Tag archieven: toekomst

Waarin een klein land klein kan zijn. En groot: lokaliteit.

Het nieuwe IPCC rapport is uit. Gedetailleerder, transparanter en  en duidelijker dan ooit. Met scenario’s over de gevolgen van diverse niveau’s van opwarming. Met instemming van 98 % van de betrokken wetenschappers, en onderschreven door 115 landen. Er dient weer veel werk verzet te worden door de twijfelindustrie om dit weer allemaal te weerleggen.

Overigens is dit alles al op goede gronden voorspeld in ons boek ‘De Aarde heeft koorts’ (van Jan Paul van Soest, Judy McAllister en mezelf) in 2008. We hadden daar maar twee hoofdstukken voor nodig. De hele rest van het boek gaat over hoe we daar wat aan zouden kunnen doen (en dat was niet: meer spaarlampen kopen!). Een goed boek, al zeg ik het zelf, maar slecht verkocht.

En waar zijn onze politici mee bezig? Die zijn aan het hakketakken over belastingverlaging en hoe een begrotingsmeevaller verdeeld kan worden over een aantal miniprojectjes in de zorg. Kortom met het verhogen van de consumptie. Wat kan ik verlangen naar een land dat geregeerd wordt door een regering met visie.

Waar is Obama mee bezig? Ons aan te sporen meer schaliegas te gaan winnen. En meer geld uit te geven aan defensie. Dat is pas een man met visie!

En wij, waar zijn wij mee bezig? Met business as usual. Mocht u het anders willen: lees om te beginnen het eerder genoemde boek (de Engelse versie, Earth Fever is nog verkrijgbaar), of mijn latere boek: Voor niets gaat de zon op – blauwdruk voor een waardige wereld.

Ik zag trouwens een interessant artikel (van Benjamin Barber in de De Groene Amsterdammer van 20 maart)) dat stelde dat de democratie van de toekomst zich niet gaat ontwikkelen via de natiestaat, en ook niet via boven-nationale organen, maar via de (grote) steden in de wereld. Niet alleen dat die de grote wereldproblemen aan den lijve voelen en daarom daar ook maatregelen voor gaan nemen, maar ook omdat die informeel globaal gaan samenwerken en zodoende de belemmerende werking van de nationale soevereiniteit ontwijken. “Glokaliteit versterkt het lokale burgerschap en laat daar het mondiale burgerschap op paardje rijden”. Daar zou ook de mentaliteitsverandering op het gebied van duurzaamheid vandaan kunnen komen. Een hoopvol perspectief.

After the fall. . . deze blog niet lezen als je gesteld bent op je gemoedsrust

Terug van weggeweest is het alsof ik vanuit het paradijs ben gekomen. Ik had een heerlijke vakantie in Spanje. Ook in Spanje was het een uitzonderlijk regenachtig voorjaar geweest, dus ze hebben hun gebruikelijke droogte problemen even voor twee jaar uitgesteld. Alles was groen en in de Alpujarras troffen we een uitbundige bloemenzee. En het weer – ik was even vergeten hoe de zon er uit ziet, hoe heerlijk warm weer is, en hoe er valt te genieten van een zoele zomeravond.

Maar nu ben ik dus terug – en ik moet zeggen, het viel me niet mee. Hoe aangenaam mijn leven hier ook is, het was grauw en koud, aardig weer voor in november zoals ik dan pleeg te zeggen. Er lagen meer dan 500 emails op me te wachten en 50 poststukken. Ik zat meteen vol verplichtingen – zelf aangegaan, ik weet het – raakte in tijdnood en verviel zelfs even in de stress. En dan was er ook nog de presentatie van mijn collega Jan Paul in de Hart Sutra Club.

Zijn presentatie was eigenlijk erg eenvoudig. Van het holoceen, het jongste geologische tijdperk, bewegen we nu in het antropoceen (de term is van de nobelprijswinnaar Paul Crutzen), een tijdperk met een gemiddelde temperatuur op aarde die ten minste 4 graden boven die van het holoceen ligt (men verwacht dat die temperatuur in 2100 is bereikt – thans ligt de temperatuur gemiddeld 0,8 graad hoger) . Die temperatuursverhoging is veroorzaakt door de mens. Voor het eerst in de geschiedenis van de aarde bepaalt de mens in hoge mate de klimatologische, atmosferische  en geologische condities, vandaar de term antropoceen.

Men zou kunnen zeggen: is die 4 graden nu zo ingrijpend? Als antwoord op die vraag had Jan Paul een interessante vergelijking. Aan het holoceen ging tot 8.000 jaar geleden het pleistoceen vooraf. Zo’n 20.000 jaar geleden was de temperatuur 4 graden lager dan in het holoceen: de laatste grote ijstijd. Het ijs bedekte toen geheel Noord Europa – in  Nederland kwam het tot aan de Utrechtse heuvelrug. In die tijd lag de zeespiegel tot maximaal wel 200 meter lager dan nu. Zo ingrijpend kunnen de effecten van 4 graden temperatuurverschil dus zijn. De temperatuurstijging in het antropoceen heeft een aantal effecten die we ons nauwelijks kunnen voorstellen. Jan Paul noemde er een paar. Veel van wat me dierbaar is zal verloren gaan. Ook al zal ik er dan zelf naar alle waarschijnlijkkeid niet meer zijn, ik werd er toch erg verdrietig van.

