Tag archieven: Oorsprong

Credo

Ik geloof niet omdat ik dus niet gelovig ben maar ik denk wel dat er iets anders is, maar daardoor geloof ik datgene wat ik dus denk dat er is. (Johan Cruijf)

Ik geloof in Spinoza’s God die zich openbaart in een ordelijke harmonie van alles wat bestaat, niet in een God die zich bemoeit met het lot en handelen van mensen. (Albert Einstein)

Geloof is aannemen wat wij niet zien, en de beloning voor geloof is zien wat wij aannemen. (Augustinus)

Geloof is de vogel die het licht voelt wanneer de dageraad nog duister is. (Rabindranath Tagore)

Uit bovenstaande citaten – die me alle aanspreken – blijkt dat we het begrip geloof niet moeten beperken tot godsdienstig geloof. In dit blog wil ik het echter wel beperken tot een geloof in wat is, niet in wat er kan gebeuren. Mensen kunnen geloven in de ondergang van de wereld, of juist in de redding van de mensheid, maar dat is een geloof in toekomstige gebeurtenissen. Daar heb ik het niet over.

Laat ik de bespreking over wat geloof is en kan zijn, en de functie ervan, beginnen met een uiteenzetting over mijn eigen geloof. Voor een deel kan dat afgeleid worden uit de blogs die ik het laatste halfjaar heb geschreven, maar ik ga dat hier nog eens samenvatten. Die samenvatting is summier en onvolledig, dus wie geïnteresseerd is in de details, de nuances en de consequenties moet de moeite nemen de desbetreffende blogs te lezen. Het is niet anders.
De kern van mijn geloof is uiteen te zetten in drie stellingen.

  1. Ik geloof erin dat dit heelal en alles wat daarin is – zowel het zichtbare als het onzichtbare – voort komt uit een oorsprong, van wie we een paar dingen kunnen weten: onder andere dat de oorsprong eeuwig en volmaakt is. Elk beeld dat we maken van die oorsprong of een naam die we eraan geven doet de oorsprong geen recht, want dat beperkt de volmaaktheid. We kunnen met deze oorsprong verbinding maken en er intiem mee worden. Ik noem hier een paar mogelijkheden: via de fysieke en mystieke wetten waarin de oorsprong zich manifesteert, via de gedachten-afstemmer in onszelf en via gebed. Dat kan leiden tot een gevoel van ontzag en verwondering.
  2. Ik geloof in de realiteit van de ziel. We hebben allemaal een ziel die er al voor onze geboorte is, en die de dood overschrijdt (zie het blog van vorige week). De ziel heeft een morontia karakter, het niveau tussen materieel en spiritueel in. Dieren, planten, en wellicht ook levenloze objecten hebben ook een ziel, maar voor zover we weten is op aarde alleen de mens in staat haar bewust waar te nemen en te reguleren.
    Dat brengt me op een geloofspunt dat uit deze stelling voortvloeit: dat we als mensheid niet een product zijn van de evolutie, maar dat bij het ontstaan van de mens – met name de neanderthaler en de homo sapiens – een interventie vanuit de oorsprong een rol heeft gespeeld. Dat blijkt onder andere uit de destijds sprongsgewijze ontwikkeling van onze neocortex. (zie afbeelding hieronder. *) Hieruit vloeit weer voort dat we met eerbied naar de mens zouden moeten kijken, als inderdaad een kroon op de schepping. Dat brengt verplichtingen en verantwoordelijkheden met zich mee die we helaas in de afgelopen millennia niet waar hebben gemaakt. Dit is een mooi bruggetje naar mijn derde geloofspunt.
  3. Ik geloof dat ieder mens op aarde geboren wordt met een missie, een bestemming. Die heeft twee aspecten: één, de opdracht je maximaal te ontwikkelen, je talenten te ontplooien en te groeien in kennis, inzicht en wijsheid; en twee, je unieke bijdrage aan de wereld te leveren. Heel veel mensen zijn zich van deze bestemming niet bewust. Dat kan komen door de omstandigheden, die zo erbarmelijk zijn dat leven verwordt tot een overlevingsstrijd. Daarbij denk ik zowel aan honger en oorlog, als aan pijnlijke (jeugd)ervaringen of een opvoeding die gericht is op naakt eigenbelang. Daarnaast is er ook een groep mensen die onbewust en vanzelfsprekend hun bestemming waarmaken. Zij leven een vervuld leven in werk en familie en zijn tevreden en gelukkig. Dit doet zich op elk niveau in de samenleving voor.
    Voor anderen daarentegen gaat leven volgens hun missie of bestemming niet vanzelf. Zij moeten eerst ontdekken wat hun bestemming eigenlijk is, en er vervolgens bewust voor kiezen.

Tot zover over mijn geloof. U ziet dat mijn geloof aanzienlijk afwijkt van traditioneel godsdienstig geloof.
In mijn volgende blog ga ik in op de begrippen ‘negatief’ en ‘positief’ geloof en de functie van geloof in de samenleving.

*) Zie voor de wetenschappelijke onderbouwing hiervan: Gregg Braden, De mens als ontwerp, 2018/2024
Perzische miniatuur van rond 1550, waarbij het gezicht van Mohammed tijdens de Miraj niet is afgebeeld (aniconisme)

Eenheid in verscheidenheid

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

 Hoor Israël, De HERE is onze God; de HERE is één! (Deut. 6:4)

Wij kunnen niet iets scheppen of creëren wat niet al in potentie in ons aanwezig is. Scheppen is iets manifesteren, zichtbaar maken, dat als kiem in onze geest verborgen ligt. Het lijkt misschien of we iets nieuws creëren, maar in feite is het scheppingsproces niet iets maken dat er nog niet is, maar het doen overgaan van de ene zijns-toestand (energieniveau) in een andere.*)

Dat geldt ook voor het scheppingsproces van het heelal. Ik kan dat illustreren aan de theorie van de oerknal. Waarschijnlijk is het ons bekende universum niet ontstaan uit een singulariteit (een punt met een oneindig klein volume en een oneindig grote dichtheid), maar toch wel uit een punt dat daar heel dichtbij kwam. In dat punt was alles wat in dit universum ontstaan is en nog zal ontstaan al in potentie aanwezig. Dit geldt voor al het grote en al het kleine, en alles daartussenin. Het is wonderlijk om te bedenken dat de mogelijkheid van communicatie die wij nu op dit moment met elkaar hebben in dat punt dus al bestond.

Uit het voorgaande is de conclusie te trekken dat in de oorsprong van het heelal alles wat geschapen is en nog zal worden geschapen al als potentieel aanwezig is. Dat betekent dat de oorsprong een welhaast oneindige verscheidenheid kent. Ik zeg ‘welhaast’, want met het begrip ‘oneindigheid’ moeten we voorzichtig zijn. Strikt genomen weten we niet of er naast dit heelal en alles wat daar uit voortvloeit niet nog een andere werkelijkheid bestaat of zal bestaan – en als we daar geen deel van uitmaken zullen we dat ook nooit weten. Maar als we ons beperken tot ons eigen heelal – later zal ik onderscheid gaan maken tussen heelal en universum – dan is de verscheidenheid van alles wat er is toch onafzienbaar. We vinden al die onderscheiden in de oorsprong terug: mannelijk-vrouwelijk-onzijdig, materieel-spiritueel, persoonlijk-onpersoonlijk, goed-slecht, deeltjes-relaties, enz. U kunt dit zelf naar believen eindeloos aanvullen.

