Categoriearchief: Spiritualiteit

De zoektocht naar waarheid, deel VI

Als we de kosmos op ons in laten werken stuiten we op vele raadsels. Ik noem er een paar: wat is er buiten ons heelal? Is er ander leven in dit universum, en hoe zou dat er uit zien? En kunnen we daar mee in contact komen – en hoe dan? Wat ging er vooraf aan de ‘big bang’? En hoe stellen we ons die ‘big bang’ eigenlijk voor – kan er een heelal ontstaan uit een oneindig klein punt? Wat is eeuwigheid, wat is onneindigheid? Is evolutie onderhevig aan de tweede wet van de thermodynamica, of werken die processen in een soort balans of strijd met elkaar? Wat is zwarte materie, en zwarte energie? Wat zit er achter de zwarte gaten? Bestaan er ‘onzichtbare werelden’ en waar zijn die dan? Of zijn die non-lokaal? En misschien nog wel het grootste mysterie van alles: is het ontwikkelingsproces na de big bang te beschrijven als een proces van oorzaak en gevolg, louter gebaseerd op toeval, of ligt er aan dit alles een ‘grand design’ ten grondslag? Raadsels, raadsels, raadsels.

Je zou kunnen zeggen dat het zoeken naar waarheid in de kosmos daarom nooit tot een resultaat kan leiden. Maar zo is het niet. Bestudering van de kosmos kan op twee manieren: door de wetenschap en door ‘schouwing’; op ons in laten werken. De wetenschap – kosmologie, astrologie, natuurkunde – leidt tot de ontdekking van natuurwetten, die tijdelijk, of binnen een bepaalde context een waarheid opleveren. Zo waren een tijdlang de Newtoniaanse wetten van de klassieke mechanica de ‘laatste’ waarheid, totdat de relativiteitstheorie van Einstein, en de quantum-theorie van Max Planck aantoonden dat die wetten alleen maar gelden binnen een beperkte context. Deze nieuwe theorieën hebben nu de status van een laatste waarheid, maar algemeen wordt aangenomen dat ook deze theorieën niet de ‘algemene theorie van alles’ representeren. Om te beginnen zijn ze onderling strijdig. Ze stellen ons voor door het verstand niet te bevatten mysteriën. En bovendien wordt nu wel algemeen aangenomen dat de natuurwetten slechts geldig zijn na de ‘big bang’. Wat er daarvoor en daarbuiten aan wetten gold en geldt: dat weten we niet.

Schouwing – bijvoorbeeld een sterrenhemel op je laten inwerken -leidt tot het intuïtief ontdekken van de mystieke of spirituele wetten. Ik noem er een paar:

  • De wet van de zon, dat is de wet van onbeperkte energie. Deze wet houdt in dat energie in oneindige hoeveelheid beschikbaar is. Je kunt deze wet derhalve ook de wet van de overvloed noemen. . . . Het gaat hierbij niet alleen om fysieke, maar ook om alle vormen van geestelijke energie.
  • De wet van Hermes Trismegistos: zo boven, zo beneden. Die houdt in dat we het grote weerspiegeld zien in het kleine; de kosmos in de mens en zelfs in de micro-wereld van de quantummechanica.
  • De wet van het ongelimiteerde potentieel. Deze wet houdt in dat er geen grenzen zijn aan wat de mensheid kan scheppen. De mensheid is een manifestatie van de scheppende Intelligentie die deze wereld heeft geschapen en nog steeds schept.*)

Deze schouwing kan alleen maar tot esoterische kennis leiden, tot een voor iemand persoonlijk geldende waarheid, niet tot de ‘objectieve’ waarheid van de natuurwetten.

Je kunt je afvragen waarom we zoeken naar kosmische waarheden. en of dat enige zin heeft. Op deze vraag kom ik in mijn volgende blog, de slotbeschouwing in deze serie ‘De zoektocht naar waarheid’, terug.

