Tag archieven: geloof

De zoektocht gaat door

Zoekt, en gij zult vinden (Matth:7)

Vorige week heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een rapport gepubliceerd – Buiten kerk en moskee – dat veel publiciteit heeft gekregen (onder andere Trouw 24 en 26 maart, en het NOS journaal afgelopen zondag). De conclusie van dit rapport was dat nu ongeveer de helft van onze bevolking ongelovig (seculier) is. Van de overige helft is ongeveer twee derde (1/3 van het de totale bevolking) gelovig, en ongeveer 16 % van het totaal ‘spiritueel’ in algemene zin. Gelovig wordt dan nader omschreven als een geloof in een persoonlijke God, terwijl spiritualiteit meer gaat om mystiek en een innerlijke ervaring van het transcendente in het algemeen.*) Daarbij is er ook een ontwikkeling gaande dat de maatschappelijke kloof tussen de gelovigen (bevindelijken, orthodoxen en vrijzinnigen) en de seculieren groter wordt.

Zoals gezegd is er al veel over geschreven maar ik heb toch de behoefte er iets aan toe te voegen. Wat vind ik hier nu persoonlijk van? Wel, ik ben blij dat de dogmatiek afneemt, al moeten we wel bedenken dat veel seculieren ook dogmatisch, atheïst, zijn. Zij weten zeker dat God niet bestaat (terwijl je natuurlijk nooit kunt bewijzen dat iets niet bestaat). Dogmatiek beperkt het vrije denken, bemoeilijkt een open gedachtenwisseling, en leidt in het ergste geval tot verkettering en superioriteitsgevoelens (de zekerheid van het eigen gelijk). Uit dogmatische godsdiensten zijn vreselijke dingen voortgevloeid: diepgaande gevoelens van schuld en zonde, vijandschap en geweld tegenover andersdenkenden, discriminatie, godsdienstoorlogen, enzovoort, u weet het zelf wel. Een recent voorbeeld van de schadelijke invloed van geloof is de uitspraak van de partiarch van de Russische orthodoxe kerk, die Poetins oorlog niet alleen tolereert maar zelfs rechtvaardigt en daarmee legitimeert.

Anderzijds kan geloof, en zeker spiritualiteit, steun en moed geven in deze rampzalige tijden. Het versterkt onze veerkracht, en verleent zin aan ons bestaan. Ik heb eerder gezegd dat het ontbreken van een doorleefde, spirituele diepte bij onze leiders en burgers (kiezers) wel eens een van de belangrijkste oorzaken kan zijn van het onverantwoordelijke gedrag dat we als mensheid ten toon spreiden. Daarom ben ik van mening dat het belangrijk voor bewust levende mensen is om te zoeken naar de oorsprong en de betekenis van al-wat-is, en daarmee te geraken tot een nieuw persoonlijk en dynamisch geloof. Dat geldt ook voor hen die geloof met de paplepel hebben meegekregen, want om te komen tot een doorleefd dynamisch (niet rigide) geloof en een open geest moeten eerst de oude aangeleerde overtuigingen worden losgelaten. Bij een dergelijk geloof, ook als het verankerd is in hart en ziel, hoort twijfel, en dat betekent dat de zoektocht altijd door zou moeten gaan. Dat vraagt bewuste aandacht, en tijd – het kan niet even tussendoor gebeuren. Als we zo zoeken dan vinden we, maar als we gevonden hebben moet dat niet een verstard eindstation worden.

Het is overigens een interessante vraag waarom de leegte die is ontstaan door de afkalving van het traditionele geloof niet is opgevuld, bijvoorbeeld door het humanisme of de vrijmetselarij. Daarover wil ik het volgende week met u hebben.

Bron: SCP. © Trouw

*) Een nadere afgrenzing tussen geloof en spiritualiteit vindt u in het genoemde rapport van het SCP, pag. 32.

Spiritueel leiderschap

Het naar vermogen bevorderen van spiritueel leiderschap liep als een rode draad door mijn werkzame leven. Ik heb altijd gesteld dat dit leiderschap gebaseerd is op eenheidsbewustzijn, visie*), en de moed om eerlijk te zijn. Maar wat ik daarbij onvoldoende benadrukt heb is dat geloof, zoals ik dat begrip in de vorige blogs heb ontwikkeld, een noodzakelijke voorwaarde is voor spiritueel leiderschap.

