker vlees laten staan, of af en toe een dag echt totaal vasten (alleen water drinken), of een vastenkuur van een week volgen in een daartoe strekkend oord, of, zoals ik doe, 40 dagen stoppen met alcohol, snacks en snoep. En wat andere gewoonten betreft: stoppen met impulsaankopen, minder gemakzuchtig reizen, of wat dan ook. Al deze acties helpen ons te onthechten en ons bewust te worden van de kostbaarheid en de vergankelijkheid van ons leven.

Laat ik dit blog beëindigen met de slottekst uit een oud schoolliedje, ‘Hoog op de gele wagen’
(Ik zou dat zeker even beluisteren: https://www.youtube.com/watch?v=YReJIAg8PlM)
Vrienden van liefde en leven
Vangt er mijn laatste groet.
Hoe graag was ik bij u gebleven
Maar ’t gaat voorbij, voorgoed.


De Kogi profetie.

Nu ik mijn lezers vorige week uitgenodigd heb eerst zelf de Kogi boodschap te beluisteren, zal ik hem hier samenvatten voor hen die niet in de gelegenheid waren mijn vorige blog en de Kogi video te bekijken. De Kogi is een stam in Noord Colombia, die door de eeuwen heen hun eigen cultuur bewaard heeft en Aluna, De Grote Moeder, vereert. Meer hierover in mijn vorige blog. Zij hebben een boodschap van haar doorgekregen, waarin De Grote Moeder de mensheid waarschuwt dat ze veel pijn en verdriet ervaart van wat de mensheid haar aandoet. In feite is ze ziek. Tot nu toe heeft ze desondanks de mensheid ondersteund en gevoed (ik ben inderdaad verwonderd en dankbaar dat ze ons maar blijft voeden, terwijl we op uiterst destructieve wijze met haar omgaan.). Maar nu is de maat vol. Ze wil zichzelf helen en zal dat ook doen, maar doet dat liefst samen met de mensheid, haar kinderen zoals ze zegt. Maar als de mensheid niet voor juni 2024 haar intentie en gedrag ten aanzien van haar fundamenteel verandert, zal ze vanaf die datum haar handen van ons aftrekken en staat ons de komende twee jaar een catastrofe te wachten die uiteindelijk zal uitlopen op ons uitsterven. Voor de volledige boodschap zie YouTube of https://thefountain.earth/mother/. (Deze boodschap doet denken aan de sombere profetieën van de profeten in het Oude Testament; alleen gingen die niet over de aarde als geheel. Aan die waarschuwingen werd weinig gevolg gegeven, weshalve die profetieën in het algemeen vervuld werden).

Wat moeten we nu met zo’n boodschap? We kunnen hem natuurlijk ter zijde leggen. Daarvoor hebben we verschillende argumenten, zoals: bestaat De Grote Moeder wel? En zo ja, is deze boodschap echt door haar zelf doorgegeven of is het een verbeelding van de priesters van de stam? En is het wel waarschijnlijk dat we al binnen twee jaar op zo’n ramp uitlopen? Dat weten we natuurlijk niet, maar wat voor de echtheid van de boodschap pleit is dat eenzelfde waarschuwing komt van vele kanten: van andere inheemse stammen, van buitenaardse wezens (volgens vele getuigen), en van heel andere zijde: 1500 experts, CEO’s, politici en wetenschappers, die binnen twee jaar een wereldwijde catastrofe voorspellen (Global Risk Rapport van het World Economic Forum, waarover volgende week meer), en van Maarten Loonen, wetenschapper van de Universiteit Groningen en expert op het gebied van de klimaatontwikkeling op Spitsbergen, die twee weken geleden in Buitenhof bijna in tranen was (https://www.youtube.com/watch?v=i-VmsK4v3Ug).

Als we dit alles tot ons door laten dringen zijn er in principe twee reacties mogelijk: wanhoop, machteloosheid of apathie, of je gevoelens van pijn toelaten en je realiseren dat deze gevoelens voortkomen uit liefde: voor jezelf, je naasten, de mensheid, de natuur en Gaia als geheel. Hieruit kunnen weer allerlei gedragingen voortkomen, zoals belangeloze vriendelijkheid. Over een paar weken ga ik dieper in op de vraag hoe we met de narigheid in de wereld kunnen omgaan.