*) Meer uitgebreid heb ik over spirituele wetten geschreven in mijn boeken Voor niets gaat de zon op (2012), pg, 137 en Op weg naar jezelf (2015), pg. 148

De zoektocht naar waarheid, deel V

Een winde bij mijn raam schenkt me meer voldoening dan abstracte redeneringen in boeken‘ (Walt Whitman). Anders dan bij de samenleving kunnen we met de natuur wel in direct contact komen, omdat de natuur zowel in het detail als in het geheel volledig aanwezig is. Een ons open stellen voor de natuur levert bijna altijd een emotionele ervaring op: van ontroering, schoonheid, verwondering, soms ook van afkeer. Niet zelden beleven we de natuur als een in wezen onbegrijpelijk mysterie.

Maar als we de waarheid omtrent de natuur te weten willen komen kunnen we toch niet buiten abstracte informatie. De meeste mensen kunnen niet in directe zin waarnemen dat de biodiversiteit op de wereld ernstig achteruit gaat, of dat er een fatale klimaatcrisis aan de gang is, of hoe de evolutie in elkaar zit. En daarmee sluiten we op de zelfde problemen die ik in mijn vorige blog in verband met de betrouwbaarheid van informatie heb besproken. De wetenschap kan ons daarbij te hulp komen. Maar ook dan moeten we leren onderscheid te maken tussen echte wetenschap en als wetenschap vermomde onzin (bijvoorbeeld van wetenschappers die schrijven over een ander terrein dan waarop ze deskundig zijn, maar wel hun wetenschappelijk autoriteit gebruiken).

Als we diep in het mysterie van de natuur duiken dan kan het zijn dat we gaan zien, en tenslotte ervaren, dat alles op de wereld één is. Dat is een waarheid die je op verschillend niveau kan duiden. Dat in de fysieke natuur alles op en om deze wereld met alles samenhangt (de Gaia hypothese van Lovelock) wordt door de wetenschap intussen wel algemeen aanvaard. Op een dieper niveau kan je echter gaan geloven dat de aarde zelf, inclusief de fysieke natuur en de mensheid die daar deel van uit maakt, één levend organisme is, dat ademt, waarneemt (ook via de ruimtevaart zichzelf kan waarnemen, als het ware in de spiegel kan kijken), en bewustzijn en identiteit (ziel) heeft. Dit inzicht is niet door de traditionele wetenschap bevestigd, maar is niettemin de overtuiging van vele spirituele leraren over de hele wereld en het kan uw persoonlijke waarheid worden. De mensheid is dan een levend orgaan in dit organisme, en wij zijn te zien als de cellen van dat orgaan. Dit orgaan is thans ziek (niet alleen Covid-19, maar ook de op kanker lijkende woekering waarmee dit orgaan alle andere levende organen van Gaia, en daarmee uiteindelijk zichzelf, bedreigt). Daarmee kun je Gaia zelf als ziek beschouwen, ook al zal ze het, wellicht in verminkte vorm, wel overleven.

Aarde en maan vanuit de ruimte

Nu we wat dieper in het mysterie de natuur zijn doorgedrongen rijst er een interessante vraag: bestaat er een ‘overlighting intelligence’ van planten en dieren? Het bestaan ervan is niet wetenschappelijk bewezen, maar sterke aanwijzingen vinden we onder meer in de geschiedenis en het werk van de Findhorn organisatie en David Spangler (https://www.findhorn.org/about-us/ en https://lorian.org). De laatste stelt dat dergelijke ‘intelligenties’ ook bestaat bij de niet-levende natuur en door mensen gemaakte voorwerpen en apparaten. Ik ken weldenkende en op zichzelf verstandige en nuchtere mensen die met deze ‘intelligenties’ direct contact ervaren, maar zelf heb ik die ervaring niet. In de wetenschappelijke onderzoeken naar BDE’s (bijna doodservaringen) vinden we ook aanwijzingen voor het bestaan van een non-fysieke realiteit. Het is goed voor deze ‘onzichtbare werelden’ open te staan bij ons zoeken naar waarheid in de natuur. (Ik heb daar eerder over geschreven in oktober 2018)

Hiermee zijn we de grenzen van Gaia overschreden. In mijn volgende blog ga ik daar verder op door.

