Auteursarchief: erik.van.praag

Valse hoop en echte hoop

Dit is een ingezonden brief die ik naar Trouw heb opgestuurd. Ze zullen hem waarschijnlijk niet plaatsen, omndat ik intussen ontdekt heb dat ze alleen maar brieven plaatsen tot 150 woorden, en dit zijn er 230. Jammer, maar helaas.

Klimaatjagers.

In Trouw van woensdag schrijft Willem Pekelder een goede recensie over het programma ‘Klimaatjagers’ van de VPRO. Citaat: “Vrolijk word je er niet van.” En verderop: “Je vraagt je wel af: is er nog wat aan die klimaatverandering te doen of zijn we reddeloos verloren? Gelukkig kregen we op die vraag een optimistisch antwoord. Abott: “Zelfs nu kunnen we het proces nog keren als we minder fossiele brandstoffen gaan gebruiken”.”

Helaas heeft Abott daarin ongelijk. Zelfs als we nu alle uitstoot door het gebruik van fossiele brandstoffen zouden stoppen, wat natuurlijk niet kan, en we ook niet zullen doen, dan gaat het proces van opwarming nog minstens een eeuw door. Dat blijkt ook uit de uitzending zelf: die laat zien dat we op sommige punten de zogenaamde kantelpunten (tipping points) voorbij zijn. Het proces heeft een eigen momentum gekregen.

Ons op valse hoop baseren heeft nog nooit iemand goed gedaan. Hoop hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt, zoals Vaclav Havel eens zei, maar is een kwaliteit van de ziel. Echte hoop is gelegen in het bewustzijn dat we ieder voor onszelf en als mensheid altijd een keuze hebben: waardig en liefdevol met elkaar omgaan in benarde omstandigheden, en daardoor onze creativiteit mobiliseren, of, als een kat in nood, rare sprongen maken en ten onder gaan in een strijd van allen tegen allen.

Erik van Praag, Amsterdam

 

Naschrift: De brief is toch geplaatst op vrijdag 13 september, maar geredigeerd en ingekort. De boodschap is in Trouw nu minder krachtig en duidelijk. Tja. . .

 

Bent u gesteld op uw gemoedsrust?

Gisteren het programma ‘Klimaatjagers’ gezien bij de VPRO op Nederland 2 (20.20 uur). Ondanks de prachtige beelden moet ik u ernstig ontraden dit programma te bekijken (bij voorbeeld via ‘Uitzending gemist’). Tenminste als u gesteld bent op uw gemoedsrust. Mocht u dit advies in de wind slaan, of het programma al gezien hebben en het tot u hebben laten doordringen, dan is het met uw gemoedsrust gedaan. Een grote treurigheid is uw deel.

Er zullen nog meer uitzendingen volgen, iedere zondagavond om 20.20 op Nederland 2. Als u die ook gaat zien kunt u daarna niet meer ontkennen dat de aarde opwarmt. Wel kunt u nog altijd van mening zijn dat dat dit proces niet door mensen veroorzaakt wordt, of dat de gevolgen zullen meevallen, of dat we voor dit probleem nog wel een technische oplossing zullen vinden, of dat de markt dit probleem wel zal oplossen, of dat het niet zo kan zijn dat de schepper zijn eigen schepping schade toebrengt, of dat de toekomst onzeker is en het bovendien niet onze taak is ons daarmee bezig te houden, of dat het uitsluitend belangrijk is in het hier-en-nu te leven, of dat er wel een wonder zal plaats vinden, of dat ieder probleem , dus ook dit, wel ergens goed voor is,  of dat het er niet toe doet of de mensheid overleeft of niet, kortom, dat het klimaatprobleem eigenlijk niet bestaat. Maar het zal toch wel steeds moeilijker worden u door de klimaatverandering niet te laten verontrusten.

