Do Santa Claus and ecosystems exist? And God?

Now that summer is coming to an end and the meteorological autumn  is almost beginning (September 1st) it is time for going inside and do some study and reflection. So I went on a retreat in a monastery and started to read  one of the latest books of Ken Wilber (Integral Spirituality, 2007). That led me to the following question: does Santa Claus exist?

To answer this question in a meaningful way I want to make a short excursion to modern developmental theory. Many authors and scientists have extended evolution theory to a description of  the evolutionary development of cultures. The most well known of these descriptions is spiral dynamics, but there are many more. Often the colors of the rainbow are used to denote the different stages in this evolution, from infrared to ultraviolet or clear light (Spiral Dynamics has a slightly deviating system). I for myself roughly differentiate between traditional (up until amber), modern (orange), postmodern (green) and unknown (turquoise and higher).

Now, before returning to my question about the existence of Santa Claus I want to pose another question first: do ecosystems exist? If we should have asked this question to people in the traditional epoch they wouldn’t have understood the question. They couldn’t have consciously found and perceived an ecosystem. The concept simply wasn’t there, and what you can’t conceive you can’t perceive. Now the interesting question is: do ecosystems in the traditional world exist? Don’t fall in the fallacy of the myth of the given: that reality is something that is simply there, given to us. Since Kant we know that reality is at least partially a construct of our mind.

So ecosystems certainly exist in modern and postmodern times, but if they existed before that time (and for people who still live traditionally today) remains to be seen. I gladly leave the conclusion about that to the reader.

imagesNow about Santa Claus. The myth of Santa Claus certainly fits in the traditional way of thinking, although in traditional times the myth was quite different from how it is now. Phenomena in earlier stages of development can always survive in later stages. And this myth, in some form, certainly has survived the centuries. So what can be said is that the myth about Santa Claus (and in Holland: Sinterklaas) certainly exists. But does Santa Claus himself exist?

When I, with my grandchildren, am watching the arrival procession of Sinterklaas in the Netherlands, and I see not only children, but grown ups as well,  cheering and waving, then I know Sinterklaas exists. And he exists independently of the cultural level of the onlookers. Maybe emptiness is form and  form is emptiness (Heart Sutra), and physical reality is an illusion, but the joy certainly is real. As Richard Back (Donald Shimoda) said in Illusions: The image is the dream, the beauty is real. And so it is.

And God, does he/she/it exist? If it is true that we co-construct reality, then maybe we also co-construct God. The way God then manifest him/her/itself depends on the cultural development of the constructing person(s). If this is all true, the question if God exists becomes obsolete. God is because we are, and surely is more than religious projection. But anyway, if we want to have a meaningful experience representing God, it as a rule demands a lot of investment in time and energy (training in concentration, meditation, prayer, ritual, taking time in silence). About that all spiritual and religious traditions agree. Only in exceptional cases the experience of God is just given to someone by grace.

So far the results of some weeks of study and contemplation. As the freemasons say: so mote it be.

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

 

Zijn onze leiders nu dom of te kwader trouw?

Toen destijds de fusie plaats vond tussen KLM en Air France, wist iedereen dat dit het einde zou zijn van het zelfstandig voortbestaan van de KLM, en dat dit derhalve een bedreiging zou zijn voor de groei van Schiphol (de thuishaven van Air France is immers Charles de Gaulle).  De regering verzekerde toen dat dit geenszins het geval zou zijn, want er waren allerlei garantiebepalingen in de fusieovereenkomst opgenomen dit dit moesten voorkomen. Maar bepalingen zeggen niets in een samenleving waar de macht van het kapitaal regeert.

Dit bleek toen minister Eurlings de belangrijkste garantiebepaling in 2010 heeft geschrapt. Daarvoor is hij vorstelijk beloond, met een functie als president-directeur van KLM. Helaas was hij daarvoor nou weer niet slim genoeg, maar het kwaad was al geschied.

