Waarin een klein land klein kan zijn.

Het is me met de paplepel ingegoten: stemmen moet. Maar dat gold voor verkiezingen – referenda waren er in mijn jeugd nog niet. Niettemin voelde ik in eerste instantie een zekere druk om op 6 april te gaan stemmen. Bij nader inzien zal ik me echter van stemming onthouden.

Ik heb daarvoor een aantal redenen. In de eerste plaats kan ik niet kiezen tussen ja en nee. Voor beide standpunten valt wat te zeggen. In mijn hart ben ik voor ‘nee’, omdat ik niet wil bijdragen aan de doodstrijd van het kapitalisme. Niet zozeer omdat ik een dogmatisch socialist ben, maar omdat het kapitalisme in zijn nadagen is teruggekeerd naar een rücksichtslose bevordering van het naakte eigenbelang (zie ook Jan Terlouw in de Volkskrant van 20 februari). In een later blog zal ik op de ondergang van het kapitalisme terugkomen. Een stem voor het verdrag met Oekraïne is in feite een stem voor hedgefondsen, zakenlieden en enkele multinationals. Dat het de corruptie bevordert is ook niet uit te sluiten : er valt immers geld te verdelen.

Ik ben ook tegen het verdrag omdat ik het beleid van de Europese Unie ter zake van de Oekraïne allerminst kan steunen. Herhaaldelijk in de afgelopen jaren heeft voor Oekraïne de mogelijkheid bestaan om zowel met Rusland als met Europa een PLO, een partner- en samenwerkingsovereenkomst, te sluiten. Dat is consequent door de rechtse krachten in de Oekraïne en door de EU gesaboteerd, ondanks het feit dat die toestand tussen 1997 en 2008 feitelijk heeft bestaan. Dat beleid kan, mijns inziens terecht, als een provocatie door de Oekraïne en de EU jegens Rusland worden gezien, en heeft mede geleid tot de afscheiding van de Krim en de oorlog in Oost-Oekraïne. Ik ben niet bepaald een fan van Poetin, maar dit EU beleid vind ik schandelijk en wil ik niet steunen. Vandaar dat ik niet kan en wil instemmen met een verdrag met Oekraïne, dat als een consequentie van dat beleid kan worden gezien (over de afgang van Europa in een volgend blog)images.

Een nee-stem betekent echter ook steun voor GeenStijl, en dat is het laatste dat ik wil (Dat het ook Poetin in de kaart zou spelen, zoals de voorstanders beweren, lijkt me een grenzeloze overschatting van Nederlands macht. Ik denk dat het er buiten Nederland niets toe doet wat de uitkomst van het referendum is – macht hebben we als klein land toch niet). Ik geloof daarom dat de beste uitkomst van het referendum zou zijn dat de 30 % opkomst niet gehaald wordt. Ik vind dit hele referendum over zo’n complex onderwerp een uiterst ongelukkig idee, en dat we voor de campagnes daarvoor nog € 2 mio betalen bizar. Het is jammer dat we ons niet met wezenlijker zaken bezig houden.

Ik zal me dus op 4 april van stemming onthouden, tenzij er voordien nog iets bijzonders gebeurt dat me van mening doet veranderen. Maar dat denk ik niet.

Ik ben slimmer en wijzer dan jij. . .

imagesMensen hebben een geweldig talent om hun eigen competenties te overschatten. Dat geldt in de hele geïndustrialiseerde wereld. (Daar is uitvoerig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan*). Je kan dat heel duidelijk zien bij mensen als Trump en Wilders, die hun eigen competenties op het gebied van het aanpakken van de grote maatschappelijk problemen tot in het absurde overdrijven, maar in feite geldt het voor iedereen die iets wil bereiken of het al bereikt heeft. Dus ook voor onze politici. En voor onze managers, die hun eigen leiderschapskwaliteiten als regel veel hoger inschatten dan in de praktijk blijkt (ook daar is veel onderzoek naar gedaan, zie Bert Tiggelaar in NRC/Handelsblad van 20 februari j.l.). Het geldt ook voor u en mij. Een goede test is is om eens te kijken  hoe oordelend we zijn over andere mensen. Als we negatief oordelen over anderen, stellen we ons in feite op als aan hen superieur. Als ik deze test op mezelf toepas val ik volledig door de mand.