De zoektocht naar waarheid, deel III

Mensen leven in groepsverband. Dat is al zo lang als de mensheid bestaat. Vroeger was er het stamverband. In de landbouwrevolutie ontstond de familie (meer uitgebreid dan het huidige gezin). Daarna de buurt- of dorpsgemeenschap, het hof (graafschap, hertogdom), het klooster, de stad, de natie, de vereniging, de organisatie. En waarschijnlijk vergeet ik nog het een en ander; zeker in landen buiten het Westen.

Al deze collectiviteiten kunnen een bron zijn van waarheid. Algemene kennis over deze organismen kunnen we vinden in de wetenschap: geschiedenis, sociologie, psychologie, organisatieleer, enzovoort. Maar we kunnen ook direct contact maken met de in onze omgeving bestaande collectiviteiten waarvan we al dan niet deel uitmaken, en dat kan ook heel leerzaam zijn.

Aan al deze vormen van groepvorming kunnen we een structuur en een cultuur onderscheiden. De structuur is het netwerk van formele en informele relaties, de cultuur de wijze van met elkaar omgaan en de normen en waarden die daaraan ten grondslag liggen. Ten dele zijn deze structuur en cultuur direct waar te nemen, maar er zijn ook meer verborgen aspecten, en het vereist nauwlettende waarneming, en soms nader onderzoek om die te zien. Denk aan ‘geheime’ bondjes binnen families of organisatie, of aan een onderhuids conflict in families of teams dat gemaskeerd kan worden door oppervlakkige vriendelijkheid. Er zijn vele voorbeelden te bedenken. Als je er eenmaal oog voor krijgt kan je het aanvoelen.

Onder deze cultuur en structuur bevindt zich een diepere laag: de ziel of identiteit van een groep of organisatie. Ik heb daar in januari en februari uitvoerig over geschreven, dus ik wou er nu maar kort over zijn. De identiteit of de ziel kan expliciet geformuleerd zijn, in de vorm van een beginsel of een motto, maar ook een meer verborgen leven leiden als een gevoel van trots om bij de familie, groep of organisatie te behoren. Hieruit blijkt dat de groepsidentiteit een onderdeel is van de persoonlijke identiteit, en alleen al daarom al is het goed om die groepsidentiteit te onderzoeken.

We kunnen concluderen dat er aan groep of organisatie veel valt af te zien. Waarom is het van belang daar aandacht aan te besteden? Waarom zouden we ook hier de waarheid van ‘wat is’ willen onderzoeken? Dat is van belang om ook in deze context schijn en leugen te ontmaskeren, en ook omdat we alleen op die manier ook enige afstand kunnen nemen van de groepsverbanden waartoe we behoren. En dat is weer nodig om in vrijheid de wezenlijke keuzes in ons leven te maken.

De zoektocht naar waarheid, deel II

In onze zoektocht naar Waarheid (zie de vorige twee blogs) besteed ik vandaag aandacht aan de tweede kolom uit bovenstaande matrix. De waarheid is ook te vinden in het contact met de ander. Een voorwaarde daarvoor is dat je echt wilt luisteren en echt wilt zien. Kunnen en willen we luisteren zonder meteen te reageren? Kunnen we luisteren zonder iets te willen bereiken? Kunnen we door de woorden heen, middels toon en expressie van de ander, contact krijgen met de achterliggende gemoedsbeweging? Met andere woorden: kunnen we luisteren uit echte interesse in wie die ander is? En kunnen we kijken zonder dat een voorafgaand beeld van die ander schuift tussen wat we zien en wie die ander werkelijk is? Kunnen we in het gelaat en de motoriek van de ander zijn/haar essentie zien? Met andere woorden: kunnen we en willen we zien zonder oordeel vooraf?

