Categoriearchief: Mens en samenleving

‘We have come too far to disdain the future now.’ 

Since the nineties we know that in business organizations can’t work effectively without a collective vision (see f.i. The Fifth Discipline: The Art and Practice of the Learning Organization (Senge 1990). The same is true for countries and nations. But strangely enough politicians don’t seem to know this. They are completely focussed on the short term and on how they can win votes in the next elections.

Already it is said in the Bible, Proverbs, 600 B.C.: ‘Where there is no guidance, a people falls’ (11:14), and ‘Where there is no prophecy the people cast of restraint’ (29:18). This in my opinion is exactly what is happening today, especially in Europe and America. But the question of course arises: what should that vision be and where should it come from?

Proverbs suggest that it should come from ‘counsellors’. However in these days counsellors are  so-called experts, who mostly differ in opinion about where we should go in the future. Anyway, they are not a source of inspiration for a collective vision. Moreover I think that the collective vision should be a shared vision. Otherwise it could never inspire us to move and act in the desired direction.

This is where leadership should come in. One of the last politicians who was not merely a manager but a real leader as far as I know was John F. Kennedy who said: ‘We are all visionaries. Let it not be said of this Atlantic generation that we left visions and ideals to the past, nor purpose and determination to our adversaries. We have come too far; we have sacrificed too much, to disdain the future now.’  Also Barack Obama to a certain extent was a visionary, but unfortunately he lost most of that during his presidency.

Anyway, what we can learn from both presidents, is that a shared vision cannot come into existence without the full participation of a community, that part of the public that feels  engaged and is concerned with the common cause ( the‘caring majority’; see ‘No is not enough’ by Naomi Klein, 2017). So visionary leadership should not only inspire, but also create the conditions for a public dialogue. This is what we need in these times of global warming and so much tension in the world.

Now, if our ‘leaders’ fail to exert this kind of leadership, we have to do it ourselves. If it is not coming top-ddown, it has to come bottom-up. We have to start this dialogue about the future we desire in  our own small communities, and extend that dialogue to wider communities. ‘We have come too far; we have sacrificed too much, to disdain the future now.’

 

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker.

Waar het visioen ontbreekt, verwildert het volk.

Bovenstaande uitspraak is de titel van een boek van Dorothee Sölle. (Ein Volk ohne Vision geht zugrunde, 2009).Deze uitspraak is een parafrase van Spr. 11:14 en 29:18. In de nieuwste bijbelvertaling wordt vertaald: ‘Door gebrek aan visie gaat het volk ten onder’, respectievelijk, ‘Zonder profetie vervalt het volk tot bandeloosheid’. Naar mijn menig is dit precies wat er nu aan de hand is. Interessant dat deze wijsheid al in de 6e eeuw v.C. werd opgetekend.

In Nederland is het visieloze tijdperk begonnen met het tweede kabinet Kok, toen de premier expliciet zei dat de PvdA zijn ideologische veren moest afschudden. De VVD en de christen-democratie hadden die veren al eerder afgeschud. Balkenende heeft nog eens geprobeerd een nieuwe visie te ontwikkelen door te verwijzen naar het VOC verleden. Dat was een wat ongelukkige greep, omdat dit verleden behalve door ondernemingslust en handelsgeest ook gekenmerkt werd door uitbuiting, kolonisatie, geweld en later, vooral via de WIC, slavenhandel.

In het verleden zijn overigens wel inspirerende bronnen te vinden voor een visie. Ik denk daarbij aan Erasmus, Coornhert, Willem van Oranje en stadhouder Willem III, en Spinoza, die allemaal op hun manier pleitten en stonden voor vrijheid van meningsuiting en een pluriforme samenleving – al moet ook gezegd worden dat zij , behalve misschien Coornhert en Spinoza, van tijd tot tijd terugvielen in minder tolerante uitspraken en handelingen. Maar toch. . . uiteindelijk mondde de denkwijzen van Erasmus, Coornhert en Willem van Oranje uit in het Plakkaat van Verlatinghe, waarbij de ondergeschiktheid aan koning Philips II van Spanje werd opgezegd ter verdediging van vrijheid en tolerantie.