Dus nogmaals: als u gesteld bent op uw gemoedsrust, vergeet dit programma en ga over tot de orde van de dag. Mocht u echter tot de die vreemde mensensoort behoren die de werkelijkheid, inclusief die processen die iets zeggen over de toekomst die we tegemoet gaan, liever onder ogen ziet, en u daardoor wilt laten bewegen, dan wens ik u veel kracht en wijsheid. Een beetje masochistisch is het wel, maar een zekere dosis masochisme hoort misschien wel bij een zinvol bestaan. Dat zien we onmiddellijk in als we het woord ‘masochisme’ vervangen door compassie, mededogen. Het is toch wel een beetje vreemd om ons bezig te houden met het leed van anderen, nu en in de toekomst. Maar zoals de Dalai Lama zegt: “De grootste innerlijke rust komt voort uit het ontwikkelen van liefde en compassie.” Dus misschien is het  gebrek aan gemoedsrust, waarover ik hierboven sprak, niet meer dan een voorbijgaande staat van zijn als we blijven kijken. Een interessant experiment.

The inequality chasm – the road to violence.

The chasm between haves and have nots, between rich and poor, is becoming deeper and wider. Especially in de United States, but as usual, Europe is following at some distance. Some interesting books by Joseph Stiglitz, Timothy Noah, George Packer address this problem. In the US this means the end of the American Dream: the perspective on a better life. Also in Europe the hope amongst the lower and lower middle class for a better future is vaporizing.*)

What are the consequences of this process? First on an individual level in the middle and lower class: a belief of having no prospect of  success, a sense of failure, low self-esteem, a latent anger or even rage, apathy. And in higher classes: vague, often suppressed feelings of uneasiness and guilt. Secondly on the collective level: the rise of extremist and populist movements, social instability, maybe even violence, and, interestingly, economic damage. So far for the neo-liberal ideology and practice.

The solution lies not in a direct government intervention in income. What we need is a complete different economy, such as the one that I described in my book: Voor niets gaat de zon op – blauwdruk voor een nieuwe wereld (unfortunately in Dutch only). I there called it a considerate, caring economy. It means a letting go of the of the neo-liberal ideology. Such a caring economy had four characteristics. First it is a common economy. This implies that many common goods, such as soil, air, nature, resources, water, shouldn’t be privately owned or exploited. Secondly this economy is a fair economy. This implies a complete reorganization of the banking system, a different tax system, a law against economic discrimination of women and minorities, and powerful legal and administrative supervision. Thirdly this economy is a sober economy. This implies less material consumption, and a tax system that takes the real production and transportation costs into account (including the cost for the environment). And last but not least this economy is a sustainable economy. It is circular, in the sense that ALL (raw) materials are re-used, and that the energy we use is only coming from  sustainable sources (non-fuel).

Do you find such an economy attractive? Then you have to take responsibility for that. From the deprived ones improvement shall not come. It all depends on you. So, be aware, develop compassion, keep looking, inform yourself and gain insight,  speak, act , vote. Then maybe, maybe, you can help to prevent a world that will collapse into violence.

 

*) Source: NRC/Handelsblad, 16/8/2013 (Marc Chavannes)

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker)

 

 

Jeroen, let op u saeck!

Er gaan steeds meer stemmen op om de ABN-Amro bank zo spoedig mogelijk weer te privatiseren. Dat zal ongeveer 12 miljard euro opleveren, waarmee de staat een verlies heeft geleden van € 20 miljard. Bovendien zal daarbij een inkomensbron wegvallen, want de bank maakt weer een bescheiden winst.

De druk om nu snel te privatiseren is echter enorm, vooral vanuit de bank zelf. In een artikel in NRC weekend van 18 augustus wordt duidelijk waarom. Ik citeer: “Afscheid van de staat kan hen (bronnen binnen de bank)  niet snel genoeg komen. Het geeft ze hun vrijheid en eergevoel terug”. (Eergevoel?!? Welk eergevoel hebben ze overgehouden aan het fiasco van de bank, toen die nog particulier was, vraag je je af). Ze willen weer stunten met prijzen (als overheidsbank mag de bank dat niet). “We pitchen overal mee, maar we worden niet uitgekozen als we niet flink willen meelopen in het risico” (wat de bank als staatseigendom niet mag). De directeur communicatie kwalificeert de verlangens van de bankiers als heimwee naar het verleden. En inderdaad, uit het genoemde artikel komt de oude mentaliteit: grote deals sluiten, grote risico’s nemen, meespelen met de grote jongens, glorie en glamour, weer helemaal naar voren.

