Tag archieven: woede

Outer darkness calls for nourishment within.

De verkiezing van Trump confronteerde me met het feit dat ik met veel mensen  geen verbinding voel. Ik heb bijvoorbeeld geen verbinding met de boze blanke mannen (en vrouwen!) in de VS die op hem hebben gestemd. Maar ook niet met die democraten die uit teleurstelling over het verlies van Bernie Sanders in de voorverkiezing maar op Trump hebben gestemd. Of met zwarte en latino Amerikanen, die op hem hebben gestemd. Ik kan als psycholoog/sociaal wetenschapper het gedrag van deze mensen misschien nog wel verklaren (ik heb wel tien verklaringen die elkaar ook weer ten dele tegenspreken – dat heb ik gemeen met alle bla-bla commentatoren), en zelfs nog wel enig medeleven voor hen opbrengen, maar echt begrijpen doe ik ze niet. Laat staan dat ik me met hen kan identificeren.

Ik voel me ook niet verbonden met politici die het klimaatprobleem ontkennen (nog steeds!), of, erger, het wel erkennen maar er niets wezenlijks aan doen. Of met politici en ondernemers die, nog steeds, de zegeningen van de ongebreidelde vrije markt belijden, die in de geschiedenis van de mensheid altijd op een ramp uitloopt (Zie: Bas van Bavel, The Invisible Hand?). Ik voel me evenmin verwant met voetbal supporters die als Ajax aan de bal is, sissende geluiden maken. Of met Wilders en Jan Roos. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Ik blijk me niet verbonden te voelen met de overgrote meerderheid van de mensheid. Hoezo Family of Men? Hoezo broederschap? Wat me behoedt voor een gevoel van totaal geïsoleerd zijn en de daaruit voortvloeiende wanhoop zijn twee dingen. Eén:  dat er in mijn omgeving zo veel mensen zijn met wie ik me wel verbonden voel. In wie ik vriendelijkheid, aandacht en zorg ontwaar. En als die mensen er in mijn omgeving zijn, zijn het er vast wel veel meer. En twee: dat ik in mezelf nog steeds een levenskracht voel, die zich uit in levensvreugde en hoop ondanks alles. (Zie de titel van dit blog – de seizoensfocus uit het Essene book of days).

Maar toch. Ook wij, die moeite hebben met wat er om ons heen gebeurt, zitten gevangen in een systeem dat we zelf in stad houden. Zijn we werkelijk bereid en in staat onze ‘comfort zone’ te verlaten? Ik weet het niet – ik doe het in elk geval niet. Als excuus voer ik aan dat ik niet weet hoe ik dat op een zinvolle wijze zou kunnen doen. Maar die gedachte stelt me niet gerust. En hoe dan ook, vanuit deze ‘comfort zone’ kunnen we moeilijk klagen dat anderen, die zich niet in die zone bevinden, protestgedrag vertonen.

260px-contemplatingcastlebedfordDit waren enige gedachten die bij me opkwamen naar aanleiding van de overwinning van Trump. Ik voel me dus zowel geborgen als machteloos en geïsoleerd. In de psychologie noemen we dat vervreemding. Misschien helpt dat me uiteindelijk om toch enige verwantschap te voelen met al die mensen met wie ik me niet verbonden voel.

 

Boos!

Dezer dagen werd ik weer eens geconfronteerd met iemand die hardnekkig alle geestelijke activiteit verklaarde uit hersenactiviteit. U  kent dat wel: vrije wil bestaat niet, bewustzijn bestaat niet, het denken, voelen, ervaren vindt plaats in de hersenen; alleen dat wat zintuigelijk waar te nemen en te meten is bestaat, enzovoort en zo verder. Als u het zo ziet staan klinkt het nogal extreem en dwaas, maar ik zou niet graag het aantal natuurwetenschappers en medici, en ook overigens weldenkende burgers, de kost geven die dit werkelijk geloven. Ik druk me verkeerd uit: die dit absoluut zeker weten. Alle wetenschap die zich met niet-materiële verschijnselen bezig houdt (zoals bijvoorbeeld de studie van P. van Lommel naar bijna doodservaringen, de acupunctuur of bepaalde gebieden uit de kwantummechanica) wordt door hen als niet relevant ter zijde geschoven. Ik ga die onzin in dit blog niet weerleggen, dat kunt u zelf wel (maar anders verwijs ik u naar hoofdstuk 3 van mijn boek ”Voor niets gaat de zon op . . . ‘). Waar ik het in dit blog over wil hebben is waarom dit verontwaardiging, ja zelfs woede, bij me opwekt, en waarom diegenen die dat beweren er zo hardnekkig aan vasthouden en ongevoelig zijn voor tegenargumenten. (Overigens blijk ik niet de enige te zijn die hier boos over wordt bleek me in een gesprek met een bankier).

Eerst wat mijn eigen gevoelens betreft. In de eerste plaats zijn dit soort beweringen denk ik een belediging voor mijn intelligentie; ze houden een zeker dedain in voor wie er anders over denkt. Éen voorbeeld: een zin als “het denken vindt plaats in de hersenen” slaat natuurlijk nergens op. In de hersenen vinden alleen maar chemische, elektrische en magnetische processen plaats, parallel aan het denken. Hoe de verbinding met de ervaring van denken tot stand komt is een onbegrepen mysterie.