W. Whitlau zegt hierover: Het Nederlands geschiedenisonderwijs na de Tweede Wereldoorlog zou wel eens een grote kans gemist kunnen hebben, door zo sterk af te dingen op het unieke van de Nederlandse revolutie in de 16e eeuw, en de opdracht die daaraan ontleend placht te worden tot het herbergen van vluchtelingen en het ondersteunen van verdrukten. Een volk dat de ‘familiegeschiedenis’ wordt ontnomen, biedt nieuwe generaties geen aangrijpingspunt meer tot identificatie.*)

Moeten we onze collectieve visie dan maar ontlenen aan het verleden? Dat is in dit land al een keer eerder geprobeerd, rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw, door mannen als Groen van Prinsterer en Abraham Kuyper. Uiteindelijk heeft dat echter geleid tot de christen-democratie, die zich ontwikkeld heeft tot een van de meest behoudende en autoritaire  krachten in deze samenleving (Dat zat er trouwens vanaf het begin al in. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop Abraham Kuyper in 1903 met zijn ‘worgwetten’ de spoorwegstaking brak, het eerste massale arbeidersprotest dat Nederland kende). Niet bepaald een inspirerend voorbeeld. Ook het Joodse volk ontleent zijn visie aan zijn verleden, zowel het bijbelse verleden als de latere diaspora en al het vreselijke wat daarin gebeurd is, van pogroms tot de shoa. Dat is in Israël verworden tot een repressieve en reactionaire politiek, evenmin een inspirerend voorbeeld. Bovendien zie je dat een land wat zich te zeer identificeert met zijn verleden altijd kan vervallen tot een eng nationalisme met ‘Blut und Boden’ – theorieën, uiteindelijk leidend tot uitsluiting van minderheden en racisme. Dat moeten we natuurlijk niet hebben.

Het verleden kan dus inspirerend werken, maar is uiteindelijk geen solide basis voor onze collectieve visie. Waar moet die dan wel vandaan komen? En hoe zou die visie er dan uit moeten zien? En hebben we wel een visie nodig? Op dit soort vragen zal ik ingaan in het volgende blog.

 

*) W. Whitlau, Niet in de hemel, verkenningen in de wereld van de Joodse traditie, 1985

Schaamte.

Het is me niet gelukt te achterhalen hoeveel vluchtelingen er vast zitten in vluchtelingenkampen in Griekenland en Italië, maar het moeten er tienduizenden zijn, die daar leven in mensonterende omstandigheden.

In 2015 maakte de EU een afspraak met Turkije om met spoed 120.ooo vluchtelingen op te nemen. Dat aantal kwam bovenop eerdere toezeggingen om 40.000 vluchtelingen op te nemen; totaal dus 160.000. Voor Nederland betekende dat 9600 vluchtelingen. Zoals bekend heeft geen enkel land (behalve Turkije, dat inderdaad geen vluchtelingen meer doorlaat) zich aan die afspraak gehouden. Voo zover ik weet heeft Nederland ca. 500 vluchtelingen uit die deal opgenomen. . . Werkelijk fantastisch!

Om de huidige vluchtelingen crisis op te lossen zou Europa bereid moeten zijn om zes jaar lang elk jaar 250.000 vluchtelingen op te nemen. Voor Nederland zou dat betekenen: 90.000 vluchtelingen, dat wil zeggen 15.000 per jaar. Dat zou natuurlijk de totale ondergang van dit land betekenen. . .

De hele situatie doet me sterk denken aan de situatie voor de tweede wereldoorlog, toen de landen ook slechts mondjesmaat Joodse vluchtelingen opnamen. Als kind las ik het jeugdboek Het Zwervende Schip van Lisa Tetzner, over een schip met voornamelijk Joodse vluchtelingen uit Europa dat vergeefs rondzwalkte voor de kusten van Zuid-Amerika, maar zijn lading wanhopige mensen niet kwijt kon: ze werden in geen enkel land toegelaten. Gelukkig leed het schip schipbreuk in een storm, zodat in elk geval voor deze groep het probleem was opgelost. . .