Toch is ook van buitenaf de druk om de bank nu snel te privatiseren, met name onder politici groot. Waarom in godsnaam? Waarom niet eens een paar jaartjes wachten, om te kijken of je er alsdan, als de economie wat meer tot rust is gekomen,  wat meer voor kunt krijgen? Als ik een politicus was, zou ik veeleer pleiten voor het omvormen van de bank tot de aloude Rijkspostspaarbank. Maar misschien zou dat beter kunnen gebeuren met SNS. We hebben dan nog altijd een groot aantal, particuliere banken over, maar in elk geval zouden we dan een betrouwbare plek hebben om ons geld te stallen. Maar dat gaat natuurlijk helemaal in tegen de vrije markt ideologie. Zoals ook elders blijkt: we hebben weinig of niets geleerd van de kredietcrisis, de neo-liberale ideologie is nog even sterk als voor de crisis.

Als ik een rekening zou hebben bij ABNB-Amro, quod non, dan zou ik hem onmiddellijk opzeggen als de bank geprivatiseerd zou worden. Jeroen, let op u saeck! 1)

 

1) O Nederland, let op u saeck, Valerius, Neder-landtsche gedenck-clanck, Haerlem 1626, bl. 90

 

 

De zegeningen van onze regering.

Mensen die mij kennen weten dat ik niet zo gecharmeerd ben van onze regering. Ik deel die mening met alle Nederlanders op 20 personen na. Die zijn misschien wat minder negatief dan de rest, want zij zijn de regering.

Maar vandaag wi ik het eens voor onze regering opnemen. Hier volgen mijn argumenten:

1. Zij zijn niet corrupt, althans (veel) minder dan de regeringen in andere landen, op een paar landen in Noord-West Europa na.

2. Zij doen niet aan cliëntelisme, althans veel minder dan de regeringen in de meeste andere landen.

3. Zij kiezen niet eenzijdig partij voor een deel van de bevolking, althans veel minder dan de regeringen in bijna alle andere landen.

4. Zij hebben hun nek uitgestoken om een vrijwel onmogelijke taak te vervullen: een herstructurering in de economie, en tegelijkertijd het begrotingstekort omlaag brengen. Die taak is vrijwel onmogelijk, omdat wisselende meerderheden in dit land tegen ELK voorstel zijn dat een wezenlijke verbetering inhoudt. Dat geldt zowel voor maatschappelijke organisaties als in het parlement. Deze meerderheden hebben bovendien geen werkbaar tegenvoorstel, want daarover zijn ze onderling weer zeer verdeeld.

5. Zij zijn bereid weerstanden in hun eigen partijen te trotseren.

6.  Zij voeren een gematigd buitenlands beleid.

7. Zij varen slechts beperkt mee op de golven van het populisme, en zijn niet racistisch.

8. De meeste leden van deze regering gaat het niet uitsluitend om macht, maar ook om een missie. Vele ministers en staatssecretarissen hadden een veelvoud van hun huidige salaris kunnen verdienen in het bedrijfsleven. Het merendeel van deze regering bestaat uit fatsoenlijke mensen, die soms nog aardig zijn ook. De ego’s van een aantal ministers en staatssecretarissen zijn bij lange na niet zo groot als die van veel van hun tegenstanders.

9. Het kabinet telt 8 vrouwen (40 %) onder wie 5 ministers (ook bijna 40 %).

10. Zij worden ten onrechte aangesproken op de puinhopen van het tweede kabinet Kok en de daarop volgende vier kabinetten Balkenende, met name op het gebied van de hypotheekrenteaftrek en de pensioenen; de primaire oorzaken van de achterblijvende economische groei in Nederland (wat op zichzelf trouwens een zegen is, maar daarover  een andere keer).

