Tag archieven: goud

Het is goud wat er blinkt. . . of ivoor.

Wat is het toch dat goud zijn magische waarde verleent? Natuurlijk, het blinkt mooi, en het is edel metaal, wat inhoudt dat het corrosiebestendig is, en het is ook een waardevolle grondstof in legeringen met andere metalen, en daardoor vrijwel onontbeerlijk in vele industriële toepassingen. Maar dat is niet voldoende om de steeds maar weer oplaaiende goudkoorts te verklaren, die leidt tot speculatie, prijsopdrijving, geweld, verwoesting van het milieu en een economische waarde die regelmatig ver uitstijgt boven de intrinsieke waarde.

Bij voorbeeld: In zestien Zuid-Amerikaanse landen is een verwoede strijd gaande tussen actiegroepen en mijnmaatschappijen, vaak van Chinese herkomst, die met hun niets ontziende mijnbouw het milieu verwoesten en de watervoorziening in gevaar brengen. En dan hebben we het nog niet over de arbeidsomstandigheden in de goudmijnen. Kennelijk is er nog niet zoveel veranderd sinds vijf eeuwen geleden de goudkoorts de voornaamste drijfveer voor de verovering van het Zuid-Amerikaanse continent was.

In de economie speelt goud de rol van vluchthaven op het moment dat het vertrouwen in andere economische waarden – geld, aandelen, obligaties, onroerend goed – daalt. Maar ook goud kan enorm in waarde fluctueren. Het geeft schijnzekerheid, en is ook onderhevig aan zeepbellen: het opblazen van waarden die niets meer met de onderliggende intrinsieke waarde te maken hebben, en derhalve zomaar in lucht kunnen opgaan. Bij de huidige onzekerheden in de economie is er weer zo’n zeepbel rondom goud gaande, al zal er altijd wel een zekere waarde van goud resteren.

Goud heeft al eeuwen mythische waarde. Het speelde die rol al in het oude Egypte, in China, en ook elders in de Oudheid. In de  alchemie is goud een noodzakelijk ingrediënt voor de bereiding van de steen der wijzen, het ultieme en in materiële zin onhaalbare doel van de alchemie. In de moderne tijd heeft die mythische waarde een materiële component gekregen.

Wat voor goud geldt, geldt in zekere mate ook voor ivoor. Met name in China is ivoor nog meer van waarde dan goud. “Met ivoor eren wij de goden en maken wij al duizenden jaren kunst en kunst is belangrijker dan geld” (Ivoormeester Li Bin Cheng).  Dat daarvoor de olifanten in de wereld uitgeroeid worden is vanuit dat gezichtspunt van geen belang. Van de ongeveer 300 miljoen olifanten in Afrika in de jaren 70 zijn er nu nog 600.000 over. Per jaar worden er 35.000 afgeslacht. Je kunt dus uitrekenen wanneer het afgelopen zal zijn met de olifanten in Afrika: ongeveer 15 jaar. Al moet gezegd worden dat in Zuid-Afrika een afschotverbod redelijk wordt gehandhaafd.

Ik blijf het wonderlijk vinden dat materiële zaken zulke mythische proporties krijgen. Zolang dat zo zal zijn, zullen er altijd handelaren en speculanten zijn die daarop inspelen. Het zal natuurijk niet gauw gebeuren dat de betrokkenen zich realiseren dat geestelijke groei en bewustwording juist niet afhankelijk kunnen en moeten zijn van materie. De hoop voor het beperken van de schadelijke effecten van de goud- en ivoorkoorts kan daar dus niet in zijn gelegen. Het zal moeten komen van overheidsmaatregelen die dan ook gehandhaafd worden.  In de metro van Beijing hangen posters van National Geographic van de olifanten die met uitroeiing bedreigd worden, en misschien zal dat invloed hebben op de nog kneedbare geesten van de jeugd. Maar de meer agressievere organisaties als Save the Elephant komen China niet in. Hier ligt weer een schone taak voor de internationale diplomatie, en dus voor de politiek en dus voor ons als burgers. Wij maken de politiek, toch?

 Voor deze blog ben ik schatplichtig aan De Groene Amsterdammer, (17 januari 2013), en NRC/Handelsblad, 9 februari 2013 (Oscar Garshagen)

 

De verwoestende werking van goud en enige andere zaken.

