Soms zegt een leraar iets dat je eigenlijk al wel weet, maar zet het zo mooi op een rijtje dat het toch overkomt als een nieuw inzicht. Dit overkwam me dezer dagen in een sessie met Joanna Macy (de bedenker van de Council of Alle Beings) vanuit Findhorn. Zij stelde dat in onze samenleving drie verhalen de boventoon voeren. Verhalen die werken als een lens waardoor we de realiteit zien en beoordelen. Die drie verhalen zijn:
- Business as Usual
- Het grote uiteenvallen (the Great Unraveling)
- De grote omkeer (the Great Turning)
Het eerste verhaal spreek voor zichzelf. Het tweede verhaal beschrijft de vernietiging van de wereld zoals wij die kennen, door de ineenstorting van ecosystemen, klimaatrampen, atoombommen, enfin, u kent het wel. Het derde verhaal is het scenario van de hoop, soms tegen beter weten in. Het schetst een wereld waarin we de problemen van het tweede verhaal overwinnen, en we een sprong maken naar een hoger niveau van bewustzijn, hetgeen resulteert in een meer harmonieuze wereld.
Deze denkscenarios bestaan tegelijkertijd in vrijwel elke samenleving op deze planeet. Wat Joanna wel zijdelings noemt maar niet benadrukt, is dat deze scenarios ook stevig zijn verankerd in elk van ons persoonlijk, ook al verdringen we sommige van die scenario’s. In mijn eigen leven bijvoorbeeld wordt een groot deel van mijn denken en leven nog steeds in beslag genomen door ‘business as usual’, hoewel ik me van die andere scenario’s best bewust ben.
Het punt dat ik in dit blog wil maken is dat we er goed aan doen ons bewust te zijn en blijven van de rol die elk van deze scenario’s speelt in ons denken en handelen. Zouden we ons beperken tot ‘business as usual’, zoals veel voorkomt in de politiek en het bedrijfsleven (al wordt soms lippendienst bewezen aan een van de andere scenario’s *), dan verandert er niets en koersen we zeker af op een of meer rampen. Als we onevenredig veel nadruk geven aan scenario 2, dan verliezen we de moed, en worden we apathisch, angstig of machteloos woedend. Aandacht geven aan scenario drie is het lastigst, omdat er nog maar weinig in deze tijd is wat daarop wijst. Maar wat in elk geval niet helpt, is de beide andere verhalen ontkennen, want dan belanden we in een soort ongegronde ‘airy-fairy’ wereld.

In de komende blogs zal ik ingaan op wat we kunnen en moeten doen om scenario 3 meer werkelijkheidsgehalte te geven. Ten dele ben ik daar in de vorige blogs over geloof en hoop al op ingegaan, maar er valt nog meer over te zeggen. Wordt vervolgd.
*) Voorbeelden hiervan: het idee dat economische groei nog mogelijk is, gecombineerd met een houtsnijdend klimaatbeleid, dat aangehangen wordt door alle politieke partijen met uitzondering van de Partij voor de Dieren. Of het idee dat we toe moeten naar allemaal een elektrische auto, en gasloze huishoudens en dat we dan alle benodigde elektriciteit tijdig duurzaam kunnen opwekken . Quod non.


Geloof, hoop en liefde – zonder deze drie is het leven leeg en zinloos. Vorige keer heb ik het over geloof gehad, nu wil ik het hebben over hoop.
Daarom is het niet vreemd om te veronderstellen dat er nog een onzichtbare wereld is, die we (vooralsnog) ook niet kunnen zien of horen. Denk aan engelen, demonen (goed- en kwaadaardig), djinns, deva’s, ‘nature spirits’, en, volgens sommige tradities, overledenen. Als die wereld inderdaad bestaat, dan is uw kamer , waarin u zogenaamd alleen aanwezig bent, nog veel voller dan u al dacht, want er is geen enkele reden om aan te nemen dat er niet een aantal van deze zogenaamde ‘subtiele wezens’ door heen zweven.
In de eerste plaats heeft het humanisme in Nederland zich onder invloed van het Humanistisch Verbond (HV) sterk rationalistisch ontwikkeld. Daarmee spreekt het minder tot het hart, en voldoet het niet aan de behoeften van diegenen die niet gewend zijn aan redeneren en analyseren.
Gelukkig brengt de bijbel opnieuw uitkomst. ‘Oordeel met een rechtvaardig oordeel’ (Joh. 7.24) of ‘Openlijk zult gij uw volksgenoten terechtwijzen.’ (Lev, 19:17). Vooral die laatste uitspraak (die vooraf gaat aan de beroemde uitspraak: ‘Gij zult u naaste liefhebben als uzelf’ is interessant: oordelen mag niet alleen, soms moet het zelfs. Dit roept natuurlijk weer allerlei nieuwe vragen op zoals: wanneer moet je oordelen en wanneer niet; wanneer is een oordeel rechtvaardig, en wie bepaalt dat? Maar daarover een andere keer.
Over deze vraag hebben geleerden zich al eeuwen lang gebogen. Een tijdlang werd gedacht dat tijd is te zien als een constante stroom, die één richting op stroomt. Vandaar ook de tweede wet van de thermodynamica, die luidt, kort door de bocht: de wanorde van elk gesloten systeem neemt toe in de tijd. Of anders gezegd: warmte stroomt altijd één kant op, van warm naar koud. Maar aan dit beeld werd door Einstein radicaal een einde gemaakt met zijn algemene relativiteitstheorie. Ruimte en tijd vormen een onverbrekelijk geheel, dat ontstaan is met het ontstaan van het heelal, en dat weefsel van de ruimtetijd is vervormbaar. Het kromt onder invloed van de zwaartekracht, en niet iedere gebeurtenis of handeling duurt overal even lang. Er bestaat in de kosmos geen gemeenschappelijk nu. De tijd zou uiteindelijk zelfs circulair kunnen zijn, en het verschil tussen heden en verleden zou kunnen verdwijnen.
Onlangs kreeg ik van mijn schoondochter het kinderboek Momo en de tijdspaarders van Michael Ende (de schrijver van het Oneindige Verhaal) omdat ik, zo dacht ze, daar wel geïnteresseerd zou zijn en daar wat mee zou kunnen op mijn blog. Daar had ze gelijk in, en dit blog is het eerste resultaat.