Kortom, ik vind dat we ons gelukkig mogen prijzen met een dergelijke regering. Natuurlijk heb ik ook wezenlijke kritiekpunten (waarover ook een andere keer), maar het had zoveel erger kunnen zijn. We krijgen, zoals elk land, natuurlijk ook de regering die we verdienen Ik tel mijn zegeningen, en daar hoort bij dat ik woon in een land dat ordelijk bestuurd wordt. We onderschatten wel eens hoe bijzonder dat is en hoeveel plezier we daarvan hebben. Als we onze kritiek op de regering eens zouden funderen op een basis van waardering en respect, dan zou dat zeer kunnen bijdragen tot goede verhoudingen in de samenleving. We zijn natuurlijk fantastische stuurlui aan de wal, maar zolang we niet in staat zijn op de wal te varen past ons bescheidenheid. Hear, hear, gesproken door iemand die daar nou niet bepaald in uitblinkt! Ik zou trouwens ook niet weten hoe je in bescheidenheid kan uitblinken – het lijkt me een contradictie in terminis (zoals door Dickens is aangetoond middels zijn onsterfelijke figuur Uriah Heep in David Copperfield).

 

 

Hoop en schoonheid in de hel.

Terwijl de Westerse landen doorgaan met hun neoliberale koers en dusdoende bijdragen tot een klimaatramp van ongekende omvang, heeft de rest van de wereld het te druk met elkaar de tent uitvechten. Overdreven? Nauwelijks. Hoewel oorlogen tussen landen veel minder voorkomen dan vroeger, zijn de onderlinge conflicten binnen landen omvangrijker dan ooit. Gaat het in Centraal Afrika voornamelijk om etnische conflicten, in Azië spelen religieuze conflicten een centrale rol.  In Noord-Afrika en het Midden-Oosten bestrijden de moslims elkaar  op leven en dood, en nu voegt ook het verre Oosten zich in de strijd. In Thailand, Birma en Sri Lanka roeren zich agressieve boeddhistische strijdgroepen, aangevoerd, je zou ook kunnen zeggen aangevuurd, door monniken. Zij bestrijden de moslims op leven en dood, en die laten zich dat natuurlijk die niet zomaar welgevallen. In allerlei andere landen smeulen conflicten, waarbij ook Hindoe’s en Christenen (de Pinkstergemeentes en aanverwante groepen) betrokken zijn. De wereld staat in brand. Was het altijd al zo erg? Ik weet het niet. Etnische en religieuze conflicten zijn van alle tijden, maar het lijkt nu wel heel massaal en heel algemeen te worden. Hoe zou dat komen? Ik zie de volgende factoren:

– armoede vormt een goede voedingsbodem

– het fundamentalisme in alle godsdiensten speelt een rol

– nieuwe communicatiemiddelen, met name de sociale media, maakt het mogelijk snel vele mensen te mobiliseren.

– regeringen en leiders in vrijwel alle landen waar dit speelt zijn corrupt en partijdig. Zelfs volledig democratisch gekozen leiders lappen, eenmaal gekozen, de regels van de democratie aan hun laars.

Moeten we dit ons aantrekken? Je zou kunnen zeggen: dat is Verweggistan, en laten ze het onderling maar uitknokken. Maar dan onderschatten we de schade die we daar direct en indirect van ondervinden: economisch, ecologisch. Ook kan de vonk ook wel makkelijk overslaan naar hier: aanslagen, instabiliteit, en zo meer. Afgezien daarvan, een beetje solidariteit met onze broeders en zuster aldaar kan ook geen kwaad.

Maar kunnen we er wat aan doen? Volgens zowel de neo-liberalen en ook een econoom als Deirde McCloskey, van andere liberale snit, is het kapitalisme de oplossing. McCloskey ziet dit kapitalisme zelfs als de bron van alle deugden. Tja, je vindt het misschien gek, maar ik geloof in geen enkele ideologie, ook niet in die van het kapitalisme, of het socialisme.

Ineens moet ik aan mijn vader denken. Als antwoord op de barbarij van het fascisme en nazisme, en uit angst voor nihilisme, ontwikkelde hij de theorie van het moderne humanisme. Niet zozeer een ideologie als wel een levensovertuiging gebaseerd op het geloof in de redelijke en zedelijke (=morele) vermogens van de mens. Mijn vader was geïnspireerd door het socialisme, en de waarden van geestelijke vrijheid, verdraagzaamheid en eerbied voor voor de persoon vormen het fundament van zijn levensovertuiging. Hij was van mening dat de humanist een opvoedkundige taak had, en dit was een van de redenen waarom hij samen met anderen het Humanistisch Verbond heeft opgericht. Maar het Humanisme heeft zich in Nederland in eenzijdig rationele richting ontwikkeld (al is er nu een kentering gaande) en is mede daarom nooit een massabeweging geworden.

