De levenswet

. . . het werd al lichter, alle duisters braken
en ik zag liefde als de levenswet.

Henriette Roland Holst-van der Schalk (1869-1952)

Twee weken geleden besprak ik de universele kosmische wet: de wet van Eenheid. Deze week komt een tweede belangrijke wet aan de orde: de wet van Leven. Die luidt dat alle leven in de kosmos zich voltrekt in drie fasen: groeien, bloeien en vrucht dragen. Bloeien en vrucht in letterlijke of symbolische zin: het tot volledige ontwikkeling komen en als organisme zijn specifieke bijdrage leveren aan de omgeving/wereld.

Voor de meest eenvoudige organismen is dit proces volledig afhankelijk van de omgevingscondities. Hoe complexer het organisme echter wordt, hoe meer het zelf tot die condities kan bijdragen. Voor de mens, als een van de meest complexe organismen, gaat dat zover dat het zelf tot op grote hoogte zijn groeiconditie kan bepalen. Daarbij speelt zijn bewustzijn, met name zijn keuzevrijheid een rol: een mens kan invloed uitoefenen op de bijdrage die hij levert. Daarbij komt het er op aan dat hij uitvindt wat zijn unieke bijdrage kan zijn. Het is zijn bestemming die unieke bijdrage te leveren; dat is in feite de concrete manifestatie van zijn vermogen tot liefhebben, zijn creatieve aandeel in de schepping. Als hij daarentegen probeert een andere bijdrage te leveren en daarmee het voortbrengen van zijn unieke vrucht belemmert, dan handelt hij tegen de levenswet in, met alle nadelige gevolgen voor hemzelf en de wereld. Dat is verspilling van energie; dat noemen we zonde. Zonde is dus de tegenpool van liefde en creativiteit. Als je probeert een goede dokter te worden, terwijl je eigenlijke talent en bestemming ligt bij architect, schrijver of loodgieter, dan komt daar als regel weinig van terecht.

Sommige mensen vinden hun eigen bestemming vanzelf, op natuurlijke wijze, zonder er enige moeite voor te hoeven doen, en leiden zo een vervuld en bevredigend leven. Maar vele anderen kost het meer moeite. Voor hen gaat het er om hun stukje te vinden van de planetaire puzzel, of in andere woorden, hun levensopdracht. Ik heb daarover uitvoerig geschreven in mijn blogs van 23 juli 2015, 16 juli 2020 en 25 februari 2021, alle op deze website te vinden; dus ik wou het daar nu maar bij laten.*) Laat ik besluiten met mijn overtuiging dat als een groot deel van de mensheid, zeg ten minste 30 %, er in slaagt hun unieke bijdrage te vinden en te geven, het met de mensheid nog goed kan aflopen ondanks het gevaar waarin we ons bevinden.

*) Ik heb hierover ook al veel eerder uitvoerig geschreven in mijn boeken: Spiritueel Leiderschap, 2008, pag. 246-249, en Op weg naar jezelf. . . een pelgrimsreis in zeven etappes, 2015, pag. 58-78.

Samhain

Outer darkness calls for nourishment within (Essene book of days)

Dit blog heb ik gisteren geschreven, op Allerheiligen, en volgens de Keltische traditie Saimhain. En vandaag is het Allerzielen. Op deze dagen komen de zichtbare en de onzichtbare werelden samen en communiceren met elkaar. Halloween (31 oktober) is daar een karikaturaal afgietsel van. In de Keltische traditie wordt op Samhain (spreek uit: Soween) een groot vreugdevuur gestookt waarin de beelden van het afgelopen jaar verbrand worden en de mensen bevrijd worden van de zorgen en angsten van de afgelopen tijd. Voor de Kelten was dit het begin van het nieuwe jaar.

Voor mii is dit het moment waarop de jaarlijkse periode van bezinning aanvangt – een periode die duurt tot de winterzonnewende of, zo u wilt, tot Kerstmis. Het is een vruchtbare periode om naar binnen te keren en ons innerlijk te onderzoeken. Dat is altijd al wel zinnig, maar deze periode is daarvoor bij uitstek geschikt. En daarbij is het in het bijzonder belangrijk in onszelf de bron van licht te zoeken. Is dat innerlijk licht hetzelfde als het licht in de zichtbare werelden? Nee, al is het wereldse licht er wel mee verwant. Het innerlijk licht is een afspiegeilng van het bovenpersoonlijke licht, zoals dat beschreven wordt in de meeste BDE’s (bijna doodservaringen). Het is zowel helderder en krachtiger als zachter dan het wereldse licht. Het kan zich echter ook manifesteren als inzicht – er gaat me een licht op – of als een ervaring van schoonheid of liefde.