Al we tot dit alles bereid en in staat zijn – dat valt overigens door oefening te leren – kunnen we de ander echt leren kennen. En dat werpt ook weer een licht op onszelf. Het unieke zelf van de ander, het geheel van zijn/haar eigenschappen, roept vrijwel altijd een innerlijke reactie op: van sympathie of antipathie, hoe licht ook. Dat heeft alles te maken met soortgelijke eigenschappen, openlijk of verborgen, in onszelf. De ander is wat dat betreft onze beste leermeester, met name als die bij ons een heftige negatieve reactie oproept. Dat verwijst dan meestal naar onverwerkte ervaringen in onszelf, die als belemmeringen kunnen werken voor de vervulling van ons leven.

Dit alles gezegd zijnde is het ook goed om ons te realiseren dat de ander , als wijzelf, ook uniek is, en dus altijd anders dan wijzelf. Wij kunnen en moeten de ander niet willen vangen in een door ons vooropgezet denkkader (Levinas*). Dan kan het zijn dat we de uniciteit van de ander echt gaan ervaren. Als we helemaal open met de ander contact kunnen maken, dan kan het gebeuren dat we verbinding maken met haar/zijn ware zelf, en daarmee met ons eigen ware zelf (zie vorige blog). Dan kan er tussen ons en de ander liefde en eenheid ontstaan. Dat kan in een vaste relatie, maar ook tussen vrienden, familieleden of, bij momenten, in andere contacten.

Zo zien we dat het het contact met de ander naast het contact met onszelf ook een bron van waarheid kan zijn. In het volgende blog kom ik te spreken over de derde kolom in het schema.

*) Joachim Duyndam & Marcel Poorthuis, Levinas, 2003, en http://www.duyndam.demon.nl/gelaat.pdf

De zoektocht naar waarheid, deel I

In mijn vorige blog stelt ik dat onze opdracht in dit leven het zoeken naar waarheid is. Maar wat is waarheid?

Zoals ik zie het zie komt waarheid in tien hapklare brokken, die je kunt ordenen op twee dimensies: materieel-spiritueel (of: zichtbaar-onzichtbaar), en op de dimensie micro-meso-macro. Ik heb dit weergegeven in onderstaande matrix, die bestaat uit tien cellen.

Laat ik op elk van die cellen wat nader ingaan. (Dat is natuurlijk veel te veel materiaal voor dit blog, dus dat moet in een paar afleveringen). Maar eerst iets over de dimensies. De dimensie materieel-spiritueel komt overeen met datgene wat we met onze vijf zintuigen kunnen waarnemen (materieel), en datgene wat we alleen maar kunnen kennen door intuïtie of openbaring ( innerlijk weten). De dimensie meso-macro is een in de organsatiewetenschap heel gebruikelijke indeling. Onder micro verstaan we alles wat één of twee individuen betreft, meso is het niveau van organismen die uit meer mensen bestaan (teams, de organisatie), en macro slaat dan op de samenleving als geheel, wat ik heb uitgebreid tot de wereld en het universum.

Dan nu de cellen. De cellen in de eerste kolom slaan op zelfonderzoek. Zoeken naar waarheid in deze cellen is zoeken naar het antwoord op vragen als: Wie ben ik, wat is mijn missie hier op aarde, wat is mijn bestemming, waar ga ik naar toe? Dit onderzoek, als het oprecht en zonder zelfmisleiding en oordeel wordt uitgevoerd, leidt tot zelfkennis en zelfinzicht, en uiteindelijk in de regel tot zelfwaardering en levensvreugde. Als we ons beperken tot zelfobservatie, inclusief de observatie van ons gedrag, dan vinden we uiteindelijk ons unieke zelf: ons unieke lichaam (vingerafdruk, iris, gelaat), onze unieke gift die we te geven hebben aan de wereld (ons stukje van de planetaire puzzel), onze opdracht. We stuiten dan ook op onze pijn, blokkades en weerstanden; struikelblokken op ons levenspad. We leren zodoende datgene kennen wat we onze persoonlijkheid of ons karakter noemen. Gaan we meer de spirituele weg op (meditatie, numineuze ervaringen), dan komen we uiteindelijk uit bij ons ware zelf: ons diepste zijn waarin we allemaal gelijk zijn.*) Dit openbaart zich aan ons als leegte, als het besef dat we geleid en gedragen worden, en als het contact met ons oorspronkelijke weten: dat wat we altijd al geweten hebben voorafgaande aan de kennis en de normen en waarden die ons zijn aangeleerd. Het is onze innerlijke gids, ons oer-geweten (wat Kant het a priori noemde), de bron en het fundament van ons bestaan.

Het bereiken van zelfinzicht is een voorwaarde voor verdere waarheidsvinding, want het maakt dat je de moed vindt en in staat bent om onbevooroordeeld te blijven kijken. Je benadert dan de werkelijkheid in plaats van deze mooier of just lelijker te maken dan die is. Wordt vervolgd.

*) Marc Gafni, Your Unique Self, 2012

Al is de leugen nog zo snel . . .

Jarenlang heb ik persoonlijke en spirituele ontwikkeling beschouwd als de voornaamste betekenis die we aan ons leven kunnen geven: ontdekken wat het is dat je in dit leven te leren, te doen en te geven hebt, en er aan werken de belemmeringen daarvoor weg te nemen en je talenten daarvoor te ontwikkelen. Maar de laatste tijd ben ik daar niet meer zo zeker van. Misschien ligt de opdracht van ons leven veeleer in het zoeken naar Waarheid en ons daarover uitspreken.

Dezer dagen stuitte ik op twee verschillende voor mij gezaghebbende bronnen die dit stellen: Caroline Myss in de online cursus Riding the Phoenix, en Thomas Mann en Albert Camus, geciteerd door Rob Riemen in Adel van de geest, een vergeten ideaal (2009). En inderdaad, in deze week van herdenking en viering van de vrijheid besef je dat het onrecht in de wereld en elke aantasting van de vrijheid altijd gebaseerd is op ontkenning, leugen, bedrog, complottheorieën en nepnieuws.

Maar wat is Waarheid? Jouw waarheid hoeft de mijne niet te zijn. Eeuwenlang hebben filosofen en mystici gezocht naar het Ware, het Goede en het Schone, er daarbij van uitgaande dat er inderdaad zoiets is als het Ware het Goede en het Schone. Daarbij staat het Ware bovenaan, want als het Ware wordt aangetast is het Goede het Schone niet meer te vinden.

Het zijn Nietzsche, en in zijn voetspoor Sartre, geweest die bij hun zoektocht naar het ware uiteindelijk uitkwamen op het Niets: zij kwamen tot de conclusie dat onze zoektocht naar de Waarheid uiteindelijk uitloopt op de conclusie dat er niets anders is dan dit materiële aardse bestaan. Daarna, daarboven, daar waar dan ook is er niets. Nichts! Met name Nietzsche heeft moeite met deze ‘waarheid’. ‘Mijn leven behelst nu enkel nog de wens dat het met alle dingen anders gesteld is dan ik denk, en dat iemand mijn “waarheden” ongeloofwaardig voor mij maakt.” (citaat bij Rob Riemen)

Zelf geloof ik echter dat die Waarheid wel degelijk bestaat en inhoud heeft, al zullen we die Waarheid nooit volledig kennen. Dit geloof is gebaseerd op het gezag van mijn leermeesters, en vooral op mijn eigen innerlijke zoektocht – van zoeker, naar onderzoeker naar ziener – , die uiteindelijk uitliep op enige openbaringen, of, zo u dat te verheven vindt, enige intuïties. In een later blog zal ik daar wat van delen, in het besef dat het nog steeds mijn waarheid is, die u met me kunt delen of vervangen door uw eigen waarheid.

De overwinning van de Waarheid over de eucharistische Heresy van Peter Paul Rubens.

Een ‘Great Turning’? – III

Twee keer heeft er in het afgelopen millennium een fundamentele paradigmaverschuiving plaats gevonden: een andere manier van kijken naar de wereld om ons heen. De eerste keer toen het tot ons doordrong, dat de aarde niet plat was, en niet het centrum van de kosmos was, maar een klein bolletje ergens in een onmetelijk universum. En de tweede keer toen we ons realiseerden, dat de mensheid in staat was zichzelf te vernietigen – dat was na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki.