Het tragische gevolg hiervan is dat we blijven steken op ons eigen niveau van incompetentie. Als we immers ten onrechte denken dat we competenter zijn dan we feitelijk zijn, zijn we ook niet gemotiveerd om te luisteren naar kritische feedback of om meer over onszelf te leren. Hoe succesvoller we schijnbaar zijn (we maken carrière,  we krijgen bekendheid, boeken resultaten of verwerven aanzien, macht en en status), des te sterker werkt dit proces. Ik heb wel eens vaker gezegd dat succes een bedreiging is voor onze persoonlijke ontwikkeling. Dit proces wordt heel duidelijk beschreven door Robbert Dijkgraaf in hetzelfde nummer van NRC/Handelsblad (De aarde als planeet Wobbegon, zie ook: https://en.wikipedia.org/wiki/Lake_Wobegon).

Het is natuurlijk voer voor psychologen of dit zelfoverschattingseffect feitelijk voortkomt uit een gevoel van minderwaardigheid, of dat het een meer fundamenteel door de evolutie ingebakken verschijnsel is. Maar voor de praktijk maakt dat weinig uit. Om Robbert Dijkgraaf te citeren: “De mens blijkt fundamenteel niet in staat te zijn de eigen incompetentie te herkennen en voelt geen urgentie dit gebrek te herstellen.” Een somber perspectief.

Gelukkig blijkt uit mijn praktijkervaring dat er wel degelijk mensen zijn die over zichzelf willen leren. Anderzijds zijn er niet zo heel veel mensen die zelfontwikkeling als primair doel in hun leven stellen en daarvan de uiterste consequentie aanvaarden; namelijk de pijn en het ongemak dat dit met zich meebrengt accepteren. En volgens mij is dat toch echt nodig als je in de wereld een heilzaam en duurzaam verschil wil maken.

Als we graven naar het diepste, zullen we, zo is mijn vermoeden, ook streven naar het hoogste. Zo moge het zijn.

 

*David Dunning en Justin Kruger, Unskilled and unaware of it: How difficulties in recognizing one’s own incompetence lead to inflated self-assessments, 1999.

 

A lifelong assignment. *)

As humans we are involved in a very interesting creation process. In our mind we build constructions that then manifest themselves in physical reality. That happens with both material and mental constructions. For example: we think of a place to live, and then thus we manifest our house and home, either by building it, buying it or renting it. Another example: we long for a place to worship and create a Temple. (That is why the Temple of Salomo has so much meaning for many people in different religious and cultural backgrounds all over the world). Or we think of God, make an image of God and thus God is created.

Now the real interesting thing is that our manifested constructions in turn determine who we are, or at least have a strong influence on us. So we create a God in our likeness, including our characteristiscs, and then are influenced by our own creation. So, if we create a loving God, we become more loving ourselves. If we create a revengeful God we too become more revengeful. It is like positive and negative vicious circles. This happens on an individual level, but also on a collective level. It is what happens in fundamentalistic religions.

136602_962_1125935650267-niels_van_willigen_afb._1What the above shows is that there is a narrow connection between our creative constructions, religion and culture. This is true not just for mental constructions but also for material constructions. So there generally  is a close connection between our homes, our religions and our culture. That is why loosing our home is a violation of our personal integrity. It is as if we are loosing our roots. And we all know what happens with living organisms loosing their roots. In the end they die. This is what is happening with the refugees in this world. It explains why refugees cling to their religious and cultural values as a drowning person to a lifebuoy or rescue ring. And it means that asking from refugees to accept our cultural and religious values is inhuman. Of course you may ask from them that they respect our values, but that’s it.

The implication for us is that it is compassionate to try to understand te religion and culture of the refugees who enter our countries. If the flight from their countries was justified, it is not sufficient to accommodate and feed them, but we also need to meet them with respect and understanding.That of course doen’t mean that we have to accept their values and opinions, but we could at least try to accept them as our brothers and sisters. Which in the end they are, if you come to think about it.

This is a lifelong assignment. May we be able to live up to it.