Het is me bekend dat er tussen de vluchtelingen ook een aantal ‘economische’ vluchtelingen zitten, met name uit West-Afrika. Dat is een probleem, omdat deze vluchtelingen geen kans hebben op toelating, en door weg te trekken uit hun thuisland de economische toestand daar verder verslechteren. Voor dat probleem zie ik zo direct nog geen oplossing, anders dan het drastisch verhogen van ontwikkelingshulp (maar dan op een andere wijze dan in het verleden en niet ‘à fonds perdu’). Ook weet ik natuurlijk wel dat met het opnemen van 15.000 vluchtelingen per jaar het probleem niet duurzaam is opgelost, maar het zou in elk geval een veel humaner manier van doen zijn dan wat we nu doen. Wat we nu (niet) doen kan echt niet. Ik schaam me diep om burger te zijn van een land, dat zo kil met dit vraagstuk omgaat. Klaver lukte het niet deze houding te beïnvloeden. Ik ben benieuwd wat de Christen Unie ervan terecht brengt.

The Nile Project

Egypt, Eritrea, Kenya, Sudan, Rwanda, Burundi, Uganda, Ethiopia, Tanzania, South Sudan, Congo (Kinhassa). What do all these countries have in common?

  1. With the exception of Congo, they all have a shortage of water.
  2. They all have a global food security index of 50 % or less, often below 20 %.
  3. With the exception of Egypt, most people in these countries don’t have access to electricity.
  4. In all these countries there is violence and/or war.
  5. They all are riperian states of the Nile.

Interesting: the Nile is the river with the most riperian states in the world: 11 (Congo 10, Amazon 8). Potentially the Nile is a source of prosperity, but in fact it is also a cause of war. The suffering in these countries is  hardly imaginable. I recently read What is the What, written by Dave Eggers, based on the life of Valentino Achak Deng, about the wars in Sudan. The suffering and the cruelties  that are described in that book are very difficult to digest.

However. . .

Coming back from  holiday I attended the Holland Festival Proms. This was a wonderful day all over, but the highlight certainly was The Nile Project. A group of about 14 musicians who with their love, vitality and african music ravished the public. With their laments they touched everyone deeply, and one couldn’t stop moving and dancing when they played their exciting rhythms.

Now the interesting thing is these musicians came from all countries I mentioned above. This is what the Nile Project is about: bringing people from all these countries together in peace, love and understanding. They also have an ecological goal; in their own words: “We inspire, inform, and connect Nile citizens to help them collaborate on cultivating the sustainability of their river.” The Nile Project was founded in 2011 and since then organized 143 concerts, 200 workshops, 6 international gatherings, and produced 2 albums. They also organize student programs, and university chapters, community programs and so on and so on. They are networking all over the world. Their methodology is based on the Theory U (developed by Peter Senge, Otto Sharmer, and others).

It is very encouraging that in the midst of deep misery, cruelty and violence, beauty and love always come forward and blossom. Therein lies the hope for this world. This concert moved me deeply and made me very happy.

I never heard about The Nile Project before. This may be true for many of you. If ever you get the chance to watch a performance, don’t miss it. You can also in other ways get involved with the project, see the website: https://nileproject.org/about/

To be or not to be, that is the question. . .

For English text, see below.

Rutte, Buma en Pechthold hebben de kans verspeeld om waarlijk leiderschap te tonen door gezamenlijk de publieke opinie te beïnvloeden. In plaats daarvan lopen ze liever aan de leiband van ‘het volk. . .’ en hun (vermeende) achterbannen.

Dit is mijn laatste blog voor mijn vakantie. het volgende blog verschijnt, zo de Here wil en wij leven, op 29 juni. Onderstaand een samenvatting in het Engels van mijn laatste vijf blogs.

Summary of the last five blogs.

