Auteursarchief: erik.van.praag

De zegeningen van onze regering.

Mensen die mij kennen weten dat ik niet zo gecharmeerd ben van onze regering. Ik deel die mening met alle Nederlanders op 20 personen na. Die zijn misschien wat minder negatief dan de rest, want zij zijn de regering.

Maar vandaag wi ik het eens voor onze regering opnemen. Hier volgen mijn argumenten:

1. Zij zijn niet corrupt, althans (veel) minder dan de regeringen in andere landen, op een paar landen in Noord-West Europa na.

2. Zij doen niet aan cliëntelisme, althans veel minder dan de regeringen in de meeste andere landen.

3. Zij kiezen niet eenzijdig partij voor een deel van de bevolking, althans veel minder dan de regeringen in bijna alle andere landen.

4. Zij hebben hun nek uitgestoken om een vrijwel onmogelijke taak te vervullen: een herstructurering in de economie, en tegelijkertijd het begrotingstekort omlaag brengen. Die taak is vrijwel onmogelijk, omdat wisselende meerderheden in dit land tegen ELK voorstel zijn dat een wezenlijke verbetering inhoudt. Dat geldt zowel voor maatschappelijke organisaties als in het parlement. Deze meerderheden hebben bovendien geen werkbaar tegenvoorstel, want daarover zijn ze onderling weer zeer verdeeld.

5. Zij zijn bereid weerstanden in hun eigen partijen te trotseren.

6.  Zij voeren een gematigd buitenlands beleid.

7. Zij varen slechts beperkt mee op de golven van het populisme, en zijn niet racistisch.

8. De meeste leden van deze regering gaat het niet uitsluitend om macht, maar ook om een missie. Vele ministers en staatssecretarissen hadden een veelvoud van hun huidige salaris kunnen verdienen in het bedrijfsleven. Het merendeel van deze regering bestaat uit fatsoenlijke mensen, die soms nog aardig zijn ook. De ego’s van een aantal ministers en staatssecretarissen zijn bij lange na niet zo groot als die van veel van hun tegenstanders.

9. Het kabinet telt 8 vrouwen (40 %) onder wie 5 ministers (ook bijna 40 %).

10. Zij worden ten onrechte aangesproken op de puinhopen van het tweede kabinet Kok en de daarop volgende vier kabinetten Balkenende, met name op het gebied van de hypotheekrenteaftrek en de pensioenen; de primaire oorzaken van de achterblijvende economische groei in Nederland (wat op zichzelf trouwens een zegen is, maar daarover  een andere keer).

Kortom, ik vind dat we ons gelukkig mogen prijzen met een dergelijke regering. Natuurlijk heb ik ook wezenlijke kritiekpunten (waarover ook een andere keer), maar het had zoveel erger kunnen zijn. We krijgen, zoals elk land, natuurlijk ook de regering die we verdienen Ik tel mijn zegeningen, en daar hoort bij dat ik woon in een land dat ordelijk bestuurd wordt. We onderschatten wel eens hoe bijzonder dat is en hoeveel plezier we daarvan hebben. Als we onze kritiek op de regering eens zouden funderen op een basis van waardering en respect, dan zou dat zeer kunnen bijdragen tot goede verhoudingen in de samenleving. We zijn natuurlijk fantastische stuurlui aan de wal, maar zolang we niet in staat zijn op de wal te varen past ons bescheidenheid. Hear, hear, gesproken door iemand die daar nou niet bepaald in uitblinkt! Ik zou trouwens ook niet weten hoe je in bescheidenheid kan uitblinken – het lijkt me een contradictie in terminis (zoals door Dickens is aangetoond middels zijn onsterfelijke figuur Uriah Heep in David Copperfield).

 

 

Hoop en schoonheid in de hel.