 

*) This blog is inspired by a lecture by prof. dr. M. Barnard for the freemasons lodge Post Nubila Lux, Amsterdam

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

Mag het een onsje minder zijn? (minder, minder, minder)

  • demonisering en scheldpartijen,
  • geloof in complottheorieën,
  • extreme radicalisering,
  • indoctrinatie,
  • polarisatie
  • openlijk en verkapt racisme, nieuwe verzuiling
  • hufterigheid in de omgangsvormen
  • ‘gesprekken’ tussen doven,

de wereld is er niet leuker op geworden de laatste twintig jaar. Of was het vroeger eigenlijk net zo? In elk geval lijkt het tegenwoordig veel zichtbaarder geworden, met name in de (sociale) media en in het onderwijs. Op 1 februari is er een rapport uitgekomen: Twee werelden, twee werkelijkheden (Margalith Kleijwegt, in opdracht van minister Bussenmaker – goed initiatief trouwens), dat de situatie in het onderwijs beschrijft. Daar word je niet vrolijk van. Alle bovengenoemde processen vinden daar in extremis plaats, niet overal natuurlijk, maar toch wel wijdverbreid (met name in het MBO niveau 1, 2 en 3, maar ook wel elders). Veel docenten kunnen die situatie eigenlijk niet goed hanteren, en worden vaak onvoldoende gesteund door hun directies en collega’s. Ook zijn ze vaak niet open naar elkaar toe, omdat ze zich vaak ervoor generen de situatie niet onder controle te hebben.

Vanuit jongeren en werklozen wordt dit proces nog versterkt door de sombere toekomstperspectieven. Dat betreft zowel hun persoonlijke situatie (kans op werk en hun positie in de samenleving), als de samenleving als geheel. Op dit laatste punt kan ik overigens, evenals vele docenten, met hen meevoelen. De toekomst ziet er dreigend uit, en het lijkt niet dat onze leiders daaraan iets willen of kunnen doen.

Als we willen dat het klimaat in onze samenleving verbetert, dan zullen we bij onszelf te rad moeten gaan. In de eerste plaats: kunnen we onze (voor)oordelen, hoe terecht misschien ook, eens onderzoeken en dan even parkeren, zodat we de ander beter kunnen zien en begrijpen. Dat op zich is al een hele opgave, die je hele leven lang kan duren. Vervolgens dienen we ons te realiseren dat we de ander(en) niet kunnen veranderen. Ze kunnen alleen zichzelf veranderen, als ze dat zouden willen. Druk uitoefenen werkt averechts. Jongeren en volwassenen met rotsvaste overtuigingen die er zijn ingehamerd staan niet open voor redelijke argumenten. Die moet je dan ook niet proberen op te dringen. Uit ervaring weet ik dat dat heel moeilijk is, omdat we er emotioneel bij betrokken zijn.

Wat het moeilijk maakt iets aan de verbetering van het sociaal-culturele klimaat in Nederland te doen is dat we opgesloten zitten in onze eigen ethnische of religieuze groep. Hoezo ontzuiling? Nederland kent thans meer zuilen dan ooit, die onderling slechts sporadisch contact hebben. En als dat soms fysiek wel zo is (zoals hier en daar in het onderwijs), dan blijven de groepen gescheiden van elkaar opereren. Soort zoekt soort.

Als we in de gelukkige omstandigheid verkeren dat we ‘onze vijanden’ daadwerkelijk  ‘life’  ontmoeten kunnen we een paar dingen doen: echt luisteren (wat beweegt de ander?), duidelijk onze eigen gevoelens en meningen geven, ZONDER OORDEEL EN ZONDER DIE AAN DE ANDER TE WILLEN OPDRINGEN, en, misschien nog wel het belangrijkste van alles: voorleven wat we ‘prediken’. Ook dat laatste is een levenslange opgave. Wat overigens ook nog wel eens wil helpen is kwaadaardigheid pareren met humor, zoals minister Asscher heeft gedaan (zie zijn facebookpagina). Dan blijkt het soms niet eens kwaadaardigheid.

En verder mogen we ons gelukkig prijzen dat in onze samenleving geweld van binnenuit nog weinig plaats vindt. En dat er nog steeds veel vriendelijkheid is. Laten we bidden dat dat zo blijft, en intussen door ons eigen gedrag daartoe bijdragen. Dat valt niet altijd mee, maar vaak lukt dat. Dan zijn er kleine en grote wondertjes mogelijk.