Onze samenleving is arm aan geloof. Overtuigingen en meningen in overvloed, maar daarachter is leegte (dit geldt natuurlijk niet voor u of mij . . . ?). Ik heb het dan niet over de vruchtbare leegte of ruimte die we kunnen bereiken door inkeer, maar over de kale woestijn die zo moeilijk te verdragen is dat we hem moeten vullen met de genoemde inflexibele gedachtenconctructies. We zien dat gebeuren bij vele politici en managers, maar evenzo in het algemeen. Ik denk dat dit een belangrijke reden is voor de gevaren waarin we als samenleving verkeren. U kent ze allemaal wel, maar toch nog even op een rijtje: het is code rood voor het klimaat, de biodiversiteit, onze democratie; en code oranje voor nieuwe pandemieën, onze voedselveiligheid, de migratiestromen, de oorlogs- en atoomdreiging, grondstoffentekorten, de uit de hand lopende economie (de kloof tussen arm en rijk) en de vervuiling van de planeet. Als je het zo allemaal op een rijtje ziet verval je al snel tot gevoelens van machteloosheid. Maar je hoeft niet bij de pakken neer te zitten. Er moet uiteraard van alles gebeuren om een mondiale ramp binnen de perken te houden, maar één noodzaak die alles overstijgt is m.i. de ontwikkeling van geloof, het medicijn tegen die machteloosheid en zoals ik eerder zei: een voedingsbodem voor liefde. Daarbij heb ik het uiteraard over een niet-dogmatisch geloof in de oorsprong van alles, onze ziel en de opdracht van de mens. Ik heb het niet over verstarde godsdiensten of ideologieën, want die doen meer kwaad dan goed.

Hoe kunnen we dat geloof bevorderen? Dat zullen we natuurlijk in de eerste plaats in ons zelf moeten doen, door inkeer, open staan voor schoonheid en wonderen, ach u weet het zelf wel. U moet er natuurlijk wel voor open staan, en vaak is het nodig om er de tijd voor te nemen en de geest eerst te zuiveren van aangeleerde opvattingen.
Maar als u in contact bent gekomen met uw eigen geloof, is het nodig dat uit te stralen. Niet als een missionaris (dat roep alleen maar weerstand op), maar, zoals we in de vrijmetselarij zeggen, door ons in onze handel en wandel te doen kennen. Dat is spiritueel leiderschap.**)

En zo ben ik na een periode waarbij ik de samenleving een tijd heb gelaten voor wat die is, en me in mijn blogs sinds 12 augustus 2021 voornamelijk heb bezig gehouden met spiritualiteit in de breedste zin, weer thuis gekomen in de samenleving, waar ik onlosmakelijk deel van uitmaak. Een project waarvan ik dacht dat het enige weken in beslag zou nemen is uitgelopen op een reis van zeven en een halve maand. Laat ik dat project eindigen met een fragment uit psalm II van Leo Vroman:

Systeem,
Zult Gij ooit zijn waar ik U prijs
in alle richtingen op reis
dan bid ik U te doen alsof 
mijn stof mag paren met Uw Stof
.

Ω

*) In de betekenis van: inspirerend, uitdagend toekomstbeeld.
**) Ter inspiratie: zie https://www.myss.com/dont-be-a-passive-force-in-this-era/

Code rood

God heeft de wereld geschapen in zes dagen.

Bill Gates heeft de Corona-pandemie bewust gecreëerd.

Waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen. (Ludwig Wittgenstein)

De eerste twee bovenstaande uitspraken zijn wat mij betreft onwaar en bovendien onbewijsbaar, en in die zin vergelijkbaar. Maar miljoenen mensen geloven er in. In mijn definitie van geloof (zie het vorige blog) is dat echter geen geloof maar een overtuiging; een vaststaande mening die bijzonder moeilijk te veranderen is. Bij geloof hoort twijfel (anders was het weten), maar overtuigingen zijn onwrikbaar. Juist deze eigenschap van overtuigingen maakt dat ze een schadelijke functie vervullen in de samenleving. Je kunt over overtuigingen namelijk niet vruchtbaar debatteren of meningen uitwisselen. Derhalve leiden overtuigingen tot verdeeldheid, en in ernstige gevallen tot conflict. Ze staan vaak waarheidsvinding, samenwerking, een open dialoog en het vinden van constructieve oplossingen bij maatschappelijke problemen in de weg. Ze zijn een voedingsbodem voor complottheorieën, discriminatie, racisme en gewelddadige onderdrukking van minderheden. Het maakt dat, wereldwijd gezien, de democratie verkeert in code rood.