Terwijl de Westerse landen doorgaan met hun neoliberale koers en dusdoende bijdragen tot een klimaatramp van ongekende omvang, heeft de rest van de wereld het te druk met elkaar de tent uitvechten. Overdreven? Nauwelijks. Hoewel oorlogen tussen landen veel minder voorkomen dan vroeger, zijn de onderlinge conflicten binnen landen omvangrijker dan ooit. Gaat het in Centraal Afrika voornamelijk om etnische conflicten, in Azië spelen religieuze conflicten een centrale rol.  In Noord-Afrika en het Midden-Oosten bestrijden de moslims elkaar  op leven en dood, en nu voegt ook het verre Oosten zich in de strijd. In Thailand, Birma en Sri Lanka roeren zich agressieve boeddhistische strijdgroepen, aangevoerd, je zou ook kunnen zeggen aangevuurd, door monniken. Zij bestrijden de moslims op leven en dood, en die laten zich dat natuurlijk die niet zomaar welgevallen. In allerlei andere landen smeulen conflicten, waarbij ook Hindoe’s en Christenen (de Pinkstergemeentes en aanverwante groepen) betrokken zijn. De wereld staat in brand. Was het altijd al zo erg? Ik weet het niet. Etnische en religieuze conflicten zijn van alle tijden, maar het lijkt nu wel heel massaal en heel algemeen te worden. Hoe zou dat komen? Ik zie de volgende factoren:

– armoede vormt een goede voedingsbodem

– het fundamentalisme in alle godsdiensten speelt een rol

– nieuwe communicatiemiddelen, met name de sociale media, maakt het mogelijk snel vele mensen te mobiliseren.

– regeringen en leiders in vrijwel alle landen waar dit speelt zijn corrupt en partijdig. Zelfs volledig democratisch gekozen leiders lappen, eenmaal gekozen, de regels van de democratie aan hun laars.

Moeten we dit ons aantrekken? Je zou kunnen zeggen: dat is Verweggistan, en laten ze het onderling maar uitknokken. Maar dan onderschatten we de schade die we daar direct en indirect van ondervinden: economisch, ecologisch. Ook kan de vonk ook wel makkelijk overslaan naar hier: aanslagen, instabiliteit, en zo meer. Afgezien daarvan, een beetje solidariteit met onze broeders en zuster aldaar kan ook geen kwaad.

Maar kunnen we er wat aan doen? Volgens zowel de neo-liberalen en ook een econoom als Deirde McCloskey, van andere liberale snit, is het kapitalisme de oplossing. McCloskey ziet dit kapitalisme zelfs als de bron van alle deugden. Tja, je vindt het misschien gek, maar ik geloof in geen enkele ideologie, ook niet in die van het kapitalisme, of het socialisme.

Ineens moet ik aan mijn vader denken. Als antwoord op de barbarij van het fascisme en nazisme, en uit angst voor nihilisme, ontwikkelde hij de theorie van het moderne humanisme. Niet zozeer een ideologie als wel een levensovertuiging gebaseerd op het geloof in de redelijke en zedelijke (=morele) vermogens van de mens. Mijn vader was geïnspireerd door het socialisme, en de waarden van geestelijke vrijheid, verdraagzaamheid en eerbied voor voor de persoon vormen het fundament van zijn levensovertuiging. Hij was van mening dat de humanist een opvoedkundige taak had, en dit was een van de redenen waarom hij samen met anderen het Humanistisch Verbond heeft opgericht. Maar het Humanisme heeft zich in Nederland in eenzijdig rationele richting ontwikkeld (al is er nu een kentering gaande) en is mede daarom nooit een massabeweging geworden.

Terugkijkend denk ik dat de gedrevenheid waarmee mijn vader zich inzette voor het humanisme en het Humanistisch Verbond mede een verdediging was voor de hopeloosheid die binnen in hem altijd op de loer lag. Een van zijn lijfspreuken was: “Het is onrealistisch niet te hopen”. Daar geloofde hij ook wel in, maar de spreuk had ook iets krampachtigs.

Ik zie een parallel tussen de tijd waarin mijn vader zijn gedachten over het humanisme ontwikkelde (voor en in de wereldoorlog), en de huidige tijd. We zijn als mensheid volkomen de weg kwijt. Maar toen en nu gebeuren er ook mooie dingen: wij scheppen ook schoonheid (in de kunst en in relaties)  en we hebben ook lief. Bovendien is er schoonheid in de wereld, en wie daar zijn aandacht op richt valt ontroering ten deel. Soms denk ik wel eens dat schoonheids- en eenheidsbeleving zelfs toeneemt terwijl de barbarij ook toeneemt. Alsof de wereld in balans blijft, maar de extremen heftiger worden.