Recentelijk heeft de Franse staat haar belang in Air France vergroot om een wet tegen activistische aandeelhouders aangenomen te krijgen. Een verdere uitbreiding van de Franse macht binnen het concern. Dit wordt weliswaar ontkend door minister Dijsselbloem. Zou die de volgende directeur worden van het steeds verder zieltogende KLM?

De feitelijke, zij het misschien nog niet formele, ondergang van KLM is slechts een kwestie van tijd. En daarmee de bedreiging van de groei van Schiphol. Dit laatste zou niet het geval hoeven te zijn, als Schiphol, net zoals Singapore heeft gedaan, de ‘eigen’ luchtvaartmaatschappij niet zou beschermen ten koste van de maatschappijen uit de golfstaten. Singapore, door de eigen luchtvaartmaatschappij Singapore Airlines niet te bevoordelen door de landingsrechten voor de andere maatschappijen te verhogen (zoals Schiphol wel heeft gedaan), is uitgegroeid tot de een van de grootste luchthavens ter wereld.

Het kan me eerlijk gezzegd geen fluit schelen of KLM dan wel Schiphol nu wel of niet groeien of ten onder gaan. Ik heb niets met nationale trots of zo, en ook niet met economische (want ecologisch schadelijke) groei. Maar waar ik wel heel veel moeite mee heb is de leugenachtigheid van politici, en met het feit dat ogenschijnlijk liberale politici sjoemelen met hun liberale principes als puntje bij paaltje komt. En ik zit ook met een vraag: zijn onze leiders nu dom of te kwader trouw? Misleiden zij zichzelf of ons?

Elk volk krijgt de leiders die het verdient, en helaas behoor ik tot het volk dat deze leiders krijgt. Misschien zou ik daarom met mildheid op bovenstaande zaken moeten reageren in plaats van met woede. Maar dat lukt me niet zo goed. En woede kan ook een uiting zijn vitale kracht. Kortom, met al mijn levenservaring en met een zekere wijsheid van de onderdom ben ik er nog helemaal niet uit. Wordt vervolgd, zij het misschien niet meteen al volgende week.

(bronnen voor deze blog: NRC/Handelsblad 2 en 3 juni j.l.)

 

 

False promise of 2 degrees global warming prevents effective action

In 2008 Jan Paul van Soest and I published a book (Earth Fever, for Dutch Readers: De Aarde heeft koorts) in which we sketched a scenario in which a limitation of global warming to 2 degrees centigrade wasn’t feasible anymore. We estimated the probability of that scenario as high. At the time  we were criticized and put away as negative pessimists who were blowing up the problem way out of proportion. Unfortunately however, nowadays we appear to have been right. A two degrees scenario is no longer achievable.  Maybe technically and theoretically it still is, but politically and socially it isn’t. A three degree global warming is the best we can hope for, even now, when some shift in the American public opinion concerning global warming seems to happen and, at last, America in the person of Obama, is moving in the right direction. But this is still too little and too late. This conclusion is substantiated by an article of Jan Paul in one of the Dutch papers: Trouw (July 30), and, for those who can read Dutch, online: https://www.trouw.nl/tr/nl/13110/Klimaatverandering/article/detail/4110481/2015/07/30/Wees-eerlijk-twee-graden-opwarming-is-een-illusie.dhtml

Although I like to be right, I’d rather should have been wrong.flooded_ny_0

The results of a three degree global warming are unheard of. Very extreme climate changes (hurricanes, draughts), extreme sea level rise, loss of agricultural land, hunger etc. Maybe it also creates unprecedented opportunities.

The reactions  to the article of Jan Paul again are predictable: ridicule, denial, refutation, etc. But there are also encouraging and consenting responses. Some think that by identifying  reality all willingness to act will dwindle. Others however, as we ourselves,  are thinking just the opposite. Never a problem is efficiently dealt with by negating it. Looking at reality as it is and having the courage to stay with it, together with others, will release an unknown creativity. In this case we hope that attention will shift from reacting to creating: thinking about how can we  deal with the upcoming world. As Krishnamurti said already ages ago: seeing is acting. So I invite you to join the seeers. Maybe you have to go through some  despair first, but in the end it will make you happier, believe it or not.