Terugkijkend denk ik dat de gedrevenheid waarmee mijn vader zich inzette voor het humanisme en het Humanistisch Verbond mede een verdediging was voor de hopeloosheid die binnen in hem altijd op de loer lag. Een van zijn lijfspreuken was: “Het is onrealistisch niet te hopen”. Daar geloofde hij ook wel in, maar de spreuk had ook iets krampachtigs.

Ik zie een parallel tussen de tijd waarin mijn vader zijn gedachten over het humanisme ontwikkelde (voor en in de wereldoorlog), en de huidige tijd. We zijn als mensheid volkomen de weg kwijt. Maar toen en nu gebeuren er ook mooie dingen: wij scheppen ook schoonheid (in de kunst en in relaties)  en we hebben ook lief. Bovendien is er schoonheid in de wereld, en wie daar zijn aandacht op richt valt ontroering ten deel. Soms denk ik wel eens dat schoonheids- en eenheidsbeleving zelfs toeneemt terwijl de barbarij ook toeneemt. Alsof de wereld in balans blijft, maar de extremen heftiger worden.

En intussen houd ik me maar aan de uitspraken van Vaclav Havel: Diep in onszelf dragen we het zaad van de hoop. . . .  Hoop is niet hetzelfde als optimisme. Evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen. Wel de zekerheid dat iets zinvol is. Ongeacht de afloop, het resultaat.

Is freemasonry a mystery school?

To answer this question one has to define what is a mystery school. That can be a matter of some discussion, but as far as I am concerned a mystery school is a school that fulfills the following conditions:

1. There is a founder, or authoritative leader, dead or living.

2. There is a community, physical or virtual, of autonomous individuals with a common intention: searching and being open for the mystery in life.

3. There is a doctrine, a philosophy or an ideology.

4. There is a path of initiations.

5. There are specific practices or rituals that form the methodology of the school.

Now, freemasonry doesn’t fulfill the first of these conditions, and only partially the third. We do have some ideas about reality, namely that we see the world as works under construction, and we do have a few ethical rules, but I wouldn’t call this a full fledged theory. One of the reasons for that is that freemasonry is accessible for people from all religious and political convictions and backgrounds, so in that realm we cannot have a collective vision.

So, in the most literal sense freemasonry is not a mystery school, but you certainly can experience it that way. It is up to you. The more basic question however is: do you believe that mysteries are a part of life? Or do yo believe that all life is rationally explainable? Do you believe that reality is just what we can sensorially perceive  (be it sometimes only indirectly through scientific devices), or do you believe that there is a reality beyond that? Are there demons, angels, devas? How do you know?

I wish you a wonderful, mysterious day!

 

For those who want to know more about mystery schools, see: https://www.theedge.nu/en/more-info/mysteryschools

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker)

De transpersoonlijke ‘cloud’.

De onthullingen van Snowden over de spionage praktijken van de NSA hebben ons nog weer eens met de neus gedrukt op het feit dat de informatie op internet in feite openbaar is, want toegankelijk voor iedere regering en deskundige hacker. Mij  persoonlijk kan het niet zoveel schelen, tot op de dag dat ik ten onrechte beschuldigd zal worden van een misdaad die ik een feite niet heb begaan. Ik heb namelijk niets te verbergen, behalve uiteraard die handelingen die ik niet verricht heb. Als die echter niettemin toch geopenbaard worden dan is daar verder weinig aan te doen, behalve een rechtszaak die tot mijn dood zal voortduren, en waarin de kans niet uitgesloten moet worden geacht dat ik postuum alsnog wordt vrijgesproken. Overigns is het een van de overwegingen waarom ik mijn persoonljke gegevens toch maar niet opsla in de cloud.