Ik ontken niet dat sommige overtuigde ‘gelovigen’ hun overtuiging hebben met de beste bedoelingen. Maar zodra het gaat om collectieve overtuigingen, gaat er toch vaak een schadelijke werking van uit. Denk bijvoorbeeld aan de vele godsdienstoorlogen, die ook heden ten dage nog plaats vinden. Of aan de kritiekloze aanvaarding van de staat Israël die nu toch gekarakteriseerd moet worden als een apartheidsregime (zie ‘israel apartheidsregime’ op internet). Of aan de verering van de nieuwe gedaante die de oude god Mammon heeft aangenomen: de markt. En denk ook aan de vele wetenschappers die er absoluut van overtuigd zijn dat alleen dat wat je zintuigelijk kunt waarnemen (eventueel met behulp van instrumenten) daadwerkelijk bestaat. Volgens hen zijn begrippen als een bovennatuurlijke wereld en vrije wil absolute onzin (dit is iets anders dan de beroemde opvatting van Wittgenstein – zie het derde citaat hierboven – , die niet ontkent dat iets waarover men niet kan spreken wel kan bestaan).

Het probleem met al deze overtuigingen is dat ze werkelijk geloof in de weg staan. Feiten en normen zijn dan ook ‘maar een mening’. Vandaar dat we in onze westerse wereld zoveel atheïsten zien. En als je niet gelooft in wat er is, inclusief het boven-natuurlijke, dan is het moeilijk om je morele waarden te funderen. Humanisten stellen dat je die in de mens zelf kunt vinden, en dat is in principe waar. Maar als er een sluier van vaststaande meningen en opvattingen over heen ligt is de toegang tot het innerlijk (ge)weten versperd.

Onze samenleving verkeert op meerdere terreinen in code rood.*) Ik denk dat dit niet toevallig samengaat met het ontbreken van echt geloof. Volgende week zal ik dat verder toelichten.

*) De term is verband met de klimaatcrisis gemunt door Guterres, secretaris generaal van de VN.

Voorbij de waarneembare werkelijkheid

Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is het geloof.(Geïnspireerd op, maar afwijkend van Paulus, 1 Cor. 13:13)

In mijn vorige blog heb ik in het kort mijn geloof geschetst. Is dat nu een geloof of een overtuiging? Het is een geloof, want zoals ik geloof definieer komt dat voort uit openbaring en/of intuïtie. Het kan wel gevoed worden door ervaring en informatie van buitenaf (wetenschap, filosofie, leermeesters), maar die informatie wordt pas geloof als het getoetst is aan het innerlijk weten. Bij geloof hoort twijfel: het kan ook allemaal anders zijn. Daarom is geloof flexibel: het staat open voor nieuwe inzichten.

Een overtuiging daarentegen is gebaseerd op conditionering, op informatie vanuit de buitenwereld. Het is een vaststaande mening, of stelsel van meningen. Veel gelovigen in godsdienstige zin hebben in feite een overtuiging: een door opvoeding aangeleerd en ingeprent gedachtenstelsel. Daaronder kan een echt geloof schuilgaan, maar dat komt minder vaak voor dan we meestal aannemen. De test is of er nog flexibiliteit is. Als de godsdienstige overtuiging wordt tegengesproken, wordt er dan defensief gereageerd, of staat men open voor andere gezichtspunten. In het laatste geval is er sprake van geloof. In het geval van zendingsdrang, fanatisme of fundamentalisme is er nooit sprake van geloof in bovengenoemde zin, maar van een overtuiging. (Terzijde: je kunt geloof en overtuiging natuurlijk ook anders definiëren dan ik hier doe. Maar het gaat er maar om beide denkwijzen van elkaar te onderscheiden)

Uit ‘echt’ geloof komt vertrouwen voort, een gevoel van verbinding met alles en ingebed zijn in het leven. Een idee dat het leven goed is zoals het is, ook al kunnen we zien dat er veel verdriet, pijn en kwaad is in de wereld. Maar uiteindelijk is er schoonheid en liefde. Ook kan dat soort geloof leiden tot tolerantie, compassie en openheid. Het is een goede voedingsbodem voor hoop en gaat aan de liefde vooraf. Zonder geloof vaart niemand wel. Een engelse term voor geloof in deze zin is faith dat zowel geloof als vertrouwen betekent.

