Categoriearchief: Mens en samenleving

Onstuitbaar lijkt het. . .

Een paar weken geleden (op 18 augustus) heb ik een blog geschreven over hoe we geteisterd kunnen worden door negatieve zelfbeelden, en over wat we daaraan kunnen doen. Daarbij heb ik laten zien dat het transformatieproces van die zelfbeelden ondersteund kan worden door het dichten van haiku’s.

In mijn laatste blog heb ik laten zien dat we nog veel meer gekweld kunnen worden door negatieve beleden over de toekomst van onze wereld, en hoe de daaruit voortkomende angst meedogenloos geëxploiteerd kan worden door populistische volksmenners. Daarom is het van belang dat we ook die beelden kunnen transformeren. En opnieuw: het helpt niet om onze sombere toekomstverwachtingen weg te drukken. Die verwachtingen zijn realistisch, getuige bijvoorbeeld ook een artikel in De Groene Amsterdammer van vorige week (“Klimaatdepressie onder wetenschappers”). Het heeft nooit zin om dan maar weg te kijken. Van het ontkennen van de realiteit is nog nooit iemand beter geworden. (zie ‘De kunst van het moedige leven’ in De Aarde heeft koorts, ons boek uit 2008).

bijbel14Maar als we ons zouden beperken tot deze sombere toekomstbeelden slaat de schrik ons om het hart. Dat kan verlammend werken. Dus zullen we naast deze beelden aandacht moeten geven aan andere denkbeelden, die ook realistisch zijn, en die ergens in ons bewustzijn klaar liggen. En opnieuw kan het helpen, als we die denkbeelden hebben gevonden, ze te versterken met behulp van haiku’s (Over haiku’s: zie mijn blog van 18 augustus). Ik geef weer enkele voorbeelden:

  • Pure destructie
  • bedreigt onze wereld, maar
  • schoonheid is eeuwig

 

  • Regenwoud verbrand:
  • vele dieren gestorven.
  • Ooit komt het terug.

 

  • Onstuitbaar lijkt het:
  • klimaatveranderingen
  • Toch spreek ik me uit.

 

Enzovoort, enzovoort, enzovoort. Als de haiku’s niet helpen is het in elk geval leuk om ze te maken. Veel plezier!

 

 

“When they go low, we go high” (Michelle Obama)

pixar-inside-out-fearDemagogic leaders, like Donald Trump, are exploiters of fear and anger. The way they do it is outlining a doom scenario and then asserting that they have (or are) the solution. It is exactly what Donal Trump did in his acceptance speech at the Republican Convention, and is doing ever since. It is a well-tried selling technique: telling you have a problem and I have the solution.

This technique is very effective because there is a lot of fear and anger in the society. Fear of the unknown, of the stranger, fear to loose everything what we now have (even if this is very little), and anger about others who have what we don’t have (and are in a seemingly safe position).

How can we defend ourselves against these practices? First of all it is necessary that we realize that there is fear and anger in ourselves. Suppressing it doesn’t help, on the contrary, then it is becoming stronger and can erupt as panic, resentment, rage of even violence. If we can accept that we too are afraid every now and then, it is is easier to take a stand against the threats.

It also helps when we realize that all  fears and angers are connected to the fear of death. That too is the fear to lose everything, the fear of the unknown (does hell exist?), and, when the proceeds of dying is beginning, the envy that others are still safe and sound. So the deepest and most effective way to confront our fears is to confront our fear of death. Some people are fighting against the fear of death by  believing that there is life after death, and that this is proven by near death experiences (NDE’s). But that is esoteric truth, that only is completely convincing for those who had these experiences themselves. Moreover, NDE’s don’t prove that there is a life after death – they only prove that there is infinite non-local consciousness*.

So we have to learn to live with the uncertainties of life and death. We have to learn to accept the unacceptable. This is the highest art of living. We can train it by staying aware of our fears, staying with it, enjoy the moment, and at the same time doing what Michelle Obama said: “When they go low, we go high.” It is developing courage, the force of the heart.

And then, when we are developing courage, we can radiate it out, especially to them who are not as privileged as we are. This, as far as I am concerned, is the way we in the end shall defeat populism and racism. Attractive perspective? The key to this is lying in your own heart.