En intussen houd ik me maar aan de uitspraken van Vaclav Havel: Diep in onszelf dragen we het zaad van de hoop. . . .  Hoop is niet hetzelfde als optimisme. Evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen. Wel de zekerheid dat iets zinvol is. Ongeacht de afloop, het resultaat.

Is freemasonry a mystery school?

To answer this question one has to define what is a mystery school. That can be a matter of some discussion, but as far as I am concerned a mystery school is a school that fulfills the following conditions:

1. There is a founder, or authoritative leader, dead or living.

2. There is a community, physical or virtual, of autonomous individuals with a common intention: searching and being open for the mystery in life.

3. There is a doctrine, a philosophy or an ideology.

4. There is a path of initiations.

5. There are specific practices or rituals that form the methodology of the school.

Now, freemasonry doesn’t fulfill the first of these conditions, and only partially the third. We do have some ideas about reality, namely that we see the world as works under construction, and we do have a few ethical rules, but I wouldn’t call this a full fledged theory. One of the reasons for that is that freemasonry is accessible for people from all religious and political convictions and backgrounds, so in that realm we cannot have a collective vision.

So, in the most literal sense freemasonry is not a mystery school, but you certainly can experience it that way. It is up to you. The more basic question however is: do you believe that mysteries are a part of life? Or do yo believe that all life is rationally explainable? Do you believe that reality is just what we can sensorially perceive  (be it sometimes only indirectly through scientific devices), or do you believe that there is a reality beyond that? Are there demons, angels, devas? How do you know?

I wish you a wonderful, mysterious day!

 

For those who want to know more about mystery schools, see: https://www.theedge.nu/en/more-info/mysteryschools

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker)

De transpersoonlijke ‘cloud’.

De onthullingen van Snowden over de spionage praktijken van de NSA hebben ons nog weer eens met de neus gedrukt op het feit dat de informatie op internet in feite openbaar is, want toegankelijk voor iedere regering en deskundige hacker. Mij  persoonlijk kan het niet zoveel schelen, tot op de dag dat ik ten onrechte beschuldigd zal worden van een misdaad die ik een feite niet heb begaan. Ik heb namelijk niets te verbergen, behalve uiteraard die handelingen die ik niet verricht heb. Als die echter niettemin toch geopenbaard worden dan is daar verder weinig aan te doen, behalve een rechtszaak die tot mijn dood zal voortduren, en waarin de kans niet uitgesloten moet worden geacht dat ik postuum alsnog wordt vrijgesproken. Overigns is het een van de overwegingen waarom ik mijn persoonljke gegevens toch maar niet opsla in de cloud.

Maar ik zit met een ander probleem. Daarvoor eerst een kleine uitweiding. Aangetoond is dat onze hersenen veruit onvoldoende capaciteit hebben om al onze herinneringen (inclusief de bijbehorende beelden en emoties) te kunnen bevatten. Maar waar zijn zij dan opgeslagen? Sommige onderzoekers stellen dat het lichaam in zijn totaliteit de opslag is, maar daar is weinig bewijs voor en het  lijkt me ook niet erg waarschijnlijk – en overigens geloof ik dat de capaciteit dan nog onvoldoende is, aannemende dat alle geheugeninhoud niet systematisch over alle lichaamscellen verdeeld is. Waarschijnlijker lijkt het me dat ons bewustzijn is opgeslagen in een soort geestelijke of transcendente ‘cloud’ die zich niet als materie maar als een soort informatieveld in, maar vooral ook buiten ons lichaam bevindt. Dat komt dus zeer dicht bij het begrip noösfeer, waarover Vladimir Vernadski als eerste gepubliceerd heeft, en dat bekend is geworden door het werk van Teilhard de Chardin.