Zal er na deze Corona crisis een derde paradigmawisseling plaats vinden? Twee weken geleden zei ik dat de Great Turning bestaat uit drie elementen, waarvan een collectieve bewustzijnsverandering het derde, en volgens mij het meest essentiële, aspect is. Wat houdt die bewustzijnsverandering in?

  1. Weten dat de aarde met alles erop en eraan een levend organisme is (Gaia), en dat wij daar als ‘celletjes’ een onlosmakelijk deel van uitmaken.
  2. Weten dat er achter de zintuiglijk waarneembare wereld een onzichtbare wereld bestaat, en dat we daar contact mee kunnen maken.
  3. Weten dat we in onze kern allemaal gelijk zijn, en dat deze kern, ons ‘ware zelf, onaantastbaar is.

Deze elementen van bewustzijnsverandering zijn samen te vatten met de begrippen ‘eenheidsbewustzijn’ en ‘overgave aan dat wat groter is dan wij’. Maar dat ontstaat alleen als het ‘weten’ in bovenstaande opsomming niet slechts een verstandelijk weten is, maar een overtuiging, die gegrond is in ervaring(en). Het mooiste is het als die ervaringen gepaard gaan met ‘het licht zien’ (zoals bij Verlichting en in vele BDE’s), maar dat is niet voor iedereen weggelegd. In dat geval volstaat een ontroerende beleving van schoonheid of een allesomvattende liefde, het ervaren van ontzag voor het mysterie van het zijn, een openbaring. Soms kan juist een ‘negatieve’ ervaring die verdieping van het bewustzijn veroorzaken: een schokkende of heel verdrietige gebeurtenis. Als we een dergelijke ervaring doorgemaakt hebben, kunnen we verbinding voelen: met Gaia, met de ‘onzichtbare werelden’, en uiteindelijk met de bron van alles en de universele wet waarmee dit universum bestuurd wordt en die zich in ons diepste zelf openbaart. Daaruit vloeien weer kernwaarden voort: eerbied voor de ‘heiligheid’ van het leven, onbaatzuchtigheid en een open geest.

Ik vermoed (intuïtief) dat we pas kunnen spreken van een nieuw paradigma of een Great Turning als 40 % van de bevolking deze bewustzijnstransformatie heeft doorgemaakt. Zal deze pandemie daar toe leiden? Ik weet het niet. Gunstig is wel dat de gevolgen van deze crisis nog heel lang zichtbaar en voelbaar zullen zijn. Men verwacht dat pas eind oktober de pandemie tot staan is gebracht (althans in Nederland). Maar dan is het virus nog niet uit de samenleving verdwenen, en is er nog geen algemene groepsimmuniteit. Ik zie dus niet hoe er dan massale bijeenkomsten kunnen plaats vinden zoals concerten, theatervoorstellingen, voetbalwedstrijden in volle stadions, evenementen, enz., zonder het risico te lopen op een nieuwe uitbraak. Dat zal pas veilig zijn, als er een werkend vaccin of veilig medicijn gevonden zal worden. En dat verwacht men pas medio 2021. En daarna zullen de economische repercussies nog jaren voortduren. In het slechtste scenario van het CPB – dat mij het meest waarschijnlijk lijkt – zal de economie in 2020 en 2021 inkrimpen met totaal 10 %. Goed voor de CO2- en stikstof uitstoot – maar op den duur helaas niet voldoende. Wel houden al deze repercussies ons bij de les en vergroten zo de kans dat er daadwerkelijk een Great Turning gaat plaats vinden. Ik verwacht het niet op korte termijn, maar op de wat langere duur, als ook de dreiging van de klimaatcrisis (en wellicht een volgende pandemie) dichterbij komt? Wie weet – wie weet overleven we toch nog in een humanere en rechtvaardiger maatschappij. Ik zal het waarschijnlijk niet meer meemaken.