  1. It doesn’t appear that humanity will succeed in restricting global warming to two degrees centigrade. So we need help from the unseen, subtle worlds to deal peacefully and efficiently with the resulting problems. We have to ask for that through prayer. Then this help hopefully will manifest through us. This can be seen as the second coming.
  2. One of the conditions for effective prayer is that we need to have faith and a belief in  miracles. We have to assume that the subtle worlds exist and we have to develop an attitude of expectancy.
  3. We also have to become meek. “Blessed are the meek, for they shall inherit the earth” (Matth:5:6) . Then we are ready for prayer: “Thy will be done, on earth as it is in heaven.”
  4. Then we have to manifest what we prayed for. We have to collaborate with our partners in the subltle worlds. Probably our partners are eager to work with us together. The preparation of manifestation ask discipline and stamina. Butr the manifestation itself is not that hard work. Joy and contentment indicate we are involved in a process of finding our piece of the planetary puzzle.

So far my last blogs. Next month aI’ll be away on holiday. I’ll be back in july. So long!

 

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker.

 

 

Ons stukje van de planetaire puzzel.

In De Groene Amsterdammer van vorige week las ik dat de tien bedrijven in Nederland die de grootste bijdrage leveren aan de CO2 uitstoot in feite nog geen wezenlijke stappen hebben gezet om die uitstoor te verminderen, en ook niet voornemens zijn dat binnen afzienbare tijd te doen.  De uistoot is nog even groot als tien jaar geleden. Van de energietransitie waarover in Nederland sprake is  komt zodoende natuurlijk niets terecht. Het is dus niet alleen de overheid die in gebreke blijft.

Reden te meer om ons in gebed tot onze partners in de subtiele werelden te wenden, zoals ik in de vorige blogs heb beschreven. Maar nadat we ons in gebed tot hen gewend hebben, komt het weer op onszelf aan! Hoe kunnen wij ons aandeel leveren bij het helen van de wereld en het redden van de mensheid? Wat kunnen wij in deze wereld manifesteren, creëren, zichtbaar maken?

Van belang is dat we allereerst vast stellen wat het is dat we werkelijk willen. Is dat een wereld waarin de opwarming beperkt is tot twee graden? Of willen we feitelijk een wereld waarin de mensheid op liefdevolle en daardoor effectieve wijze omgaat met de problemen die ontstaan zijn door een opwarming van twee graden of meer? Ik voor mij geloof niet meer in de eerste visie, dus richt ik me op de tweede.

Hoe dit zij, wat je visie ook is: denk groot! Ook als eenling kan je al veel bereiken, met name als je daarbij ook samen werkt met anderen die hetzelfde willen.  (Zie bijvoorbeeld wat Boyan Slat te weeg brengt in verband met het opruimen van de plastic soep in de oceanen). Hoeveel machtiger word je dan niet als met elkaar aan de slag gaat.

Maar overigens gaat het er om dat datgene wat je wilt manifesteren in lijn is met de vraag die je voorgelegd hebt aan de subtiele werelden (zie mijn vorige blog). Je wilt immers met je partners aldaar samenwerken? En ook is het van belang dat wat je wilt manifesteren een expressie is van wie je bent en wilt zijn. Manifesteren tegen je eigen natuur en de levensstoom in zal niet lukken (Over hoe effectief te manifesteren heb ik eerder geschreven in Spiritueel Leiderschap).

Hoewel ik je aanraad om niet te beperkt te denken, gaat het er toch om jezelf niet te overschreeuwen. We zijn niet allemaal een Boyan Slat. Iedere bijdrage aan een humanere wereld is welkom en nodig, ook al lijkt het misschien een druppel op een gloeiende plaat. Doe gewoon wat je hand en je hart te doen vinden. Maar vermijd de valkuil om in het wilde weg maar wat te doen. Manifesteren is iets anders dan handelen: je actie dient organisch uit het manifestatie proces voort te komen. Een criterium om vast te stellen of je goed bezig bent is vreugde en voldoening. De partners in de subtiele werelden willen waarschijnlijk graag met ons samenwerken. Als je daarentegen iets wilt forceren is frustratie je deel.

