Mijn vorige blog eindigde ik met mijn voornemen om mijn 80e verjaardag aandachtig en in blijmoedigheid door te brengen. Dat kostte me weinig moeite, want ik had een symposium georganiseerd met als titel: Hoe blijmoedig te leven in een hachelijke wereld, en daarvoor sprekers uit te nodigen van wie ik wist dat ze een mooie voordacht konden houden. En dat deden ze. Bovendien was er een musicus die samen met de zaal ontroerende muziek tot klinken bracht.
Graag vat ik hieronder nog eens samen wat voor mij de belangrijkste conclusies waren van het symposium.
- Als we het over een hachelijke wereld hebben kan het gaan over moeilijkheden in ons persoonlijk leven, maar ook over de samenleving als geheel. Dan denken we al gauw aan de klimaat problematiek, die door de traagheid van de processen eigenlijk niet meer op te lossen is. We zijn het kantelpunt voorbij. Dat wil niet zeggen dat het niet goed is om klimaatbewust te leven en handelen – dat is op zichzelf al waardevol. Doen wat ons hart en onze hand te doen vinden, geeft ons hoop, ongeacht het resultaat.
- Naast het klimaatprobleem is het wereldvoedselprobleem bedreigend. Het ontstaat door drie factoren: we gaan onzorgvuldig, om niet te zeggen roekeloos, met de aarde om, we zijn met te velen op deze aarde, en de klimaatverandering doet de rest. Ook dit probleem is moeilijk op te lossen. De deskundigen zijn het er niet over eens of het überhaupt kan.
- Dit zo zijnde vergt het moed om blij-moedig te leven. Je kunt niet blij zijn door de situatie te ontkennen of te verdoezelen. Maar je kunt je in het bewustzijn daarvan wel richten op de schoonheid en de liefde in jezelf en de wereld. Daar worden we blij van.
- We kunnen het klimaatprobleem dan wel niet oplossen, maar we kunnen wel gaan voor een wereld waarin verbinding tussen mensen, tussen mensen en de andere dieren en de overige natuur centraal komt te staan. Ik zelf zou zeggen: waarin de heiligheid van het leven een kernwaarde is.
- Als we praten over verbinding, dan gaat het niet alleen over de horizontale verbinding waarvan in het vorige punt sprake was, maar ook over de verticale verbinding met de aarde en de ‘hemel’. Of anders gezegd met de onzichtbare, niet fysieke wereld(en). Wie of wat dat is wordt door iedereen weer anders ingevuld, dat bleek ook op het symposium. De verticale verbinding is even belangrijk voor ons persoonlijke en collectieve heil als de horizontale verbinding. Op het kruispunt van de verticale en de horizontale verbinding (zie de afbeelding hieronder) ligt ons hart, zodat we dan allemaal een ‘warrior of the heart’ kunnen worden en blij-moedig kunnen leven.
- En tenslotte: wonderen bestaan; op individueel niveau en op gemeenschappelijk niveau. Uiteindelijk kunnen we de toekomst niet kennen. Dus wat er daadwerkelijk gaat gebeuren: we weten het niet. Misschien is het niet de bedoeling (van wie?) dat de mensheid ten onder gaat. Misschien zullen we als mensheid niet fysiek overleven, maar misschien wel op geestelijk niveau. Wie zal het zeggen?



vraag is niet óf Nederland onder water verdwijnt, maar wannéér. Een jaar geleden hield het KNMI nog rekening met 1,20 meter zeespiegelstijging aan het eind van deze eeuw; nu wordt een stijging van 2 meter niet uitgesloten. Niet heel waarschijnlijk, maar niet onmogelijk. En uiteindelijk zal het gaan naar een
zeespiegelstijging van 15 meter, maar waneer, dat weten we niet (zoals L. Meijer, onze vertegenwoordiger bij het IPCC, al zei in 2017). Citaat van Peter Kuipers: ‘Het jaar 2100, 2400 of 4000 als houdbaarheidsdatum voor Nederland. Hier stelt de natuurwetenschap een interessante, filosofische vraag aan de politiek. Voor wie moet je nog klimaatbeleid maken? Voor wie de dijken ophogen? Voor de komende drie generaties? Voor de komende tien? Hoe lang moet de arm van je beleid zijn?’