 

  • Pim van Lommel; ‘Consciousness beyond Life. The Science of the Near-Death Experience‘. Harper Collins, New York, 2010. 

Tussen droom en daad staan wetten in de weg. . . *

Vorige week had ik een interessante ervaring. Ik had een lunch met een bekend iemand uit het bedrijfsleven, die ik ken als een zeer betrokken, maar tegelijkertijd kalme  persoonlijkheid, die niet gauw opgewonden zal raken over iets. Om de een of andere reden kwamen we te spreken over het wegsturen van Yuri van Gelder van de Olympische spelen, dat hij schandelijk noemde. Toen ik het niet meteen met hem eens was, werd hij zeer geëmotioneerd. Zo had ik hem nog niet eerder meegemaakt. Dat zette me aan het denken.

Voordat ik inga op zijn (en mijn) argumenten eerst iets vooraf. In 2003 heb ik samen met Jan Paul van Soest een boek geschreven met als titel: ‘Het Leven een Spel’. Daarin betoogden we, in navolging van Huizinga, dat het (hele) leven te zien is als een spel. Dat geldt a fortiori voor de Olympische Spelen. Dat betekent overigens niet dat het leven niet met aandacht gespeeld kan worden of betekenisvol kan zijn. Maar als we vergeten dat het leven een spel is, en het resultaat van ons handelen(spelen) belangrijker wordt dan het spel zelf, dan wordt het bloedserieus, of zoals we zeggen, dodelijk ernstig. Het is jammer dat ik daar gezien de beperkingen van een blog niet dieper op in kan gaan, want het is een zeer wezenlijk inzicht dat we in het boek met vele ervaringen en voorbeelden adstrueren. (Helaas is het boek uitverkocht, maar het is nog wel tweedehands te verkrijgen, of te lenen bij de bibliotheek. En als dat helemaal niet meer lukt, heb ik ook nog wel een ongecorrigeerd manuscript dat ik desgewenst per email kan toesturen).

Een van de wezenlijke aspecten van een spel is dat er spelregels zijn. Nu heeft Nederland een wat merkwaardige verhouding met regels. Enerzijds willen we alles precies regelen, anderzijds wordt er in Nederland heel veel gedoogd. Ik denk dat dit niet zo’n gelukkige combinatie is. Ik zeg altijd: waar een regel is is er ook een ‘nee’. Veruit de meeste mensen hebben weerstand tegen regels. De behoefte aan vrijheid zit ons ingebakken. Daarom is het goed om zo min mogelijk te regelen. Maar als je het doet moet je ze handhaven, anders worden de regels steeds verder opgerekt, of krijg je allerlei onzekerheden met alle onveiligheid(sgevoelens) van dien (zoals in het verkeer of bij het Nederlandse drugsbeleid, waar veel te veel is geregeld met regels die vervolgens niet worden gehandhaafd. We noemen dat gedoogbeleid, maar met beleid heeft het natuurlijk niets te maken). Overigens moet er natuurlijk altijd ruimte zijn voor uitzonderingsgevallen in onvoorziene situaties.

imagesKeren we terug naar het wegsturen van Yuri van Gelder. Mijn gesprekspartner bij de lunch was van mening dat Van Gelder nooit had mogen worden weggestuurd. Hij is iemand die één ding in zijn leven heel goed kan (hij was in de finales geplaatst als de achtste van de wereld), en dat moet je hem dan ook laten doen. Desnoods geef je hem achteraf op zijn falie, of een straf (boete) maar je mag iemand niet zo in zijn mogelijkheden beperken. Bovendien, als je weet dat hij makkelijk te verleiden is (en dat kon je bij Van Gelder heel goed weten), laat je hem niet ’s avonds alleen weggaan. Je gaat als coach zelf mee, of  laat iemand anders, een vertrouwd iemand, met hem meegaan (dat laatste was ik overigens met mijn tafelgenoot eens).