Overtuigingen hebben een andere functie.Ze maken de wereld overzichtelijk en voorspelbaar, en scheppen zodoende een schijnzekerheid – schijn, want de wereld is in laatste instantie onbegrijpelijk en de nabije en verre toekomst kunnen we niet kennen. Onzekerheid hoort bij het leven zelf – geen enkel stelsel van overtuigingen kan daar wat aan veranderen. Het engels hanteert voor deze vorm van ‘geloof’ de term belief of beliefsystem. Het heeft derhalve aparte termen voor wat wij in beide gevallen ‘geloof’ noemen. Omdat overtuigingen een verdedigende functie hebben zijn ze moeilijk te veranderen. Op de maatschappelijke consequenties, en op de functie van ‘negatieve’ geloofssystemen ga ik in mijn volgende blog verder in.

Credo

Ik geloof niet omdat ik dus niet gelovig ben maar ik denk wel dat er iets anders is, maar daardoor geloof ik datgene wat ik dus denk dat er is. (Johan Cruijf)

Ik geloof in Spinoza’s God die zich openbaart in een ordelijke harmonie van alles wat bestaat, niet in een God die zich bemoeit met het lot en handelen van mensen. (Albert Einstein)

Geloof is aannemen wat wij niet zien, en de beloning voor geloof is zien wat wij aannemen. (Augustinus)

Geloof is de vogel die het licht voelt wanneer de dageraad nog duister is. (Rabindranath Tagore)

Uit bovenstaande citaten – die me alle aanspreken – blijkt dat we het begrip geloof niet moeten beperken tot godsdienstig geloof. In dit blog wil ik het echter wel beperken tot een geloof in wat is, niet in wat er kan gebeuren. Mensen kunnen geloven in de ondergang van de wereld, of juist in de redding van de mensheid, maar dat is een geloof in toekomstige gebeurtenissen. Daar heb ik het niet over.

Laat ik de bespreking over wat geloof is en kan zijn, en de functie ervan, beginnen met een uiteenzetting over mijn eigen geloof. Voor een deel kan dat afgeleid worden uit de blogs die ik het laatste halfjaar heb geschreven, maar ik ga dat hier nog eens samenvatten. Die samenvatting is summier en onvolledig, dus wie geïnteresseerd is in de details, de nuances en de consequenties moet de moeite nemen de desbetreffende blogs te lezen. Het is niet anders.
De kern van mijn geloof is uiteen te zetten in drie stellingen.

