De zoektocht naar waarheid, deel VI

Als we de kosmos op ons in laten werken stuiten we op vele raadsels. Ik noem er een paar: wat is er buiten ons heelal? Is er ander leven in dit universum, en hoe zou dat er uit zien? En kunnen we daar mee in contact komen – en hoe dan? Wat ging er vooraf aan de ‘big bang’? En hoe stellen we ons die ‘big bang’ eigenlijk voor – kan er een heelal ontstaan uit een oneindig klein punt? Wat is eeuwigheid, wat is onneindigheid? Is evolutie onderhevig aan de tweede wet van de thermodynamica, of werken die processen in een soort balans of strijd met elkaar? Wat is zwarte materie, en zwarte energie? Wat zit er achter de zwarte gaten? Bestaan er ‘onzichtbare werelden’ en waar zijn die dan? Of zijn die non-lokaal? En misschien nog wel het grootste mysterie van alles: is het ontwikkelingsproces na de big bang te beschrijven als een proces van oorzaak en gevolg, louter gebaseerd op toeval, of ligt er aan dit alles een ‘grand design’ ten grondslag? Raadsels, raadsels, raadsels.

Je zou kunnen zeggen dat het zoeken naar waarheid in de kosmos daarom nooit tot een resultaat kan leiden. Maar zo is het niet. Bestudering van de kosmos kan op twee manieren: door de wetenschap en door ‘schouwing’; op ons in laten werken. De wetenschap – kosmologie, astrologie, natuurkunde – leidt tot de ontdekking van natuurwetten, die tijdelijk, of binnen een bepaalde context een waarheid opleveren. Zo waren een tijdlang de Newtoniaanse wetten van de klassieke mechanica de ‘laatste’ waarheid, totdat de relativiteitstheorie van Einstein, en de quantum-theorie van Max Planck aantoonden dat die wetten alleen maar gelden binnen een beperkte context. Deze nieuwe theorieën hebben nu de status van een laatste waarheid, maar algemeen wordt aangenomen dat ook deze theorieën niet de ‘algemene theorie van alles’ representeren. Om te beginnen zijn ze onderling strijdig. Ze stellen ons voor door het verstand niet te bevatten mysteriën. En bovendien wordt nu wel algemeen aangenomen dat de natuurwetten slechts geldig zijn na de ‘big bang’. Wat er daarvoor en daarbuiten aan wetten gold en geldt: dat weten we niet.

Schouwing – bijvoorbeeld een sterrenhemel op je laten inwerken -leidt tot het intuïtief ontdekken van de mystieke of spirituele wetten. Ik noem er een paar:

  • De wet van de zon, dat is de wet van onbeperkte energie. Deze wet houdt in dat energie in oneindige hoeveelheid beschikbaar is. Je kunt deze wet derhalve ook de wet van de overvloed noemen. . . . Het gaat hierbij niet alleen om fysieke, maar ook om alle vormen van geestelijke energie.
  • De wet van Hermes Trismegistos: zo boven, zo beneden. Die houdt in dat we het grote weerspiegeld zien in het kleine; de kosmos in de mens en zelfs in de micro-wereld van de quantummechanica.
  • De wet van het ongelimiteerde potentieel. Deze wet houdt in dat er geen grenzen zijn aan wat de mensheid kan scheppen. De mensheid is een manifestatie van de scheppende Intelligentie die deze wereld heeft geschapen en nog steeds schept.*)

Deze schouwing kan alleen maar tot esoterische kennis leiden, tot een voor iemand persoonlijk geldende waarheid, niet tot de ‘objectieve’ waarheid van de natuurwetten.

Je kunt je afvragen waarom we zoeken naar kosmische waarheden. en of dat enige zin heeft. Op deze vraag kom ik in mijn volgende blog, de slotbeschouwing in deze serie ‘De zoektocht naar waarheid’, terug.

*) Meer uitgebreid heb ik over spirituele wetten geschreven in mijn boeken Voor niets gaat de zon op (2012), pg, 137 en Op weg naar jezelf (2015), pg. 148

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *