Tag archieven: hoop

Onze missie is nog niet voltooid.

Here is a test to find if your mission on earth is finished. If you are alive, it isn’t.
(Richard Bach, Illusions, 1977)
Wijsheid zonder actie is van weinig betekenis; maar actie zonder wijsheid kan onbedoeld destructieve gevolgen hebben

Mijn vorige blog eindigde in mineur, maar ook met een sprankje hoop. Er zijn nog dingen die we kunnen doen om een catastrofe af te wenden. Hier volgen mijn suggesties. Sommige daarvan heb ik al eerder genoemd, maar voor de volledigheid herhaal ik ze nog maar eens. Daardoor wordt dit blog langer dan normaal.

  1. We kunnen een belangrijke rol spelen door actie te voeren op basis van een grondige zelfkennis. Met name is zelfinzicht in de intenties van onze acties belangrijk. Handelen we uit liefde of spelen andere motieven een rol: angst, aangeleerd plichtsgevoel, woede, streven naar macht, aanzien of wat dan ook. Ik geloof dat alleen handelingen gebaseerd op liefde (voor de de mensheid, voor de natuur, voor de planeet) geen ongewenste neveneffecten hebben. Ook maakt liefde het mogelijk om ons de eenheid van alles bewust te worden, en dan de werkelijkheid onder ogen te kunnen zien zonder tot apathie of machteloosheid te vervallen.
  2. Ontwikkel daarbij openheid van geest. Sta open voor informatie die misschien niet objectief of wetenschappelijk is te verifiëren, zoals bijvoorbeeld de bron van de Kogi profetie (zie twee weken geleden), maar niettemin relevant kan zijn. Openheid kan zeer wel samen gaan met een kritische geest. U hoeft niet iedere complottheorie meteen aan te hangen (zoals de theorie dat het klimaatprobleem helemaal niet bestaat maar alleen een hoax is, gelanceerd door Bill Gates of George Soros met het doel de wereldheerschappij te verwerven) om toch sommige onwaarschijnlijk lijkende informatie te onderzoeken en te waarderen. 
  3. Ontwikkel een ideaal-beeld van de door u gewenste toekomst. Het is goed daarbij realistisch te blijven, maar anderzijds toch ook om ‘uit de doos’ te denken. Een ideaal om voor te leven helpt u de werkelijkheid onder ogen te zien zonder tot al te grote somberheid en machteloosheid te vervallen. Het versterkt uw veerkracht.
  4. Vervolgens is het belangrijk eerst het laaghangend fruit te oogsten. Geen vlees meer eten, niet meer vliegen, zoveel mogelijk reizen per OV en per fiets, veel minder kopen (met name kleren en luxe apparaten), verantwoord voedsel kopen, enfin u weet het zelf wel.
  5. Stelling nemen, in de eerste plaats bij verkiezingen. Kies voor partijen die niet alleen een visie hebben op een duurzame toekomst, maar ook in hun politieke praktijk daadwerkelijk daaraan bijdragen. Dat vraagt om aandacht voor het politieke nieuws. Maar stelling nemen kan ook op andere manieren: door organisaties die voor onze toekomst vechten te steunen, financieel of anderszins, of daarvan lid te worden of er actief in te zijn. En tenslotte kan het ook in de eigen familie- en vriendenkring door heikele onderwerpen ter sprake te brengen, zonder de eigen mening meteen op te dringen. Maak er een dialoog van, geen debat of discussie.
  6. Deelnemen aan collectieve acties: demonstraties, petities, enzovoort. Daarbij is het wel belangrijk dat u ageert vóór iets, en niet protesteert tegen iets, want dat roept altijd tegenkrachten op. Daarom is het goed om bij conflicten of meningsverschillen geen partij te kiezen maar gewoon te pleiten voor humaniteit. En het is ook essentieel om te kiezen voor geweldloosheid en vrede, want geweld en oorlogen verergeren alle problemen, inclusief het klimaatprobleem, op deze wereld.
  7. En tenslotte: richt u op de oorsprong van alles, de scheppingskracht, de Essentie, de goddelijke dimensie, wat voor u maar goed voelt, en laat u daardoor leiden. Dan zal het leven ondanks alles voor u betekenis krijgen. Deze Essentie zal zich in u openbaren als u daarvoor open staat, als dat al niet gebeurd is. Mystici geven daar verschillende namen aan: innerlijke gids, goddelijke inwoning, heilige geest, gedachteafstemmer en zo meer. Een van de redenen waarom politici, bestuurders en aandeelhouders soms zo harteloos zijn (het gaat ze vaak meer om macht, winst of winnen) is dat ze het contact met de Essentie, en daarmee met enkele essentiële waarden, zijn kwijt geraakt.

Nu zo is het wel even genoeg. U ziet, u bent veel minder machteloos dan u denkt. Alle beetjes helpen. Ik heb overigens zelf op bovenstaande punten nog steeds vorderingen te maken. Mijn missie in dit leven is kennelijk nog niet voltooid. Dat geldt trouwens ook voor u, aamgezien u nog in leven bent. Graag wil ik dit blog besluiten met een citaat uit een van mijn eerdere publicaties: 

Stel je bent van het cynische type. Dan vragen we je er eens even op deze manier tegenaan te kijken. Stel dat jouw hart of verstand nu juist de cruciale druppel kan leveren die maakt dat het vat van de collectieve wil overstroomt. Dat jij degene bent die het verschil maakt tussen een toekomst waarin het verhaal verteld wordt van hoe, op de valreep, nog hele grote veranderingen plaats vonden, of een toekomst waarover gezegd kan worden: “ze hadden het bijna gered.”[1]


[1] Erik van Praag, Jan Paul van Soest, Judy McAllister, De Aarde heeft koorts, 2008, pg. 123

Zullen de vogels blijven zingen?*

Hoop kun je ontlenen aan het contact met de universele waarden. Universeel: dat betekent dat ze bij iedereen in de hele wereld leven. Maar niet iedereen heeft er contact mee. Hetzij door uiterlijke omstandigheden (ziekte, honger, oorlog, natuurrampen, armoede, angst voor de toekomst), hetzij door onze versluierende denkbeelden over onszelf en de wereld, kan dat contact verloren zijn gegaan.

Als je de luxe hebt om tijd en aandacht aan jezelf te besteden loont het de moeite dat contact met die waarden te verdiepen of zonodig te herstellen. Dat kan door jezelf de vraag te stellen ‘Wie of wat ben ik?’, en bij een van die twee die vragen stil te blijven staan totdat hèt antwoord je geopenbaard wordt. Daarna zul je betrekkelijk makkelijk jouw diepste waarden kunnen vinden. Een andere weg is je af te vragen wat je roeping of opdracht is in deze wereld en dan na te gaan welke waarden daaraan ten grondslag liggen.

Bij dit onderzoek is er een valkuil: dat je aangeleerde normen en overtuigingen voor universele waarden aanziet. Een voorbeeld uit mijn eigen leven: verantwoordelijkheid houdt voor mij in dat ik me niet alleen door eigenbelang laat leiden, maar ook door zorg voor mijn naasten, en door het algemeen belang. Maar daarmee is verantwoordelijkheid nog geen universele waarde: deze waarde is mij aangeleerd in mijn jeugd, en wordt volgens mij niet door iedereen gedeeld. Het vraagt dus nauwkeurige zelfreflectie en observatie van de wereld om je heen om het onderscheid te maken tussen universele en persoonlijke waarden.

Ik meen te weten dat er maar twee, misschien drie, universele waarden zijn (die dus bij iedereen leven) die aan alle andere waarden ten grondslag liggen. Deze universele waarden zijn dus ook fundamentele waarden. Om je ontdekkingsproces niet te verstoren houd ik even voor me welke dat volgens mij zijn. Uit die waarden vloeien overigens afgeleide waarden voort, die meer cultureel bepaald zijn. Maar hoe die ontdekkingsreis ook verloopt, en waar die eindigt, ik kan je verzekeren dat je naarmate je dichter bij de basis van je waardenstelsel komt deze waarden invloed gaan uitoefenen op je denken en handelen. Dan zal de hoop op natuurlijke wijze opbloeien.

*) Misschien wordt de Silent Spring van Rachel Carson niet bewaarheid. Dat hoop ik althans.

Potius deficere quam desperare

De spreuk in de titel – Potius deficere quam desperare – ( liever tekortschieten dan wanhopen), staat in baksteen vermeld op een van de twee gevels van het Amsterdams Lyceum, de school waar een van mijn kleindochters op school zat. Het is geloof ik ook het motto van de school. Waar de spreuk vandaan komt heb ik niet kunnen achterhalen. Misschien is hij wel bedacht door de oprichter en eerste rector van de school, dr. C.P. Gunning. Gunning was rector van 1917 tot 1952, met een onderbreking van enkele jaren gedurende de oorlog, toen hij werd gevangen genomen omdat hij geprotesteerd had tegen het wegsturen van de joodse leerlingen. Hij heeft zijn spreuk dus wel waar gemaakt!

De spreuk zet aan tot reflectie. De spreuk is de tegenpool van de uitspraak van Václav Havel: Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, niet alleen omdat het kans van slagen heeft. De spreuk slaat zowel op je eigen persoonlijke ontwikkeling, als op het bijdragen aan de samenleving. Het zou toch treurig zijn als je aan het eind van je leven over veel dingen moet zeggen: ik heb het niet eens geprobeerd. . . ?

Zo hoop ik dat velen van ons in 2020 onze ‘comfort zone’ verlaten en risico’s durven nemen. U persoonlijk wens ik daarom naast uw successen ook veel falen toe. Ikzelf ben daar gisteravond al mee begonnen, maar dat is een ander verhaal. Gelukkig nieuwjaar!

Het Amsterdams Lyceum

Natuurlijk niet. Hopelijk wel.

Iemand vroeg aan Niek Schuman (emeritus hoogleraar theologie): “Komt het goed met deze wereld?”. Zijn antwoord: “Natuurlijk niet! Hopelijk wel.” De Dominicuskerk in Amsterdam nam dit antwoord als thema voor de advent tijd.

Kerstmis is voor veel niet Christenen nog altijd het feest van de terugkeer van het licht. Maar voor mij is het meer het feest van de hoop. Ik zie het kerstverhaal als een metafoor voor de mogelijkheid, niet de zekerheid, dat het goed zal komen met de wereld. Het licht schijnt in de duisternis, en hoe ver weg het licht in het donker ook lijkt, het kan door de duisternis nooit overwonnen worden. Met het versieren van de straten, pleinen en kerstbomen met lichtjes, en het aansteken van kaarsen brengen we ons die bemoedigende gedachte weer in herinnering.

Maar al is het door het licht dat ver weg schijnt in de duisternis nooit pikkedonker, intussen zitten we toch maar mooi in de donkere nacht. Die nacht staat dan wat mij betreft voor de nood waarin we als mensheid, en samen met ons de dieren en planten, verkeren.  Ons dat te realiseren is voor mij eveneens een boodschap van kerstmis. De nacht is donker, maar ook stil.

Als ik me bij het kerstverhaal de kerstnacht buiten voorstel, met name daar waar de herders in het veld lagen, dan stel ik me voor dat het stil is. Het is immers vrede op aarde, en zelfs de dieren hebben voor één nacht vrede gesloten. De roofdieren belagen hun prooidieren niet, en er wordt geen geluid gehoord. Zo heb ik eens een kerstnacht doorgebracht in de duinen op Schiermonnikoog, waar het inderdaad doodstil was. En in mijn meditatie stelde ik me voor dat diezelfde stilte overal ter wereld heerste, ook al wist ik natuurlijk wel dat dit niet zo was. Inderdaad: Vrede op aarde. 

Zo is Kerstmis voor mij ook het feest van de stilte, waarin de hoop en de vrede geboren kunnen worden. Zo komen dan verdriet om wat is, en vreugde om wat ook is en kan zijn, bij elkaar. En dan heffen we het glas, en dan delen we het brood, in dankbaarheid om wat de aarde ons nog steeds geeft. Vrolijk Kerstfeest!

Zonder hoop vaart niemand wel.

Geloof, hoop en liefde – zonder deze drie is het leven leeg en zinloos. Vorige keer heb ik het over geloof gehad, nu wil ik het hebben over hoop.

Hoop hebben we, net als geloof, nodig om de werkelijkheid zonder omwegen in de ogen te zien en te bijven kijken, zonder te vervallen tot moedeloosheid of erger. Zoals ik al eerder zei: er is veel schoonheid in de wereld (daarover meer in het volgende blog), maar de koers die wij als mensheid hebben ingezet, en die vooralsnog niet wezenlijk lijkt te worden gewijzigd, stemt niet hoopvol. De ondergang van ons totale Gaia ecosysteem is niet ondenkbaar. Dus hoe kunnen we hoop ontwikkelen tegen de klippen op?