Waar kunnen we dat innerlijke licht in onszelf vinden? Niet in ons verstand of onze denkwereld. Maar wel bij onze innerlijke raadgever, die ons leidt en draagt, of in onze ‘ziel’. Hoe die te vinden heb ik beschreven mijn blogs in januari 2022. Het is echter mogelijk dat we bij onze zoektocht ook stuiten op onze schaduw, onze destructieve kant. Dit is echter geen tijd om daar uitgebreid bij stil te staan, al moeten we onze schaduw ook niet onderdrukken. We kunnen onze schaduw parkeren en ons voornemen die later, in januari bijvoorbeeld, eens te onderzoeken (maar dan niet vergeten dat ook te doen!). Maar nu focussen we op het licht, dat we nodig hebben in deze duistere tijden. Er zit altijd een barst onze donkere binnenwereld, waar het licht kan binnenvallen: https://www.youtube.com/watch?v=c8-BT6y_wYg

The challenge of unity.

Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang.
Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden.
(Mat.7: 13-14)

De meeste universele kosmische wet is de wet van Eenheid: die stelt dat alles in het ons bekende heelal met elkaar verbonden is. Er zijn echter natuurkundigen die stellen dat deze wet niet geldt, maar dat het universum bestaat uit afzonderlijke, dus los van elkaar staande, eenheden. Ik weet niet hoeveel natuurkundigen tot het ene dan wel het andere standpunt overhellen; wel weet ik dat in de spirituele wereld en in de wereld van de esoterie de kosmische wet algemeen wordt aanvaard.*) We stuiten hier op de tweede antinomie van Kant (zie mijn blog van 12 oktober) die luidde:
• these – alles in de wereld (universum) bestaat uit enkelvoudige substanties
• antithese – er bestaat niets enkelvoudigs, alles is samengesteld
Zoals bij alle antinomieën is het niet verstandig de ene aan te hangen en de andere af te wijzen, maar ik zal niet ontkennen dat de antithese mij in dit geval meer aanspreekt.

Al in 1991 organiseerden wij een internationale conferentie in Bechyne, in het toenmalige Tsjechoslowakije, met als thema The Challenge of Unity. Een uitdaging inderdaad. Ook de afgelopen weken heeft weer laten zien hoe moeilijk het is om niet partij te kiezen. Als we dat wel zouden doen zouden we daarmee zondigen tegen de wet van Eenheid. Ik zei het dezer dagen al eerder: wij kunnen de wereld alleen maar zien als een systeem van tegenstellingen, maar vergeten daarbij dat deze tegenstellingen altijd onderling verbonden zijn. In de werkplaats van de vrijmetselarij ligt altijd een zwart-wit geblokte vloer, als symbool van die tegenstellingen – maar die tegenstellingen zijn in de vrijmetselarij symbolisch verbonden door de vloer zelf.

Het is belangrijk om in onze dagelijkse praktijk de wet van Eenheid niet te schenden, want dan zouden we tegen de levensstroom in werken. Dat zou uiteindelijk leiden tot verlies van onze gemoedsrust en levensvreugde, zo niet erger (ziekte, pijn). Maar ook in de wereld dragen we in dat geval bij tot de tegenstellingen en de spanningen die daar zijn. Dus laten we de wet van Eenheid omhelzen. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Me realiseren dat ik tot hetzelfde organisme behoor als diegenen die ik zie als kwaadaardig, ja soms zelfs misdadig, is een opgave waar ik voorlopig nog niet mee klaar ben. Het helpt om er met enige afstand naar te kijken, en zodoende het grotere geheel, en daarmee de onderlinge verbinding tussen de ‘kwaden’ en de ‘slachtoffers’ te zien. Maar als die distantie er toe zou leiden dat ik de emotionele verbinding (medeleven) met mijn broeders en zusters verbreek span ik het paard achter de wagen. Ik zondig dan zelf tegen de wet van Eenheid, en dat was niet de bedoeling. We hebben een smalle weg te gaan, inderdaad.