Voor mij is het wel duidelijk dat zowel Yuri’s coach, de officials van de turnbond, als ook de chef de mission helemaal vergeten waren dat het leven een spel is. Ze speelden het spel niet meer om het spel zelf, maar streefden een ander doel na: prestige, macht, moreel gelijk, of wat dan ook. Dus konden ze niet meer relativeren. De regels werden van absolute betekenis. Ik denk dat ze niet vanuit innerlijke vrijheid hebben gehandeld. Ze konden hun ego’s niet opzij zetten; ze waren op hun pik getrapt. Of ze daarmee ook schandelijk hebben gehandeld, of moreel onjuist, dat kan ik zo gauw niet beoordelen. Als ze vrij waren geweest in hun handelen, wie weet wat ze dan hadden besloten (zie wat ik hierboven gezegd heb over regels. Gedogen heeft ook zo zijn bezwaren). Dat zullen we nooit weten, net zomin of als we nooit zullen weten of Yuri een medaille zou hebben gewonnen.

Mijn tafelgenoot bij de lunch vond deze gebeurtenis symptomatisch voor het bestuursklimaat in Nederland: bureaucratisch, meer gericht op procedure dan op inhoud, fantasieloos, visieloos, en met weinig zorg voor het individu. Dat was een van de redenen waarom hij er zo boos over was. Ik ben het wel eens met zijn mening over het Nederlands bestuursklimaat, en heb daar net als hij ook moeite mee. Maar in mijn geval leidt dat er niet toe dat ik geëmotioneerd word door het besluit van de coach en de officials, laat staan dat ik het beoordeel als schandelijk. Misschien komt dat wel omdat ik hun rigiditeit en hun autoritaire gedrag veel te goed herken als een kant van mezelf. Ik ben niet zonder zonde, en wou de eerste steen dus maar niet werpen.

* Willem Elsschot

 

A new level of consciousness

13332876_1017307268357305_8741901205184574941_nA few weeks ago I participated in a planetary game in Findhorn, Scotland. As many of you may know, the Findhorn Foundation community is an experiment in conscious living, a learning centre and an ecovillage (see https://www.findhorn.org). The planetary game is a version of the transformation game (see: https://www.findhorn.org/workshops/game/) in which – in this case – over 60 participants play the game, thereby working on both their own personal development and the development of humanity as a whole. The theme this year was: Engaging with the emergent future.

From this game I gained a few insights that I ‘d like to share with you. In the first place about the interesting question of our relationship with what the Findhorn community is identifying as the subtle worlds: the unseen realms, the non-physical reality. Personally I have no direct experience with these worlds, but believe nevertheless that these worlds exist (although I cannot know this for sure). The game reinforced my opinion that we cannot solve the gigantic problems humanity is faced with without cooperation with these worlds. That however requires humility and the willingness to surrender.

A second conclusion is that the time for personal growth on and individual level is up. Personal growth with the exclusive goal of personal spiritual development is a product of the sixties and seventies, and at the time was what we personally and collectively needed. But if we confine our personal work to this now, it is a form of self-indulgence. Nowadays we have to connect our personal work with what is going on in the world and develop a consciousness about what is happening both inside and outside.

And furthermore the game confirmed my idea that it is absolutely necessary to enter our deepest pain (our dark night of the soul), if we want to gain our highest insight and wisdom. Time and again this was beautifully shown in the game: depressions or dark nights led to wonderful experiences and growth towards higher levels of awareness and insight.

My personal angel in the game was the angel of relaxation, reminding  me that we can’t push the river and the grass will not grow faster by pulling on the halms. It takes as long as it takes, which of course doesn’t mean that we can just sit and wait until the planet will heal itself. It will certainly do so, but if then we shall survive remains to be seen. We are damaging nature, that is ourselves, so it is our responsibility to do what we can to confine the consequences.

Leiderschap

Erdogan, Trump, Wilders, Boris Johnsson, Poetin. . .
of: Theresa May (wie benoemt nou Johnson als minister van BuiZa?), Clinton, Merkel, Rutte (wie sluiten nu een zo onmenselijke en juridisch wankele vluchtelingendeal af?), Hollande . . .

cirkel_leiderschap3Zou het leiderschap dat we nodig hebben uit Europa of zelfs Nederland kunnen komen?

 

De leider

We leven thans in hachelijke tijden.
‘t Probleem is niet ‘t klimaat, of zucht naar geld,
armoe en honger, oorlog en geweld.
Het is dat we de pijn steeds weer vermijden.

‘t Probleem is dat we nauwelijks bewust zijn.
We zien de werk’lijkheid niet zoals die is.
We zijn van God los, zijn zo ongewis
en zo vol angst, we kunnen niet gerust zijn.