Als dat zo is heeft dat een paar interessante en verreikende consequenties. In de eerste plaats betekent het dat als ons lichaam sterft, dat niet noodzakelijkerwijs betekent dat ons bewustzijn ook sterft. Dit komt overeen met de bevindingen van Pim van Lommel aangaande bijna doodservaringen (BDE), waarbij is aangetoond dat het bewustzijn nog kan voortgaan terwijl de hersenactiviteit is gestopt. In de tweede plaats betekent het dat we niet onze hersenenen zijn, maar dat de hersenen meer kunnen worden gezien als een radio-ontvanger die informatie van elders doorgeeft. (Hoe zo geen vrije wil?). Ten derde betekent het dat deze ‘cloud’ in principe voor iedereen toegankelijk is. Je kunt er vergif op innemen dat er een tijd komt waarin we net zo makkelijk toegang kunnen verkrijgen tot elkaars bewustzijn, als nu tot elkaars gegevens op internet – waarschijnlijk veel makkelijker.

Dat zal  dan de realisering zijn van de werkelijke globalisering, de werkelijke eenheid, de evolutie van Gaia naar een hoger niveau van bewustzijn. Ik kan absoluut niet overzien wat dat betekent.  Wat het in elk geval zal betekenen is dat ik geen geheimen meer kan hebben, voor niemand, zelf niet als ik dood ben. En of ik dat nou zo leuk vind . . . ;(

 

From temper tantrum to maturity.

Since the foundation in 1948 of the State of Israel, no-one, no country or organization, sanctioned Israel for the things it did. It disregarded several UN resolutions, it violated international law repeatedly, but the only responses from  the outside world (apart form the Palestinians) were some paternal reprimands, with no further consequences. That reminds me of parents who, after their children do something that is not acceptable (such as, for example, throwing food, or beating other children), rebuke their children, after which nothing happens (the behavior continues). Then of course the net result is that those children in the end cannot accept any boundaries. They in a way get stuck in an age of three, when autonomy is developing and boundaries should be set.

Now something remarkable happened. The European Union decided that Israel is not allowed anymore to import goods from the occupied territories with the label Made in Israel. The label should make it clear that the goods are coming from the Westbank or Gaza. Also the special favorable income tariffs for Israelian goods will not be applied anymore to goods of Westbank or Gaza origin.

This caused a temper tantrum in Israel. Everyone (apart from some Peace groups) was very upset, angry, annoyed, indignant, irate, enraged, livid, vexed, displeased – you name it. Israel reacted as a three year old child that was never confronted with any real limits. My personal conclusion from this is that the psychological age of the state of Israel is three years.

This made me wonder. What for example is the psychological age of the United States of America? It feels as: in the midst of the teens. Dynamic, impatient, optimistic about the future, an exploring mind, exuberant, arrogant, assertive. No sense for postponing satisfaction – if I want something, I want it now.

What is the age of Europe? On the one hand we are old. Conservative, wise, rigid, haughty, skeptical, careful, spiritual, compassionate. But on the other hand the younger generation, at least the native whites, are influenced a lot by the american way of life. They are young, critical, individualistic, and they don’t easily give up. So in the end Europe is a schizy continent, at least for the time being. I think it is  difficult to be a mature, flexible, open minded person in Europe. Mindfulness is a heavy assignment in both continents. This is probably why our leadership fails.

It would be interesting to estimate the ages of, say, China, India, Russia, Brasil. I personally don’t know enough of those countries to say something intelligent about it. But it would be useful knowledge if one wants to estimate the processes and outcomes of negotiations and cooperation. Real cooperation is only possible between parties that are both mature and grown up. How important that is shows the Israelian case. Anyone who wants to promote Peace negotiations between Israel and the Palestines, should know that no result can be accomplished unless the Israelians learn that boundaries exist. They will not learn that the soft way, by words alone. Only sanctions can make that clear. It doesn’t seem to me that the American government (Kerry, Obama) is seeing this.

And what should the Palestinians learn? As a result of ages of repressions they appear to me as primary school kids, who see only two possible reactions in life: submission or rebellion. They have to rediscover their own strength. If they don’t negotiations with Israelians will fail. The facilitators of the negotiations should know that as well.

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker)

Ik houd van Holland.