  1. Ik geloof erin dat dit heelal en alles wat daarin is – zowel het zichtbare als het onzichtbare – voort komt uit een oorsprong, van wie we een paar dingen kunnen weten: onder andere dat de oorsprong eeuwig en volmaakt is. Elk beeld dat we maken van die oorsprong of een naam die we eraan geven doet de oorsprong geen recht, want dat beperkt de volmaaktheid. We kunnen met deze oorsprong verbinding maken en er intiem mee worden. Ik noem hier een paar mogelijkheden: via de fysieke en mystieke wetten waarin de oorsprong zich manifesteert, via de gedachten-afstemmer in onszelf en via gebed. Dat kan leiden tot een gevoel van ontzag en verwondering.
  2. Ik geloof in de realiteit van de ziel. We hebben allemaal een ziel die er al voor onze geboorte is, en die de dood overschrijdt (zie het blog van vorige week). De ziel heeft een morontia karakter, het niveau tussen materieel en spiritueel in. Dieren, planten, en wellicht ook levenloze objecten hebben ook een ziel, maar voor zover we weten is op aarde alleen de mens in staat haar bewust waar te nemen en te reguleren.
    Dat brengt me op een geloofspunt dat uit deze stelling voortvloeit: dat we als mensheid niet een product zijn van de evolutie, maar dat bij het ontstaan van de mens – met name de neanderthaler en de homo sapiens – een interventie vanuit de oorsprong een rol heeft gespeeld. Dat blijkt onder andere uit de destijds sprongsgewijze ontwikkeling van onze neocortex. (zie afbeelding hieronder. *) Hieruit vloeit weer voort dat we met eerbied naar de mens zouden moeten kijken, als inderdaad een kroon op de schepping. Dat brengt verplichtingen en verantwoordelijkheden met zich mee die we helaas in de afgelopen millennia niet waar hebben gemaakt. Dit is een mooi bruggetje naar mijn derde geloofspunt.
  3. Ik geloof dat ieder mens op aarde geboren wordt met een missie, een bestemming. Die heeft twee aspecten: één, de opdracht je maximaal te ontwikkelen, je talenten te ontplooien en te groeien in kennis, inzicht en wijsheid; en twee, je unieke bijdrage aan de wereld te leveren. Heel veel mensen zijn zich van deze bestemming niet bewust. Dat kan komen door de omstandigheden, die zo erbarmelijk zijn dat leven verwordt tot een overlevingsstrijd. Daarbij denk ik zowel aan honger en oorlog, als aan pijnlijke (jeugd)ervaringen of een opvoeding die gericht is op naakt eigenbelang. Daarnaast is er ook een groep mensen die onbewust en vanzelfsprekend hun bestemming waarmaken. Zij leven een vervuld leven in werk en familie en zijn tevreden en gelukkig. Dit doet zich op elk niveau in de samenleving voor.
    Voor anderen daarentegen gaat leven volgens hun missie of bestemming niet vanzelf. Zij moeten eerst ontdekken wat hun bestemming eigenlijk is, en er vervolgens bewust voor kiezen.

Tot zover over mijn geloof. U ziet dat mijn geloof aanzienlijk afwijkt van traditioneel godsdienstig geloof.
In mijn volgende blog ga ik in op de begrippen ‘negatief’ en ‘positief’ geloof en de functie van geloof in de samenleving.

*) Zie voor de wetenschappelijke onderbouwing hiervan: Gregg Braden, De mens als ontwerp, 2018/2024
Perzische miniatuur van rond 1550, waarbij het gezicht van Mohammed tijdens de Miraj niet is afgebeeld (aniconisme)

Onbarmhartigheid.

De grote wereldgodsdiensten hebben vaak grote leraren of wereldleiders voortgebracht. Ik noem Gandhi, bisschop Desmond Tutu, de Dalai Lama. Verder zijn er onder de gelovigen natuurlijk miljoenen, wellicht miljarden mensen van goede wil. De belangrijkste waarden in het Christendom zijn barmhartigheid, rechtvaardigheid en compassie, en dat verschilt niet veel van de centrale waarden in de andere godsdiensten. En ook kunnen godsdienstige rituelen en gebed een heilzame invloed uitoefenen op onze spirituele ontwikkeling. Dit alles valt in te brengen tegen de kritiek op de wereldgodsdiensten die ik in mijn blog twee weken geleden naar voren bracht.

En toch. . . Hoe is het dan te verklaren dat, hoewel in Europa de Christelijke volkspartijen nog steeds domineren, zo’n hardvochtig asielbeleid wordt uitgevoerd? En dat we nog steeds maar doorgaan de bevolkingen in de ontwikkelingslanden uit te buiten? En dat er, met name in de lidstaten, zo onzorgvuldig met de natuur wordt omgegaan? En dat daar geen massaal protest tegen komt vanuit de bevolking? Dat is in vele andere landen waar een godsdienst domineert vaak niet anders. In Nederland hebben de partijen die daar wel meer werk van maken nauwelijks invloed op het beleid.

Terzijde: tijdens de kabinetsformatie van 2017 haakte GroenLinks af vanwege het asielbeleid. Dat wordt ze met name door het CDA en D66 tot op de huidige dag nagedragen. Ze zouden geen verantwoordelijkheid willen nemen voor het regeringsbeleid. Kennelijk impliceert voor het CDA en D66 (en later de CU) het nemen van verantwoordelijkheid het verloochenen van je principes en het sluiten van je hart.