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

Next week I am in a retreat, so no blog that week.

De wondere krochten van onze bureaucratie (III)

Het is  eigenlijk weer tijd  om een blog in het Engels te schrijven. Maar ik schaam me zo voor mijn land betreffende het onderwerp van dit blog, dat het maar een weekje moet wachten.

co_goedHarimada Kusuma is pianist en woont sinds twaalf jaar in ons land. Hij is cum laude afgestudeerd aan de conservatoria van Rotterdam en Amsterdam, geeft muzieklessen en treedt regelmatig op, alleen of samen met andere musici. Hij is muziekdocent op het Rudolf Steiner College in Rotterdam en aan de hogeschool te Leiden. Hij begeleidt verschillende koren in Rotterdam en richtte de concertreeks Kamermuziek in Kralingen op. Hij heeft het druk en verdient als zzp-er anderhalf maal modaal. Hij levert dus zowel financieel als inhoudelijk een bijdrage aan dit land. Hij wil laten zien dat “muziek niet per se subsidies nodig heeft om van hoge kwaliteit te zijn en voor een breder publiek toegankelijk.”

Je zou zeggen deze kunstenaar past dus uitstekend in een regeringsbeleid gericht op eigen verantwoordelijkheid nemen. Maar nee, voor 3 augustus moet hij het land verlaten. Dat zit zo.

Kusuma is Indonesiër en om een verblijfsvergunning te verkrijgen moet hij ‘een Nederlands cultureel belang dienen’. Dat doe je alleen maar als je werkt voor een instelling die structurele subsidies of regelmatig projectsubsidies ontvangt van de regering of een cultuurfonds. Dat is bij Kusuma niet het geval, en dus moet hij weg.

Mensen als Wim Pijbes en Vincent Mentzel hebben er bij burgemeester Aboutaleb op aangedrongen alles in het werk te stellen om zijn vertrek te voorkomen. Maar Aboutaleb zei dat hij niet veel meer kan doen dan de  ‘kwestie’ nog eens in Den Haag onder de aandacht brengen. Maandag is het 3 augustus.

Intussen is Indonesië blij met zijn komst. Kusuma heeft al verschillende aanbiedingen gekregen. Afgezien van de emotionele kant zal Kusuma wel terecht komen. Ook de in Nederland gedupeerden zullen wel een vervanging voor hem kunnen vinden, al zal dat in sommige opzichten nog niet eens zo mee vallen. Neemt niet weg dat dit land laat zien dat het volslagen gek geworden is. Als de machine al niet de overhand neemt, dan is het het systeem zelf wel.

Het systeem is weliswaar onaantastbaar, maar tegen de mens die wil leven kan het niet op. (vrij naar Kafka, Het Proces.)

(verschillende bronnen, o.a. NRC/Handelsblad, 27/7/2015)

Ons persoonlijke verhaal.

In de zeventiger jaren was het in de psychotherapie gebruikelijk dat we de cliënt een levensscript lieten schrijven. Dat idee hadden we ontleend aan de transactionele  analyse (TA). Het idee daarachter was dat we dit levensscript onbewust hadden gevormd in de eerste zeven jaar van ons leven, en dat dit vergaand ons doen en laten in ons dagelijks leven bepaalde. Maar omdat dit levensscript een antwoord was op een situatie uit de kindertijd die intussen allang niet meer bestond, was dit levensscript vaak niet meer functioneel. Vandaar dat we het lieten opschrijven – dan kon je zien wat je wilde veranderen.

Hoewel hier en daar deze methodiek nog wel gebruikt wordt, is het schrijven van een levensscript over het geheel genomen in onbruik geraakt. Naar mijn stellige overtuiging is het echter heel zinvol als we niet zozeer een levesnscript van onszelf zouden maken, maar wel een autobiografie. Ik geloof dat we op deze wereld komen met een voorbestemd levensdoel. Naast het (her)ontdekken van onze talenten en onze interesses  lijkt het vaak nodig uit te vinden wat onze bestemming is en die te volgen, als we willen komen tot een vervullend en gelukkig leven. Danaan Parry zei het zo: we zijn allemaal een stukje van de planetaire puzzel en het is onze opdracht uit te vinden wat ons eigen stukje is.