 

Het Westen heeft nooit de intentie gehad om het mondiale Zuiden te ontwikkelen. Nooit.*)

In De Groene Amsterdammer van 21 januari staat een belangwekkend artikel over TTIP, geschreven door Bas van Beek, Sophia Beunder en Jilles Mast. Ik was altijd al een tegenstander van TTIP, en door het lezen van dit artikel ben ik bevestigd in mijn mening.

Wat is TTIP? Het is het handels- en investeringsverdrag waarover de VS en Europa nu al jaren onderhandelen. Het voert te ver om hier uitvoerig uit de doeken te doen wat het allemaal inhoudt, en welke haken en ogen er aan dit potentiële verdrag vastzitten. Wie alle ins en out wil weten leze het artikel. Het is in elk geval aanzienlijk ingrijpender dan het associatieverdrag met Oekraïne, en zou zich aanzienlijk beter lenen voor een referendum. Maar misschien komt dat nog wel.

Waarom ben ik er tegen? Kortweg komt het er op neer, dat het te veel macht geeft aan de multinationals (boven de regeringen), en dat het voortgaat met waar we al decennia, zo geen eeuwen, mee bezig zijn: het uitbuitten van de armere landen ten bate van onze rijkdom. Het is een moreel onaanvaardbaar monstrum.

Sterke voorstanders in ons land en in Europa zijn minister Liliane Ploumen, commissaris Timmermans (sociaal democraten!) en commissaris Cecilia Malmström (liberaal). Zij tonen zich waardige pleitbezorgers van het neo-liberale gedachtegoed. Hun argument is dat we er allemaal beter van worden, hetgeen door de tegenstanders wordt betwijfeld. Maar zelfs als dat wel zo zou zijn betalen we daar een prijs voor die we niet zouden moeten willen betalen.

In mijn vorige blog zei ik al dat ik me behoorlijk machteloos voel om hier wat aan te doen. Onze overheden (nationaal en Europees) trekken zich in het algemeen niets aan van kritiek, en trachten dat zoveel mogelijk te negeren dan wel te smoren. Echt leiderschap verwelkomt juist tegenspraak omdat je er van zou kunnen leren en het je geest kan verruimen. Maar dat leiderschap hebben we al jaren niet meer gezien. Het effect is dat ik niet alleen kwaad word, maar ook ontmoedigd (en velen met mij). En daarvoor had ik in het vorige blog een recept gegeven: haku’s dichten. Dat recept heb ik dus nu zelf maar weer eens gebruikt:

  • imagesPure destructie
  • bedreigt onze wereld, maar
  • schoonheid is eeuwig

 

  • In het open veld
  • dreigen donkere wolken;
  • daar achter de zon

 

Zo blijven we ten minste positief in de wereld staan in plaats van weg te zakken in onverschilligheid. En intussen rest ons niet veel anders dan onze monden open te doen, met name als we iemand kennen die enige invloed uit kan oefenen.

 

*) Yash Tandon (Oeganda) Bron: De Groene Amsterdammer, 21 januari 2016

TTIP – o nee, eerst maar over haiku’s

Naar aanleiding van een artikel in De Groene Amsterdammer wilde ik dit blog schrijven over TTIP, het handelsverdrag waarover de EU en de VS nu al geruime tijd onderhandelen, en waarvan ik een uitgesproken tegenstander ben. Maar ik werd daar zo somber van, en ik voelde me zo machteloos, dat ik eerst over iets anders moet schrijven.

Het kan de buitenwereld zijn die onze sombere gedachten ’triggert’, maar het zijn de gedachten over onszelf die maken dat de buitenwereld vat op ons krijgt. Ik weet niet hoe het met u is, maar ik had en heb een aantal behoorlijk negatieve gedachten over mezelf. Gedachten zoals: ‘ik doe er niet toe’, ‘het maakt geen verschil of ik er ben of niet’, ‘ik ben volslagen machteloos’, ‘ik word niet gehoord’, ‘ik word niet gezien’, ‘ik kan niet zijn zoals ik ben’, ‘ik ben niet goed, aardig, slim, sterk, belangrijk, interessant genoeg’, enzovoort en zo verder. Ik wil niet zeggen dat ik al die gedachten even sterk gehad heb en nog heb, maar vele ervan zijn toch in mijn leven toch wel op enigerlei moment voorbij gekomen, en ik heb ze in mijn praktijk ook veelvulduig bij anderen gezien.