Toch is de oorsprong van alles een eenheid. Dat betekent dat alle elementen zodanig met elkaar samenhangen, dat ze alle met alle andere verbonden zijn en samenwerken. Je zou het kunnen vergelijken met ons eigen lichaam en geest: daarin is ook een grote verscheidenheid waar te nemen maar onmiskenbaar hangt alles in ons lichaam en onze geest met elkaar samen. Als de oorspong geen eenheid zou zijn, dan zou dat betekenen dat sommige elementen los van elkaar zouden kunnen functioneren, en dan was de oorsprong dus niet meer de oorsprong van alles (want dan zou elk element een oorsprong van iets kunnen zijn). Of dat element zou dan door de oorsprong zijn geschapen, maar dan was het geen deel van de oorsprong meer, maar van de schepping. De eenheid van de oorsprong is dus net zo’n noodzakelijke eigenschap als de eeuwigheid die ik in het vorige blog ter sprake bracht.

Kunt u het nog volgen? Ik hoop van wel, maar ik geef toe dat het allemaal wat verwarrend lijkt. Dat komt ervan als je de pretentie hebt om over het mysterie te praten. En het wordt nog erger, want in het volgende blog zal ik nog een mysterieus kenmerk van de oorsprong ter sprake brengen: De oorsprong lijkt een Drieëenheid te zijn. Hoe kan de oorsprong nu drie en één tegelijk zijn?

*) Voor hen die het boek Spiritueel Leiderschap kennen verwijs ik naar mijn uitvoerige uiteenzetting hierover op pag. 38 e.v. Ook wordt hier dieper op ingegaan door Aadt Jonker in zijn boekje Ik ben de Zee (2005), pag 39 e.v. Dit bijzonder lezenswaardige boekje, geschreven als brieven aan Carl Jung over reïncarnatie, is nog te verkrijgen voor de somma van € 11 via de uitgeverij Gopher. Zeer aanbevolen.

Het mysterie van de eeuwigheid.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Mijn serie over het heelal leidt tot de conclusie dat het uiterst waarschijnlijk is dat aan het heelal een Schepper of een scheppende kracht ten grondslag ligt. In mijn vorige blog heb ik een aantal voor de hand liggende kenmerken van die Schepper, die ik daar heb aangeduid met de term ‘oorsprong’, genoemd. In dit blog ga ik in op het eerste van die kenmerken: Eeuwigheid.

De oorsprong van alles is eeuwig. Dat betekent dat de oorsprong niet alleen oneindig lang zal bestaan, maar ook al oneindig lang heeft bestaan. Het eerste kunnen we ons met enige moeite nog wel voorstellen, maar dat iets altijd al bestaan heeft kunnen we ons nauwelijks indenken. Ons denken is zo geprogrammeerd dat we ons van elk verschijnsel, proces of object, altijd een begin en een oorzaak aannemen. Het ontstaat altijd ergens uit. De oorsprong heeft echter geen begin en is een oorzaak uit zichzelf (causa sui of causa prima). Hij is er altijd geweest. Ware dat niet zo, dan zou er achter de schijnbare oorsprong een diepere oorsprong (oorzaak) liggen, waarmee de schijnbare oorsprong zelf een onderdeel zou zijn geworden van de schepping (Thomas van Aquino, Aristoteles). De diepere oorsprong zou dan de ‘echte’ oorsprong zijn.

Kunt u het nog volgen? Ik hoop van wel want beter kan ik het niet uitleggen. Ik vat het even samen. We kunnen uit de eeuwigheid van de oorsprong twee conclusies trekken: de oorsprong, God als u dat liever wilt, is een mysterie (daarom valt dit kenmerk zo moeilijk uit te leggen), en God moet dus wel eeuwig zijn. De oorsprong is een mysterie omdat hij altijd bestaan heeft, wat we niet kunnen begrijpen. En hij moet wel eeuwig zijn, omdat hij anders niet de oorsprong van alles zou zijn – en we waren juist naar die oorsprong op zoek. In tegenstelling tot sommige andere kenmerken, die ik later zal bespreken, is eeuwigheid dus een noodzakelijk, logisch te verdedigen, kenmerk van de Schepper van alles. Daarom is de keuze van de aanduiding ‘Eeuwige’ in het Jodendom voor de oorsprong, JAHWEH, zo gek nog niet.