Ik ben bang dat u lijdt aan een paradigmaverschuiving

Een ‘Great Turning?’ – II

In mijn vorige blog schreef ik dat een fundamentele verandering na de Corona crisis alleen plaats zal vinden als het de vorm aanneemt van de ‘Great Turning’. Anders zullen de veranderingen oppervlakkig blijven: wat nieuwe maatregelen, misschien wat nieuwe gewoonten, maar verder ‘business as usual’. Wij mensen vergeten snel de lessen die uit crises zouden kunnen worden getrokken.

Ik heb in mijn vorige blog drie aspecten genoemd van de Great Turning, en beloofd dat ik dat in een volgend blog zou uitwerken. Maar alvorens dat te doen een opmerking vooraf.

In diverse stukken heb ik gelezen dat de Corona-Crisis wordt gezien als iets dat ons overkomt, zoals een natuurramp. Maar zo is het niet. Wij veroorzaken als collectief deze crisis zelf. In de eerste plaats door lokaal gedrag: stropen, eetgewoonten, bijgeloof over de geneeskracht van organen van dieren (inclusief bevordering van de libido). In de tweede plaats doordat we ons niet goed hebben voorbereid op deze crisis. Sars, Mers, en de vogelgriep (als dat virus zou muteren zodat besmettingen ook kunnen plaats vinden van mens tot mens zou de uitwerking veel dodelijker zijn dan nu Sars-Cov-2) gaven waarschuwingen, maar die werden in de wind geslagen. Virologen hebben al jaren een pandemie voorspeld. We hebben wel voorzieningen tegen overstromingen (ondanks het feit dat er sinds 1953 geen ernstige overstroming meer plaats vondt) en een defensieapparaat (hoewel we al decennia niet in oorlog zijn – nou ja, behalve natuurlijk de cyber-oorlog en assistentie bij conflicten elders), maar noodvoorraden van medicijnen en hulpmiddelen voor de zorg hebben we niet – laat staan extra ic-plekken (Duitsland heeft er 34 ic’s op 100.000 inwoners, wij 7). Toenemende particuliere consumptie krijgt al te vaak voorrang boven collectieve voorzieningen. En ten derde: dit virus kon zich zo snel verspreiden door het globale economische systeem dat we hebben gecreëerd. De natuur mag er dan een aandeel hebben, maar deze crisis, hoewel een zoönose, is voornamelijk ‘men-made’.

Een andere mentaliteit, een paradigmawisseling, is een belangrijk onderdeel van de Great Turning. Maar voor alles zullen we ons bewust moeten worden van de uitgangssituatie, en onszelf daarover geen sprookjes vertellen. Anders is een Great Turning niet mogelijk. Vandaar deze uitvoerige beschouwing vooraf. Maar nu heb ik geen ruimte mee om op de Great Turning zelf in te gaan – dat moet dus wachten tot de volgende week.

Onbarmhartigheid.

De grote wereldgodsdiensten hebben vaak grote leraren of wereldleiders voortgebracht. Ik noem Gandhi, bisschop Desmond Tutu, de Dalai Lama. Verder zijn er onder de gelovigen natuurlijk miljoenen, wellicht miljarden mensen van goede wil. De belangrijkste waarden in het Christendom zijn barmhartigheid, rechtvaardigheid en compassie, en dat verschilt niet veel van de centrale waarden in de andere godsdiensten. En ook kunnen godsdienstige rituelen en gebed een heilzame invloed uitoefenen op onze spirituele ontwikkeling. Dit alles valt in te brengen tegen de kritiek op de wereldgodsdiensten die ik in mijn blog twee weken geleden naar voren bracht.

En toch. . . Hoe is het dan te verklaren dat, hoewel in Europa de Christelijke volkspartijen nog steeds domineren, zo’n hardvochtig asielbeleid wordt uitgevoerd? En dat we nog steeds maar doorgaan de bevolkingen in de ontwikkelingslanden uit te buiten? En dat er, met name in de lidstaten, zo onzorgvuldig met de natuur wordt omgegaan? En dat daar geen massaal protest tegen komt vanuit de bevolking? Dat is in vele andere landen waar een godsdienst domineert vaak niet anders. In Nederland hebben de partijen die daar wel meer werk van maken nauwelijks invloed op het beleid.