In mijn vorige blog zei ik al dat we hoop kunnen ontlenen aan ons geloof in een bovennatuurlijke, grotendeels onzichtbare  wereld. We staan er niet alleen voor – we hebben subtiele maar krachtige bondgenoten die net als wij belang hebben bij het voorbestaan van de mensheid.

Een tweede bron van hoop is gelegen in onszelf. Havel zei het al in een aan hem toegeschreven uitspraak: ‘Hoop is een kwaliteit van de ziel en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt . . . Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, Niet alleen omdat het kans van slagen heeft. Hoop is niet hetzelfde als optimisme; evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen. Wel de zekerheid dat iets zinvol is onafgezien van de afloop, het resultaat.’ We kunnen dus onze hoop versterken door te doen wat ons hart en onze hand te doen vinden.

Een derde bron van hoop is te vinden in ons verstand. We weten dat we de toekomst niet kunnen kennen. We kunnen scenario’s maken die waarschijnlijke ontwikkelingen beschrijven, maar die kunnen nooit rekening houden met volstrekt onvoorziene gebeurtenissen. Die gebeurtenissen kunnen heel onwaarschijnlijk lijken, maar we kunnen nooit met zekerheid voorspellen dat ze niet plaats vinden. Ik noem als voorbeelden: een sprong in het bewustzijn van de overgrote meerderheid van de mensheid, een invasie van buitenaardse wezens (non-materieel, zodat ze niet aan de beperkingen van de tijd onderhevig  zijn), of in het algemeen: gebeurtenissen of ontwikkelingen die we ons niet kunnen voorstellen omdat ze in niets met onze ervaringen te vergelijken zijn. Zoals mijn vader zei: het is niet realistisch niet te hopen.

Een andere lijn van denken ligt in de systeemtheorie. We weten dat als een systeem uit de bocht vliegt, zoals met ons Gaia-ecosyteem dreigt te gebeuren, er twee mogelijkheden (scenario’s ) zijn. Of het systeem valt in elkaar, of het maakt een sprong naar een ‘hoger’ niveau van integratie. Dat zou ook met onze ecologie kunnen gebeuren. We moeten er maar het beste van hopen.

 

 

Invloed?

Er zijn nogal wat mensen die een beslissende invloed hebben gehad op mijn leven. Ik wil graag het idee hebben dat ik zelf mijn keuzes en beslissingen bepaal en bepaald heb; maar moet, als ik enige afstand neem en mijn leven overzie, toegeven dat dit maar zeer ten dele het geval is geweest. Mensen die voor mij richting bepalend zijn geweest, zijn onder meer de volgende: mijn ouders, mijn ex, Meadows/Meadows/Forrester (Club van Rome), Nadine Scott, Hans Kramer, Danaan Parry, Fritz Perls, Carien Everwijn, en waarschijnlijk nog enkele anderen die ik nu even over het hoofd zie. Als ik zeg: richting bepalend, dan bedoel ik dat ook echt: ze hebben me een weg doen inslaan die ik anders waarschijnlijk niet gegaan zou zijn.

Tot deze overweging kwam ik naar aanleiding van een column (ik weet helaas niet meer van wie) waarin de schrijver aan het eind van zijn leven tot de conclusie kwam dat zijn leven weinig verschil had gemaakt voor de wereld om hem heen. Hij had zich ingezet voor vele zaken die hem ter harte gingen, maar vroeg zich af of de wereld er ook maar enigszins anders zou hebben uitgezien als hij niet geleefd had, en zijn conclusie was dat dit waarschijnlijk niet het geval was. Hij citeerde bovendien een aantal bekende schrijvers en anderen, die zich eveneens met veel energie voor de samenleving hadden ingezet, en tot dezelfde conclusie kwamen. Een conclusie waarin ik me, wat mezelf betreft, ook heel goed kon vinden. Opvallend was overigens dat al deze mensen daar niet bijzonder ontmoedigd door werden, maar er eerder in een kalme acceptatie wel vrede mee hadden. Ook dat geldt voor mezelf.