In mijn eigen leven en met mijn cliënten en leerlingen heb ik altijd verschillende methoden gehanteerd om er achter te komen wat die bestemming is. Zoals: het ontdekken van mijn zijnsvisie (wie of wat wil ik uiteindelijk zijn?) en mijn doevisie (wat wil ik doen in dit leven?), het beantwoorden van vragen als: wat heb ik te geven, te doen en te leren in dit leven? Ook heb ik, in navolging van Caroline Myss (Sacred Contracts, 2001) gewerkt met de archetypen in mijn persoonlijkheid om zodoende mijn ‘heilig’ contract in dit leven uit te vinden – het plan voor mijn leven dat ik samen met mijn gids heb afgesproken al voordat ik in dit leven arriveerde, en dat ik vervolgens weer vergeten ben. Dit contract is ‘heilig’ omdat het gewijd en onaantastbaar is als we eenmaal geboren zijn.

Ik heb in mijn leven ook veel aan autobiografie gedaan. Voor een deel heb ik dat gepubliceerd, maar diepgaander zijn de aantekeningen die ik gemaakt heb op mijn pelgrimsreis naar Praag. Zo kon ik de rode draad in mijn leven ontdekken, en zo kwam ik ook uit op mijn heilige contract. Ik kon toen ook de betekenis van de schijnbare omwegen en dwaalwegen zien. Helaas heb ik deze werkwijze te weinig aan mijn cliënten en leerlingen aangeboden. Maar ik kan het schrijven van een ‘heilige’ autobiografie aan iedereen aanraden, die geïnteresseerd is in de betekenis van zijn leven en de unieke bijdrage die hij/zij kan leveren aan een wereld in nood. Het is heel leuk om te doen, geeft je houvast in de wereld, en maakt dat jij precies gaat passen in de planetaire puzzel. De wereld heeft dat unieke stukje dat jij bent, dat door geen ander kan worden vervangen, nodig.

(Dit stukje is geïnspireerd door het boek Your Unique Self van Marc Gafni)

 

De wondere krochten van onze bureaucratie (II).

NaamloosDit blog is niet goed te begrijpen als u het vorige blog niet gelezen heeft. Dat kunt u nu dus alsnog doen, maar het is ook wel een aardig experiment om dat niet te doen, en te kijken of dit blog niettemin boeit.

Wat ik gedaan heb is twee strategieën volgen.

Eén: ik heb het CBR gebeld en gevraagd of het niet mogelijk was de procedure te bespoedigen. De aardige dame aan de telefoon ga me weinig kans, maar adviseerde me toch een brief te schrijven onder het motto: je kunt nooit weten. Weshalve ik een diplomatieke brief aan het CBR geschreven heb waarin ik ze verzocht met het oog op de vakantie de procedure te bespoedigen. Of het nu door die brief kwam of door iets anders, feit is dat het onderzoek vastgesteld werd op 24 april. Ook voor de uitslag stond twee maanden, maar op 11 mei had ik de uitslag binnen.

Intussen was ik via een bevriende advocaat verwezen naar een advocatenbureau dat in CBR zaken gespecialiseerd is. Zij achtten een bezwaarschrift niet geheel kansloos, maar een procedure zou ergens tussen de € 600 en € 1000 kosten, de uitslag zou ongewis zijn, en bovendien waarschijnlijk niet op tijd bekend zijn. Dat heb ik dus maar niet gedaan, te meer daar ik bij een afwijzende beschikking altijd nog een bezwaarschrift zou kunnen indienen.