Laatst gehoord uit de eerste hand:

Een klein festival, muzikanten stellen zich op om muziek te gaan maken, en worden vervolgens bekogeld met grintsteentjes door schoffies. Mijn zegsman gaat naar de kinderen toe en zegt: “Niet doen jongens, die mensen doen gewoon hun werk.” Geen effect. Nu gaat mijn zegsman naar een van die jongetjes toe, pakt hem bij de arm, kijkt hem strak aan en zegt: “ophouwen, nu!”. Het volgende wat hij merkt is dat hij een dreun voor zijn kop krijgt en uitgeteld op de grond ligt. Bleek afkomstig van de vader van het jongetje. Interessant, hij laat zijn kind wel de muzikanten met stenen bekogelen, maar pikt het niet als iemand daar wat van zegt.

Twee weken geleden was ik met mijn kleinkinderen in Duinrell, en stond op een gegeven moment met een van mijn kleinzoons op een soort pleintje. Op tien tot vijftig meter van ons vandaan bevonden zich acht afvalbakken, allemaal goed geleegd. De grond daarentegen was bezaaid met verpakkinspapiertjes, lege colablikjes, etensresten, enzovoort. Zouden de mensen dat nu thuis ook doen? Niks ten nadele van Duinrell trouwens, er liepen voortdurend schoonmaakploegen rond, bemand door die allochtonen die we hier niet willen hebben, maar er was niet tegenop te werken.

In Nederland is de inflatie de hoogste van Europa (3,2 %) en het consumentenvertrouwen het laagste (lager nog dan in Portugal en Griekeland!). Ik weet natuurlijk, net als alle economen en psychologen, niet precies hoe dat komt, maar ik heb wel een hypothese. Ik denk dat het komt omdat onze regering, daarin gesteund door het bedrijfsleven, belangengroepen en de oppositie, sinds het 2e kabinet Kok niet meer regeert maar voornamelijk vergadert en overlegt. Dat heet laissez-faire. Het gevolg is dat er niets gebeurt, en we langzaam maar zeker verworden tot een land dat achteraan loopt in de wereld. Mensen voelen dat, en zo ontstaat er een lamlendige stemming.

Drie verhaaltjes die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben. Voor mezelf is het een opgave hierdoor mijn stemming niet te laten bederven, er niet negatief van te worden, en door te gaan met de dingen die mijn hart en mijn hand te doen vinden. Zo ben ik momenteel bezig met het schrijven van een boekje ter gelegenheid van de heropening van het prachtige gerestaureerde logegebouw van de vrijmetselarij. Leuk werk. En bovendien geniet ik van het schitterende weer en mijn heerlijke huis. Kijk, daar word ik nou vrolijk van.

Ik schrijf dit in de showroom van de garage, waar ik zojuist mijn auto heb weggebracht. Ik krijg net te horen dat mijn achterbanden moeten worden vervangen – een lelijke tegenvaller. Maar naast me zit een Japanse expat, die al drie en een half jaar in Nederland woont. Desgevraagd verklaart hij hier graag langer te willen blijven. Wat hem aan Nederland bevalt, vraag ik hem. “People are so kind and generous, and there is this beautiful infrastructure.” Inderdaad – wegen aanleggen is een van de weinige dingen waarin dit kleine land nog groot is. Kennelijk moet je het eens van een ander horen om het te waarderen. En wat hij over de Nederlanders zegt heb ik vaker gehoord. Het geeft een ander beeld dan ik hierboven geschetst heb.

Ondanks alles houd ik van Holland – en ik zou nergens anders willen wonen.

Absurdistan.

Jongstleden zaterdag begon voor heel Noordelijk Nederland en Amsterdam de (school)vakantie. Dat levert traditioneel een vakantie-uitocht op, onder andere via Schiphol. Dus besloten Rijkswaterstaat en Prorail die dag werkzaamheden gelijktijdig uit te voeren zodanig dat Schiphol per trein niet en via de weg zeer moeilijk bereikbaar zou zijn. Dat laatste heb ik zelf ervaren – ik moest weliswaar niet naar Schiphol maar naar Wassenaar, maar kon dat alleen maar bereiken via een sluiproute langs Aalsmeer. Ik had maar een uur vertraging. Maar ik had medelijden met al die luchtreizigers, die in de rats zaten om hun vliegtuig te halen. Hoeveel mensen hun vlucht daadwerkelijk gemist hebben is me niet bekend.