In de tweede plaats denk ik dat dergelijke opvattingen maatschappelijk schadelijk zijn. Het opvatten van de wereld als een louter materiële werkelijkheid belemmert de spirituele bewustwording. En spirituele bewustwording is wat we in deze ontkerstende en geseculariseerde samenleving hard nodig hebben als bron voor een collectief handelen dat is gebaseerd op de waarden van ontzag en eerbied voor het leven, verwondering, respect voor de ander, broederschap/zusterschap en openheid van geest. Het ontmoedigt de gedachte dat we alles en iedereen kunnen controleren en manipuleren.

37766_struis3Mijn reactie doet me denken aan mijn  reactie op zogenaamde ‘experts’ die, – zelfs vandaag de dag nog! – ontkennen dat er zoiets is als ‘global warming – en, zoals de Nederlandse regering (en volgens Trouw van dinsdag 80 % van de Nederlandse bevolking)  de urgentie van dit probleem niet willen zien. Hoe geborneerd kun je zijn!

Zoals Robert Long al zong: het is allemaal angst. Dat valt bij het minder ontwikkelde deel van onze broeders en zusters nog wel te begrijpen en ook te billijken, maar dat een groot deel van onze zogenaamde elite het zo grondig laat afweten stemt treurig. Ik denk dat het in feite angst is die veel van onze ‘opinion leaders’ zo doet vasthouden aan evident niet kloppende denkbeelden. Waardoor ze niet het spirituele en wijze leiderschap kunnen uitoefenen, waaraan onze maatschappij zo dringend behoefte heeft.

Laat nog steeds de vraag open, waarom ik hier steeds maar weer zo ‘upset’ van word. Kan ik het niet van me laten afglijden? Kennelijk niet. Ik gaf hierboven daarvoor wat redenen, maar daarmee ben ik er nog niet uit. Het zelfonderzoek gaat door.

 

Zijn onze leiders nu dom of te kwader trouw?

Toen destijds de fusie plaats vond tussen KLM en Air France, wist iedereen dat dit het einde zou zijn van het zelfstandig voortbestaan van de KLM, en dat dit derhalve een bedreiging zou zijn voor de groei van Schiphol (de thuishaven van Air France is immers Charles de Gaulle).  De regering verzekerde toen dat dit geenszins het geval zou zijn, want er waren allerlei garantiebepalingen in de fusieovereenkomst opgenomen dit dit moesten voorkomen. Maar bepalingen zeggen niets in een samenleving waar de macht van het kapitaal regeert.

Dit bleek toen minister Eurlings de belangrijkste garantiebepaling in 2010 heeft geschrapt. Daarvoor is hij vorstelijk beloond, met een functie als president-directeur van KLM. Helaas was hij daarvoor nou weer niet slim genoeg, maar het kwaad was al geschied.

Recentelijk heeft de Franse staat haar belang in Air France vergroot om een wet tegen activistische aandeelhouders aangenomen te krijgen. Een verdere uitbreiding van de Franse macht binnen het concern. Dit wordt weliswaar ontkend door minister Dijsselbloem. Zou die de volgende directeur worden van het steeds verder zieltogende KLM?

De feitelijke, zij het misschien nog niet formele, ondergang van KLM is slechts een kwestie van tijd. En daarmee de bedreiging van de groei van Schiphol. Dit laatste zou niet het geval hoeven te zijn, als Schiphol, net zoals Singapore heeft gedaan, de ‘eigen’ luchtvaartmaatschappij niet zou beschermen ten koste van de maatschappijen uit de golfstaten. Singapore, door de eigen luchtvaartmaatschappij Singapore Airlines niet te bevoordelen door de landingsrechten voor de andere maatschappijen te verhogen (zoals Schiphol wel heeft gedaan), is uitgegroeid tot de een van de grootste luchthavens ter wereld.

Het kan me eerlijk gezzegd geen fluit schelen of KLM dan wel Schiphol nu wel of niet groeien of ten onder gaan. Ik heb niets met nationale trots of zo, en ook niet met economische (want ecologisch schadelijke) groei. Maar waar ik wel heel veel moeite mee heb is de leugenachtigheid van politici, en met het feit dat ogenschijnlijk liberale politici sjoemelen met hun liberale principes als puntje bij paaltje komt. En ik zit ook met een vraag: zijn onze leiders nu dom of te kwader trouw? Misleiden zij zichzelf of ons?

Elk volk krijgt de leiders die het verdient, en helaas behoor ik tot het volk dat deze leiders krijgt. Misschien zou ik daarom met mildheid op bovenstaande zaken moeten reageren in plaats van met woede. Maar dat lukt me niet zo goed. En woede kan ook een uiting zijn vitale kracht. Kortom, met al mijn levenservaring en met een zekere wijsheid van de onderdom ben ik er nog helemaal niet uit. Wordt vervolgd, zij het misschien niet meteen al volgende week.

(bronnen voor deze blog: NRC/Handelsblad 2 en 3 juni j.l.)

 

 

Geschokt door de levenden in plaats van door de doden.