Maar ik zit met een ander probleem. Daarvoor eerst een kleine uitweiding. Aangetoond is dat onze hersenen veruit onvoldoende capaciteit hebben om al onze herinneringen (inclusief de bijbehorende beelden en emoties) te kunnen bevatten. Maar waar zijn zij dan opgeslagen? Sommige onderzoekers stellen dat het lichaam in zijn totaliteit de opslag is, maar daar is weinig bewijs voor en het  lijkt me ook niet erg waarschijnlijk – en overigens geloof ik dat de capaciteit dan nog onvoldoende is, aannemende dat alle geheugeninhoud niet systematisch over alle lichaamscellen verdeeld is. Waarschijnlijker lijkt het me dat ons bewustzijn is opgeslagen in een soort geestelijke of transcendente ‘cloud’ die zich niet als materie maar als een soort informatieveld in, maar vooral ook buiten ons lichaam bevindt. Dat komt dus zeer dicht bij het begrip noösfeer, waarover Vladimir Vernadski als eerste gepubliceerd heeft, en dat bekend is geworden door het werk van Teilhard de Chardin.

Als dat zo is heeft dat een paar interessante en verreikende consequenties. In de eerste plaats betekent het dat als ons lichaam sterft, dat niet noodzakelijkerwijs betekent dat ons bewustzijn ook sterft. Dit komt overeen met de bevindingen van Pim van Lommel aangaande bijna doodservaringen (BDE), waarbij is aangetoond dat het bewustzijn nog kan voortgaan terwijl de hersenactiviteit is gestopt. In de tweede plaats betekent het dat we niet onze hersenenen zijn, maar dat de hersenen meer kunnen worden gezien als een radio-ontvanger die informatie van elders doorgeeft. (Hoe zo geen vrije wil?). Ten derde betekent het dat deze ‘cloud’ in principe voor iedereen toegankelijk is. Je kunt er vergif op innemen dat er een tijd komt waarin we net zo makkelijk toegang kunnen verkrijgen tot elkaars bewustzijn, als nu tot elkaars gegevens op internet – waarschijnlijk veel makkelijker.

Dat zal  dan de realisering zijn van de werkelijke globalisering, de werkelijke eenheid, de evolutie van Gaia naar een hoger niveau van bewustzijn. Ik kan absoluut niet overzien wat dat betekent.  Wat het in elk geval zal betekenen is dat ik geen geheimen meer kan hebben, voor niemand, zelf niet als ik dood ben. En of ik dat nou zo leuk vind . . . ;(

 

From temper tantrum to maturity.

Since the foundation in 1948 of the State of Israel, no-one, no country or organization, sanctioned Israel for the things it did. It disregarded several UN resolutions, it violated international law repeatedly, but the only responses from  the outside world (apart form the Palestinians) were some paternal reprimands, with no further consequences. That reminds me of parents who, after their children do something that is not acceptable (such as, for example, throwing food, or beating other children), rebuke their children, after which nothing happens (the behavior continues). Then of course the net result is that those children in the end cannot accept any boundaries. They in a way get stuck in an age of three, when autonomy is developing and boundaries should be set.

Now something remarkable happened. The European Union decided that Israel is not allowed anymore to import goods from the occupied territories with the label Made in Israel. The label should make it clear that the goods are coming from the Westbank or Gaza. Also the special favorable income tariffs for Israelian goods will not be applied anymore to goods of Westbank or Gaza origin.

This caused a temper tantrum in Israel. Everyone (apart from some Peace groups) was very upset, angry, annoyed, indignant, irate, enraged, livid, vexed, displeased – you name it. Israel reacted as a three year old child that was never confronted with any real limits. My personal conclusion from this is that the psychological age of the state of Israel is three years.

This made me wonder. What for example is the psychological age of the United States of America? It feels as: in the midst of the teens. Dynamic, impatient, optimistic about the future, an exploring mind, exuberant, arrogant, assertive. No sense for postponing satisfaction – if I want something, I want it now.

What is the age of Europe? On the one hand we are old. Conservative, wise, rigid, haughty, skeptical, careful, spiritual, compassionate. But on the other hand the younger generation, at least the native whites, are influenced a lot by the american way of life. They are young, critical, individualistic, and they don’t easily give up. So in the end Europe is a schizy continent, at least for the time being. I think it is  difficult to be a mature, flexible, open minded person in Europe. Mindfulness is a heavy assignment in both continents. This is probably why our leadership fails.