Overigens leerde me het contact met de advocaten dat er in juridische kring ernstig bezwaar bestaat tegen de bevoegdheden van het CBR en de wijze waarop ze daarvan gebruik maken. Advocaten verdienen  er een goede boterham aan, maar het is natuurlijk te gek voor woorden dat een ambtelijke, niet juridische instantie zo vergaande bevoegdheden heeft en zulke ingrijpende maatregelen kan nemen. Ook bestaat het vermoeden dat soortgelijke zaken met name voorkomen bij mensen boven de 70.

Het onderzoek was overigens hilarisch. Zo moest ik 7 van de 100 aftrekken  en van de uitkomst weer 7, en zo verder; en moest ik gedurende een minuut een adres onthouden (terwijl het gesprek intussen doorging).  U begrijpt wel dat uit dit soort zaken afgeleid kon worden dat ik geschikt ben om een auto te besturen. Mijn vrouw moest mee om te verklaren dat ik compos mentis was. Wat haar werkelijke mening op dit punt is zou ik niet weten, maar ze had uiteraard belang bij een positieve verklaring. Dus dat zat wel goed.

Uiteindelijk liep het dus allemaal goed af, maar ik heb toch maar zowel bij de politie als bij het CBR een klacht ingediend. Bij de politie heb ik bezwaar gemaakt dat ze het CBR hebben geïnformeerd naar aanleiding van gedrag dat, hoewel misschien niet gewenst, volkomen binnen een de grenzen van de normaliteit viel (al geef ik toe dat het vergeten om je telefoon mee te nemen in deze tijd als een idiote afwijking moet worden gezien). Tevens heb ik bezwaar gemaakt tegen het feit dat ze met niet hebben geïnformeerd over hun (te nemen) stap. Op deze klacht heb ik een nietszeggend antwoord gekregen, waarin stond dat ze het recht hadden het CBR te informeren en niet verantwoordelijk zijn voor wat het CBR daarmee doet, en dat ze niet verplicht zijn me te informeren. Kortom: we doen gewoon waar we zin in hebben en uw belang doet daarbij niet ter zake. Op een nadere klacht heb ik nooit meer een antwoord ontvangen

Een klacht bij het CBR leverde dezelfde nietszeggende reactie op. Verwezen werd naar de wetsartikelen waarop hun bevoegdheid is gebaseerd. Maar daar ging mijn klacht niet over. Mijn klacht ging over het feit dat op mijns inziens volstrekt onvoldoende gronden een dergelijke maatregel werd opgelegd. Dat het CBR daartoe bevoegd is wil nog niet zeggen dat ze er ook toe verplicht zijn.

Conclusie: de wet deugt niet, de politie deugt niet en het CBR deugt niet. Dat je in een rechtsstaat als burger op een dergelijke willekeurige manier gepakt kan worden klopt van geen kanten. Dit alles doet Kafka-esk aan. Ik zal mijn verhaal opsturen naar enkele media – misschien dat ze er wat in zien om hier eens een stukje onderzoeksjournalistiek tegen aan te gooien.

 

 

De wondere krochten van onze bureaucratie.

Op 26 februari ’s avonds kreeg ik tijdens noodweer, in Amsterdam-Buitenveldert met mijn auto op weg naar een repetitie van mijn koor, een lekke band omdat ik in het donker en door de slagregen een uitstekende punt van een stoeprand niet zag en die dus ongelukkig raakte. Nu zou u dat met recht een weinig interessante mededeling kunnen noemen, maar het vervolg was op zijn minst opmerkelijk. Lees en huiver.

Aangezien ik me in de buurt bevond van mijn garage, en toch al even langzaam was doorgereden met die lekke band (om mijn vrouw af te zetten bij de kerk waar de koorrepetitie plaats vond), dacht ik even naar die garage door te rijden, daar mijn auto neer te zetten en met het openbaar vervoer terug te rijden. Ik zou dan de volgende dag mijn auto met een nieuwe band kunnen ophalen. Zelf een band verwisselen in het donker bij dit noodweer zag ik niet zitten.