Ik twijfelde, maar laat ik me nu toch ook maar voegen in het koor van reacties op de aanslag op Charlie Hebdo (en de supermarkt). Ik ben verbaasd door de enorme reactie die deze aanslag oproept: massale demonstraties, wereldwijde commentaren van iedereen die er toe doet of niet toe doet. Ik zelf was namelijk niet zo geschokt door de aanslag, al is die natuurlijk vreselijk voor de nabestaanden, en ook bedreigend voor vele andere journalisten en cartoonisten, met name hen die kritisch over de Islam schrijven of tekenen. Ik was niet zo geschokt want ik verwacht een dergelijke aanslag al jaren – en er zullen nog vele volgen. Trouwens, dat verwachtte Charlie Hebdo – een weinig populair blad, dat meer scherp dan humoristisch was, overigens niet alleen ten aanzien van moslims – zelf ook, en  (over)moed kun je hen dus niet ontzeggen. Verder vinden er vrijwel wekelijks dergelijke aanslagen plaats over de hele wereld, waar we schouderophalend aan voorbijgaan. Ook valt het aantal slachtoffers in het niet bij de miljoenen doden die dagelijks vallen onder terreur, oorlog, ziekte, armoede en natuurrampen in de wereld (denk alleen maar aan de vluchtelingen die regelmatig omkomen in hun poging Europa te bereiken). Ik was dus niet zo geschokt. Ik vrees dat ik met deze enigszins gevoelloze reactie velen voor het hoofd stoot, maar het is niet anders.

Wat me daarentegen wel schokte was de reactie van enkele omstanders, Parijse scholieren. Ik citeer Trouw van donderdag: ‘Wat gebeurd is is natuurlijk niet goed. Maar: “Je mag geen religie beledigen, dat kan je niet doen”, zegt Nionsondy (16) beslist. ” Charlie Hebdo kan kritiek hebben, maar er zijn grenzen. Omdat zij zich niet aan die grenzen hebben gehouden is gebeurd wat er is gebeurd.” Nikosondy, van Afrikaanse origine, is moslim. Haar joodse klasgenote Reina Ben-David is het helemaal met haar klasgenote eens’. Ergo: wat er gebeurd is eigenlijk de schuld van Charlie Hebdo zelf. Soortelijke geluiden hoorde je na de aanslag op het World Trade Center, en te onzent na de moord op Theo van Gogh.

Ik vrees dat er in de Wereld honderdduizenden, misschien wel miljoenen, ouderen en jongeren, zijn die zo denken (al zijn er natuurlijk ook vele anderen die niet zo denken). Ook in ons land. Deze miljoenen vormen tezamen het klimaat waarin het zaad van het terrorisme kan gedijen. Ik had me dat onvoldoende gerealiseerd – vandaar mijn geschoktheid door de de reactie van de Parijse scholieren. Ik zie ineens helder in dat onze democratie en rechtsstaat, met zijn recht op vrije meningsuiting, wel eens zijn langste tijd zou kunnen hebben gehad. (Zie in dit verband de interessante roman ‘Soumission’ (Onderwerping) van Michel Houellebecq).

Als we deze trend zouden willen keren is de enige weg, zoals ik het zie, het onderwijs. Durven leraren de discussie hierover in hun klassen aan te zwengelen? Durven zij de vraag aan de orde te stellen, of hun leerlingen vinden dat felle kritiek op, en satire en cartoons over het Christendom,  het Jodendom, de staat Israël, of gewoon de  politiek ook verboden moeten worden? En of ze, als die kritiek of spot er toch komt, ook aanslagen op kerken, moskeeën, synagogen, krantenredacties of het parlement vergoelijkt moeten worden?

Ik vrees dat een leraar die dit openlijk aan de orde zal stellen het niet makkelijk gaat krijgen. En ik vrees dat die dan niet door zijn management gesteund gaat worden. Of, als het management dat wel zou doen, dat dan weer niet door zijn bestuur of de overheid gesteund zou worden.

We leven in een laf klimaat. Het is tamelijk makkelijk om onze afschuw uit te spreken over een aanslag zoals deze – want wie, behalve enkele extremisten,  kan daar nu voor zijn? Die afschuw wordt zelfs uitgesproken door staatshoofden en politici uit landen die het zelf met de persvrijheid niet zo nauw nemen (o.a. Hongarije, Turkije, Rusland). Het is ook makkelijk  om strengere grenscontroles, en striktere veiligheidsmaatregelen, kortom om meer repressie te eisen; een beweging in de richting van wat ik elders de ‘security state’ heb genoemd. Maar geef mij dan maar de reactie van onze voormalige premier Kok, die naar aanleiding van de aanslagen op het WTC in New York de vurige wens uitsprak dat de VS hierop “waardig zouden reageren”, wat, zoals we nu weten, helaas niet gebeurd is. Daarvan plukken we nu de wrange vruchten.

Maar het aan de orde stellen van wat er werkelijk in deze samenleving aan de hand is, daarover een open dialoog voeren en daar uiteindelijk stelling in nemen, vergt moed en respect voor de waarheid van de ander, ook al zijn we het daar niet mee eens. De vorige eeuw en het vorige decennium hebben ons geleerd wat er gebeurt als dat gesprek onvoldoende diepgaand wordt gevoerd.

 

De waarde van woede.

Dit wordt mijn laatste blog voor de Kerst, en het wordt wat langer dan gebruikelijk. Dus wees gewaarschuwd – houd de wegklikknop bij de hand.

Op mijn bureau bevindt zich een aantal oude kranten waarin artikelen staan die mijn verontwaardiging hebben opgewekt (Dat is bij mij nog al makkelijk – kort lontje zoals ze zeggen). Ik ben benieuwd of u ook boos wordt.