*) Voor zover ik het kan overzien is de wet van Eenheid met de relativiteitstheorie niet en met de quantumtheorie wel verenigbaar.

Zien.

Zoals velen die me in de loop van de jaren gevolgd hebben wel weten heb ik in mijn werk en daarnaast en daarna veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van ons persoonlijk bewustzijn en dat zowel bij mezelf als bij mijn klanten proberen te bevorderen. Maar vandaag de dag gaat het bovendien om het ontwikkelen van een meer onpersoonlijk bewustzijn – een bewustzijn van de wereld en wat daar gaande is. We hebben dat nodig als we een bijdrage willen leveren aan de overleving van ons als mensheid.

Veel gebeurtenissen in onszelf, en in de natuur, verlopen via een proces dat lijkt op het ontstaan van regen of sneeuw. Eerst is er damp, die uitkristalliseert in druppels, die kunnen leiden tot een regen- of stortbui en als het koud genoeg is doorontwikkelen tot sneeuw of ijs. Van gas, via vloeistof tot vaste stof. Veel materie en fysieke objecten zijn via dit proces tot stand gekomen. Mensen met een gevorderd onpersoonlijk bewustzijn hebben iets van een ziener (in de bijbel noemden we dat profeten1): zij kunnen een of meer ontwikkelingen voorzien wanneer ze zich nog in de dampfase bevinden. Helderzienden (niet de waarzeggers of charlatans zich als zodanig voordoen, maar de ‘echte’) kunnen zodoende zelfs concrete gebeurtenissen in de nabije of iets verder verwijderde toekomst voorspellen. Dat is van belang omdat we in de dampfase nog kunnen ingrijpen. Daar is de vrije keuze (vrije wil) tussen wel of juist niet iets doen nog effectief.

Het zal nu iedereen duidelijk zijn waarom de ontwikkeling van het onpersoonlijke bewustzijn zo belangrijk is. Als we als collectiviteit nog iets willen doen aan de de klimaat problematiek, de extinctie, of het (voorkomen van verder) oorlogsgeweld dan zal een groot deel van de mensheid, waaronder wij dus, iets van de ziener in zich moeten ontwikkelen. We kunnen dat bevorderen door de werkelijkheid zoals die is zo objectief mogelijk onder ogen te zien. Blijven kijken, liefst samen met anderen, zoals we dat in ons boek De Aarde heeft koorts2) genoemd hebben. Vertrouw daarbij niet teveel op de media maar ga voor je eigen intuïtie en innerlijke leiding. Dan zullen we zien dat de apocalyps, waarvoor we soms zo bang zijn, in feite al begonnen is, zoals Lisa Doeland al zei in De Groene van 7 juni 2023.3) We moeten als collectiviteit een Dark Night of the Soul doormaken, voordat we kunnen komen tot een actie die niet alleen gebaseerd is op mentale overwegingen, maar verankerd is in ons spirituële bewustzijn, en daardoor veel effectiever zal zijn dan welke op mentale denkbeelden gebaseerde actie ook. In dat proces, via de Dark Night naar Sacred activism, ligt de solide basis van onze hoop.4)

De Ziener (Bulgarije)

1) Dit blog is geïnspireerd door een beschouwing van Caroline Myss over het archetype ‘De Profeet’.
2) Erik van Praag, Jan Paul van Soest, Judy McAllister, De Aarde heeft koorts, pag. 113-122, 2008
3) Lisa Doeland wijst er op dat de oorspronkelijke betekenis van apocalyps niet ‘ondergang’ is maar ‘openbaring’.
4) Dit is een inzicht dat ik heb ontleend aan en deel met Andrew Harvey (https://greatturning.net)

Geen mening.

Disclaimer.
Het geweld in Israël en Palestina gaat – uiteraard – gepaard met een golf van publicitair geweld. Op mij is aandrang uitgeoefend om ook mijn reactie te geven. Ik voel me daartoe niet geroepen – vanzelfsprekend keur ik net als iedereen de aanval van Hamas af, maar ik vind het wat goedkoop om het daarbij te laten. Ik heb al jaren geleden over het Israëlisch-Palestijnse conflict gepubliceerd.  Wie mijn inzichten en standpunt ter zake wil weten leze de desbetreffende passage in mijn boek ‘Voor niets gaat de zon op’ (pagina 401-405), of mijn blogs uit 1/2/13, 8/8/14, 22/8/14, 3/6/16 en 3/9/16, die op deze website zijn te vinden (trefwoord: Palestina). Hoewel deze publicaties dateren van jaren geleden en de situatie sindsdien alleen maar slechter is geworden, is mijn standpunt niet wezenlijk veranderd. 