Begrijp u het woordje ‘dus’ waarmee de derde zin van dit stukje begint? Dan bent u waarschijnlijk ook goed in het oplossen van cryptogrammen. Hoe dit zij – ik begrijp dat woordje niet. Wel begreep ik dat de betrokkenen van Rijkswaterstaat en Prorail hierover tevoren hebben vergaderd, dus hebben ze het maar zo geregeld. ???? Ja. Ik merk dat mijn stijl een beetje op die van Youp van het Hek begint te lijken.

Weet u wat een DOT is? Nee? Dan bent u wel erg slecht op de hoogte. Een DOT is een DBC op weg naar Transparantie. Weet u nou nog niet wat een DOT is? O, u weet het wel. Goed in het oplossen van cryptogrammen en het oplossen van geheimcodes waarschijnlijk.

O, u weet niet wat een DBC is? Dan bent u wel erg slecht op de hoogte. Een DBC is een Diagnose-behandel-combinatie. Er zijn 33.000 DBC’s (die gecombineerd zijn tot 4000 DOT’s). DBC’s schrijven voor welke behandelingen vergoed worden bij een bepaalde diagnose. Dat was om de kosten in de gezondheidszorg te drukken. Het tegendeel is natuurlijk gebeurd, omdat nu de diagnoses aangepast werden aan de behandelings mogelijkheden. Dat doen artsen en ziekenhuizen soms vanwege heel nobele motieven (zo kun je je weer enige medische handelingsvrijheid verwerven), maar soms ook gewoon om zich te verrijken.  (Herinnert u zich nog de tijd, dat de behandelingen uit de diagnose s voortvloeiden. Niet? Dan bent u wel erg kort van memorie of bijzonder jong). Men noemt dat fraude. De afgelopen drie jaar is er voor 18 miljoen aan fraude opgespoord in de gezondheidszorg – dat is waarschijnlijk het topje van de ijsberg. Voor zorgverzekeraars loont het namelijk niet om fraude op te sporen – de kosten zijn hoger dan de baten; dat zit in het huidige systeem ingebakken

Om dit alles tegen te gaan zijn (tijdelijk) de DOTS ingevoerd. Bij een bepaalde diagnose hoort nu een standaard vergoeding, ongeacht de behandelingen die de arts/het ziekenhuis verricht. Die vergoeding is vastgesteld als volgt: standaardbehandelingen die (vrijwel) altijd nodig zijn, worden voor 100 % in de vergoeding meegerekend; voor wat betreft de overige behandelingen die een arts noodzakelijk vindt wordt een percentage vergoed op basis van wat de gemiddelde praktijk is.

Dat zou er natuurlijk toe kunnen leiden dat ziekenhuizen zo weinig mogelijk behandelingen verrichten, want dan maken ze meer winst en komen ze uit de financiële problemen. Maar in de praktijk blijkt het omgekeerde. Beplaalde behandelingen die een arts gewenst vindt, maar niet overal altijd worden toegepast worden maar gedeeltelijk vergoed. Resultaat: winst voor de zorgverzekeraar en verlies bij het Ziekenhuis.

Tja, al deze zaken waren natuurlijk van te voren te bedenken. Zo moeilijk is dat niet, en bovendien kunnnen alle organisatie-adviseurs en organisatie-handboeken je dit vertellen. Dus is er waarschijnlijk lang over vergaderd.

Dit zijn maar twee voorbeelden van vergaande incompetentie van politici en met name ambtenaren. Ik zou er moeiteloos veel meer kunnen noemen. Ik begrijp niet waar die incompetentie vandaan komt, omdat als je ze afzonderlijk spreekt het aardige en intelligente mensen zijn. Maar misschien ben ik zo langzamerhand te oud om deze wereld te begrijpen.

Wat ik wel begrijp is dat problemen van kosten beheersing niet zijn op te lossen door controle, maar uitsluitend door mentaliteitsverandering. Daarover spreek en schrijf ik al veertig jaar, omdat dit al veertig jaar bekend is. Maar dat is de moeizame weg met weliswaar duurzaam effect, maar weinig resultaten op korte termijn. Dus controleren we meer en bouwen we meer systemen, die we vervolgens niet meer in de hand hebben. In tegendeel: die systemen regeren ons. In wat voor land leef ik eigenlijk? Absurdistan.

 

 

 

Nature loves to hide – how to become a mystic.

The statement above seems to be made by Heraclitus. What it implies is that the truth, the essence of the universe, cannot be known by just perceiving the world as it shows itself. One has to look with eyes closed. You have to be a mystic to really see. Mystic comes from the Greek μυστικοζ, secret. According to Jim Garrison this word is related with the verb μυω, to close your eyes.

Why is it important to see with our eyes closed? Because by doing so we can experience unity, oneness, the connection of everything with everything and everyone. And collectively we shall find the wisdom and strength that we shall need when we shall be confronted with the geological changes caused by global warming, that will happen to us within a few decades.

So this is the time when we need mystics. Mysticism needs to  come out the the hidden mystery schools, and nowadays shouldn’t be confined to a few lone wolves. So you have to become a mystic too. How can you do that?

First you have to long for the experience of the mystery. Not so difficult. Then start to contemplate about something that is really amazing, for instance the big bang, the vastness of the universe, or the birth of a child. Or look at the blue sky on a clear summer day, or at the stars at a clear summer night, far from the lights of civilization.  Or let yourself be involved in a beautiful piece of art, craftsmanship or music. Start to realize that behind the material world there is both chaos and order, and an inscrutable depth. You then cannot avoid experiencing awe. Now you are a mystic. It is that easy.

The holiday season is a period when maybe you have some extra time. Cherish it. After the summer you (and we) will need the energy and the wisdom that you will have accumulated. I wish you a joyful summer full of wonder, miracles and mystery.

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker)

After the fall. . . deze blog niet lezen als je gesteld bent op je gemoedsrust

Terug van weggeweest is het alsof ik vanuit het paradijs ben gekomen. Ik had een heerlijke vakantie in Spanje. Ook in Spanje was het een uitzonderlijk regenachtig voorjaar geweest, dus ze hebben hun gebruikelijke droogte problemen even voor twee jaar uitgesteld. Alles was groen en in de Alpujarras troffen we een uitbundige bloemenzee. En het weer – ik was even vergeten hoe de zon er uit ziet, hoe heerlijk warm weer is, en hoe er valt te genieten van een zoele zomeravond.

Maar nu ben ik dus terug – en ik moet zeggen, het viel me niet mee. Hoe aangenaam mijn leven hier ook is, het was grauw en koud, aardig weer voor in november zoals ik dan pleeg te zeggen. Er lagen meer dan 500 emails op me te wachten en 50 poststukken. Ik zat meteen vol verplichtingen – zelf aangegaan, ik weet het – raakte in tijdnood en verviel zelfs even in de stress. En dan was er ook nog de presentatie van mijn collega Jan Paul in de Hart Sutra Club.

Zijn presentatie was eigenlijk erg eenvoudig. Van het holoceen, het jongste geologische tijdperk, bewegen we nu in het antropoceen (de term is van de nobelprijswinnaar Paul Crutzen), een tijdperk met een gemiddelde temperatuur op aarde die ten minste 4 graden boven die van het holoceen ligt (men verwacht dat die temperatuur in 2100 is bereikt – thans ligt de temperatuur gemiddeld 0,8 graad hoger) . Die temperatuursverhoging is veroorzaakt door de mens. Voor het eerst in de geschiedenis van de aarde bepaalt de mens in hoge mate de klimatologische, atmosferische  en geologische condities, vandaar de term antropoceen.

Men zou kunnen zeggen: is die 4 graden nu zo ingrijpend? Als antwoord op die vraag had Jan Paul een interessante vergelijking. Aan het holoceen ging tot 8.000 jaar geleden het pleistoceen vooraf. Zo’n 20.000 jaar geleden was de temperatuur 4 graden lager dan in het holoceen: de laatste grote ijstijd. Het ijs bedekte toen geheel Noord Europa – in  Nederland kwam het tot aan de Utrechtse heuvelrug. In die tijd lag de zeespiegel tot maximaal wel 200 meter lager dan nu. Zo ingrijpend kunnen de effecten van 4 graden temperatuurverschil dus zijn. De temperatuurstijging in het antropoceen heeft een aantal effecten die we ons nauwelijks kunnen voorstellen. Jan Paul noemde er een paar. Veel van wat me dierbaar is zal verloren gaan. Ook al zal ik er dan zelf naar alle waarschijnlijkkeid niet meer zijn, ik werd er toch erg verdrietig van.

We zijn wat dat betreft het punt van no return gepasseerd. Nog steeds kunnen we een aantal maatregelen nemen die een verdere temperatuurstijging voorbij de 4 graden kunnen voorkomen, maar het ziet er niet naar uit dat we dat op korte termijn zullen doen. Men zou deze uitspraken alarmistisch kunnen noemen, ware het niet dat deze  gebaseerd zijn op wetenschappelijke consensus. Ik noem ze dus realistisch – al kan je nooit met zekerheid uitsluiten dat er nog interessante terugkoppelingen gaan plaats vinden.

Ik trek daaruit de conclusie dat het belangrijk is dat we ons, behalve op het bepleiten van vergaande milieumaatregelen, gaan richten op het ontwikkelen van onze weerbaarheid. De vraag is: hoe kunnen we ons aan de radicaal veranderende omstandigheden aanpassen zonder elkaar uit angst of verkeerd begrepen eigenbelang de tent uit te vechten, waardoor alles alleen maar erger wordt?

Ik geloof niet zo in het ontwikkelen van individuele overlevingsstrategieën, zoals heel sober en zelfvoorzienend gaan leven in een huisje op een veilige plek. Dat lijkt me hooguit weggelegd voor een enkeling, maar de meesten van ons zijn daarvoor niet toegerust. Maar mijn voornaamste bezwaar tegen een dergelijke strategie is dat het individueel gericht is, en het is juist onze individuele gerichtheid die ons in de problemen heeft gebracht.

Nee, ik geloof veeleer in het aanboren van die diepe bron in onszelf, die maakt dat we de verbinding weer kunnen voelen met de kosmos, de aarde en met elkaar. Dan hebben we de voorwaarde geschapen voor het vrijkomen van liefde en een collectieve creativiteit, en dat is de beste remedie tegen angst en geweld. Wat zou het mooi zijn als we in nood geen rare sprongen gaan maken, maar in vrede en harmonie er het beste van maken. Onmogelijk lijkt het me niet, maar we moeten daar dan nu al aan werken.

 

 

 

 

Vergeving lost pijn op.

“Ik  vergeef iedereen, ik vergeef mezelf, ik vergeef het verleden, ik ben vrij!” Als je deze kaart trekt in het transformatiepel worden al je tranen opgelost.

Aan deze kaart moest ik dezer dagen weer denken als ik me verplaats in het leed van slachtoffers, zowel hier in Nederland (slachtoffers van moord en verkrachting, en hun familieleden en vrienden) als slachtoffers van oorlogsgeweld elders. Als je het zelf als slachtoffer hebt overleefd, en als de naaste familieleden heb je na een daad van geweld altijd een keuze: wraak of vergeving.

Dat is geen makkelijke keuze – soms gaan er jaren overheen voordat je die keuze definitief kunt maken. Als  mijn dochter of zoon verkracht of vermoord was, dan zou, naast de pijn en het verdriet, wraak en woede mijn eerste reactie zijn, zo stel ik me voor. Maar daar zou het niet bij hoeven te blijven. In elk geval kan de daad daarmee niet ongedaan gemaakt worden.

Je komt heden ten dage beide reacties tegen. Voor sommige nabestaanden kan de strraf niet groot genoeg zijn, en de wraak is nooit zoet genoeg. Zij vinden geen vrede. Anderen tonen een wonderlijke zachtheid: liefdevol besef van de onmacht van de dader. Ik meen wel te weten welk van de twee reacties het meest helend is.

Vergeving maakt in spirituele zin de daad inderdaad ongedaan. Maar je moet het maar kunnen. Gelukkig is het te leren. Maar daarvoor is vaak wel een liefdevolle ander nodig, iemand die met je meeleeft, niet voorbarig probeert te troosten, kan luisteren met zijn of haar hart, en tenslotte een klein drupje wijsheid en liefde kan geven.

 

Ik ben tot 2o juni met vakantie. Dus voorlopig geen blogs!