De oudste krant dateert al van 17 augustus (Trouw, Christopf Schmidt). Daarin wordt uiteengezet dat de Europese Unie jaarlijks voor meer dan 100 miljard euro aan btw misloopt door fraude. Het voert te ver om alle details hier uit de doeken te doen. Wel is van belang te weten dat dit algemeen bekend is bij Europol, en ook bij de betrokken ambtenaren en politici. Van dat bedrag zouden we 10 Cyrprussen kunnen redden, of een half Griekenland. Elk jaar weer. Nog afgezien ervan dat hierdoor het milieu rechtsreeks schade wordt toegebacht (door fraude met CO2 emissiehandel en nodeloze transporten). Het probleem zou op te lossen zijn door een gemeenschappelijk stelsel van btw regels in te voeren. Doen we niet – onze soevereiniteit als land – lees onze macht als politicus – is belangrijker. Wordt u al kwaad? Ik wel.

De volgende krant is NRC/Handelsblad van 9 oktober (interview met Adriaan Houtenbos, voormalig NAM ingenieur).  Nog 16 jaar, en dan beleeft Nederland een aardbeving met een kracht van 5 op de schaal van Richter. Oorzaak: de gaswinning in Groningen. Daarbij kunnen mensen ernstig, wellicht dodelijk, gewond raken, kasten vallen om, schoorstenen breken af, oude en zwakke gebouwen kunnen geheel of gedeeltelijk instorten. Daarover wordt de burger niet geïnformeerd – bestuurders uit de regio staan buitenspel, buiten het kringetje van NAM, KNMI, Staatstoezicht op de Mijnen en de Minister van Economische Zaken. Voorspelbare bewegingen? Negeren en wegmoffelen. Een werkelijk open dialoog over wat we hier aan kunnen doen, en of we hier aan wat moeten doen, en hoe we de inwoners van die streek financieel kunnen compenseren wordt niet gevoerd. Kost te veel. Je zal er maar wonen.

De derde krant is NRC/Handelsblad van 30 november. Jasper van Kuijk, universitair docent gebruiksgerichte innovatie uit Delft is kwaad over het feit dat alle frauderende en speculerende bankiers die in belangrijke mate verantwoordelijk zijn voor de financiële malaise waarin we ons bevinden, niet gestraft worden, en hun ongehoorde persoonlijke winsten niet hoeven terug te betalen. Het gevolg van hun gedrag is een enorm pakket aan bezuinigingen. Bibliotheken, theaters en zwembaden worden gesloten, op de stadsreiniging, groenvoorziening  en onderhoud  wordt beknibbeld, enzovoorts en zo verder. Maar het ergste is, dat dientengevolge alles in de financiële sector op dezelfde wijze doorgaat als voorheen. Op onverantwoordelijk gedrag staat geen sanctie van betekenis. Wij laten dat toe, en blijven gewoon onze bankzaken regelen bij de desbetreffende banken.

En tenslotte wil ik het met u hebben over het handelsverdrag dat Europa en de Verenigde Staten op het punt staan om te tekenen. Ik heb hierover artikelen gelezen in  diverse kwaliteitskranten, en het is te gek voor woorden. Als we dit verdrag gaan tekenen hangen ons morgen als land honderden miljoenen of zelfs miljarden aan claims boven het hoofd, als we bijvoorbeeld zouden besluiten om geen gentech zaden meer in te voeren. Of dat op zichzelf een juist besluit zou zijn is daarbij niet aan de orde – wat aan de orde is dat we in dit geval soevereiniteit en democratische controle afgeven, niet aan een supranationaal orgaan – daar ben ik nog wel voor – maar aan alle willekeurige multinationals in de wereld. Het spreekt vanzelf dat de onderhandelingen hierover, die onder invloed staan van de machtigste lobbygroepen ter wereld, strikt geheim werden gehouden. Bizar, dat zelfs maar overwogen wordt dit verdrag te tekenen. Wat is er toch met onze politici aan de hand? Ik wist dat het dummies zijn, en niet altijd bestand tegen lobby’s – maar dat het zo erg  was, wist ik niet. Ik blijk altijd weer naïever te zijn dan ik al dacht.

Tja, ik word dus regelmatig boos. Maar veel kan ik daar niet mee, zeker niet in de adventstijd, als we verwachtingsvol uitkijken naar de komst van licht en vrede.Maar ik kan en wil het ook niet opkroppen, want daar komt niets goeds van.  Misschien kan ik het transformeren. Het helpt al als ik me realiseer dat alle boosheid voortkomt uit pijn en angst. De genoemde zaken raken me, omdat ik me identificeer met mensen die er door getroffen worden. De Grieken, de Groningers, uiteindelijk wij allemaal. Ik realiseer me ook dat de boosheid voorkomt uit angst: angst dat ik en mijn naasten ons comfortabele leventje kwijt raken. Ik herinner me nog de tweede wereldoorlog, en herinner me hoe het is te leven in een tijd van duisternis, schaarste en angst. Toch is het wel goed om aan die tijd terug te denken, want ik weet ook dat toen de wereld niet instortte, en zelfs in de zwartste periode het leven niet zonder compensaties was. Bovendien, de diepe en uitbundige vreugde van de bevrijding kan ik me zonder de voorafgaande ellende niet goed voorstellen. Alles in het leven behoeft zijn tegendeel.