Gedachten hebben manifesterende werking, of met andere woorden: ze hebben de neiging werkelijkheid te worden. Als je maar vaak genoeg negatief over jezelf denkt, nemen je kracht en je mogelijkheden tot groei en vervulling daadwerkelijk af. Daarom verdient het aanbeveling ze te vervangen door meer opbouwende gedachten over jezelf. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Je hebt die opbouwende gedachten wel – ik ben OK, ik maak verschil, ik doe er toe, ik word gehoord – maar de ondermijnende gedachten blijven hardnekkig aandacht eisen. Althans voor vele mensen is dat zo. Je kunt ze wel onderdrukken, maar dat kost energie en daarmee geef je ze ook feitelijk energie. Ze woekeren onderhuids voort en hebben dan eveneens manifesterende werking.

Daarom heeft de psychologie een aantal methoden ontwikkeld om de negatieve gedachten daadwerkelijk te transformeren in positieve – die niet het tegengestelde zijn van de negatieve, maar wel de negatieve ongedaan maken. Bijvoorbeeld: ‘ik ben volslagen machteloos’ kan getransformeerd worden in ‘mijn bestaan doet er toe’. Van al die methoden kies ik er hier één uit: het schrijven van haikus. Haikus zijn Japanse gedichtjes die voloen aan de volgende voorwaarden:

  1. Ze bestaan uit drie regels van respectievelijk vijf, zeven en vijf lettergrepen
  2. Ze hebben een verbinding met de natuur
  3. Ze beschrijven een ontwikkeling; ergens halverwege is er een omslagpunt

Als je dus een negatieve gedachte over jezelf hebt, verzin dan een andere, positieve gedachte over jezelf die ook waar is, maar misschien op dat moment niet zo op de voorgrond staat. En verzin dan een of meer haikus die de transformatie van de negatieve gedachte naar de positieve symbolisch weergeeft. Bijvoorbeeld: het omzetten van ‘ ik ben machteloos’ in ‘ ik geloof in mezelf’. Twee haikus:

  • hfs_13889de boom wordt geveld;
  • de oermoeder geeft hem voor
  • duurzame huizen
  • de knop gebroken,
  • zaad valt op vruchtbare grond:
  • stralende toekomst

 

Graag nodig ik uuit om voor uzelf ook haikus te gaan maken om uw negatieve gedachten te transformeren. Als u het leuk vindt dat anderen die ook lezen: stuur ze dan op als reactie op dit blog, of naar spl@antenna.nl. Misschien plaats ik er enkele in een van de volgende blogs.

En over TTIP: de volgende keer.

Random acts of kindness

A few days ago my central heating broke down. I don’t have my own central heating boiler, but I am connected to district heating. So I called the energy company – late in the evening – and got a very friendly lady at the phone, who took the time to find out, together with me, what was wrong. She gave me some instruction about what to do, while she was hanging on, but because that was not working she had to conclude that it probably was not a problem in the system itself, but that the thermostat broke down. Unfortunately that was my own device, so I called  – it was in the mean time late at night – an installation company and got a very friendly gentleman at the phone, who took elaborately the time to find out what was wrong, gave me some advice, but then said I had to call back in the morning to make an appointment.  When I did that in the morning, the installation company advised still to call the energy company a second time, to avoid unnecessary costs. That company employee again was very friendly, the mechanic came immediately, replaced a part – just to be sure, he said – and concluded that indeed the thermostat was down. So I called the installation firm once more. However, they were completely fully booked for the day, and could only come next day in the morning. So I called another firm, who could send a mechanic immediately. He replaced the thermostat and that was that.