Deez’ tijd vraagt mensen die de weg bereiden,
ons willen voor gaan naar de innerlijke bron;
ons naar een mooie toekomst kunnen leiden.

En dat vraagt moed, en confrontatie met het lijden,
Maar kan dan ook henzelf en ons bevrijden.
Zo komt na regen altijd weer de zon.

Imagine. . . the Challenge of Unity

In 1991 we organized a conference in Bechyne, Czechia, with the title: The Challenge of Unity, where we developed a vision for the future. This vision was published in Earth Fever (Judy McAlliser, Erik van Praag, Jan Paul van Soest, 2009). Today it is (unfortunately) as topical as ever, and it deserves attention once more. That’s why I publish it below.

Just imagine a society in which life is sober but yet full of celebration. One in which it matters to us not just how we ourselves are, but also how our brothers and sisters all over the world are, including all those who come after us. One in which we know we are part of nature, feeling her suffering ourselves, and also aware of her beauty and power. A society in which we , like Francis of Assisi, see animals as our brothers and sisters. A society, in which we quite naturally enjoy our contributions in work, education or in any other way in which we can express and develop ourselves fully. A society of liberty, equality and brotherhood/sisterhood, in which extreme differences in income and wealth are diminished and everyone has enough to live a joyful life. A society in which women have take their rightful position. A society without guilt, because we are connected with our deeper knowing and so personally and together go for the best choices we can see.
A society in which most of us let ourselves be guided by common sense, knowing that we are guided and supported by an invisible and transcendent world. A society in which indifference has given way to caring, with all the good feeling that come with it. A society without unnecessary fear, because we learned to live with the uncertainties of life itself, and know that suffering and death are not the final truths. A society based on faith, hope, love and courage. And, finally, a society that is characterized by one word: Unity. Between you and me, us and Gaia, us and the Cosmos.
In such a society the greenhouse gas emissions that are caused by humans will have bene diminished to almost nothing, because the knowledge of the consequences is then widespread, and we won’t do that to Gaia and ourselves.
In this society there will still be grief, illness and suffering, because these are intrinsic to life itself. This society won’t be perfect, because we aren’t perfect. There will always be people, who stray away form the ideal just described, who want to have what belongs to others, people who will commit crimes. However the society will have developed a legal system, and a health system, that deal with these problems with compassion and clarity. This society is a democratic one whose inspiring leaders are connected with what is on people’s minds and hearts. Our role as citizens will be balanced with our role as consumers and shareholders. In such a society we are connected with our own dignity, and with the gratitude that we are living in this magnificent, challenging, exciting, beautiful lifetime.

Rysunek1An utopia? Or a feasible vision, an alternative to the collapse of the present feverish world? Maybe the world that we’ve painted is not your ideal world, but there’s nothing to stop you from dreaming your own dream.

 

 

Due to holiday the next blog shall appear not until July 21st!

Wat willen we nou?

Als ik dit schrijf is de uitslag van het Brexit referendum nog niet bekend. Die uitslag doet er ook niet zo veel toe – het betekent weinig in het licht van de Eeuwigheid. Maar wat wel belangrijk is, is de aard van de campagnes in Engeland, en het effect daarvan daarbuiten.

imagesAfgezien van de weerzinwekkende toon waarop het debat werd gevoerd, werden de campagnes  gekenmerkt door doemscenario’s, zowel bij de voorstanders van blijven als bij de voorstanders van Brexit.  Wat ik heb gemist is een visie, een wenkend perspectief op een toekomst die het waard is om voor te gaan. Aan de blijven-kant was het enige argument economische groei* en meer van hetzelfde neo- liberale, hardvochtige en uit de hand gelopen kapitalisme en globalisme, en aan de Brexit kant een nostalgisch terugverlangen naar het oude ‘Britannia, rule the waves’ (een lied uit 1740!), waarbij men tegelijkertijd een knus en raszuiver eigen volk zou beschermen door vreemdelingen te weren (De Engelsen hebben een lange traditie van discriminatie, tegenover Indiërs en Joden bijvoorbeeld, al liep het nooit zo uit de hand als bijvoorbeeld in Polen en Duitsland). Zou je deze weinig aantrekkelijke alternatieven met enige moeite nog als positief kunnen kenschetsen, in de campagnes lag de nadruk op de rampen die Engeland zouden treffen als de andere kamp zijn zin zou krijgen.