Dus, hoe groter mijn woede, hoe vitaler ik ben en hoe grote mijn capaciteit om lief te hebben. Dat gaat niet vanzelf, ik moet er wel wat voor doen: aandachtig zijn, open staan naar mijn binnen- en buitenwereld, en me door mijn diepste weten laten leiden, en laten verleiden tot actie. Dan sal ’t waerachtigh wel gaen.

Dit is mijn laatste blog voor Kerstmis – ik herneem dit schrijven pas weer na 5 januari. Ik wens u een vreugdig en vredig kerstfeest, met tijd voor bezinning en inkeer.

 

Boos! Geen gezeik, iedereen rijk!

Het volk is boos. Dat blijkt uit een onderzoek dat Trouw in samenwerking met de VU heeft uitgevoerd (Trouw, 13 september 2013). Boos op politici, en eigenlijk alle leiders.Omdat ze geen orde stellen op zaken  In een groot aantal gevallen is zelfs sprake van afkeer, walging. Dus ontstaat er een roep om de sterke leider, die dit wel eens allemaal kan fiksen en besluiten neemt zonder al te veel democratische geneuzel. Een soort Wilders. Dus zonder al die inspraak van vakbonden, werkgevers, woningbouw-corporaties, gezondheidszorg, onderwijs, enzovoort.

Waar hebben we dat meer gehoord? Ja, natuurlijk, in de twintiger en vooral dertiger jaren van de vorige eeuw, en in Rusland nog eerder. En we weten wat daaruit is voortgekomen.

Intussen heeft niemand een oplossing. NIEMAND! Niet voor de boosheid van het volk, en niet voor de oplossing van de problemen van de samenleving. Ja, ook ik ben boos. Want onze leiders, omdat ze geen oplossing weten en geen visie hebben,  weigeren hardnekkig de echte problemen onder ogen te zien, en nemen in plaats daarvan de meest vreemdsoortige besluiten. Enkele voorbeelden, deze keer uit de wereld van de defensie. We bestellen een aantal gloednieuwe tanks, die we vervolgens voor minder dan de helft van de prijs verkopen, omdat dit legeronderdeel wordt afgeschaft. We bestellen en gloednieuw vliegtuigdek/bevoorradingsschip, dat we vervolgens voor een derde van de prijs weer gaan verkopen, als we het al kunnen verkopen (niemand wil het hebben), omdat het desbetreffende marine oderdeel wordt afgeschaft. We bestellen 35 Joint Strike Fighters, die straks niets te doen hebben, omdat de legeronderdelen die ze moeten beschermen zijn wegbezuinigd. (Ze kunnen als een kleine reserve dienen voor de Amerikanen). Ze zullen dus weg staan te roesten zoals nu de Fyra treinen van AnsaldoBreda, ook besteld door een door de belastingbetaler gefinancierd bedrijf. En reken er maar op dat ze/we zullen moeten dokken.

Maar ik heb wel een oplossing. Ik heb die al eens gepresenteerd in mijn boek ‘Voor niets gaat de zon op.’ Hier volgt hij:

–       meer geld voor onderwijs

–       meer geld voor de zorg, verlaging van de premies

–       meer geld voor de politie en de gevangenissen, strenger straffen

–       geen verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, en verhoging van de pensioenen

–       geen verlaging, laat staan afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, terugdraaien van de reeds genomen maatregelen

–       meer wegen, lagere benzineprijzen

–       afschaffing van de ontwikkelingshulp en geen bijdrage aan buitenlandse missies

–       meer geld voor de waterkeringen

–       terug brengen van de overheidsuitgaven, maar wel betere dienstverlening door de overheid; vermindering van het aantal ambtenaren met minstens 20 %, vermindering van het aantal ministeries, en afschaffing van de provincies

–       meer en betere huizen en lagere huren

–       afschaffen van alle ecologische en kunstsubsidies

–       belastingverlaging met minstens 10 %, geen premieverhoging,

Zou ik met een dergelijk programma de verkiezingen winnen denkt u? Ik denk van wel, maar daarna zou ik wel met mijn handen in het haar zitten. Hoewel, ik zou natuurlijk kunnen doen alsof ik regeerde. Dat zou ik zeker wel een jaar of twee kunnen volhouden. Herkent u zich in dit programma? Eigenlijk valt het samen te vatten in de leus van de Tegenpartij, die Koot en Bie enkele decennia geleden zo geniaal lanceerden: “Geen gezeik, iedereen rijk!”

Maar nu zonder gekheid. Het is geen schande als je geen oplossing weet voor alle problemen. Het is zelfs geen schande als je geen visie hebt. Maar dat hoeft toch nog niet te betekenen dat je de meest stupide besluiten neemt, verhuld onder een waas van eindeloos overleg?

Een van de weinige politici die, zij het ook vrij laat, toch tot enig zelfinzicht kwam was, alweer, Joop den Uyl. Citaat: “Lang heb ik me gedragen alsof de wereld van mij afhing”. Iets van de wijsheid die hieruit spreekt wens ik onze leiders, maar vooral ook onszelf toe. Ieder land krijgt het bestuur (regering en oppositie) dat het verdient. Wij hebben onze regering en ons parlement gekozen, door te stemmen, door niet te stemmen, of door niet de politiek in te gaan toen dat van ons gevraagd werd. Tja, dan hebben we natuurlijk niet zoveel recht van spreken.

Toch een advies voor onze zittende politici: als straks blijkt dat er van alle compromismaatregelen geen bal terecht komt, omdat de 1e kamer alles tegen houdt (zoals het Amerikaanse Congres), dan zou ik mijn ontslag indienen, net zoals die PvdA kamerleden. Ik zou niet doormodderen. En dan krijgen we geen nieuwe verkiezingen (daarvoor zit de regering nog te kort) maar een nieuwe kabinetsformatie. Terwijl die voortduurt (zouden we de Belgen hierin kunnen verslaan, nu we het niet meer op het voetbalveld kunnen?) regeer je gewoon door. Dat kan jaren duren, zeker nu we het staatshoofd hierbij buitenspel hebben gezet. Het voordeel hiervan is dat de verantwoordelijkheid dan komt te liggen waar die hoort en waar die nu eigenlijk ook al ligt: bij het parlement. Volgens mij zijn de parlementsleden dat vergeten, en zo leren ze nog eens wat. Of niet natuurlijk.

 

Dona nobis pacem.

Zaterdag j.l. hebben wij met ons koor (en drie solisten, een kinderkoor, een kamerorkest en een symfonieorkest) het War Requiem van Benjamin Britten uitgevoerd in het Concertgebouw in Amsterdam. Dat was zowel voor het publiek als voor ons een bijzondere en bij tijd en wijle schokkende en ontroerende ervaring.

Dit War Requiem is een ingenieuze combinatie van klassieke requiem teksten en de gedichten van de oorlogsdichter Wilfred Owen. Citaat (dit gaat over Abraham, die op instructie van God zijn zoon Isaac moet offeren op de brandstapel):

When lo! – an angel called him out of Heaven, saying: Lay not thy hand upon the lad, neither do anything to him. Behold, a ram, caught in a thicket by its horns; offer the Ram instead of him. . . But the old man would not so, but slew his son, and half the seed of Europe, one by one.

Dit citaat is, als je het tot je laat doordringen, al schokkend genoeg, maar op de muziek van Britten, met de liefelijke stemmen van de engelen contrasterend met de duistere muziek van het symfonieorkest, de paradijselijke stemmen van het jongenskoor (Quam olim Abrahae pomisisti et semini ejus – zoals God beloofd heeft aan Abraham en zijn nageslacht, namelijk bescherming), en met het eindeloos herhaalde half the seed of Europe, one by one is het werkelijk huiveringwekkend. En dat was nog maar één moment uit het hele opus.

En ja, ook vandaag de dag sturen we nog steeds onze zonen de oorlog in. In Syrië, in de beide Korea’s, in het Midden-Oosten, op vele plaatsen in de wereld. Maar het is feitelijk erger. We hoeven niet eens gestuurd te worden om geweld te gebruiken, we doen het wel uit onszelf. Brandweerlieden, politiemannen, verpleegkundigen, medici – zij allen worden in toenemende mate bedreigd door geweld bij het uitoefenen van hun beroep, verbaal, maar ook daadwerkelijk. En vanmorgen opende Trouw met een bericht waaruit blijkt dat politici,  raadsleden, kamerleden, ministers en burgemeesters ook in toenemende mate met geweld of de dreiging daarmee te maken hebben. Wie wil in godsnaam nog zo’n beroep uitoefenen? De oorlog is dicht bij huis gekomen.

We weten niet precies om hoeveel mensen dit gaat, maar het lijkt me zo langzamerhand meer dan een randverschijnsel. Waar komt al die woede, die haat dat geweld nu vandaan? Daarop heb ik uiteraard niet het uiteindelijke antwoord, maar het lijkt me dat in elk geval teleurstelling en  angst voor de toekomst (onbewust) een rol spelen. Ons hele leven is ons voorgehouden, dat de wereld morgen beter zal zijn dan vandaag, dat we allemaal welvarender zullen worden, en dat er voor ons gezorgd zal worden als het een keer misgaat. Kortom, dat we zelf daarvoor eigenlijk niets hoeven te doen. Jarenlang zijn we in de watten gelegd en betutteld en werd alles voor ons geregeld.  En nu blijkt dat allemaal op losse  schroeven te staan, worden we ineens aangesproken op onze eigen verantwoordelijkheid en wordt de toekomst steeds onzekerder. En voor velen komt daar nog bij dat ze al die tijd niet gezien zijn en respectloos zijn behandeld, zowel thuis als op het werk. Tja, dan zou ik ook erg kwaad worden.

En hoe kan dit euvel worden bestreden? Dat is de verkeerde vraag; dit kan niet bestreden worden, want strijd is oorlog en oorkog is geweld. Natuurlijk kunnen door repressie de ergste uitwassen tijdelijk onderdrukt worden. Maar als we willen toegroeien naar een waardige wereld, dan zullen we hoe dan ook met deze mensen in contact moeten komen, en proberen te begrijpen wat hen bezielt. Een goed begin is om in contact te komen met mezelf, met de woede, onzekerheid en teleurstelling in mezelf. Dat zal me helpen de ander te zien en niet te vervallen in wij-zij denken: ik sta aan de goede kant en zij aan de verkeerde.

En daarna? Vertrouwen:

De zachte krachten zullen zeker winnen 
in ’t eind — dit hoor ik als een innig fluistren 
in mij: zoo ’t zweeg zou alle licht verduistren 
alle warmte zou verstarren van binnen.                       (Henriette Roland Holst-van de Schalk.)