Natuurlijk kun je dit povere natuur- en asielbeleid niet alleen afschuiven op de godsdienst. Het is ingebed in onze post-moderne cultuur – in de moderniteit was het trouwens niet veel beter. Maar een krachtig tegengeluid vormt de godsdienst in elk geval niet. Daarbij komt dat de krachtige structuren van Kerk en dogmatiek een beperkende invloed hebben op het denken van de (ex-) gelovigen, die zich daarvan vaak nauwelijks bewust zijn. Dat kan, minstens ten dele, het uitblijven van protest verklaren.

Alleen nog 2e hands verkrijgbaar

Tot zover mijn vertoog over godsdienst. Zonder geloof, in enigerlei vorm, vaart niemand wel, maar geloof is nog geen godsdienst. Het zou mooi zijn als de kerk zich zou beperken tot het faciliteren van bijeenkomsten waarin verbinding (religie), gebed en rituelen centraal staan, en zich niet zou verliezen in leerstelligheid en eigendunk.

Volgende week een gastcolumn: een reactie op onze collectieve onbarmhartigheid.

De wolk van niet weten.

Er waren twee periodes in mijn leven dat ik dacht wel aardig te weten hoe het leven en de wereld in elkaar zat: mijn late puberteit en jonge adolescentie, en zo rond mijn veertigste. Hoe arrogant! Daartussenin en daarna heb ik nog veel kennis en ervaring opgedaan, waaruit ik concludeerde dat ik nog heel veel NIET wist. Want kennis is nog iets anders dan dieper weten. En uiteindelijk is dat, zo na mijn 75e, uitgelopen op het besef dat ik op een dieper niveau eigenlijk maar heel weinig weet. Wat een rust! Dat leidde ergens in mijn 80e levensjaar (dat is dus vorig jaar) tot een gedicht dat ik heb voorgedragen op het symposium op mijn verjaardag. Zelf heb ik altijd moeite om een voorgedragen gedicht echt te volgen (het gaat me vaak te snel), en misschien is dat wel voor meer mensen het geval. Daarom laat ik het hier nog eens volgen, ook voor diegenen die niet op mijn symposium aanwezig waren, en voor hen die me verzochten het gedicht nog eens te mogen lezen.

  • Wat is geloof, en wat is zeker weten?
  • Bij geloof hoort twijfel, bij weten zekerheid.
  • Ouder wordend raak ik beide steeds meer kwijt. 
  • Bestaat God wel? Of ben ik dat vergeten?
  • Je weet het niet.
  • Er is meer tussen hemel en de aarde,
  • Dan ooit gedroomd in mijn filosofie. 
  • Zo spreekt de dichter. Maar alles wat ik zie
  • is slechts materie van meer of minder waarde.
  • Je weet het niet.
  • Er is een subtiel rijk, met engelen en geesten.
  • En velen hebben daarmee echt contact.
  • Voor mij bleef dit helaas nog erg abstract
  • ondanks een intensieve, lange queeste.
  • Je weet het niet. 
  • Velen hebben bijna-dood ervaren.
  • Hun hersenfuncties gingen dan teloor.
  • Maar het bewustzijn werkte toch nog door.
  • Hoe kan de rede zoiets nu verklaren?
  • Je weet het niet.
  • Die mensen weten het inmiddels zeker: 
  • Er is beslist een leven na de dood.
  • Waarom dan blijft mijn twijfel toch nog groot?
  • Ik hoorde meer; mijn weten werd steeds weker.
  • Je weet het niet.
  • Degeen die uit zijn lichaam is getreden
  • kon zonder ogen vele dingen zien.
  • Dat is nu wel bewezen, maar misschien 
  • is mijn verstand te klein, want tot op heden
  • vat ik het niet.
  • Miljarden geloven in reïncarnatie.
  • Maar mij spreekt het idee nog steeds niet aan.
  • Wie leeft er dan nu eigenlijk in een waan?
  • Ik houd het maar op mijn eigen aberratie.
  • Je weet het niet.
  • Er wordt gezegd: je kan je leven helen.
  • Het denken schept je eigen werk’lijkheid.
  • Maar waarom is het leven dan soms strijd?
  • En teistert angst voor onheil vaak zovelen?
  • Je weet het niet.
  • Toeval bestaat niet, hoor je ook vaak zeggen.
  • Ik denk, het is maar hoe je het bekijkt.
  • Niet alles is precies zo als het lijkt.
  • En wat gebeurt is vaak niet uit te leggen.
  • Je weet het niet.
  • Is er in ons een dieper innerlijk weten?
  • Worden we soms door een gids geleid?
  • Ik voel vaak zijn of haar aanwezigheid.
  • Maar wie het is? Dat ben ik dan vergeten.
  • Ik weet het niet.
  • Is er een bouwplan voor de aarde en de kosmos?
  • Of is het toeval dat de evolutie drijft?
  • En is er iets dat eindeloos beklijft?
  • Vervalt wat we creëren weer tot chaos?
  • Je weet het niet.
  • En dan de moeder aller grote vragen:
  • Wat is het dat we hier hebben te doen?
  • Wat moet er staan op ons symbolisch blazoen?
  • Wat is de taak waarmee we willen slagen?
  • Je weet het niet.
  • Zo weet ik niet, maar ik geloof in schoonheid.
  • Die heb ik in mijn leven vaak ervaren.
  • Een diepte die ik ook niet kan verklaren,
  • Verbinding vormt ze met de eeuwigheid.
  • Dat geloof ik.
  • En toen mijn oudste dochter was geboren.
  •  – dokter en zuster waren weggegaan –
  • Toen wist ik: ze komt ergens vandaan:
  • Een uniek mens treedt aan in ’t ochtendgloren. 
  • Dat weet ik.