Dit soort debatten zijn natuurlijk niet specifiek Engels. We hoeven maar te denken aan het debat rondom ons eigen Oekraïne referendum, het Oostenrijkse debat rond de presidentsverkiezingen en de voorverkiezingen in de VS, om soortgelijke processen waar te nemen. Het gaat ons dus allemaal aan.

Ook niet-Britten, die zich hebben uitgesproken over hun voorkeur voor de uitslag van het Britse referendum (Juncker, Rutte) deden dat zonder enige bevlogenheid en visie. Zelfs Obama miste de kans om inspirerend te zijn, terwijl dat toch zijn sterke kant is.

Er wordt veel gesproken over dat we meer moeten praten over ‘waarden’, die ons (politieke) handelen zouden moeten bepalen, maar ik geloof dat het probleem dieper zit. Onze ‘leiders’ hebben werkelijk geen idee van waar ze eigenlijk naar toe zouden willen. Hooguit willen ze (vaak halfslachtig) de uitwassen van onze huidige samenleving een beetje aanpassen, zodat de meest schrijnende consequenties worden weggenomen. En verder gaan ze gewoon voor korte termijn belangen, vaak niet eens van de hele bevolking maar van deel-groepen uit de samenleving. Dat is trouwens ook de definitie en functie van politiek: het voeren van een belangenstrijd met vreedzame middelen.

Maar zelden of nooit hoor je praten over een toekomst waarin we samen werken met landen en volken die net als wij zich in willen zetten voor een wereld waarin het waard is te leven, voor ons en ons nageslacht. Een wereld van vrede, een rechtvaardige welvaart verdeling en een leefbaar klimaat.

Maar misschien willen we dat niet, en zijn die landen er niet, onmdat we persoonlijke korte termijn belangen voor laten gaan. Zijn we bereid wezenlijke zaken op te geven om die wereld te bereiken? Zo ja, dan zullen de leiders opstaan die ons naar die wereld zullen toe leiden, anders niet. Ieder volk krijgt de leiders die het verdient.

In mijn volgende blog zal ik een eerder gepubliceerde schets van zo’n wereld opnieuw publiceren, opdat we niet vergeten wat er op het spel staat.

 

  • Economische groei is trouwens helemaal niet meer mogelijk, zie: https://www.energiepodium.nl/nieuws/item/we-zitten-klem-maar-willen-het-niet-weten

Het mysterie van leiderschap – conclusies.

Een door mij niet voorziene uitkomst van mijn mini-onderzoek naar leiderschap – zonder enige wetenschappelijke pretentie – is dat zachtmoedigheid een eigenschap is van leiders van wie we het in deze wereld moeten hebben. Wat is dat eigenlijk – zachtmoedigheid?

UnknownIk associeer zachtmoedigheid met openheid: open staan voor de ander (iedere ander!), voor leed en schoonheid. En met flexibiliteit: ik zie niet hoe je tegelijkertijd zachtmoedig en onbuigzaam kan zijn. En ook met moed: de moed om zacht en kwetsbaar te zijn in een harde wereld. Ik vind het een eigenschap die enigszins vrouwelijk aandoet, meer yin dan yang. Niet dat een zachtmoedige leider niet ook manmoedig kan zijn: doortastend, zijn nek uitstekend. Sterker nog – dat moet hij/zij op zijn tijd wel zijn, wil zij/hij effectief zijn. Maar daarachter schuilt altijd een zekere mildheid. De eigenschappen zachtmoedigheid en manmoedigheid komen natuurlijk zowel bij mannen als vrouwen voor en zijn beide een voorwaarde voor effectief, creatief en constructief leiderschap.

Ik zie zachtmoedigheid niet vaak voorkomen bij leiders aan de top van de samenleving. Manmoedigheid trouwens ook niet. Beide eigenschappen zag ik wel bij Mandela en Gandhi, en tot op zekere hoogte bij Mary Robinson, Obama en Merkel. Helaas is dat bij Merkel in het laatste half jaar niet meer zo zichtbaar (heeft ze zichzelf verloochend?). Misschien is in onze samenleving zachtmoedigheid voor het bereiken en handhaven van een positie aan de top eerder een handicap dan een pre.