 

 

 

Lijdensweek: Goede Vrijdag

‘Mijn hart tolt door mijn lijf, mijn darmen zijn verstijfd als ingeklonken klei’ (Judith Herzberg, klaagliedjes).

Vanmorgen was ik in de Grote Kerk in Naarden, om te luisteren naar de lamentaties (klaagliederen) van de profeet Jeremia, in de zetting van Emilio de’ Callieri, uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging. Prachtig, schitterend, ontroerend – woorden schieten te kort.  Zonder te klappen verlieten de mensen in stilte de kerk. De klaagliederen zijn geschreven naar aanleiding van de verwoesting van de tempel en de val van Jeruzalem in 586 voor Christus. Ogenschijnlijk heeft dat niet met de lijdensweek te maken. Toch wel: ook in dit geval gaat het om wat mensen elkaar kunnen aandoen en het leed dat daarvan het gevolg is. Het is dus passend om op Goede Vrijdag deze klaagliederen ten gehore te brengen.

Waarom heet Goede Vrijdag ‘Goede’ Vrijdag? Helemaal precies weten we dat niet. Volgens sommige overleveringen is het  een verbastering van ‘Gods Vrijdag’. Volgens anderen is deze vrijdag goed, omdat Jezus zich opoffert en daarmee ons van onze zonden verloste en Satan overwint.

Het voert wat ver om het verhaal van Goede Vrijdag hier helemaal te vertellen – men leze daarvoor de evangeliën er op na. Men kan een overzichtelijke samenvatting ook lezen op Wikipedia:  https://nl.wikipedia.org/wiki/Goede_Vrijdag. Daar staan ook enkele mooie beschouwingen 0ver de betekenis van deze dag

Wat moet een niet traditioneel gelovige Christen hier nu mee?  Als je niet gelooft dat Jezus door zijn dood onze zonden kan wegwassen, door welk motief  zou Jezus zich dan hebben laten leiden? Misschien vond hij wat hij te zeggen had zo wezenlijk, dat hij dacht dat alleen door zijn dood deze boodschap zou beklijven. En ik denk dat hij daar, als hij dat dacht, gelijk in had. Of dat hij een voorbeeld wilde stellen: staan voor waar je in gelooft totdat de dood er op volgt. (Misschien zaten er daardoor in verhouding veel  gelovige Christenen tijdens de oorlog in het verzet).

En wat was dan zijn boodschap? In Leviticus 19 staat het beroemde gebod: heb uw naaste lief. Maar Jezus gaat veel verder. Citaat: “Gij hebt gehoord dat gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben, en uw vijand zult gij haten. Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen.” En verderop “Gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is.” (Matth 6:43, 44 en 48).

Tja, dat is natuurlijk een lastige boodschap. Als je dit dieper bij jezelf door laat dringen, heeft het ontzagwekkende consequenties, en heb je al gauw het gevoel tekort te schieten. Dat wordt er niet beter op als je in de evangeliën leest dat zij die tekort schieten zullen worden gestraft met hel en verdoemenis. Daar moet echter worden bij verteld dat Jezus daar ook een oplossing voor geeft: als je je bekeert en onvoorwaardelijk in Jezus gaat geloven als door God gezondene, dan worden je zonden je vergeven.

Voor mij persoonlijk werkt het anders. Ik zie het liefdesgebod niet als een bevel, maar als een verwoording van mijn eigen verlangen. Zo zou ik wel willen leven, en daar streef ik ook naar, maar ik zal altijd te kort schieten. Deze morgen reed ik bijna een kind aan, dat onverwachts van achter een hoek voor mijn auto sprong. Ik reed gelukkig heel langzaam, en het kind kwam met de schrik vrij. Maar ik zelf was ook geschrokken, en werd kwaad, maar kreeg bovendien de woede van zijn vader over me heen (die waarschijnlijk eveneens geschrokken was) en pontificaal voor mijn auto ging staan en niet weg wilde. Dit wakkerde mijn kwaadheid aan tot woede – ik werd per slot beschuldigd van iets waar ik werkelijk niets aan kon doen –  en langzaam trok ik op om hem zodoende te dwingen plaats te maken. Machteloos sloeg hij op mijn auto.

Zo snel en simpel kan het dus gaan. Ik beschouw mezelf als een fatsoenlijk man, maar o hoe dun is het laagje beschaving. Hoezo heb je vijanden lief? En wanneer wordt woede tot wreedheid?

“Filia populi mei crudelis – Mijn volk is wreed geworden” (Klaagliederen 4:3). Wreedheid  is voor mij een van de in het oog springende aspecten van Goede Vrijdag: de roep van het volk: kruisigt hem, de bespotting van Jezus, de geseling, de doornenkroon, en natuurlijk de kruisiging zelf, een van de meest inhumane manieren om iemand te doden. Wat is dat toch, dat wij mensen zozeer verteerd kunnen worden door wraak en wreedheid? Is dat allemaal schuldgevoel over ons eigen tekort schieten? Of is het een manier om onze eigen pijn, onzekerheid, teleurstelling en machteloosheid niet onder ogen te zien? In elk geval worden we door wreedheid gefascineerd – zie de lange rijen voor het ’torture’ museum in Amsterdam.

En het kruis zelf is natuurlijk ook een symbool Goede Vrijdag. Het kruissymbool is echter al van veel oudere datum. Een van de betekenissen die er aan wordt gehecht is die van de mens, geworteld in de aarde, reikend tot in de hemel, en de wereld omhelzend met beide armen. Dat is een symbool dat mij aanspreekt en mij verbindt met mijn lijfspreuk: Laten wij streven naar het hoogste, graven naar het diepste, en de wereld omspannen met vriendschap. Dat is voor mij de betekenis van Goede Vrijdag.