Zoals ik twee weken geleden gelden al zei: wij nemen de wereld waar in tegenstellingen: licht-donker, boven-beneden, yin-yang, goed-kwaad en zo voort. Volgens Kant (Kritik der reinen Vernunft) is dat een eigenschap van onze geest, niet van de werkelijkheid op zichzelf. Niet alleen nemen we de fysieke wereld op deze wijze waar, maar ook onze ideeën en denkbeelden splitsen zich op in thesen en antithesen. Kant noemde dat antinomieën (onderling verbonden tegenstellingen), en vorige week stuitte ik op een van die antinomieën, namelijk de tegenstelling tussen vrije wil en natuurwetten. Kant noemde vier voorbeelden van dergelijke antinomieën, die door Wikipedia voortreffelijk worden samengevat, als volgt:

• 1e antinomie :
these – de wereld (universum) heeft in de tijd en in de ruimte een begin en een eind
antithese – de wereld is wat tijd en ruimte betreft onbegrensd.
• 2e antinomie
these – alles in de wereld (universum) bestaat uit enkelvoudige substanties
antithese – er bestaat niets enkelvoudigs, alles is samengesteld
• 3e antinomie
these – er bestaan in deze wereld (universum) oorzaken die uit (keuze)vrijheid voortspruiten
antithese – vrijheid bestaat niet, alles bestaat uit natuur(wetten)
• 4e antinomie
these – ergens in de reeks oorzaken van dit universum moet er een noodzakelijk wezen zijn
antithese – er is niets noodzakelijks in deze reeks, alles is toeval

Iedereen die gewend is af en toe eens na te denken over hoe hij/zij zelf en de wereld om hem/haar heen in elkaar zit zal wel iets in deze antinomieën herkennen. Het is goed om over deze antinomieën en andere tegenstellingen af en toe eens te reflecteren want dat bevordert de lenigheid van geest. Het voorkomt dat we al te star vasthouden aan opvattingen en standpunten, wat in het algemeen een belemmering vormt voor onderling begrip en harmonie. Nemen we als voorbeeld de vierde antinomie hierboven: als we ons rigide vastklampen aan hetzij de these of de antithese dan leidt dat al gauw tot dogmatisme, fundamentalisme of verkettering. En is dat niet het laatste waaraan we in deze wereld behoefte hebben? Actuele voorbeelden zijn de tegenstellingen Rusland-Oekraïne en Israël- Palestina. Als we de ene partij onvoorwaardelijk slecht noemen, en de andere partij onvoorwaardelijk goed, dan zal er nooit een oplossing komen. Food for thought.

Dreiging

Ik had de vorige week niet zo’n beste week. Het begon in het eerdere weekend met problemen met mijn computer en mijn bankrekeningen. Met de naweeën daarvan kamp ik nog steeds. Of het nu daardoor kwam, of dat het er niets mee te maken had, maar ik elk geval voelde ik me daarna geestelijk niet goed. Mijn dromen waren naargeestig en ik sliep slecht. Pas afgelopen weekend verbeterde mijn stemming weer.

Terugkijkend realiseerde ik me dat mijn achterliggende gemoedsaandoening een gevoel van dreiging was. Daar was ook buiten mijzelf wel aanleiding toe. Ik herlas ‘als ontspanning’ het vijfde deel van de Harry Potter boeken, en daarnaast het boek De Camino van Anya Niewierra. In beide boeken hangt ook een sfeer van dreiging in de lucht, net zoals in In de ban van de RIng, en in De Hongerspelen. Dat is natuurlijk maar fictie maar deze boeken zijn metaforen voor de dagelijkse realiteit, waarin ik eveneens een sfeer van dreiging ervaar. De dreiging van de klimaatcatastrofe, van de extinctie en van het kwaad waarover ik vorige week schreef en dat zich mijns inziens in de wereld duidelijk manifesteert. In de hierboven genoemde boeken wordt het kwaad gekoppeld aan een of enkele ‘personen’, maar in de dagelijkse realiteit is het kwaad meer verspreid en verkapt aanwezig. Toch is er een zo flagrante parallel met die boeken, dat de fantasiewerelden en de realiteit in mijn beleving in elkaar overvloeiden.