Of je wel of niet een baanbrekend leider wordt lijkt me meer een kwestie te zijn van roeping dan van keuze (al ben je natuurlijk altijd vrij je roeping niet te volgen). In elk geval geloof ik dat je leiderschap maar tot op zekere hoogte kan leren, al kan iedereen het uitoefenen in zijn directe omgeving door het nemen van verantwoordelijkheid. Wat je wel kunt leren is zachtmoedigheid als je dat niet vanuit jezelf al bent. Het is iets dat vanzelf ontstaat uit bewuste aandacht voor jezelf en je omgeving. Je moet er dan natuurlijk wel voor kiezen aandachtig te leven. En het helpt als je zelf in je leven pijn, verdriet of angst hebt ervaren.

Roeping is een mysterieus begrip, en daarmee is leiderschap het ook – vandaar de titel in deze mini-serie. Ook is het een mysterie op welke plaats en op welk moment de grote leiders naar voren komen. Ik denk wel dat we het in deze wereld niet redden zonder grote leiders van het zachtmoedige soort. Intussen kunnen we voor hen de weg bereiden door zelf onze zachtmoedigheid te ontwikkelen.

 

 

Het mysterie van leiderschap – III

In mijn vorige blog heb ik de eigenschappen genoemd waaraan mijns inziens een effectief leider zou moeten voldoen. Samengevat: hij moet een duidelijk doel hebben, toegewijd zijn, moed bezitten, overzicht hebben, veerkracht bezitten, en beschikken over contactuele vaardigheden. Als we nu deze eigenschappen eens als criterium voor effectief leiderschap hanteren, en de volgende leiders langs deze meetlat leggen: wat leert ons dat dan? De leiders die ik wil vergelijken zijn Geert Wilders, Bas Eickhout en Ibrahim Issa.

UnknownUnknown-1Ibrahim

Deze leiders zijn alle drie uitzonderlijk succesvol. Over Geert Wilders hoef ik wat dat betreft geen toelichting te geven. Bas Eickhout is europarlementariër voor GroenLinks, en weet bijzonder veel te bereiken. Hij paart diplomatie aan bevlogenheid, is beminnelijk in de omgang, helder en duidelijk in zijn uitspraken (wint er geen doekjes om) en een door de media veel geraadpleegd deskundige op het gebied van klimaat en energie. Ibrahim Issa is de directeur van de Hope Flowers School voor vredesonderwijs in Bethlehem (Palestijnse gebieden). Hij weet in een vrijwel uitzichtloze situatie een bloeiende school uit te bouwen en te handhaven, en een veilige leeromgeving te scheppen voor overwegend getraumatiseerde kinderen. Hij roeit daarbij tegen de heersende maatschappelijke trend in. Hij weet zijn idealisme en enthousiasme, dat vele mensen inspireert, te combineren met uitzonderlijke diplomatieke gaven, zodat hij zowel met de Israëlische als met de Palestijnse autoriteiten ‘on speaking terms’ is. Voor wie de situatie een beetje kent is het duidelijk dat dit een waar huzarenstukje is. Hij is een effectief fondsenwerver.

Als we deze drie leiders vergelijken dan valt allereerst op dat ze alle drie aan de criteria die ik heb genoemd voldoen. Daaruit leren we dat effectief leiderschap niet altijd leiderschap hoeft te zijn dat we persoonlijk waarderen. Of dat wel of niet zo is hangt af van onze persoonlijke waarden en opvattingen. In de tweede plaats zien we dat deze die leiders sterk verschillen in hun intentie. De intentie van Wilders is onduidelijk. Je weet eigenlijk niet wat hem drijft. Is het de ‘Wille zur Macht’, de behoefte aan rebelleren en shockeren, of zijn het bepaalde maatschappelijke idealen? Maar welke dan precies? Dat is bij hem niet altijd even helder. Bij Issa en Eickhout is dat veel ondubbelzinniger, zeker wat betreft hun maatschappelijke idealen.