Onze collectieve bestemming is te zien als een grote legpuzzel. (Het beeld is van Danaan Parry). Je hebt een stukje van die legpuzzel in handen. Zonder dat stukje is de legpuzzel nooit te maken. Moge jij je plekje voor jouw stukje vinden. . . Dat is het wonder waarover ik eerder sprak, en als dat bij velen van ons gebeurt kun je spreken van de wederkomst; het paradijs op aarde.

 

 

 

In gesprek met de subtiele werelden.

Prachtig, zoals in reactie op de weerstand tegen maatregelen om het klimaatprobleem aan te pakken, er allerlei bewegingen ontstaan die die aanpak juist bevorderen. Protestbewegingen, maar ook nieuwe technologische ontwikkelingen, en bedrijven en overheden die eindelijk bij zinnen komen (onze overheid nog niet, helaas). Niettemin zullen we er niet in slagen de opwarming beneden de twee graden te houden, zoals ik in vorige blogs heb laten zien – het zal eerder drie of vier graden worden – en dat vormt een directe bedreiging voor de mensheid. We hebben hulp nodig van onze partners in de onzichtbare werkelijkheid. Om die hulp kunnen we vragen in gebed.

Gebed is een dialoog met een onzichtbare gesprekspartner. Dat hoeft niet God te zijn, het kan eigenlijk ieder wezen zijn uit de subtiele werelden. Je hoeft in het bestaan van hen niet echt te geloven, maar je moet dan wel doen alsof je gelooft. De kans dat je dan echt gaat geloven is overigens niet denkbeeldig.

Over gebed heb ik eerder geschreven *) maar voor nu beperk ik me tot het volgende. Een gebed is vooral luisteren: wat heeft de subtiele wereld me te zeggen? Die boodschap kan komen in woorden, maar ook in beelden, intuïtie, inspiratie, min of meer vage gevoelens of gewaarwordingen, hoe dan ook. Het kan soms lang duren, maar als je open en verwachtingsvol bent komt die boodschap eigenlijk altijd. Geduld! Het is overigens niet altijd een boodschap die we graag horen. We hebben soms de neiging ons onwelgevallige boodschappen weg te drukken. Daarom is het van belang dat we luisteren met open oor en open geest.

Maar soms willen we ook wat zeggen: iets (mee)delen, of in dit geval iets vragen: hulp bij de genezing van de wereld (de natuur, waarvan we zelf deel uitmaken). Die vraag moet geboren zijn uit gevoelde nood, anders werkt het uiteraard niet. En verder moet de vraag ook een gift inhouden: onze bereidheid om samen te werken met onze partners in de subtiele wereld, en daar zonodig offers voor te brengen. We moeten voorts bereid zijn ons over te geven aan de inzichten en aanwijzingen uit de subtiele wereld. Overgave is, zoals ik vaker heb gezegd, iets heel anders dan onderwerping. Bij overgave blijven we zelf verantwoordelijk, we geven onze autoriteit niet op. In tegendeel: we versterken die juist.

Het is belangrijk dat we de vraag maar één keer stellen. Als we het vaker doen, wordt het al gauw gezeur. We moeten er op vertrouwen dat we gehoord worden. Daarom is het van belang dat we de vraag pas stellen als we er echt klaar voor zijn: de vraag moet komen vanuit ons diepste zelf. Hij moet gesteld worden met hart en ziel. En er moet voldaan zijn aan de voorwaarden die ik in vorige blogs en ook hierboven heb genoemd. Beter wachten, dan de vraag stellen als we er eigenlijk nog niet klaar voor zijn.

Gehoord worden betekent niet dat ons gebed ook verhoord wordt. Vragen staat vrij, maar het recht van weigeren behoort daarbij. Wij weten natuurlijk niet wat de overwegingen zijn van onze partners om al dan niet aan onze wensen te voldoen. We kunnen ook niet weten op welke wijze ons gebed eventueel verhoord wordt. Het kan wel zijn dat het in een heel andere vorm komt dan we verwachten, en zoals gezegd  kan het ook zijn dat we een boodschap krijgen die ons helemaal niet uitkomt.