Ik knapte al aanzienlijk op toen ik door zelf-analyse door kreeg wat er mijn binnenste aan de hand was. Ik kon toen mijn binnenwereld en mijn buitenwereld beter uit elkaar halen. Dat lijkt me een uitstekende remedie voor iedereen die door de reële dreiging wordt aangetast. Maar wat me werkelijk hielp was een artikel in Het Rozekruis (2023-1) van Wilco van Koldam, dat me nog eens herinnerde aan de 3e antinomie van Kant, namelijk de tegenstelling tussen vrije wil en natuurwetten. Volgens Kant vloeit die tegenstelling voort uit onze geest, die de wereld nu eenmaal alleen in antinomieën kan waarnemen. En dus hebben we een keuze aan welke van de de thesen we aandacht schenken. Ik voor mij heb al lang gekozen voor de these van de vrije wil. Een consequentie daarvan is dat de dreiging niet werkelijkheid hoeft te worden. Dat hangt er maar van af waar wij als collectiviteit voor kiezen.Dat is trouwens ook de strekking van de genoemde boeken.

En zo zie je maar weer: aan een dark night ben ik deze keer ontsnapt door zelf-analyse en steun van buiten. Ook dat is een les die ik uit de ervaring van vorige week kan trekken. En ook die les geldt mijns inziens voor velen van ons.

Het enigma van het kwaad.

Je aanvaardde het onaanvaardbare
(Transformatiespel)

Op 17 augustus heb ik een blog gewijd aan de archetypen in onze samenleving. In de blogs daarna heb ik in elk blog een archetype besproken. Daarbij heb ik steeds de schaduwzijde onderzocht en aangegeven hoe we daarmee om konden gaan: eerst onder ogen zien (bij onszelf en in de samenleving) en dan laten zien hoe we deze schaduwzijde konden transformeren in de lichtzijde, dan wel als het ware parkeren. Onderdrukken van de schaduwkant is niet mogelijk – dan wordt die alleen maar sterker. Ik ga niet door met het bespreken van de tot nu toe onbesproken archetypen – de lezer kan die desgewenst voor zichzelf onderzoeken en transformeren.

Het kwaad in de samenleving is te beschouwen als de schaduw van het licht. In de materiële, zichtbare wereld is het zo dat elk verschijnsel een schaduw werpt zodra het in de zon, de materiële manifestatie van het licht, bevindt. Of in de geestelijke wereld ook elk verschijnsel een schaduwzijde heeft weet ik niet, maar ik vermoed van wel, behalve misschien op transcendent, spiritueel, onzichtbaar niveau. Maar in deze waarneembare wereld doet alles zich voor in antonomieën (onderling verbonden tegenstellingen), zoals licht en donker, boven-beneden, yin-yang en, ja, goed en kwaad. Het kwade kan dus niet bestaan zonder het goede. De schaduw kan niet bestaan zonder het licht. En dat stelt ons voor een uitdaging, niet alleen in verband met archetypen maar in het leven in het algemeen. Hoe daar mee om te gaan?

Naar mijn mening is het goed het kwaad naast het goede te zien, en te (h)erkennen in onszelf en in de wereld om ons heen. En dan er een verbinding mee aangaan, niet door er naar te handelen of het uit te stralen, maar door het een plek te geven in ons bewustzijn. En dan te realiseren dat we 100 % verantwoordelijkheid kunnen nemen voor ons leven. Dat op zichzelf is een zo grote opdracht, dat we daar de rest van ons leven over kunnen contempleren en mediteren. Waarom deze wereld zo is ingericht dat die alleen kan bestaan in tegenstellingen is een andere vraag waar ik op 26 januari al even op ben ingegaan. Maar het laatste woord is daar nog niet over gesproken, zo dat al mogelijk zou zijn.

De narcist.

De archetypen in onze samenleving.

Het is niet de liefde die als blind moet worden afgeschilderd, maar de eigenliefde
Voltaire

Vandaag wil ik het met u hebben over de narcist. De narcist lijkt een beetje op de dictator, maar verschilt er ook duidelijk van. De meeste dictators zijn ook narcistisch, maar niet iedere narcist is ook dictatoriaal. Onder een narcist versta ik iemand die lijdt aan een overmatige liefde voor zichzelf. Het gaat dus niet om een gezonde zelfwaardering, maar over bewondering voor zichzelf, vaak gepaard gaande met arrogantie en opgeblazen gevoelens van eigen belangrijkheid. Daarom kan een narcist zich eigenlijk niet inleven in anderen en gelijkwaardige relaties aangaan.

Zoals de dictator wortelt in een niet goed verwerkte koppigheidsfase (3,4 jaar) zo stamt narcisme uit de niet goed verwerkte narcistische fase (rond 2 jaar). Het kleine kind vindt zichzelf – terecht – een fascinerend wonder. Aanvankelijk kunnen de ouders daar wel in meegaan – hun kind is het liefste en meest bijzondere wezen op aarde – maar als de ouders in deze bewondering blijven steken, wordt het kind eigenlijk niet gehoord en gezien voor wie het werkelijk is. Ook kan het voorkomen dat om allerlei redenen het kind niet de liefde en aandacht krijgt die het nodig heeft. In deze gevallen blijft het kind in deze fase steken, en dan kan het natuurlijke klein-kinderlijke narcisme uitgroeien tot het volwassen narcisme dat ik hierboven heb beschreven.

Dat narcisme komt in onze samenleving heel veel voor in verkapte of openlijke vorm. Het manifesteert zich in een gevoel van wat de Engelsen ‘entitlement’ noemen: recht hebben op een volmaakt leven, materieel en geestelijk, zonder dat je daar zelf voor hoeft te werken. Het moet je gewoon gegeven worden, door de overheid, door je werkgever, door de voorzienigheid, of wie of wat dan ook. En als dat niet blijkt te gebeuren dan kan je altijd iets of iemand daarvan de schuld geven. Het leidt in dat geval tot een gebrek aan verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven. Als reactie daarop krijgen we dan een overheid die tekort schiet in de zorg voor zijn burgers, en werkgevers die tekort schieten in hun zorg voor hun werknemers. Iedereen kan deze processen in onze samenleving waarnemen.

Omdat we allemaal door die narcistische fase heen zijn gegaan hebben we allemaal wel iets van de narcist in ons. De lichtzijde van het narcisme is echter houden van onszelf. We kunnen onze naasten, en zeker onze vijanden, niet liefhebben zonder te hebben geleerd onszelf lief te hebben. De antinomiale tegenstelling van narcisme is eenheidsbewustzijn: het besef dat we allemaal deel uitmaken van een kosmisch geheel; dat we als het ware een celletje zijn in alles wat is. Dat besef leidt tot enerzijds een gezonde nederigheid, en anderzijds tot ontzag en de liefde voor het wonder waarvan we zelf deel uit maken. Als we ons dat blijven realiseren, dan zal het met ons narcisme vanzelf wel goed komen.

De dictator

De archetypen in onze samenleving.

Individualisme is een dodelijk gif. Maar individualiteit is het zout van het dagelijks leven.
Henry van Dyke

Lidl veroorzaakte een klantenopstand toen ze besloten om bij wijze van proef de vegaburgers in hetzelfde schap te leggen als de vleeshamburgers. “Ik bepaal zelf wel wat ik eet”. klonk het veelvuldig. De PVV in de provincie Gelderland protesteerde toen besloten werd dat op Woensdag – nou net de dag dat de Gelderse Staten vergaderen – in de kantine van het provinciehuis alleen vegetarische maaltijden zouden zijn te verkrijgen. Hun motie – er moet elke dag minstens één vleesmaaltijd te verkrijgen zijn – werd ook ondersteund door VVD en CDA.*).

