Tag archieven: chauvinisme

Identiteit

Vele mensen, ook ik, ontlenen een deel van hun identiteit aan externe factoren: nationaliteit, huidskleur, ethnische afkomst, geslacht, beroep, maatschappelijke positie, status, plaats in het gezin, enzovoort. Dat maakt ons kwetsbaar, want als (een deel van) die identiteit niet erkend wordt voelen we ons aangetast en reageren we defensief. Als dit voor een bepaalde identiteitsgroep op grote schaal gebeurt kan dit leiden tot diepgaande conflicten, scheldpartijen, demonstraties en zelfs geweld. Hoe kunnen we bereiken dat we voor een aanval op (een deel van) onze identiteit minder kwetsbaar worden?

Maar eerst iets anders. Zelf heb ik moeite met een deel van mijn identiteit, namelijk mijn Nederlanderschap. Vroeger was ik best trots op die identiteit, want was ik zelfs trots op mijn land en voelde daar een zekere liefde voor. Ik vond dat we de dingen hier mooi geregeld hadden, dat we een land waren van solidariteit en tolerantie, dat ‘we’ hele mooie kunst hadden geschapen, dat we hele mooie natuurgebieden hadden, dat we een rijk cultureel leven hadden, enzovoort. Ik was ook best chauvinistisch, was trots op ons nationaal elftal, en op onze zwemmers en schaatsers, op ‘onze’ prestaties op het gebied van wetenschap, op het niveau van ons muziekleven. Ik kon zelfs geraakt zijn bij het spelen van het Wilhelmus of het hijsen van onze vlag.

Maar in dat identiteitsgevoel is een lelijke barst gekomen. Ik ben deel van een land dat alle collectieve voorzieningen onder druk heeft gezet, dat een onmenselijk immigrantenbeleid probeert te voeren, dat een inhumane bureaucratie heeft gecreëerd, dat het klimaat probleem niet echt wil aanpakken, dat bijdraagt aan de uitbuiting van de bevolking elders in de wereld, dat pakten sluit met de meest gruwelijke dictators, dat onze natuur verwaarloost en waarin velen elkaar verrot schelden; enfin, u kunt dit zelf naar believen aanvullen. Een land ook waarin voortdurend die partijen bij verkiezingen de winst behalen die het algemeen belang en wat er nog over is van de ‘commons’ consequent achterstellen bij het eigenbelang.

Ik schaam me nu steeds vaker om Nederlander te zijn. En soms ook om man te zijn, wit te zijn, bevoorrecht te zijn. Dus waaraan moet ik dan mijn gevoel van identiteit ontlenen? Gelukkig is er altijd de weg naar binnen. In mij leeft mijn ziel en mijn geest. Zelf ben ik vrij in het kiezen van mijn opvattingen en de waarden die ik wil nastreven. Aan deze kiezer en aan dit zelfgevoel kan ik mijn identiteit ontlenen. Dat maakt me minder kwetsbaar voor mijn uiterlijke identiteit en wat wie dan ook daarvan vindt. En dat is ook het antwoord op de vraag aan het eind van de eerste alinea van dit blog: zoek je identiteit in je binnenste, en maak die niet afhankelijk van externe factoren. Volgende week ga ik hier diepgaander op in.

Nederland in verval

Hoogmoed

Is dit een blog van een knorrige oude man die zegt dat vroeg alles beter was? Lees dit blog en oordeel zelf.

In mijn jeugd werd me geleerd dat we in een begenadigd, superieur land(je) leefden. Er kwam geen echte armoede in voor (in elk geval geen honger). We hadden een van de beste gezondheidszorgstelsels ter wereld (nou ja. . . er waren wat wachtlijsten, en het onderscheid fonds/particulier was ook niet ideaal, maar dat was bijzaak). We hadden de beste bedrijven ter wereld, die leidend waren op hun terrein, en een goed personeelsbeleid hadden (Shell, Unilever, Hoogovens, KLM , NS, Stork, Philips, en later Daf/VDL, DSM en ASML). We hadden een prima post- en girodienst. Een efficiënte en humane belastingdienst, een van de beste ter wereld. Een uitstekend OV systeem. Ons onderwijsstelsel werd superieur geacht, en inderdaad scoorde onze jeugd op internationale lijstjes heel goed. We hadden de beste waterstaat en de meest efficiënte landbouw. We waren leidend in de wereldhandel en op verschillende wetenschapsgebieden. In verschillende sporten bereikten we de wereldtop: zwemmen, schaatsen, voetbal, judo, hockey, korfbal. . . waarin een klein land groot kan zijn! Het leidde tot een natuurlijk gevoel van nationale superioriteit.