Morgen is het Stille Zaterdag, en zal ik tijd vinden om terug te komen op Witte Donderdag, en misschien ook nog wel op vandaag.

 

 

 

De lijdensweek 3.

Gisteren zei ik dat de uitdrijving uit de tempel ook op Palmzondag plaats vond, maar volgens Marcus gebeurde dat pas op maandag. Veel maakt het niet uit.

In de periode tussen zondag en donderdag heerst er een sfeer van verwachting aan de ene kant, en een somber voorgevoel aan de andere kant. Volgens sommige evangelisten voorvoelt Jezus dat het af gaat lopen, en hij zegt dat ook. In elk geval vult hij de tijd met door gaan met zijn leringen, in de tempel en buiten in de velden. Sommige van de mooiste gelijkenissen zegt hij in de lijdensweek. Hij voorspelt ook dat er na zijn dood een tijd zal komen van oorlog, aardbevingen en hongersnoden, de voorbode van de eindtijd.

Twee belangrijke gebeurtenissen in deze periode verdienen aparte vermelding. In de eerste plaats het verraad van Judas. Ergens in deze week gaat Judas naar de priesters, om Jezus voor dertig zilverlingen te verraden, op een moment dat daarvoor geschikt zou zijn. Het tweede voorval is de zalving van Jezus. Een  onbekende vrouw komt met een kruik vol kostbare nardusmirrhe, breekt de kruik en giet alles over Jesus uit. Een daad van devotie, die volgens de wijzen een weg is naar zelfrealisatie. Dat roept zeer veel verontwaardiging bij de discipelen op: had de mirrhe niet verkocht  en de opbrengst aan de armen gegeven moeten worden? Maar Jezus zegt: laat haar toch begaan: de armen zijn er altijd nog en u heeft een leven voor u om die te gedenken. Maar ik ben binnenkort vertrokken. Bij Johannes staat het verhaal er in iets andere zin. Het speelt daar al voor de intocht in Jeruzalem, en het is Maria, de zuster van Martha, die de mirrhe uitgiet, niet over zijn hoofd maar over zijn voeten, die ze daarna met haar haren afdroogt. In deze versie is het Judas, die zich met dezelfde argumenten tegen deze verspilling verzet. Ik denk dat we Judas met mildheid moeten bezien. Hij heeft verraad gepleegd, dat is waar. Maar ik denk dat hij verschrikkelijk teleurgetsteld was. Hij dacht dat Jezus een aards koninkrijk zou vestigen, een paradijs op aarde, dat er een revolutie zou komen, waarna rechtvaardigheid, vrede  en zorgzaamheid zouden heersen op de aarde. Toen hij zag dat Jezus dat helemaal niet van plan was, en ook dat soort macht niet had, – daar kom ik nog op terug bij de veroordeling – werd hij bitter, en velen met hem. Dit is een persoonlijke interpretatie, die weliswaar door sommige theologen en anderen gedeeld wordt, maar lang niet door iedereen.

Ook ik ben zeer teleurgesteld in wat velen van mijn leiders in deze wereld doen en laten, en kan daar verbittering over voelen. Vervolgens kan ik mijn leiders verraden en  kruisigen in symbolische zin (ik maak ze af op internet op meer of minder intellgente wijze) maar daar schiet ik weinig mee op. Wat dan wel? Een aardige vraag ter overdenking.

Dus ook deze periode in de lijdensweek geeft weer ‘food for thought’. Het is een tijd van teleurstelling, wanhoop, twijfel, woede, vergeving en hoop op een betere wereld (maar dan wel op langere termijn. De hoop op een betere wereld op korte termijn is vals). Voor mij is dat de waardige wereld zoals ik die geschetst heb in mijn laatste boek. En ik geloof inderdaad dat revolutie niet de weg is. Al sluit ik niet uit dat een opstand der horden in deze tijd met steeds toenemende onzekerheid en teruggang van welvaart nog plaats gaat vinden.

Je zou verwachten dat we met een dergelijk spiritueel erfgoed van deze lijdenstijd een bijzondere week van bezinning zouden maken. Maar dat is toch niet het geval. We leven door alsof er niets aan de hand is. Er is kermis op de Dam (in Amsterdam en elders), de koopavonden op Goede Vrijdag gaan gewoon door, en de vrije vrijdag van ambtenaren en bankmedewerkers is een goede gelegenheid om eens extra op vakantie te gaan. De Mattheus Passion in Naarden is verworden tot een plaats om je te laten zien en gezien te worden, met een lekkere lunch in een goed restaurant in de pauze. (Hoezo vastentijd?). Brood en spelen, genieten daar gaat het om. Wat wordt vergeten is dat ware vreugde voort komt uit het onder ogen zien van de pijn van jezelf en anderen, en het mededogen dat daaruit voorkomt. Of Jezus nu daadwerkelijk geleefd heeft of niet, zijn boodschap is actueler dan ooit.

Een adviesje tot slot: deze week is een heel goede werk om de evangeliën van Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes eens te (her)lezen, vanaf de intocht in Jeruzalem. Uit eigen ervaring kan ik zeggen: je steekt er altijd weer iets van op!