Helaas, ik had buiten de politie gerekend. UnknownIk kom al vele jaren wekelijks op donderdagavond voor mijn koorrepetitie in Buitenveldert, en ik kan me niet herinneren daar ooit een politieauto te hebben gezien. Maar deze avond was er een. De politie hield me aan en verbood me, op, overigens onduidelijke gronden, verder  te rijden. Ik probeerde ze nog even te vermurwen, maar tevergeefs. Ze vroegen of ik een reserveband bij me had, en merkwaardigerwijs wist ik dat niet zeker. Ik had de auto tien jaar gelden gekocht, en sommige auto’s van dit merk werden geleverd met een noodreparatieset in plaats van een reserveband. Het instructieboekje gaf in deze geen uitsluitsel. Toen vroegen ze of ik een mobiele telefoon bij me had, maar die had ik deze avond helaas thuis op mijn bureau laten liggen. Gelukkig mocht ik hun telefoon even gebruiken om de hulpdienst te bellen. Die waren er binnen 20 minuten- ze verwisselden mijn band (ik had dus wel een reserveband bij me), en dat was dat. Dacht ik. Maar dat muisje had een merkwaardig staartje. 

Een maand later, op 27 maart,  krijg ik van het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen) een brief waarin het CBR met onmiddellijke ingang mijn rijbewijs invordert omdat ” er duidelijke aanwijzingen zijn dat betrokkene (dat ben ik dus) lijdt aan een aandoening waardoor hij geestelijk en/of lichamelijk niet goed functioneert, dan wel ernstige psychiatrische problemen ondervindt”. Voorts wordt me gesommeerd mee te werken aan een onderzoek naar mijn rijgeschiktheid. Totdat de uitslag van dit onderzoek bekend is mag ik niet meer autorijden. Dat ik intussen een maand gewoon auto had gereden, en dat ik drie maanden daarvoor medisch was goedgekeurd bij de verlenging van mijn rijbewijs (de verplichte keuring voor hen die 75 jaar of ouder zijn) speelde daarbij kennelijk geen rol.

Bij het beluit was nog een mededeling gevoegd dat ik uiteraard tegen dit besluit een bezwaarschrift kon indienen bij de bestuursrechter, maar dat ik daar weinig kans zou maken. Een lijst van afgewezen argumenten hadden ze al vast bijgevoegd, zoals “ik heb mijn rijbewijs nodig voor mijn werk”. Overigens zou die procedure ook al gauw drie maanden duren. Dat schoot dus niet op.

Dit was een typisch geval van jammer, temeer daar we net geboekt hadden voor een camperreis in de VS (2 juni) en het CBR me desgevraagd kon meedelen dat deze hele procedure wel drie maanden in beslag kon nemen. Een annuleringsverzekering dekt in zo’n geval de schade niet. Wat nu? Gelukkig bleek goede raad niet duur.  (wordt vervolgd)

A European looks at Uncle Sam.

imagesWe are back form our holiday in South West US. We were traveling around in a small RV and had a wonderful time. The scenery was awesome and the people generally were very friendly. The entrance fees for the National Parks are very reasonable, especially when one buys an annual pass. The campgrounds were very pleasant with picknick tables and fireplaces on every spot.

images-1

Americans generally seem to have the most strange ideas about Europe, about foreign countries in general. They seem to think that Americans are the best people of the world; the rest is somewhat inferior. (Of course this is not politically correct thinking, but it shows nevertheless). Furthermore they don’t know much about foreign countries. Many don’t know the difference between Denmark and Holland for example, let alone that they know were these countries are on the globe (Africa or Asia maybe?). Because they aren’t secretive at all about this I feel for once entitled to say something about my impression of the United States and the Americans.

Generally I like and admire the country. Wonderful scientific and cultural developments come from there. Most Americans take responsibility for their lives and don’t whine. And always we see people of great courage protesting and standing up against injustice and wrongs. In a way I even like the extremities in Las Vegas.

images-2Having said that I see a some things that I do not understand or dislike. The enormous differences in wealth. The incompetence of the American Congress. The omnipresence of weapons. The gigantic extent of obesity that we saw in Las Vegas. Sugar in almost all food products, even bread. Racism and discrimination, in conflict with the Constitution (that happens with us too, however).