Maar wacht even . . . als mensen op mij zo’n beslissende invloed hebben gehad, dan is het waarschijnlijk dat ik zelf ook invloed heb gehad. Bij nader inzien geloof ik dat ook wel, maar dat was de vraag niet. De vraag was: zou de wereld er ook maar enigszins anders hebben uitgezien als ik niet geleefd zou hebben (en mijn kinderen dus ook niet)? Dat geloof ik niet, en ik geloof al heel lang dat ‘mijn arbeid in het Westen’, om een vrijmetselaarsterm te gebruiken, weinig effect had. (Vaak wordt het modewoord ‘impact’ gebruikt – het is me een raadsel waarom we niet gewone Nederlandse woorden als effect, verschil of invloed gebruiken).

De vraag is dan: waarom doe je het dan? Waarom werk je aan of voor een betere samenleving? Het simpele antwoord is: omdat ik het niet laten kan. Het is een ‘innerlijke drang’ (weer een vrijmetselaarsterm), en door daar aan toe te geven vind ik vrede in mezelf. Ook is het een prachtige uitlaatklep voor gevoelens als verontwaardiging en woede, die ik daarom niet hoef op te kroppen en dan (verkapt) op meer negatieve wijze uit. En tenslotte: het voedt mijn hoop, en wie zou dat niet willen? Om met Vaclav Havel te spreken: Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, niet . . . omdat het kans van slagen heeft. En daar houd ik het maar op.

 

 

Be realistic, plan for a miracle.

Zoals ik in mijn vorige blog zei ziet het er niet naar uit dat de mensheid op eigen kracht het klimaatprobleem gaat oplossen. Daarom hebben we hulp nodig, hulp van buiten, van boven, vanuit de transcendente werkelijkheid. Maar die hulp komt niet vanzelf. We zullen daarom moeten vragen. En omdat op een effectieve manier en vanuit een bescheiden houding te kunnen doen zullen we ons moeten voorbereiden.

Een van de eerste voorwaarden voor een effectief verzoek om hulp is dat we in de mogelijkheid daarvan moeten geloven. Geloven we in een transcendente wereld van waaruit ons hulp kan worden geboden? Voor velen van ons is dat pure fantasie, wensdenken. Anderen, die de mogelijkheid van het bestaan van een transcendente wereld niet uitsluiten worden niettemin geplaagd door twijfel: bestaat die wereld wel, en bekommeren de wezens daar zich ons om ons lot? Zelfs diegenen die gelovig of godsdienstig zijn kennen die twijfel: geloof zonder twijfel is per definitie onmogelijk (wat niet betekent dat gelovigen  zich steeds van die twijfel bewust zijn).

Hoe gaan we om met twijfel? In elk geval niet het wegstoppen of onderdrukken; daar wordt het alleen maar sterker van. Het beste is deze twijfel rustig onder ogen te zien, maar ons tegelijkertijd te realiseren, dat we ook nooit zeker kunnen weten dat de transcendente wereld niet bestaat, en dat de daarin levende wezens zich niet om ons bekommeren. Het is dus niet realistisch niet te hopen, zoals mijn goede vader reeds zei. Wonderen zijn altijd mogelijk. En als we met deze houding naar de wereld om ons heen kijken, dan zien we hiervoor ook de bewijzen. In mijn vorige blog noemde ik al de praktijk van de Findhorn community, maar er is veel meer. De wereld, het leven als geheel, is een wonder, dat nooit geheel door de natuurwetten kan worden beschreven en begrepen. Er is altijd ruimte voor het mysterie en wonderbaarlijke gebeurtenissen. ‘Miracles are natural. When they do not occur, something has gone wrong.” (A Course in Miracles)

Deze houding van een open staan voor de toekomst, verwachtingsvol zijn zonder pessimisme maar ook zonder irrealistisch optimisme, is de eerste voorwaarde voor een effectief verzoek om hulp. Over de tweede voorwaarde kom ik in een volgend blog te spreken.

 

 

Dood en herrijzenis, de wereldcrisis in een wonder (Pasen 2017).

In de oude Esseense en Iers-Keltische tradities is de periode voor Kerstmis (voorafgaand aan de winterzonnewende) er een van inkeer en bezinning,  om dan in de periode naar Pasen toe de aandacht weer meer op het handelen in de buitenwereld te richten, in harmonie met de ontluikende natuur (Essene Book of Days). Maar in de Christelijke traditie is de vastentijd vanaf aswoensdag, culminerend in de stille of lijdens-week voor Pasen, eveneens een periode van bezinning.