Zonder geloof vaart niemand wel.

Wat zouden de motieven kunnen zijn om met de subtiele, onzichtbare wezens in contact te willen komen. Ik noem er enkele:

  • nieuwsgierigheid
  • behoefte aan steun, bemoediging of advies
  • het bevorderen van een genezingsproces, bij jezelf of iemand anders
  • een behoefte aan het ontwikkelen van spirituele autoriteit
  • het versterken van je geloof

Over dat laatste wat meer.

In deze woelige, bedreigende tijden is het moeilijk de werkelijkheid onder ogen te zien zonder de moed te verliezen, wanhopig te worden of te vervallen in apathie. Daarom neigen we er toe om een roze bril op te zetten, en de werkelijkheid mooier voor te stellen dat hij is (Er is natuurlijk echt ook heel veel prachtigs in deze wereld, maar dat is het punt niet – het punt is onze ontkenning van wat niet mooi is). We ontlenen daaraan hoop en vertrouwen, maar het is valse hoop en vertrouwen op een wankele basis. Zie bijvoorbeeld de column van Jan Paul van Soest in Energiepodium: https://www.energiepodium.nl/opinie/item/twijfelbrigade-20-gekleurde-klimaat-brillen-nopen-niet-tot-actie. Er zijn betere manieren om hoop en vertrouwen op te bouwen. Het in ‘gesprek’ komen met de subtiele wezens is zo’n manier. Een ervaring van contact met de subtiele wezens versterkt je geloof in het bestaan ervan, en dan weet je dat we niet alleen zijn in deze wereld. We staan er niet alleen voor. Bovendien, als er een niet-fysische wereld is waar andere wetten gelden; dan zijn ook wonderen mogelijk. Zoals de Cursus in Wonderen zegt: ‘Wonderen zijn natuurlijk. Als ze niet plaats vinden is er iets misgegaan.’

Contacten met de subtiele wezens versterken ons geloof in een bovennatuurlijke wereld. Als het contact maar duidelijk genoeg is kan het geloof zich zelfs ontwikkelen tot een weten. En dan is echt alles mogelijk. Dit versterkte geloof houdt ons dan overeind in deze wankele, hachelijke wereld, en geeft ons de moed de werkelijkheid zonder roze bril onder ogen te zien.