When you get into trouble and become dependent on medical or other assistance, the Americans know about charging. Once, after 200 miles with four dismantled gas stations, we ran out of gasoline and had to pay a service fee 0f $ 180 for two gallons of gasoline (plus $ 10 for the gasoline itself).

One of the most serious problems I see  is the extent in which American parents control their children. It seems that nowadays children aren’t allowed anymore to go independently to school or play in a playground. They have to be accompanied by their parents all the time, even in quite and safe neighborhoods. Otherwise the parents will be accused of irresponsible behavior, or even punished by law. How in a country that says it adores freedom can children grow up into responsible and autonomous people this way? This in my opinion has an enormous impact on the cultural and political climate. And talking about climate: how come that the US, having the by far the largest CO2 emissions per capita in the world is so reluctant to take radical action to limit global warming? Is money really more important than a future for our children?

But in one aspect the US are far ahead of Europe. If in the US a state gets into financial trouble, like Ohio and California in the recent past, the US have a mechanism that prevents a total collapse of that state. In that case the remittance of money of such a state to the Federal budget automatically diminishes. But the contribution of the Federal Government to the state concerned stays the same. So there is an inbuilt mechanism for the state to recover. If we had something like that in Europe, we wouldn’t be in so much trouble with Greece as we are now. But we don’t choose for that, because no nation wants to give put their sovereign power or is solidary enough to support their weaker brothers.

PCH

So the US and Europe both have their good and not so good things. Democracy is rooted in both continents. I hope in the future we shall work together on a peaceful and sustainable world, instead of castigating each other. Therein lies my hope for the future.

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

 

 

Eindelijk weer gidsland

Dankzij de laksheid van dit kabinet, en dankzij de onvolprezen actie van Marjan Minnesma (directeur Urgenda) , gesteund door particulieren, zijn we eindelijk weer gidsland. Nederland is het eerste land ter wereld waar de rechter de overheid in gebreke heeft gesteld aangaande kun klimaatbeleid. Dat kan wereldwijd een enorme impact hebben.

Het kabinet heeft nu de keuze al dan niet in beroep te gaan. Interessant dilemma. Als het niet in beroep gaat wordt de uitspraak van de rechtbank jurisprudentie, en verplicht de overheid zich een stringenter klimaatbeleid te gaan voeren (al heeft de rechtbank formeel nog geen sanctiemogelijkheid ingesteld; maar wat niet is kan komen – dwangsommen bijvoorbeeld). Als het wel in beroep gaat laten ze duidelijk zien dat het klimaatprobleem voor hen geen prioriteit heeft, alle mooie woorden ten spijt. Dat zou een duidelijke ontmaskering van deze regering betekenen en de ware aard van dit kabinet tonen.

Het kan ook nog zijn dat de VVD en de PvdA het zo oneens zijn over het al dan niet ondernemen van verdere juridische actie dat deze uitspraak leidt tot een kabinetscrisis. Ik ben benieuwd.

Wat het mij als burger leert is dat het altijd mogelijk is om actie te ondernemen tegen de schijn van machteloosheid in. Ergens wist ik dat al wel – maar het is toch goed om er in deze tijd van chaos nog eens aan herinnerd te worden. Marjan, Urgenda, bedankt!

Mythes in de economie

Toen ik onderzoek deed in verband met mijn boek ‘Voor niets gaat de zon op – een blauwdruk voor een waardige wereld’ (2012) kwam ik tot de ontdekking dat vele veronderstellingen die in de economie voor waarheid doorgaan, in feite niet gebaseerd zijn op gedegen wetenschappelijk onderzoek. Zij zijn in feite een gevolg van keuzen die in de economie en in de politiek gemaakt worden – keuzen die voortvloeien uit het kapitalisme en de neo-liberale ideologie. Maar ze worden wel als waarheden gepresenteerd, zowel door economen als door politici.