A few weeks before this the ball-cock of my toilet broke down. A very kind mechanic could come immediately and replaced it. A few months before that my modem broke down. I called the internetprovider and a kind and patient man took the time to find out wat was wrong, and discovered the problem by distance measurement. I could get a new modem (for free) immediately from a nearby shop, or they could send it to me. I chose the latter, and while the conversation was still going on the thing was already sent off. He gave me clear instructions about how to install the new modem, which I did the next day and everything was working fine

You now probably wonder why I bother you with all these details about my petty little discomforts, annoying as they may be. That is because I want to share with you that I was struck by the kindness and friendliness of all the people involved. They all were patient with a a non-technical old fellow like me, took elaborately the time, only charged when equipment in fact had to be replaced. The energy company and the internet provider charged nothing at all.

imagesWhen in a society in which racism, violence, stupid politicians and false political and religious prophets dominate the news; in which “humanity is losing its humanity little by little; bomb-by-bomb, bullet-by-bullet, political policy-by-policy” (to quote Carolyn Myss) , these forms of friendliness, kindness, patience and service are still the practice, I think there is still hope. “somewhere in our wicked, miserable past there must have been a moment of truth . . . we must have done something good” (loosely quoted from  The Sound of Music).

Boos!

Dezer dagen werd ik weer eens geconfronteerd met iemand die hardnekkig alle geestelijke activiteit verklaarde uit hersenactiviteit. U  kent dat wel: vrije wil bestaat niet, bewustzijn bestaat niet, het denken, voelen, ervaren vindt plaats in de hersenen; alleen dat wat zintuigelijk waar te nemen en te meten is bestaat, enzovoort en zo verder. Als u het zo ziet staan klinkt het nogal extreem en dwaas, maar ik zou niet graag het aantal natuurwetenschappers en medici, en ook overigens weldenkende burgers, de kost geven die dit werkelijk geloven. Ik druk me verkeerd uit: die dit absoluut zeker weten. Alle wetenschap die zich met niet-materiële verschijnselen bezig houdt (zoals bijvoorbeeld de studie van P. van Lommel naar bijna doodservaringen, de acupunctuur of bepaalde gebieden uit de kwantummechanica) wordt door hen als niet relevant ter zijde geschoven. Ik ga die onzin in dit blog niet weerleggen, dat kunt u zelf wel (maar anders verwijs ik u naar hoofdstuk 3 van mijn boek ”Voor niets gaat de zon op . . . ‘). Waar ik het in dit blog over wil hebben is waarom dit verontwaardiging, ja zelfs woede, bij me opwekt, en waarom diegenen die dat beweren er zo hardnekkig aan vasthouden en ongevoelig zijn voor tegenargumenten. (Overigens blijk ik niet de enige te zijn die hier boos over wordt bleek me in een gesprek met een bankier).

Eerst wat mijn eigen gevoelens betreft. In de eerste plaats zijn dit soort beweringen denk ik een belediging voor mijn intelligentie; ze houden een zeker dedain in voor wie er anders over denkt. Éen voorbeeld: een zin als “het denken vindt plaats in de hersenen” slaat natuurlijk nergens op. In de hersenen vinden alleen maar chemische, elektrische en magnetische processen plaats, parallel aan het denken. Hoe de verbinding met de ervaring van denken tot stand komt is een onbegrepen mysterie.

In de tweede plaats denk ik dat dergelijke opvattingen maatschappelijk schadelijk zijn. Het opvatten van de wereld als een louter materiële werkelijkheid belemmert de spirituele bewustwording. En spirituele bewustwording is wat we in deze ontkerstende en geseculariseerde samenleving hard nodig hebben als bron voor een collectief handelen dat is gebaseerd op de waarden van ontzag en eerbied voor het leven, verwondering, respect voor de ander, broederschap/zusterschap en openheid van geest. Het ontmoedigt de gedachte dat we alles en iedereen kunnen controleren en manipuleren.

37766_struis3Mijn reactie doet me denken aan mijn  reactie op zogenaamde ‘experts’ die, – zelfs vandaag de dag nog! – ontkennen dat er zoiets is als ‘global warming – en, zoals de Nederlandse regering (en volgens Trouw van dinsdag 80 % van de Nederlandse bevolking)  de urgentie van dit probleem niet willen zien. Hoe geborneerd kun je zijn!

Zoals Robert Long al zong: het is allemaal angst. Dat valt bij het minder ontwikkelde deel van onze broeders en zusters nog wel te begrijpen en ook te billijken, maar dat een groot deel van onze zogenaamde elite het zo grondig laat afweten stemt treurig. Ik denk dat het in feite angst is die veel van onze ‘opinion leaders’ zo doet vasthouden aan evident niet kloppende denkbeelden. Waardoor ze niet het spirituele en wijze leiderschap kunnen uitoefenen, waaraan onze maatschappij zo dringend behoefte heeft.

Laat nog steeds de vraag open, waarom ik hier steeds maar weer zo ‘upset’ van word. Kan ik het niet van me laten afglijden? Kennelijk niet. Ik gaf hierboven daarvoor wat redenen, maar daarmee ben ik er nog niet uit. Het zelfonderzoek gaat door.

 

Typische gevallen van jammer. . . de kunst van leiderschap.

  • Kabinet wil, tegen vele adviezen in, een fusie tussen UWV en SVB. Voorspelbare effecten: kostenoverschrijdingen, administratieve chaos en vastlopende IT systemen.
  • Minister Kamp wilde zo graag twee zaken die weinig met elkaar te maken hebben (Tennet verbinding met windmolens op zee, en de splitsing van de electriciteitsbedrijven) tegen alle adviezen in per se regelen in één wet, die vervolgens in de 1e kamer werd verworpen. Gevolg: vertraging bij de uitvoering van het energieakkoord.
  • Minister Dijsselbloem sloeg alle adviezen aangaande COCO’s (contingent convertibles) in de wind en steunde zodoende het verzet van de banken tegen hogere kapitaaleisen, dat hij eerder vorig jaar  publiekelijk bekritiseerde.
  • Minister Van der Steur wil geen excuses aanbieden nadat hij ten onrechte de antropoloog Maat beschuldigd heeft  van ‘buitengewoon onsmakelijk en ongepast’ gedrag.
  • Een premier en een minister ven Verkeer en Waterstaat die willens en wetens instemmen met het beleid van de Europese Commissie om gesjoemel met uitstootnormen van auto’s onder het tapijt te vegen.
  • Sjoerd van Keulen, verantwoordelijk voor het miljoenendebacle bij SNS Reaal (verwacht verlies voor de overheid, de belastingbetaler, € 162)is wegens zijn deskundigheid herbenoemd als commissaris bij Heijmans bouwbedrijf.
  • De verdiepte aanleg van rijksweg 4 in het Westland blijkt onverantwoord. Nu moet er teveel grondwater worden weggepompt (tot in de eeuwigheid. . .  ?) met alle schade voor het milieu van dien. Als de natuur zich niet wil aanpassen aan onze plannen, dan leggen we onze plannen gewoon aan de natuur op.
  • Wanbeleid bij Meavita (thuiszorg) heeft de overheid (de belastingbetalers) 37 miljoen gekost. President-commissaris en senator Loek Hermans werd bijna benoemd als burgemeester van Zutphen, maar dat werd de bevolking toch wat te gortig.
  • Maar dat is niets in vergelijking met de schade bij Vestia (schade 2 miljard) Topman Eric Staal schikte voor € 1 mio)
  • De bestuurders van het ROC Leiden zetten, tegen alle adviezen in, een nieuwbouw neer, die bijna vijf keer zo duur  – € 223 – werd als begroot – € 46 -, die vervolgens niet voldeed. De school ging bijna failliet. Het is maar de vraag of de verantwoordelijken aansprakelijk gesteld kunnen worden.
  • De oplevering van de NZ-lijn  in Amsterdam loopt waarschijnlijk weer vertraging op, omdat het gekozen IT systeem (te) complex is, en vooralsnog niet goed werkt.
  • De meeste politici in dit land steunen een gedoogbeleid voor soft drugs, dat coffeeshops die gedoogd worden welhaast in de criminaliteit dwingt. In elk geval geldt dat voor hun toeleveranciers.

Tja. . .

Hoogmoed, roekeloosheid, tunnelvisie. . .