It would be interesting to estimate the ages of, say, China, India, Russia, Brasil. I personally don’t know enough of those countries to say something intelligent about it. But it would be useful knowledge if one wants to estimate the processes and outcomes of negotiations and cooperation. Real cooperation is only possible between parties that are both mature and grown up. How important that is shows the Israelian case. Anyone who wants to promote Peace negotiations between Israel and the Palestines, should know that no result can be accomplished unless the Israelians learn that boundaries exist. They will not learn that the soft way, by words alone. Only sanctions can make that clear. It doesn’t seem to me that the American government (Kerry, Obama) is seeing this.

And what should the Palestinians learn? As a result of ages of repressions they appear to me as primary school kids, who see only two possible reactions in life: submission or rebellion. They have to rediscover their own strength. If they don’t negotiations with Israelians will fail. The facilitators of the negotiations should know that as well.

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker)

Ik houd van Holland.

Laatst gehoord uit de eerste hand:

Een klein festival, muzikanten stellen zich op om muziek te gaan maken, en worden vervolgens bekogeld met grintsteentjes door schoffies. Mijn zegsman gaat naar de kinderen toe en zegt: “Niet doen jongens, die mensen doen gewoon hun werk.” Geen effect. Nu gaat mijn zegsman naar een van die jongetjes toe, pakt hem bij de arm, kijkt hem strak aan en zegt: “ophouwen, nu!”. Het volgende wat hij merkt is dat hij een dreun voor zijn kop krijgt en uitgeteld op de grond ligt. Bleek afkomstig van de vader van het jongetje. Interessant, hij laat zijn kind wel de muzikanten met stenen bekogelen, maar pikt het niet als iemand daar wat van zegt.

Twee weken geleden was ik met mijn kleinkinderen in Duinrell, en stond op een gegeven moment met een van mijn kleinzoons op een soort pleintje. Op tien tot vijftig meter van ons vandaan bevonden zich acht afvalbakken, allemaal goed geleegd. De grond daarentegen was bezaaid met verpakkinspapiertjes, lege colablikjes, etensresten, enzovoort. Zouden de mensen dat nu thuis ook doen? Niks ten nadele van Duinrell trouwens, er liepen voortdurend schoonmaakploegen rond, bemand door die allochtonen die we hier niet willen hebben, maar er was niet tegenop te werken.

In Nederland is de inflatie de hoogste van Europa (3,2 %) en het consumentenvertrouwen het laagste (lager nog dan in Portugal en Griekeland!). Ik weet natuurlijk, net als alle economen en psychologen, niet precies hoe dat komt, maar ik heb wel een hypothese. Ik denk dat het komt omdat onze regering, daarin gesteund door het bedrijfsleven, belangengroepen en de oppositie, sinds het 2e kabinet Kok niet meer regeert maar voornamelijk vergadert en overlegt. Dat heet laissez-faire. Het gevolg is dat er niets gebeurt, en we langzaam maar zeker verworden tot een land dat achteraan loopt in de wereld. Mensen voelen dat, en zo ontstaat er een lamlendige stemming.

Drie verhaaltjes die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben. Voor mezelf is het een opgave hierdoor mijn stemming niet te laten bederven, er niet negatief van te worden, en door te gaan met de dingen die mijn hart en mijn hand te doen vinden. Zo ben ik momenteel bezig met het schrijven van een boekje ter gelegenheid van de heropening van het prachtige gerestaureerde logegebouw van de vrijmetselarij. Leuk werk. En bovendien geniet ik van het schitterende weer en mijn heerlijke huis. Kijk, daar word ik nou vrolijk van.

Ik schrijf dit in de showroom van de garage, waar ik zojuist mijn auto heb weggebracht. Ik krijg net te horen dat mijn achterbanden moeten worden vervangen – een lelijke tegenvaller. Maar naast me zit een Japanse expat, die al drie en een half jaar in Nederland woont. Desgevraagd verklaart hij hier graag langer te willen blijven. Wat hem aan Nederland bevalt, vraag ik hem. “People are so kind and generous, and there is this beautiful infrastructure.” Inderdaad – wegen aanleggen is een van de weinige dingen waarin dit kleine land nog groot is. Kennelijk moet je het eens van een ander horen om het te waarderen. En wat hij over de Nederlanders zegt heb ik vaker gehoord. Het geeft een ander beeld dan ik hierboven geschetst heb.

Ondanks alles houd ik van Holland – en ik zou nergens anders willen wonen.