Des te interessanter is de reactie van onze premier op het coalitieakkoord in Amsterdam. Daar staan o.a. enkele begrijpelijke en concrete doelen in: betaalbaar wonen, goed openbaar vervoer, grondige aanpak van de luchtverontreiniging, aanpak van het massatoerisme. Het akkoord is ook helder over de maatregelen waarmee men dat denkt te bereiken. Onze premier liet echter weten bijzonder ongelukkig te zijn met het akkoord. De stad was ‘verloren gegaan aan ‘links’. Een onthullende terminologie. De premier liet zich kennen als een diehard aanhanger van het neo-liberalinsme, dat ons in zulke ernstige problemen heeft gebracht.
Wat dat betreft vond ik de afgelopen campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen onthullend. Deze campagne werd gedomineerd door mannen, zowel lokaal als landelijk. Ik heb natuurlijk lang niet alles gezien, maar het geneuzel en gereutel, de scheldpartijen en de verdachtmakingen waren meestentijds niet om aan te zien en te horen. Van wat ik gezien heb vielen me eigenlijk maar vijf politici in gunstige zin op: Lilian Marijnisse, Barbara Kathmann (PvdA, Rotterdam), Kees van der Staaij, Jesse Klaver en Vincent Karremans (VVD Rotterdam). Zij waren volgens mij de enigen die persoonlijke betrokkenheid paarden aan fatsoen en helderheid van argumenten met een hoog waarheidsgehalte. (Ik kan natuurlijk enkelen over het hoofd hebben gezien). Toch nog drie mannen – dus we hoeven niet te wanhopen.
In de verre toekomst is het misschien mogelijk om min of meer klimaatneutraal te vliegen, maar op middellange termijn zijn die technische mogelijkheden er niet. In de woorden van Paul Peters, lector duurzaam transport en toerisme aan de NHTV in Breda: ‘Ik heb allerlei scenario’s doorgerekend, maar er is geen enkel scenario denkbaar waarin we de opwarming tot twee graden kunnen beperken zonder het vliegverkeer te beteugelen. Het past gewoon niet.’ **) Dat lukt overigens ook op andere gronden niet, maar dat terzijde.
Intercontinentaal zouden we alleen moeten vliegen in het geval van ernstige familieomstandigheden. We kunnen echt niet meer voor ons plezier naar Afrika, Amerika, Azië en China reizen – heel jammer. Conferenties en zakelijke contacten moeten plaats vinden via videoverbindingen. Zelf had ik nog eens de droom om naar IJsland te gaan, maar dat zal ik moeten opgeven en uit mijn ‘bucket-list’ moeten schrappen. (Tussen haakjes: compenseren door bomen planten is een doekje voor het bloeden – maar dat stelpt het bloeden niet!). Als enkelen van ons stoppen met vliegen heeft dat in directe zin weinig effect, maar er gaat zeker een voorbeeldwerking van uit (Je ziet dat nu al met vleesgebruik). Op de wat langere duur zal dat resultaat afwerpen.
Wie echt wil weten hoe het er met de wereld voorstaat leze The Uninhabitable Earth van David Wallace-Wells uit New York Magazine. **) Als u dat doet moet u wel doorlezen tot het eind, anders eindigt u in een depressie. De laatste alinea biedt nog enige hoop.
Wat is beter – deze ontmoedigende waarheden onder ogen zien, of, zoals onze leiders en hun medewerkers doen, leven in een illusionaire wereld? Per slot van rekening komt de zondvloed pas na ons.
In De Groene Amsterdammer van vorige week las ik dat de tien bedrijven in Nederland die de grootste bijdrage leveren aan de CO2 uitstoot in feite nog geen wezenlijke stappen hebben gezet om die uitstoor te verminderen, en ook niet voornemens zijn dat binnen afzienbare tijd te doen. De uistoot is nog even groot als tien jaar geleden. Van de energietransitie waarover in Nederland sprake is komt zodoende natuurlijk niets terecht. Het is dus niet alleen de overheid die in gebreke blijft.