Maar het werkelijke verschil zoals ik dat zie tussen Eickhout en Issa enerzijds en Wilders anderzijds is zachtmoedigheid. Daaronder versta ik een zekere mildheid, oordeelsvrijheid, eerbied voor de ander en de natuur. Meer yin dan yang. Eickhout en Issa kunnen heel confronterende uitspraken doen, maar altijd vanuit een achtergond van respect. Ze zjn er nooit op gericht de ander af te breken. Dat is bij Wilders duidelijk anders

En er is nog een verschil. Ik heb het nooit aan ze gevraagd, en ik weet het ook niet zeker, maar ik bespeur bij Eickhout en Issa een verbinding met schoonheid.  Schoonheid in de wereld, schoonheid in de natuur, schoonheid in de ander, schoonheid in mensen. Het beleven van schoonheid is wat mij betreft een directe weg naar kosmisch bewustzijn. Eickhout en Issa verdedigen die schoonheid hartstochtelijk; dat lijkt me hun diepste drijfveer al zouden ze dat zelf misschien niet zo formuleren.  Je zou dat met een beladen woord ‘liefde’ kunnen noemen. Daarom zijn het in mijn ogen spirituele leiders. Bij Wilders zie ik dat niet.

Als we dus, in onze wanhoop over de toestand in de wereld, roepen om leiderschap, moeten  we voorzichtig zijn om wat voor soort leiders we vragen. Willen we Trump of Clinton, of willen we de zachtmoedigen die, zoals de bijbel ons leert, de aarde zullen beërven?

 

Het mysterie van leiderschap – II

Wat is een goede leider?

In de eerste plaats dient een goede leider een effectief leider te zijn. Dat wil zeggen: hij moet mensen inspireren om samen met hem wat tot stand te brengen, iets in beweging te zetten, een spoor na te laten in de wereld. Daarbij moet hij in eigen kring niet zoveel weerstand oproepen, dat hij een tegenbeweging op gang brengt die wat hij heeft bereikt weer te niet doet. Of wat hij tot stand brengt ook iets goeds is, daarover kun je van mening verschillen, want dat is een kwestie van persoonlijke voorkeur. Daarom definieer ik goed leiderschap voorshands als effectief leiderschap.

Over welke eigenschappen dient een effectief leider te beschikken? Ik zie de volgende als essentieel:

  • Hij moet een duidelijk doel voor ogen hebben, als een uitwerking van zijn ‘hogere’ levensdoel, zijn missie als u wilt. Bij het formuleren daarvan kan hij zich laten beïnvloeden door de ideeën van anderen, maar uiteindelijk moet het zijn persoonlijke doelstelling worden, gebaseerd op zijn diepste overtuigingen. Effectief leiderschap is dus persoonlijk leiderschap.
  • Toewijding. Aan dit doel moet hij zich onvoorwaardelijk committeren. Dat houdt in dat hij zijn leiderschapsactiviteiten belangrijker acht dan wat dan ook – misschien met uitzondering van zijn gezinsleven.
  • Moed. Hij moet de durf hebben een eigen koers te varen, onafhankelijk van wat de omgeving van hem denkt. Hij moet bereid zijn daarvoor persoonlijk risico te nemen. Op grond van deze en de vorige eigenschappen verwerft hij gezag.
  • Veerkracht. Hij moet tegenslag kunnen verwerken en daarna onverdroten willen en kunnen doorgaan.
  • Overzicht. Hij moet het hele veld waarin hij werkzaam is kunnen overzien, en ook nog oog hebben van wat daarbuiten speelt. Dit vraagt dat hij zich goed informeert over wat er in de wereld gaande is.
  • En als laatste, niet de minste eigenschap: hij moet beschikken over contactuele vaardigheden. Als hij goed om kan gaan met de mensen met wie hij samenwerkt is dat goed, maar de contactuele vaardigheden moeten zich met name openbaren in het publieke domein.

Een interessante vraag is of het vermogen tot zelfreflectie een eigenschap is die een effectieve leider moet bezitten. Ik zou zeggen: tot op zekere hoogte. Hij moet zeker genoeg distantie kunnen nemen om zijn eigen gedrag objectief te kunnen waarnemen, maar of hij zichzelf echt tot in zijn eigen diepte moet kennen vraag ik me af.

In het volgende blog wil ik enkele leiders met elkaar vergelijken en kijken wie van hen aan deze minimale voorwaarden voldoet. Tenslotte zal ik de vraag aan de orde stellen waar het allemaal om begonnen is: hebben wij leiderschap nodig of moeten we juist leren het zonder te doen?

MzC