Dit zijn allemaal voorbeelden van doorgeschoten individualisme. Waar komt dat vandaan? Dat komt uit onze jeugd, en wel de leeftijd van 3-4 jaar, de zogenaamde koppigheidsfase. Dat is de leeftijd waarop we onze autonomie ontwikkelen. Maar om die te bereiken schieten we eerst door en protesteren tegen alles wat ons wordt opgedragen. Het sowieso ‘nee’ zeggen. Het ‘dwarsliggen’. Als ouders in deze fase te toegeeflijk zijn, of juist te onderdrukkend, blijven we als volwassenen in deze fase steken. Autonomie wordt dan verward met absolute vrijheid, zonder rekening te houden met anderen. Elke begeerte (zie vorige week) moet dan onmiddellijk bevredigd worden. Ik moet mijn zin hebben, en wel NU!!! Dat komt in onze wereld heel veel voor.

Deze onverwerkte, kinderlijke behoefte licht aan de wortel van ieder autoritair gedrag, zoals bijvoorbeeld grensoverschrijdend gedrag.**) Het is niet toevallig dat er door overheden en bedrijfsleidingen vaak niet naar hun medewerkers en burgers geluisterd wordt. Het autoritarisme van boven botst dan met de koppigheid van onderaf. Waar dat in extremis toe leiden kan is de ondergang van de democratie. Democratie vraagt inschikkelijkheid. Het is niet toevallig dat de democratie overal in de wereld in het defensief is, en het dictatorschap overal in opmars is. Het valt op vruchtbare bodem: de demagogen en populisten vertellen je namelijk dat je altijd je zin krijgt.

Ik wantrouw iedere politicus en iedere leider die er niet op wijst dat we voor een betere samenleving ook rekening moeten houden met elkaar, en ook wat op moeten geven, al was het maar onze ongebreidelde consumptiezucht. Bij de a.s. verkiezingen zal ik alle partijen op dit punt vergelijken, en mijn stem hier mede door laten bepalen.

Hitler als klein kind.

*) De voorbeelden zijn ontleend aaan een column van Esther Bijlo in Trouw van 16 juni 2023
**) Zie bijvoorbeeld het prachtige interview met Matthijs van Nieuwkerk hierover in de NRC van 2 sept (weekendbijlage).

De vrek.

De archetypen in onze samenleving.

Overwin de vrek met gulheid (Mahabharatha)

Bijna niemand van ons is een Scrooge of Oom Dagobert Duck. Maar in verzwakte vorm hebben de meesten van ons wel iets vrekkigs. Want wie van ons hecht er niet aan bepaalde materiële goederen of aan geld? Of kan het niet nalaten nieuwe kleren te kopen of andere niet noodzakelijke goederen? Wie kan er moeilijk dingen weggooien? En zijn velen van ons niet verslaafd aan vliegen of vlees eten terwijl we weten dat we daarmee schade toebrengen aan ons voortbestaan? Iedere consument die meer uitgeeft en bewaart dan nodig is voor de bevrediging van onze basisbehoeften is afhankelijk van zijn begeerte. En dat is de bron van alle lijden in de wereld, zoals de Boeddha al zei. Dit archetype is volgens mij ook de belangrijkste drijfveer van vele bestuurders aan de top van de overheid, en bij aandeelhouders, directeuren en bestuursvoorzitters in het bedrijfsleven.

Zoals alle archetypen heeft ook de vrek een licht- en een schaduwzijde. We associëren dit archetype meestal met de schaduwzijde: hebzucht, verslaving, hamsteren, oppotten van geld en emoties ten koste van anderen. Maar Oom Dagobert Duck toont ook een vergaande toewijding om zijn neefjes Kwik, Kwek en Kwak te beschermen. Niet zelden is vrijgevigheid een (vaak verborgen) eigenschap van de vrek, zoals bijvoorbeeld blijkt bij Scrooge na zijn transformatie in de beroemde Christmas Carol van Charles Dickens. Een andere lichtzijde van de vrek is zijn/haar ondernemerschap. Haar/zijn creativiteit stelt hem/haar in staat om de materiële middelen te scheppen om mooie dingen mee te doen.

.

Archetype kaart © Caroline Myss. Midas slaat
op de mythe van Koning Midas van Frygië,
die alles wat hij aanraakte in goud veranderde.

Kortom, zoals bij alle archetypen komt het op de intentie aan. Is de creatie van rijkdom – al dan niet gebaseerd op een onverwerkt verleden – uitsluitend gericht op de eigen verheerlijking, of mede op het scheppen van het welzijn van de anderen. Voor zover we de vrek in onszelf herkennen en erkennen, is aan ons de keuze, zoals altijd.