Kennelijk is het erg moeilijk om op topposities niet te verdwazen, al zijn er natuurlijk ook vele voorbeelden van leiders die de verleiding hebben weerstaan. Ik weet niet hoe ik het er zelf in een dergelijke positie afgebracht zou hebben. Zowel qua voorkomen, karakter als capaciteiten zou ik nooit voor een toppositie in aanmerking zijn gekomen – en ik heb er dan ook nooit naar gestreefd. Bescheidenheid past me dus, maar ik begrijp wel dat onder grote groepen in de bevolking het respect voor het leiderschap in onze samenleving is afgenomen.

De weg naar het einde. . .

Het was weer de tijd van de voornemens voor het nieuwe jaar. Maar u weet, de weg naar de hel. . . De weg naar de hemel ook trouwens. Waar we in feite naar toe gaan weten we natuurlijk niet – naar het einde in elk geval.

Wat houden die voornemens in? Eigenlijk komen ze allemaal op hetzelfde neer. Het zijn concretiseringen van ons verlangen een goed mens te zijn, of een beter mens te worden. Maar wat is goed, wat is beter? De meeste terroristen beschouwen zichzelf als goede mensen.

Er is  al decennia een discussie gaande over wie of wat een goed mens, een ‘Gutmensch’ nu eigenlijk is. Sinds de nazi’s deze termen als scheldwoord gebruikten voor mensen van goede wil, die zich verzetten tegen het nationaal socialisme, is het in populistische en extreem rechtse kringen nog steeds een populair scheldwoord voor weldenkende mensen (zoals Merkel bijvoorbeeld). Wat zij die dit woord als scheldwoord gebruiken zich wellicht niet realiseren is dat de tegenpool van de Gutmensch de Übermensch is:  de aristocraat, een heerser, eentje die zelf waarden schept, een roofdier met een sterk, nietsontziend karakter, voornaam en afstandelijk, maar bovenal: vrij van rancune. De gebruikers van het woord zijn schatplichtig aan Nietzsche, die het woord ‘Gutmensch’ heeft ingevoerd en heeft gesteld tegenover de Übermensch. Wie de Gutmensch veracht moet de Übermensch eren (Schnitzler in de Volkskrant, 30/9/2011). Het zich afzetten tegen de Gutmensch impliceert twee zaken: het zich afzetten tegen iedere vorm van altruïsme, zoals Nietzsche en in zijn voetspoor Ayn Rand doen (daarop is het neo-liberalisme gebaseerd), en een verlangen naar een sterke leider (terwijl diegenen die de term gebruiken zich juist afzetten tegen iedere vorm van elite. Maar zonder elite gaat het in de wereld niet).

Maar stel dat we wel degelijk mensen willen zijn van goede wil. Waar gaat het ons dan om? Willen we goede mensen zijn, of willen we goede dingen doen? In het eerste geval komt het erop aan de klassieke, kardinale deugden in onszelf te ontwikkelen: moed, gematigdheid, verstandigheid en rechtvaardigheid (deugdenethiek). Als we daarentegen ons willen richten op ons handelen dan kunnen we te rade gaan bij de plichtethiek van Kant: de categorische imperatief schrijft dan voor dat we zo behoren te handelen jegens anderen als we zouden willen dat die anderen jegens onszelf zouden handelen.

Zelf kan ik me in deze beide ethische theorieën niet zo goed vinden. Ze worden door mij ervaren als een morele druk, waartegen ik neig me te verzetten. Ik geloof meer in een persoonlijke ethiek waarbij we ons in elke situatie laten leiden door onze innerlijke gids, ons zuivere geweten (datgene wat we al wisten voor dat we onze normen hebben aangeleerd). Je zou dat ook een waarde ethiek kunnen noemen, voor zover dat geweten is gefundeerd op enkele boven-persoonlijke waarden. Deze ethiek vraagt een grote mate van bewustwording, en als we derhalve een ‘beter’ mens willen worden zullen we continu moeten werken aan ons (zelf)inzicht en openheid van geest. Diegenen die dat doen kunnen zich niet verbinden met godsdienstige of politieke ideologieën of een starre dogmatiek. Zij vormen misschien dan geen elite, maar zeker een voorhoede op weg naar het einde. Welk einde, wanneer? Misschien de dood, of het einde van onze beschaving. Maar het zou ook het einde kunnen zijn van onverschilligheid en destructie. Dat geloof ik.