Toen kwamen er wat barstjes in dat beeld. Het begong met de domme, rampzalige en misdadige oorlog in Indonesië. Daarover heen kwam de watersnoodramp in 1953 – was onze waterlinie wel zo goed? (maar dat leidde uiteindelijk tot een opnieuw superieur nieuw deltaplan). Toen kwam Sebrenica. En later het bombardement op Hawija. En sindsdien is het eigenlijk alleen maar slechter gegaan.

Nog steeds zijn we in een aantal zaken kampioen.Zo zijn we een van de meest efficiente belasting paradijzen ter wereld voor het witwassen van geld en het ontduiken van belastingen. We hebben de leidende rol in de drugscriminaliteit van Italië overgenomen. We zijn intussen recordhouder als het gaat om de tijd die we nodig hebben voor het vormen van een wettige regering. We hebben de meest hardvochtige en onrechtvaardige belastingdienst ter wereld (niet corrupt, dat is waar). Onze Raad van State is de belastingdienst daarin gevolgd. In Europa heeft Nederland dankzij Ruttes opstelling ten aanzien van het Corona herstelfonds en de migratieproblematiek de reputatie gekregen van het meest onbarmhartige land. Op klimaatgebied is Nederland in Europa het slechtste jongetje van de klas. In een aantal andere zaken behoren we thans tot de grauwe middelmaat: onderwijs, gezondheidszorg, defensie (we kunnen geen enkele missie meer aannemen), openbare orde, rechterlijke macht, OV. Maar we zijn nog steeds een van de rijkste landen ter wereld, en ASML, DSM en VDL bestaan nog.

Op de oorzaken van dit verval wil ik hier niet ingaan (lees het artikel van Mathieu Segers in De Groene Amsterdammer van 17 november, dat als inspiratie diende voor dit blog). Hier wil ik alleen benadrukken dat het gevoel van superioriteit dat we hadden over Nederland, en dat afstraalde op onszelf als Nederlander (een superieur mensensoort) met het verval van Nederland niet verdwenen is. Maar daar is nu geen basis meer voor (zo die er al ooit was), en dan ontaardt dit gevoel van superioriteit in hoogmoed. Rutte geeft ons daarin het voorbeeld: hij heeft in alle opzichten als regeringsleider gefaald (behalve in het overleven), en is niettemin van mening dat hij de beste persoon is om de problemen op te lossen. Kennelijk volgen we hem daarin als burger en kiezer.

Ik heb me natuurlijk afgevraagd wat mijn eigen rol in dit alles is. Ik ben en voel me een Nederlander en ben graag trots op mijn land. Ik vind het mooi als het Wilhelmus gespeeld wordt en de vlag wordt gehesen. Dat is eigenlijk heel vreemd, want ik waardeer patriottisme, laat staan chauvinisme, niet positief. Maar kennelijk maakt het deel uit van mijn persoonlijkheid. Ben ik dan ook hoogmoedig? Misschien wel, maar in alle eerlijkheid meen ik te mogen zeggen dat mijn hoogmoed niet voortkomt uit mijn patriottisme. Maar het is goed om waakzaam te blijven, want hoogmoed komt inderdaad vaak voor de val.

Bart Jan van Ettekoven, de hoogste bestuursrechter van het land. Van Ettekoven is diep door het stof gegaan over het falen van de Raad van State in een interview in Trouw d.d. 20 november. De foto straalt niettemin een (te?) grote mate van zelfverzekerdheid uit. Ik vond het een goede illustratie van ons zelfbeeld als Nederlander. (Beeld Werry Crone)