In elk geval zal een vervulling van onze wensen en verlangens komen door middel van ons zelf. Zoals ik al eerder zei: het is niet zo dat onze onzichtbare partners de zaken wel even voor ons oplossen. Dat zal altijd moeten gaan via ons eigen bewustzijn en ons eigen handelen. Daarmee kom ik op de wetten van manifestatie, waar ik in een volgend blog op zal ingaan.

 

*) https://www.bol.com/nl/p/gebedsboekje-voor-zoekers/1001004010181124/#modal_open

Wij buigen in deemoed het hoofd. . .

Wij mensen hebben een collectieve structuur ontworpen die schadelijk is voor de wereld waarin we leven. Dat is al begonnen met de landbouwrevolutie, en daar zijn de industriële revolutie en de informatie-revolutie op gevolgd. Dat is gepaard gegaan met maatschappelijke en economische ontwikkelingen – natiestaten, kapitalisme, neoliberalisme -, die  geleid hebben en nog steeds leiden tot geweld, ongelijkheid in vermogen en inkomen en tenslotte uitputting van de aarde. Dat neemt de individuele verantwoordelijkheid niet weg, maar het is niettemin voor een individu bijzonder moeilijk zich aan ‘het systeem’ te onttrekken. Weshalve we allemaal medeplichtig zijn aan de negatieve effecten van het systeem.

Het heeft weinig zin om ons daarover schuldig te gaan voelen, maar enige bescheidenheid  en nederigheid is daarentegen wel op zijn plaats. We mogen blij en trots zijn op de mooie dingen die we als mensheid bereikt hebben: kunst, wetenschap, democratie en een toenemende welvaart voor velen van ons, maar moeten tegelijkertijd de ogen niet sluiten voor wat we elkaar en de planeet aandoen.

“Gezegend zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven”. Het ontwikkelen van zachtmoedigheid is de tweede voorwaarde voor een effectief verzoek om hulp aan onze partners in de transcendente werkelijkheid, waarover ik in mijn vorige blog kwam te spreken. Hulp die we nodig hebben om de klimaat problematiek te overleven.

Het woord zachtmoedigheid bevat twee aspecten: zachtheid en (ge)moed. Als we zachtmoedigheid in onszelf willen ontwikkelen, zullen we zachter moeten worden. Ons hart zal open moeten staan voor mededogen voor en verdriet om de pijn van de wereld en de onmacht van de mensheid. Tegelijkertijd zullen we moed moeten ontwikkelen: moed om de werkelijkheid waarin we ons bevinden onder ogen te zien.

Als we dusdoende ons geloof in de transcendente wereld, in de mogelijkheid van wonderen en een leefbare toekomst (zie mijn vorige blog),  en zachtmoedigheid hebben ontwikkeld zijn we klaar om hulp te vragen aan de wezens in de ‘subtle realms’. We doen dit in gebed.  Velen van ons zijn niet gewend te bidden – daarom ga ik daar in een volgend blog op in. Maar nu al vast dit: we kunnen niet verwachten dat onze partners in de ‘subtle worlds’ dit eventjes voor ons gaan oplossen. We moeten zelf ook een substantieel aandeel leveren. Wat en hoe? Ook daarover kom ik later te spreken.

Be realistic, plan for a miracle.

Zoals ik in mijn vorige blog zei ziet het er niet naar uit dat de mensheid op eigen kracht het klimaatprobleem gaat oplossen. Daarom hebben we hulp nodig, hulp van buiten, van boven, vanuit de transcendente werkelijkheid. Maar die hulp komt niet vanzelf. We zullen daarom moeten vragen. En omdat op een effectieve manier en vanuit een bescheiden houding te kunnen doen zullen we ons moeten voorbereiden.

Een van de eerste voorwaarden voor een effectief verzoek om hulp is dat we in de mogelijkheid daarvan moeten geloven. Geloven we in een transcendente wereld van waaruit ons hulp kan worden geboden? Voor velen van ons is dat pure fantasie, wensdenken. Anderen, die de mogelijkheid van het bestaan van een transcendente wereld niet uitsluiten worden niettemin geplaagd door twijfel: bestaat die wereld wel, en bekommeren de wezens daar zich ons om ons lot? Zelfs diegenen die gelovig of godsdienstig zijn kennen die twijfel: geloof zonder twijfel is per definitie onmogelijk (wat niet betekent dat gelovigen  zich steeds van die twijfel bewust zijn).