Zelf heb ik wel wat me beide periodes. In de vastenperiode onthoud ik me van snoepen en alcohol, zoals tegenwoordig velen doen, om me wat los te maken van de routine van alledag. Bij  de avondmeditatie draaien we klaagliederen of passiemuziek. Dit alles culmineerde dit jaar in een aantal bijzondere gebeurtenissen, die ik hier kort zal memoreren (voor een meer uitvoerige rapportage is dit blog niet geschikt, helaas).

Afgelopen zondag woonde ik een uitvoering bij van de Kanon Pokajanen van Arvo Pärt, een boetekanon gebaseerd op teksten uit de traditie van de Russisch-orthodxe kerk. Meestal vind ik het bijzondere van goede vocale muziek dat tekst en muziek elkaar zo prachtig kunnen versterken, maar hier werkte dat niet voor mij. De muziek was prachtig en werd schitterend uitgevoerd door Cappella Amsterdam, maar de tekst was zo zwaar van schuld en boete, dat ik er door werd afgeleid, en begon na te denken over wat wij (ikzelf incluis)  zo verschrikkelijk verkeerd doen in de wereld. Ter illustratie:

Ik las eergisteren  in Trouw dat het ‘Great Barrier Reef’, een van de 20  cruciale ecosystemen in de wereld, op sterven na dood is ten gevolge van de opwarming. Dit kan een kettingreactie inluiden van de ineenstorting van de andere ecosystemen, en als dat gebeurt helpe God ons de brug over. Tegelijkertijd las ik dat de Australische regering eigenlijk niets doet om dit rif te beschermen. Net als Trump ontkent die regering het klimaatprobleem, en staat op het punt een nieuwe kolenmijn te openen. We kunnen hier in Nederland erg verontwaardigd over doen, maar intussen zijn we hier verwikkeld in complexe onderhandelingen over het klimaatbeleid, waarbij Rutte en Buma er alles aan zullen doen om het programma van GroenLinks af te zwakken, dat op zichzelf al onvoldoende is om de opwarming tot 2 graden te beperken (zelfs als het zou worden overgenomen door de rest van de wereld).

Andere gebeurtenissen in onze  vastentijd: Eerder deze maand woonde ik een Mattheus Passie bij van de IJ-salon in een scenische uitvoering. Ook geen vrolijk werkje, maar toch beter te verdragen, omdat er een duidelijke verhaallijn in zit en Bach’s muziek veel minder zwaar is dan die van Pärt. Ontroerende uitvoering. En gisteravond zongen we met ons koor de Johannes Passion in het Concertgebouw. Ongeloofijk hoe actueel dat werk is, als je kijkt naar de volkswoede en de vreselijkste dingen die worden gezegd en gedaan.

Maar het hoogtepunt van de afgelopen weken was voor mij het transformatiespel dat ik mocht begeleiden in het kader van de Leiderschapsacademie voor de Energietransitie (zie: https://www.greenbridges.nl/contact/).Voor lezers die het spel niet kennen: het is een bordspel, waarbij de deelnemers symbolisch hun eigen levensweg aflopen, aan de hand van een persoonlijke levensvraag. Zonder uitzondering maakt het op de deelnemers een diepe indruk, en verschaft het baanbrekende inzichten. In dit geval belandden de deelnemers in een wereldcrisis, terwijl er tegelijkertijd een wonder plaats vond. Zij die het spel kennen weten hoe bijzonder dat is. En dat vond ik een prachtige metafoor voor deze tijd.

In mijn ervaring is het spel een spiegel van de werkelijkheid, en ik ontleende dan ook hoop aan deze gebeurtenis. Als we zonder al te veel kleerscheuren de klimaatcrisis willen overleven is er echt een wonder nodig, een transcendente gebeurtenis. Een overwinning van het leven op de dood. En is dat niet precies de betekenis van Pasen? Het transformatiespel laat zien dat dit mogelijk is. Maar we zullen er wel voor moeten werken en een regelmatig gebed op zijn tijd is ook niet weg: Ora et labora (bid en werk).

Ik wens u een hoopvol Pasen!

Leren in het donker te zien.

Er worden vaak parallellen getrokken tussen de huidige periode en de dertiger jaren. Is dat terecht? Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen?

In beide perioden werd/wordt onze samenleving ernstig bedreigd, en in beide perioden werd/wordt dat gevaar ernstig onderschat. Maar er zijn zeker verschillen. In de dertiger jaren werden we maar bedreigd door één gevaar: de aanval op de democratie en de mogelijke gevolgen daarvan: racisme, dictatuur, immigratiegolven, geweld en oorlog. Nu worden we bedreigd door minstens drie gevaren: weer een aanval op de democratie, maar ook de ondergang van onze fysieke leefomgeving door het gebruik van atoomwapens  dan wel de klimaat catastrofe. En die laatste bedreiging heeft bovendien onomkeerbare gevolgen.

Andere verschillen zijn: we zijn nu veel welvarender dan toen. Het individualisme, materialisme  en consumentisme is verder voort geschreden, en we zijn nog meer gehecht, om niet te zeggen vastgeklonken aan ons comfort en ons bezit. Een ander verschil is dat de gevaren nu abstracter lijken en moeilijker voorstelbaar. Maar ze zijn niet minder reëel.

Er is ook een grote overeenkomst: in grote getale kijken we weg van de bedreiging. Dat was toen zo, en nu is het niet anders. Weliswaar wordt er in de media in toenemende mate over gepubliceerd, maar in ons dagelijkse leven spelen de bedreigingen slechts een marginale rol. Ook onze leiders in de politiek en in het bedrijfsleven lijken de problemen niet echt serieus te nemen. Soms wordt er enige verbale aandacht aan gegeven, maar doortastende maatregelen
blijven uit. Dat komt omdat kiezers en aandeelhouders niet gediend zijn van slecht nieuws. Zou er over de reële gevaren worden gesproken, dan kost dat kiezers dan wel waarde van het bedrijf op de beurs – althans dat denkt men (of dat werkelijk zo is staat nog te bezien. Het is nooit geprobeerd). Enkele voorbeelden: de EU komt maar niet tot een realistische beprijzing van de CO2 uitstoot, de VVD laat elke referentie aan de klimaat problematiek weg uit haar verkiezings program, over klimaat wordt in de verkiezingscampagne niet of nauwelijks gesproken (zelfs niet door GroenLinks), en de Shell, doet vrijwel niets aan de verduurzaming van de energieproductie, hoewel ze al sinds de jaren tachtig waarschuwden voor de noodlottige gevolgen van de opwarming van de aarde door CO2 uitstoot (hoe misdadig kun je zijn?).

Wat kan je hier nu tegen doen? De eerste stap is dat je de toestand onder ogen ziet. Maar dat is als individu vrijwel onmogelijk. Niet voor niets word ik door kennissen en vrienden vaak gezien als een pessimist. Daar zit wat in, al zie ik het zelf  meer als realisme. De situatie is echter zo somber, dat je of vervalt tot machteloze woede, of verlamd als een konijn in de koplampen blijft staren.  Beide is niet bevorderlijk voor je gezondheid en helpt de wereld geen stap verder. Dus moet je wat anders verzinnen. Mensen als Joanna Macy (https://www.truth-out.org/news/item/39448-learning-to-see-in-the-dark-amid-catastrophe-an-interview-with-deep-ecologist-joanna-macy), Peter Senge en Otto Scharmer (de U-methode) wijzen ons de weg. Je moet anderen opzoeken met wie je je zorgen kunt delen. Die kunnen we vinden in ons werk, in onze vriendenkring, in de kerk of in een ander genootschap, in een politieke partij, een cursus of opleiding, een leergroep, of waar dan ook. Of anders vorm je zelf een groep buiten die verbanden om (je kunt mensen ontmoeten bij lezingen, in workshops, meditatiegroepen, yogalessen, enz.). Gedeelde smart is halve smart. Als je gezamenlijk de toestand onder ogen ziet, en daar met elkaar over praat, vind je in het gedeelde verdriet en in de stilte ook troost en moed en onderlinge verbondenheid. En merkwaardigerwijs lucht het ook op als je de werkelijkheid zonder omwegen onder ogen ziet. Dan wordt het ook duidelijk wat je hand en je hart te doen vinden, en als je dat dan doet versterkt dat weer je hoop.
Dus vind een groep, of richt er een op, en deel je angsten en zorgen, tot je gezamenlijk in de put zit. En dan, na een moment van stilte, klim je eruit. Je kunt het licht aan het eind van de tunnel pas zien als je eerst de tunnel ingaat.

 

 

Wonderen

Sinds mei 2001 publiceerde Caroline Myss online haar zogenoemde ‘Salons’. Dat waren een soort columns, waarin ze haar wijsheid en  ervaring deelde en soms commentaar gaf op wat er in de wereld gebeurde. Ze is daar onlangs mee gestopt, en vervangt ze nu door wat ze noemt “muse newsletters’, die iets meer dan haar salons ingaan op de actualiteit (muse = reflecteren, overdenken, en ook: geïnspireerd worden – denk aan de oud-griekse ‘Muzen’). Ze heeft haar salons afgesloten met een laatste salon waarin ze puntsgewijs een twaalftal ‘grote spirituele waarheden’ opsomt, die haars inziens de kern vormen van de boodschap die ze in de loop van die jaren heeft ontwikkeld. Sommige van die waarheden zijn volgens mij helemaal geen waarheden, maar aanwijzingen voor hoe je een moreel leven kunt leiden. Niettemin is de lijst interessant, en ik zal in dit en mijn volgende blogs op enkele van die ‘waarheden’ ingaan.

Vandaag de eerste waarheid: Wonderen bestaan. Deze wet stemt overeen met de Course in Miracles die daarover zegt: ‘Miracles are natural. When they do not occur something has gone wrong’. Caroline Myss zegt daarover: Wonderen gebeuren allen bij mensen die dapper en moedig in het leven staan en vertrouwen hebben in het feit dat ze geleid worden. Bij mensen die hoopvol zijn en blijven doorgaan ondanks tegenslag (en daarmee hun hoop weer voeden, zou ik er aan toe willen voegen). Ze gebeuren met name niet bij mensen die geestelijk lui en klagerig zijn.

Zelf heb ik mijn leven vele wonderen ervaren (hoewel ik mezelf niet bijzonder dapper vind, en ook niet altijd ben doorgegaan bij tegenslag, maar kennelijk was het toch voldoende om wonderen deelachtig te worden). Over enkele ‘grote’ wonderen heb ik eerder gepubliceerd, dus dat wou ik hier maar even laten zitten. Als het goed is brengt elke dag wel een of meer wonderen met zich mee, soms grote, soms ‘kleinere’ die bij nadere beschouwing toch iets groots blijken te hebben. Maar we gaan er soms achteloos aan voorbij zonder ze op te merken. Zo dacht ik bij het schrijven  van dit blog: maar gisteren was toch een wonderloze dag? Niet dus. Er waren er verschillende, maar ik zal er één beschrijven. Daarvoor moet ik eerst iets vooraf vertellen.

Sinds jaren hebben wij een zeer neurotisch poesje, dat we overgenomen hebben van een kennis, die haar op haar beurt had overgenomen van een familielid. Wat er met dit poesje gebeurd was weet ik niet, maar ze liet zich in elk geval niet oppakken, laat staan strelen. Na enige pogingen hebben we haar maar aan zichzelf overgelaten, en haar verder gevoed en verzorgd. Na jaren begon ze een merkwaardige gewoonte te ontwikkelen: ze streek af en toe langs mijn benen en begon kopjes te geven aan mijn voeten. Tezelfdertijd ging ze soms naast Anne op de bank liggen en liet zich voor het eerst aanraken.

Nu volstrekt zich iedere avond eenzelfde ritueel. Als na de avond meditatie de bel klinkt springt ze van een kruk af, waar ze al heeft zitten wachten, en gaat klaar zitten op steeds dezelfde plek in de keuken. Dan ga ik voor haar staan, en geeft ze kopjes aan mijn voeten terwijl ik haar liefdevol toespreek en over haar rug en in haar nekje aai. De ene keer wil ze dat wat langer, de andere keer gaat ze wat eerder weg. Maar het moet gebeuren! Is dat niet wonderlijk?

Als u getuige wil zijn van een wonder, ga dan naar de film The Idol, op 12 februari ’s middags. Georganiseerd door de Vrienden van de Hope Flowers School. Zie de tijdlijn op mijn facebookpagina: https://www.facebook.com/erik.vanpraag