Terzijde: tijdens de kabinetsformatie van 2017 haakte GroenLinks af vanwege het asielbeleid. Dat wordt ze met name door het CDA en D66 tot op de huidige dag nagedragen. Ze zouden geen verantwoordelijkheid willen nemen voor het regeringsbeleid. Kennelijk impliceert voor het CDA en D66 (en later de CU) het nemen van verantwoordelijkheid het verloochenen van je principes en het sluiten van je hart.

Natuurlijk kun je dit povere natuur- en asielbeleid niet alleen afschuiven op de godsdienst. Het is ingebed in onze post-moderne cultuur – in de moderniteit was het trouwens niet veel beter. Maar een krachtig tegengeluid vormt de godsdienst in elk geval niet. Daarbij komt dat de krachtige structuren van Kerk en dogmatiek een beperkende invloed hebben op het denken van de (ex-) gelovigen, die zich daarvan vaak nauwelijks bewust zijn. Dat kan, minstens ten dele, het uitblijven van protest verklaren.

Alleen nog 2e hands verkrijgbaar

Tot zover mijn vertoog over godsdienst. Zonder geloof, in enigerlei vorm, vaart niemand wel, maar geloof is nog geen godsdienst. Het zou mooi zijn als de kerk zich zou beperken tot het faciliteren van bijeenkomsten waarin verbinding (religie), gebed en rituelen centraal staan, en zich niet zou verliezen in leerstelligheid en eigendunk.

Volgende week een gastcolumn: een reactie op onze collectieve onbarmhartigheid.

Sensus numinis – de beleving van de ‘bovenwereld’.

Vorige week schreef ik over de mijns inziens verderfelijke invloed van godsdiensten. Maar rond mijn veertigste jaar was ik nog niet zover, en trad ik toe tot wat toen nog de Hervormde Kerk heette. Ik had wel een probleem: ik kon de geloofsbelijdenis niet in letterlijke zin onderschrijven. ‘Ach’, zei dominee Ter Linden, ‘je moet hem niet zo letterlijk maar meer symbolisch nemen, en bovendien hoef je hem niet op te lezen – we zingen hem gezamenlijk. Dan voelt het heel anders.’ Een merkwaardig standpunt als je er achteraf over nadenkt.

Ik liet me overtuigen en deed belijdenis. Tijdens het zingen van de geloofsbelijdenis werd ik overvallen door een gevoel van diepe ontroering, deemoed en verbinding. Wonderlijk – gezien het feit dat ik de tekst nog steeds niet pruimen kon. Ik heb die ervaring later, meer of minder diepgaand, nog wel vaker gehad: bij het zingen van psalmen tijdens de completen in een klooster, tijdens een workshop bio-energetica, tijdens een boeddhistische retraite bij het zingen van mantra’s, tijdens een inwijding in de ‘hoge graden’ van de vrijmetselarij, en zeer recent in het Concertgebouw tijdens de liturgie van de heilige Johannes Chrysostomos van Sergej Rachmaninov. En deze opsomming is niet volledig. De teksten van de psalmen (in de op zichzelf prachtige vertaling van Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde) en van de liturgie van Rachmaninov roepen evenveel weerstand bij me op als de geloofsbelijdenis. Maar blijkbaar doet dat er niet toe.

Kennelijk zit er in het geloof, of in de rituelen en teksten daarvan, toch iets verborgen wat uitstijgt boven de verderfelijke kant die ik in mijn vorige blog heb belicht.

Het kan aanleiding geven tot wat Rudolf Otto ‘Das Gefühl des Überweltlichen’, sensus numinis, heeft genoemd. Anders gezegd: we komen in contact met het heilige, in de woorden van Otto: iets wat ongrijpbaar buiten de mens is en hem raakt. Het is ontzagwekkend en anders. De vraag hoe we dat element van het geloof kunnen behouden en niet met het verwerpen van de godsdienst het kind met het badwater weggooien (in verband met het Christendom een interessante beeldspraak . . .? ) behandel ik in het volgende blog.