Dat is wel genoeg voor vandaag. Als dit blog onderdeel zou zijn van een langer artikel, zou ik aanraden hier even te pauzeren om dit enigma tot u door te laten dringen. Want ook de volgende kenmerken van de oorsprong roepen allerlei vragen op, en dan zou dat alleen maar tot verwarring kunnen leiden. En we doen dit onderzoek niet om verward te worden, maar om helderheid te verkrijgen en het wonder te ervaren.
Volgende keer zal het gaan over de Eenheid van de oorsprong.

Dichter bij het mysterie.

Dit blog maakt deel uit van een serie die op 12 augustus is begonnen

Veel mensen die niet in God geloven zeggen wel, na beschouwing van de natuur en de kosmos: er moet toch iets zijn, waaruit alles is voortgekomen. Maar ze kunnen dat ‘iets’ niet specificeren. Dit is onbevredigend en ook gemakzuchtig. Dit ‘ietsisme’ blokkeert de spirituele ontwikkeling en is ook niet nodig. Er over dit ‘iets’ best veel te zeggen, maar daar moet je wel wat moeite voordoen: tijd nemen om aandachtig te schouwen en te contempleren. Ik zal daar in dit blog wat aanzetten voor geven, maar eerst wat terminologische verheldering vooraf.

Als we het hebben over de Schepper, gebruiken we daarvoor allerlei namen: Essentie, (oer)Intelligentie, God, Allah, Brahma, Aanwezigheid, Bron (of oerbron), Eeuwige, Jehova, Opperbouwmeester, enz; u kunt zelf wel uitbreiden. Dat heeft bezwaren, omdat met elk van die woorden door de cultuur bepaalde beelden en betekenissen meekomen die afbreuk doen aan het wezen en de totaliteit van het ‘iets’. Vandaar dat de (Hebreeuwse) bijbel dan ook voorschrijft dat we JAHWEH geen naam moeten geven en niet moeten afbeelden (Ex. 3:14, en 20:4 en 7). Wat dan wel? The Urantia Book (zie mijn blog van 12 augustus) kiest voor het aantrekkelijke ‘First Source and Center‘. Ik heb gekozen voor de term ‘oorsprong’, dat een begin aanduidt waaraan niets voorafgaat (in tegenstelling tot het woord ‘bron’. Een bron is altijd een bron van iets, dat via de bron naar buiten komt – water, olie of gas, inzichten of wat dan ook – dat bestaat voorafgaand aan de bron. Een bron is een kanaal). Soms gebruik ik uit gewoonte toch het woord ‘God’, maar dan bedoel ik dus ‘oorsprong’.

Wat zijn nu de kenmerken van die oorsprong? In dit blog zet ik de een aantal voor de hand liggende kenmerken even op een rijtje, en werk dat in latere blogs verder uit.

  • Eeuwig, tijdloos
  • Een alomvattend geheel, dus NIET: uitsluitend lichamelijk of spiritueel, mannelijk of vrouwelijk of onzijdig, persoonlijk of onpersoonlijk, goed of slecht, enzovoort. Hij is dat alles tegelijk (ik spreek van hij omdat het woord oorsprong mannelijk is). Tegelijkertijd een drieëenheid.
  • Volmaakt.
  • Schepper van meerdere universa.
  • Geen vaste verschijningsvorm, maar wel de mogelijkheid alle denkbare en ondenkbarere gestalten aan te nemen.
  • Kenbaar. De oorsprong kan wel gekend en beleefd, maar niet begrepen worden. Hij manifesteert zich in de universa: als Wet (waaronder zwaartekracht), heilige geometrie, innerlijke aanwezigheid, openbaring, in gebed en mogelijk ook in sterfelijke vorm.

Op elk van die kenmerken ga ik in volgende blogs nader in. Intussen kan u er alvast eens over nadenken.