Tag archieven: vrijmetselarij

So mote it be

In mijn vorige blog heb ik gesteld dat de vrijmetselarij haar maatschappelijke betekenis grotendeels heeft verloren, en niet in staat is geweest de leegte ontstaan door de secularisatie op te vullen. Maar toch heeft de vrijmetselarij nog veel te bieden:

  • In de eerste plaats haar rituelen. Rituelen hebben bestaan zolang de moderne mensheid bestaat en hebben de functie om uit drukken waarvoor woorden tekort schieten. Ze kunnen de weg vormen naar de diepte en hoogte van het bestaan en dus helpen aan het leven betekenis te verlenen. Vandaar dat er in de samenleving een grote behoefte is aan rituelen; met name nadat de kerkelijke rituelen aan belang hebben ingeboet. Door allerlei in de zestiger en zeventiger jaren uit het oosten geïmporteerde en hier ontwikkelde methoden en werkwijzen wordt aan die behoefte tot op zekere hoogte voldaan, maar deze ‘rituelen’ wortelen niet in de Westerse culturele traditie, en zijn daardoor niet voor iedereen even bevredigend. Vrijmetselarij kan hier een leemte vullen.
  • De vrijmetselarij is een broederschap (bij de gemengde vrijmetselarij en vrouwen een broeder- en zusterschap). Een broederschap is geen vriendengroep, maar een groep mensen die zich met elkaar verbonden hebben en zich met elkaar willen identificeren. Bij een broederschap voel je een zekere verantwoordelijkheid voor elkaar: het kan je schelen hoe het met de ander gaat, en je staat elkaar terzijde indien nodig. Anders dan bij een vriendengroep kies je niet zelf uit wie er tot jouw groep behoren. Derhalve kan de broederschap leden bevatten die meningen hebben waar je het radicaal mee oneens bent, of die je niet mag of die je niet liggen. Daarom is een broederschap een goede plaats om te oefenen in respect en tolerantie. Uit de verbondenheid kan een diep soort intimiteit voortvloeien, waaraan in deze wereld veel behoefte bestaat. In een goede broederschap word je nooit veroordeeld om wie je bent, daarom is het een veilige plaats. Het zou mooi zijn als deze vorm van broederschap zich ook buiten de vrijmetselarij zou ontwikkelen in de samenleving als geheel. Vrijmetselaren kunnen daartoe bijdragen door deze broederschap uit te dragen.
  • Om de broederschap in stand te houden is een vorm van communicatie nodig die de vrijmetselaars ‘comparitie’ noemen; wel te onderscheiden van de juridische betekenis van deze term. Het betekent ‘verschijnen’. Dat wil zeggen dat je er naar streeft jezelf te laten zien, zonder de ander te willen overtuigen, laat staan veroordelen. Zodoende vermijd je conflicten en verdiep je het contact. Het spreekt vanzelf dat comparitie alleen maar werkt wanneer de broeders open staan voor elkaar en weten te luisteren zonder direct te willen reageren of tegen te spreken. Deze vorm van communiceren kun je in de vrijmetselarij leren en vandaar in de wereld brengen.

Rituelen, broederschap(solidariteit, mededogen) en comparitie bestaan natuurlijk ook buiten de vrijmetselarij. Zij zijn denk ik een onmisbaar element van een wereld die we allemaal ten diepste willen, en daarom hoop ik dat ze zich door de samenleving verder verbreiden. So mote it be.

Tempel (werkplaats) in de Vondelstraat Amsterdam

Lux in tenebris*)

Onze erfzonde bestaat . . . onze luiheid is de erfzonde**)

De vrijmetselarij is in de vorige eeuwen van vrij grote maatschappelijke betekenis geweest. Zo is de Amerikaanse Constitutie in belangrijke mate door de vrijmetselarij beïnvloed. Ander voorbeeld: Koning Hussein van Jordanië heeft zich als vrijmetselaar in de vorige eeuw persoonlijk ingezet voor vrede in het Midden-Oosten (naar wij nu weten met weinig resultaat). En in Nederland was prins Frederik, de tweede zoon van koning Willem I, 65 jaar lang grootmeester van de Orde, en heeft als zodanig grote invloed gehad op het maatschappelijke en culturele leven in ons land (Onder andere middels de door hem opgerichte Louisa stichting, vernoemd naar zijn vrouw). Dit zijn maar enkele voorbeelden. Maar in de loop van de vorige eeuw is die invloed in Nederland verloren gegaan, en is de vrijmetselarij een maatschappelijk randverschijnsel geworden. Ook heeft zij, zoals ik eerder heb gezegd, de geestelijke leegte die is ontstaan door de secularisering van Nederland niet kunnen vullen. Hoe is dat zo gekomen?

Ik weet dat ook niet precies maar heb wel enkele vermoedens. Die volgen hierna.

  • De vrijmetselarij kent drie principes: getrouw aan jezelf, de medemens tot steun, en gericht op de meester. In gewoner Nederlands: jezelf leren kennen en accepteren, weg nemen wat ons scheidt van elkaar en bevorderen wat ons verbindt, en ons laten leiden door een hoger principe (Opperbouwmeester, God, Schepper?). Deze principes stellen hoge eisen als je ze serieus wil nemen. Ze vormen geen gemakkelijk consumptiegoed, al worden ze door vele vrijmetselaars wel als zodanig beschouwd.
  • Ondanks het derde bovengenoemde principe is de vrijmetselarij sterk geseculariseerd. Daarmee onderscheidt ze zich niet meer van de samenleving en kan dus niet meer voldoen aan de behoefte aan houvast.***)
  • Hoewel er in Nederland ook een vrouwelijke en een gemengde ‘vrijmetselarij’ bestaat, is het toch overwegend een mannenbolwerk gebleven. Dat past niet erg in een maatschappij die vrouwenemancipatie hoog in het vaandel heeft geschreven.
  • Er hangt een waas van geheimzinnigheid rondom de vrijmetselarij. Ook wordt de vrijmetselarij vaak geassocieerd met achterkamertjes politiek. Dat is historisch goed te verklaren maar niet meer actueel. Het voert te ver om daar hier verder op in te gaan.
  • Hoewel de vrijmetselarij gebaseerd is op rituelen, is het toch in vergaande mate een cerebrale aangelegenheid. Dat heeft zij gemeen met het humanisme. In de rituelen speelt het woord een grote rol. Om de rituelen in de diepte te doorgronden en achter de woorden te kijken wordt een hoge mate van openheid en geestelijke inspanning gevraagd. Dat strijdt met de heersende gemakzucht (onze erfzonde**) binnen en buiten de vrijmetselarij, en die inspanning wordt door vele vrijmetselaren niet meer opgebracht. Dan verworden de rituelen tot oppervlakkige toneelstukjes. (Dat is overigens ook binnen de kerken gebeurd)

Er is nog veel meer over te zeggen, maar dat zou een blog als dit te buiten gaan. Maar jammer dat het zo gelopen is, is het wel. Zoals het nu is biedt de vrijmetselarij wel een beleving van broederschap, maar geen antwoord op de spirituele behoeften van deze tijd. En dat terwijl de vrijmetselarij als inwijdingsgenootschap een van de weinige levende westerse mysteriescholen is die zijn overgeleverd. Mocht u ondanks het bovenstaande zich toch tot de vrijmetselarij aangetrokken voelen, neem dan contact op met een loge of een individuele broeder of zuster. Al faalt de vrijmetselarij als geheel wellicht een antwoord te geven op de geestelijke noden van vandaag, ze biedt nog steeds aan individuen de mogelijkheid om daar voor zichzelf wel de diepte te vinden waarnaar hij of zij verlangt.

En met deze woorden wens ik u een vrolijk en spiritueel inspirerend Pasen.

VOLGENDE WEEK IN VERBAND MET VAKANTIE GEEN BLOG

*) Licht in de duisternis, motto van de Amsterdamse Vrijmetselaarsloge Willem Fredrik.
**) Zie Scott Peck, The road less travelled, 1978, pg. 271 (ook vertaald als: De andere weg, pg. 285 ).
***) In België en Frankrijk heeft de vrijmetselarij zich gesplitst in een seculiere en een religieuze Orde. In Engeland en Amerika daarentegen is de vrijmetselarij voornamelijk religieus gebleven.