Het blijkt echter nog veel erger te zijn dan ik toen had ontdekt. Er is een prachtige serie artikelen in de Groene Amsterdammer verschenen van de hand van Mirjam de Rijk waarin ze niet minder dan 43 mythes over de economie ontzenuwt (12 maart, 2 en 16 april 2015). De term mythe gebruikt ze in de betekenis van een kletsverhaal zonder grond. Het voert uiteraard te ver om die allemaal hier uit de doeken te doen, maar ik noem er, verkort, toch enkele.

1. Werkloosheid is slecht voor de economie.

2. Lastenverlichting op arbeid zorgt voor meer werk.

3. Arbeidstijdverkorting leidt NIET tot meer werk.

4. Flexibilisering van de arbeidsmarkt is goed voor de economie.

5. Een grote publieke sector is slecht voor de economie.

6. Nederland leeft van de export.

7. Het is de markt, niet de overheid,  die zorgt voor de innovatie.

8. De markt is altijd efficiënter.

9. De publieke sector is te groot.

10. Een overheidstekort is onwenselijk.

11. De vergrijzing is niet te betalen.

12. Economische groei is goed voor de economie,  en iedereen profiteert ervan.

13. De crisis is (bijna) voorbij.

14. Als bedrijven geld hebben gaan ze investeren.

15. Hervormingen zijn nodig om de crisis te bestrijden.

Al deze stellingen zijn dus of onwaar, of hooguit gedeeltelijk waar onder bepaalde voorwaarden, die als regel niet vervuld zijn. Vaak is juist het omgekeerde het geval – en iedereen zou dat kunnen zien, want de economische gegevens staan dagelijks in de krant. Overigens zijn er hier en daar wel economen die de onzin van deze stellingen inzien, en daar ook over spreken of publiceren.

De vraag rijst hoe het komt dat, hoewel iedereen kan zien dat deze stellingen allemaal flauwe kul zijn, de politici, de mensen die wij kiezen, daar toch koppig aan vast houden. Dat komt omdat we in meerderheid hardnekkig bijven kiezen, direct of verkapt, voor een neo-liberale moraal. Deze stellingen zijn helemaal niet de uitkomst van wetenschappelijk onderzoek, maar van morele keuzes. Het komt er op neer dat we vrijhheid zonder aanziens des persoons verkiezen boven rechtvaardigheid, en dat leidt tot een amorele wereld (de wet van de jungle), zoals Luyendijk heeft aangetoond binnen de wereld van de banken.

Het lijkt me wel goed als wij, ieder voor zich,  onderzoeken in hoeverre wij zelf bijdragen tot deze wereld. Dan worden we bewuster en weten we tenminste wat we doen. Intussen zouden we ons ook eens moeten verdiepen in de economie; in wat er werkelijk gaande is, en welke consequenties dat heeft. Iemand heeft eens gezegd – ik weet helaas niet meer wie – dat economie te belangrijk is om aan economen en beleidsmakers over te laten. Het gaat ons allemaal aan, en het bepaalt in vergaande mate ons leven. Daarom zou iedereen met een beetje opleiding zich er eens in moeten verdiepen, en niet maar denken: dat gaat me boven de pet. Maar om het allemaal te begrijpen moet je er soms wel wat voor doen. Met geestelijke luiheid, onze menselijke erfzonde, komen we er niet.

Dat gezegd hebben wou ik nu maar eens even aan mijn luiheid toegeven. Tot eind juni ben ik met vakantie en verschijnt er geen blog. Ik wens onszelf en jullie een fijne tijd toe.

Summary.

This blog refers to a series of three articles in a Dutch magazine, in which 43 presumptions of economic science are refuted by observable facts. Nevertheless these presumptions by most economists and policymakers are presented as scientific laws, and authorities hang on to it like a miser to his money. Why is this so? It is because these presumptions actually are based upon moral choices, that are made more or less openly by most of us. Basically it implies that we prefer unlimited personal freedom above justice. The blog ends with a plea that we all should study some economics. Quote: “Economy is too important to leave it to economists and policymakers”. It concerns us all, and is shaping our world. 

I am on vacation until the end of June. So long!