Hoe gaan we om met twijfel? In elk geval niet het wegstoppen of onderdrukken; daar wordt het alleen maar sterker van. Het beste is deze twijfel rustig onder ogen te zien, maar ons tegelijkertijd te realiseren, dat we ook nooit zeker kunnen weten dat de transcendente wereld niet bestaat, en dat de daarin levende wezens zich niet om ons bekommeren. Het is dus niet realistisch niet te hopen, zoals mijn goede vader reeds zei. Wonderen zijn altijd mogelijk. En als we met deze houding naar de wereld om ons heen kijken, dan zien we hiervoor ook de bewijzen. In mijn vorige blog noemde ik al de praktijk van de Findhorn community, maar er is veel meer. De wereld, het leven als geheel, is een wonder, dat nooit geheel door de natuurwetten kan worden beschreven en begrepen. Er is altijd ruimte voor het mysterie en wonderbaarlijke gebeurtenissen. ‘Miracles are natural. When they do not occur, something has gone wrong.” (A Course in Miracles)

Deze houding van een open staan voor de toekomst, verwachtingsvol zijn zonder pessimisme maar ook zonder irrealistisch optimisme, is de eerste voorwaarde voor een effectief verzoek om hulp. Over de tweede voorwaarde kom ik in een volgend blog te spreken.

 

 

Preparing for the second coming.

Too bad! Humanity on their own will not succeed in confining global warming to 2 degrees centigrade. If the Paris agreement om Climate Change will be carried out completely, global warming shall be 3 degrees, experts are telling us. But, as we all can see, the Paris agreement will not be executed completely. Moreover, many of the agreements within the overall agreement are merely suggestions or well meant intentions, no deals with sanctions if not performed. James Hansen, a world-famous  climate expert called te Paris agreement ‘bullshit’. Very strange that here in Europe almost all politicians still are going by the assumption that 2 degrees is still feasible. I call this mystification. But that is not as bad as what the Trump administration is doing: denying that the climate problem exists. I call that a serious crime.

Already a global warming of two degrees will cause disasters, the beginning of which we already can see today (one degree temperature rise): draughts, floods, melting of icecaps and glaciers, sea level rise, dead of vital ecosystems (f.i. the Great Barrier Rif), etc. Let alone the effects of three or more degrees – these are unimaginable and a serious threat to the survival of mankind.

So mankind is not going to make it. Unless we get help form ‘above’, the subtle world, the unseen realms. For many of us this is pure phantasy, wishful thinking, daydreaming, but in fact there are already many examples of extraterrestrial help. One of the best documented examples is the decennia old practice of the Findhorn community (see https://www.findhorn.org).

How will this support from the unseen world manifest? It will manifest through us. The entities (deva’s, angels, spirits) in the subtle realms only very rarely intervene directly in the material world, but they can guide us and tell us what to do, and in that way collaborate with us. Then we can create miracles: events that transcend the physical laws. In this way we cannot solve the global warming problem, but maybe we can limit its consequences.

This won’t happen automatically. We have to prepare for this in two ways: developing the belief that this is possible (faith), and at the same time knowing we do not deserve this support, becoming meek and still expectant (like children). “Blessed are the meek, for they shall inherit the earth” (Matth:5:6) . Then we are ready for prayer: “Thy will be done, on earth as it is in heaven.” Needless to say that it is not necessary to practice this in an orthodox christian way.  If you want to approach this attitude from a Christian viewpoint you should rather think of gnosis (https://en.wikipedia.org/wiki/Gnosis). Although in the Findhorn community, as far as I know, this term is not in use, this is what they are practicing there. However, it can be done out of any spiritual practice (Islam, Buddhism, Hinduism, Judaism, whatever) and also without any religious background.

So this is our assignment for the immediate future: preparing for the second coming of the Christ energy. A hugh task, but very rewarding. Blessed be you all!

 

Disclaimer: I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker.