Onbeperkte economische groei heeft de prachtige kwaliteit om onvrede te sussen en ondertussen voorrechten te behouden, een feit dat niet onopgemerkt is gebleven onder liberale economen.
(Noam Chomsky)
In 2012 stelde ik de vraag aan de orde of groene economische groei wel mogelijk was, en in 2015 kwam ik tot de conclusie dat dit niet het geval was. Dat was niet zo moeilijk om vast te stellen – je hoefde er alleen maar goed de kranten en tijdschriften voor door te lezen of het nieuws te volgen, en dan vervolgens je gezond verstand te gebruiken. Niettemin bleef de mythe dat economische groene groei wel mogelijk is tot op de huidige dag bestaan – met name bij de meerderheid van de economen. Deze mythe vormde ook jarenlang de grondslag van de programma’s van de meer progressieve politieke partijen; in ons land met name GroenLinks.
In dat beeld kwam in 2014 een barstje door het boek van Ha-joon Chang (Economie, een gebruiksaanwijzing), waarin hij stelde dat de huidige economische wetenschap eigenlijk helemaal geen wetenschap is, maar een verzameling modellen gebaseerd op persoonlijke voorkeuren en waarden. Die geven geen oplossingen voor het volstrekte falen van het huidige economische stelsel met name op het gebied van rechtvaardigheid en duurzaamheid. Maar Chang geeft ook geen duidelijk beeld van hoe het dan wel moet.
Een echte aanzet voor een nieuw economisch stelsel komt van de hand van Jason Hickel (Minder is meer, 2020) die er voor pleit dat we de productie en diensten van alles wat niet noodzakelijk is afschalen. E.F Schumacher had daar in 1975 met zijn boek Small Is Beautiful: A Study of Economics As If People Mattered al een voorzet voor gegeven, maar Hickel gaat veel verder en is veel radicaler. Martin Wolf, die om voor mij onduidelijke redenen heel kritisch is op Hickel, komt in zijn boek The crisis of Democratic Capitalism (2023) tot een analoge conclusie, al zegt hij bij mijn weten niet expliciet dat groene groei per se onmogelijk is. Dat kan hij ook bijna niet maken, want hij komt uit de neo-liberale school van Friedrich Hayek (The road ot serfdom, 1944), maar het vloeit wel als consequentie uit zijn visie voort.
Eindelijk, eindelijk beginnen de eerste economen de werkelijkheid dus onder ogen te zien. Nu de politici nog, en daarna de burgers. Het is de verdienste van GroenLinks, dat ze recentelijk in de 2e kamer Jason Hickel hebben uitgenodigd voor een presentatie en een debat (zoals destijds Thomas Pikety). Het vergt moed om onder ogen te zien dat je het misschien al die jaren bij het verkeerde eind hebt gehad.
Hickel en Wolf ontwerpen nog niet een volledig nieuw economisch systeem, maar het is een begin. Ook geven ze niet aan hoe hun voorstellen draagvlak kunnen krijgen – dat zal nog niet meevallen zoals de recente verkiezingen leren. Het lijkt me dat we moeten beginnen met een burgerforum dat zich over deze problemen buigt. En wij, de geïnformeerde burgers, kunnen ons intussen in deze vraagstukken verdiepen en nadenken over oplossingsrichtingen. Zo dragen we indirect bij aan een langzame verandering in het collectieve gedachtengoed.


een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de samenleving, het samenwerken in een werkgemeenschap met een gemeenschappelijk doel, het gevoel ergens bij te horen, het ontplooien van je talenten, het scheppen van een vaste structuur in je leven, en tenslotte: waardering, onder meer uitgedrukt in een beloning. Bovendien is ‘juiste’ arbeid een weg naar persoonlijke en spirituele ontwikkeling, zoals de Boeddha al zei. Als de mogelijkheid voor zinvol werk weg zou vallen kunnen deze behoeften ook op een andere manier dan door werk bevredigd worden, maar daarvoor is een totale omslag in onze cultuur nodig. En dat kan alleen maar bereikt worden via het onderwijs, waar kinderen en jongeren kunnen worden voorbereid op een nieuwe manier van leven en werken. Uiteraard vraagt dit allereerst een omscholing van de leraren
“Burgers willen wel duurzamer, maar niet minder consumeren. Overheden willen best vergroenen, zolang het maar geen pijn doet in de koopkrachtplaatjes. En bedrijven zijn niet langer de boeman, maar onderdeel van de oplossing.” Dit is een citaat uit een gedegen artikel in De Groene Amsterdammer van 23 maart j.l. over Unilever: Duurzaamheid uit een pakje *)