Hoe kan je de lucht, de warmte van het land kopen of verkopen? Dat is voor ons moeilijk te bedenken. Als wij de prikkeling van de lucht en het kabbelen van het water niet kunnen bezitten, hoe kunt u het van ons kopen? (Chief Seattle in antwoord op een zakelijk voorstel van gouverneur Stevens, 1854)

Vaak wordt gezegd dat geld de oorzaak is van de grote economische crisis waarin we verzeild zijn geraakt (Dit wordt o.a. beweerd door Charles Eisenstein in zijn boek ‘Sacred Economics). Dat lijkt me een misverstand. Het lijkt misschien zo, omdat de crisis voornamelijk veroorzaakt lijkt doordat we geld wilden verdienen met geld (in plaats van met het maken van producten en het leveren van diensten) en omdat de crisis in wezen een schuldencrisis is. Maar het is niet het geld, maar onze houding tegenover geld en onze hechting aan bezit  dat op een dieper niveau de oorzaak lijkt te zijn. De economische crisis is dus niet een geldcrisis, maar een bewustzijnscrisis. En dus, als je er  wat aan wilt doen, dan zal je iets moeten bedenken om een bewustzijnstransformatie tot stand te brengen.

Waaraan kan je zien dat de economische crisis een bewustzijnscrisis is? Bijvoorbeeld aan het feit dat vele bestuurders, met name van non-profit instellingen, niet gehinderd door hun geweten, zichzelf vorstelijk belonen, op het frauduleuze af, en onverantwoorde bouwprojecten starten in plaats van de taak te verrichten waarvoor ze zijn aangesteld. Of aan het feit dat er vrijwel niets veranderd is betreffende de gang van zaken in de financiële wereld na de kredietcrisis van 2008. Of aan onze houding tegenover goud. Dat goud zo kostbaar en waardevol is berust uitsluitend op een collectieve afspraak. Het gevolg van die afspraak zijn onmenselijke arbeidsomstandigheden in Afrikaanse mijnen en een voortdurende staat van oorlog in Oost-Kongo. Stel we zouden de waarde van goud tot normale proporties terug brengen, dan was het met deze toestanden in een klap afgelopen (dat is trouwens ook de enige manier waarop dat kan).

Daarom geloof ik dat een werkelijk duurzame oplossing van de economische (en de ecologische) crisis niet zal ontstaan zonder die bewustzijnsomslag en de daaruit voortvloeiende wezenlijk structurele verandering. Ik geef hier een voorzet. Naar mijn mening moet elk privé bezit van goederen die wezenlijk aan ons allemaal toebehoren worden afgeschaft. Dat geldt dus voor grond, water, schone lucht en alle grondstoffen. Voor bezitsrecht komt dan een gebruiksrecht in de plaats (zoals bijvoorbeeld erfpacht). Dit zou een moderne variant zijn van de filosofie van chief Seattle. In mijn boek, ‘Voor niets gaat de zon op – blauwdruk voor een waardige wereld’, heb ik dat nader uitgewerkt, en heb ik uiteengezet hoe we dat zouden kunnen bereiken.

Er wordt geklaagd dat onze huidige regering geen visie heeft. Dat is op zichzelf  juist, maar het valt me op dat het diegenen die deze kritiek uiten zelf ook aan een visie ontbreekt. De visie die we  moeten ontwikkelen is zo radicaal en baanbrekend, dat die alle maatschappelijke tegenstellingen overstijgt. Maar wie heeft de moed en de kundigheid om die visie te ontwikkelen, en de bewustzijnsontwikkeling op gang te  brengen die nodig is voor het realiseren daarvan?

Een troost, als de leider die deze moed en kundigheid heeft niet opstaat, dan zullen de economische en ecologische ontwikkelingen zo dramatisch worden, dat de wal het schip zal keren. Daar zal veel leed uit voortvloeien, maar in nood kan er ook een ongedachte compassie en creativiteit vrijkomen. Sic transit gloria mundi. Vaak vertaald als: zo vergaat de glorie van de wereld, maar ook te vertalen als: zo maakt de glorie van de wereld een overgang door.