Ik heb echter al eerder gezegd dat het velen van ons, waaronder ikzelf,  niet gegeven is direct contact met de subtiele wezens te ervaren. Wij zullen dus harder moeten werken om ons geloof in die wereld te versterken. Dat kunnen we doen door een open geest: luisteren naar ons innerlijk, en met name onze intuïtie, en naar hen die die ervaring wel hebben (gehad). Dan leren we vanzelf wel het kaf van het koren te scheiden: we leren wat intuïtie is en wat bijvoorbeeld wensdenken, en wat betreft de ervaringen van anderen: we leren  te onderscheiden tussen authenticiteit en waarheidsgetrouwheid aan de ene kant, en (zelf)misleiding aan de andere kant. Zelf ken ik een aantal weldenkende, verstandige mensen, met hun beide benen op de grond, die deze directe ervaringen hebben (gehad), en die mij absoluut hebben overtuigd. En ook heb ik een aantal keren in mijn leven ervaren hoe intuïtie voor me kan werken. Ik voelde me geleid en gedragen.

In dat geloof in een bovennatuurlijke wereld is ook plaats voor het geloof in een alomvattende scheppende kracht. Voor sommige mensen kan dat God zijn, maar dat is dan een andere God dan de God uit de leer van Christendom en Islam. Dit geloof, met of zonder God, is een voorwaarde voor samenwerking met de subtiele wezens. Een samenwerking die niet zal ontstaan als wij het alleen voor het zeggen willen hebben. We blijven natuurlijk wel verantwoordelijk voor wat er in de wereld gebeurt, maar voor samenwerking is er vooral bescheidenheid en overgave nodig. In nood leren we onze vrienden kennen, en daarin ligt mijn hoop voor de wereld.

Ik geloof in de zon – zelfs als ik hem niet zie (Lionel Blue)

Met de secularisatie zijn vele mensen hun geloof kwijtgeraakt. Niet alleen dat ze niet meer in God geloven, velen geloven eigenlijk nergens meer in. Dat nihilisme is een bedreiging voor onze democratie en onze samenleving, omdat nihilisten vatbaar zijn gebleken voor allerlei ideologieën en heilsleren (zoals voor de oorlog het communisme en het fascisme, en nu het populisme), die lang niet allemaal heilzaam zijn. Na de oorlog is het Humanistisch Verbond opgericht als een tegenbeweging  tegen dit soort nihilisme, met beperkt succes.

Zonder geloof vaart niemand wel. Geloof is een voorwaarde voor zelfvertrouwen en vertrouwen op het leven. Het maakt het mogelijk onze unieke bijdrage aan de samenleving te geven. Niet voor niets leggen vele tradities de nadruk op het belang dit leven te leiden vanuit  geloof, hoop en liefde. Geloof is geen weten en onlosmakelijk verbonden met twijfel en scepsis. Anderzijds geeft geloof een zekerheid die kennis te boven kan gaan.

Als je niet in God gelooft, waar kan je dan in geloven? Ik geef enkele voorbeelden uit mijn eigen leven:

  • het geloof in een scheppende kracht, die de evolutie voortstuwt en richting geeft.
  • het geloof dat de menselijke geest meer is dan een verzameling elektrochemische processen in de hersenen.
  • het geloof dat we, als we geboren worden, ‘ergens’ vandaan komen. Daaruit leid ik af dat we, als we dood gaan, ook ‘ergens’ heengaan, zij het misschien niet als afzonderlijke identiteit.
  • het geloof in een eindeloos, non-lokaal bewustzijn, van waaruit onze fysieke werkelijkheid  wordt gevormd. Ons lichaam kan daarbij dienen als ‘ontvangsttoestel’.
  • het geloof in een subtiele wereld, niet waarneembaar met de vijf traditionele zintuigen, waarin zich allerlei ‘entiteiten’ bevinden zoals deva’s, demonen, gidsen en ‘nature spirits’.
  • het geloof in intuïtie (geleid worden).
  • het geloof dat de wereld niet volmaakt is, en wij op de wereld zijn om haar, in samenwerking met de scheppende kracht en de subtiele wereld, te vervolmaken.

Misschien zou ik nog wel meer geloofspunten kunnen bedenken die deel uit maken van mijn geloof, maar dit is al een zeer substantiële basis voor een goed leven en geestelijke vrede. Ik hoop dat deze geloofspunten een inspiratie vormen om uw eigen geloofspunten expliciet te maken.

 

IK GA MORGEN VOOR TWEE WEKEN MET VAKANTIE, DAAROM VOLGENDE WEEK, EN MISSCHIEN OOK DE WEEK DAARNA: GEEN BLOG. IK HOOP DAT U DIT OVERLEEFT!