We zijn wat dat betreft het punt van no return gepasseerd. Nog steeds kunnen we een aantal maatregelen nemen die een verdere temperatuurstijging voorbij de 4 graden kunnen voorkomen, maar het ziet er niet naar uit dat we dat op korte termijn zullen doen. Men zou deze uitspraken alarmistisch kunnen noemen, ware het niet dat deze  gebaseerd zijn op wetenschappelijke consensus. Ik noem ze dus realistisch – al kan je nooit met zekerheid uitsluiten dat er nog interessante terugkoppelingen gaan plaats vinden.

Ik trek daaruit de conclusie dat het belangrijk is dat we ons, behalve op het bepleiten van vergaande milieumaatregelen, gaan richten op het ontwikkelen van onze weerbaarheid. De vraag is: hoe kunnen we ons aan de radicaal veranderende omstandigheden aanpassen zonder elkaar uit angst of verkeerd begrepen eigenbelang de tent uit te vechten, waardoor alles alleen maar erger wordt?

Ik geloof niet zo in het ontwikkelen van individuele overlevingsstrategieën, zoals heel sober en zelfvoorzienend gaan leven in een huisje op een veilige plek. Dat lijkt me hooguit weggelegd voor een enkeling, maar de meesten van ons zijn daarvoor niet toegerust. Maar mijn voornaamste bezwaar tegen een dergelijke strategie is dat het individueel gericht is, en het is juist onze individuele gerichtheid die ons in de problemen heeft gebracht.

Nee, ik geloof veeleer in het aanboren van die diepe bron in onszelf, die maakt dat we de verbinding weer kunnen voelen met de kosmos, de aarde en met elkaar. Dan hebben we de voorwaarde geschapen voor het vrijkomen van liefde en een collectieve creativiteit, en dat is de beste remedie tegen angst en geweld. Wat zou het mooi zijn als we in nood geen rare sprongen gaan maken, maar in vrede en harmonie er het beste van maken. Onmogelijk lijkt het me niet, maar we moeten daar dan nu al aan werken.

 

 

 

 

21-12-2012 – wordt vervolgd.

Zoals ik vorige week al zei: we vergaan dus niet op 21 december. Maar er is wel wat aan de hand.

Deze datum, deze tijd, is te zien als een keerpunt. Tot nu toe zijn we bezig de wereld zoals als wij die kennen kapot te maken. Dat geldt zowel voor de natuurlijke omgeving  als de maatschappij waarin we leven. En de vraag is: gaan we daarmee door?

De tekenen zijn zowel bemoedigend als ontmoedigend. In de ‘bovenstroom’, de politiek, de economie is nog nauwelijks een koersverandering waar te nemen. De CO2 uitstoot en de daarmee samenhangende opwarming van de aarde, met alle vreselijke gevolgen van dien, gaat onverminderd door (zelfs ondanks de economische crisis). En een oplossing voor de economische crisis is nog niet in zicht, omdat we bezig zijn die te bestrijden met dezelfde middelen als die waarmee we die veroorzaakten.

Voor bemoedigende tekenen moeten we onder de oppervlakte kijken. Bedrijven die echt op weg zijn naar duurzaamheid. Burgers die zich bewust beginnen te worden van hun macht en die een verschil willen maken. En jongeren, die vanuit een volstrekt nieuwe kijk op de wereld weten en vertrouwen dat zij de puinhopen van de oudere generatie zullen kunnen opruimen.

Welke kant het uiteindelijk op zal gaan valt niet te voorspellen. Maar misschien is het niet verkeerd bij jezelf eens na te gaan welke kant jij eigenlijk op wilt gaan? Dat is een ingrijpende beslissing, die niet alleen je gedrag als consument of als deelnemer aan het economische verkeer zal beïnvloeden, maar je totale bewustzijn en handelen. Graag wil ik deze blog besluiten met een citaat van Judy McAllister: Stel je ben van het cynische type. Dan vragen we je er eens even op deze manier tegenaan te kijken. Stel dat jouw hart of verstand nu juist de cruciale druppel kan leveren die maakt dat het vat van de collectieve wil overstroomt. Dat jij degene bent die het verschil maakt tussen een toekomst waarin het verhaal verteld wordt van hoe, op de valreep, nog hele grote veranderingen plaats vonden, of een toekomst waarover gezegd kan worden:      “ze” hadden het bijna gered.*

Kerstmis: een tijd voor bezinning. Ik wens jullie een mooie bezinning toe naast de kerstboom.  (In verband met een korte vakantie zal mijn volgende blog pas na Kerst verschijnen)

 

* citaat uit:

Erik van Praag, Jan Paul van Soest en Judy McAllister: De Aarde heeft koorts, en uit                         Erik van Praag: Voor niets gaat de zon op – blauwdruk voor een waardige wereld.

 

Wat de toekomst brengen moge., . .

Wat de toekomst brengen moge,
Mij geleidt een milde hand;
moedig sla ik dus de ogen
naar het onbekende land. (vrij naar Jacqueline E. van der Waals)

Zou het zo zijn? Zouden we geleid worden naar een zegenrijke toekomst? Dan wel niet door een oude heer met een baard, maar dan wel door de Bron van alles en de subtiele werelden?  Ik mag het toch hopen als ik de media van de afgelopen week voorbij zie komen:

– incompetente en overbetaalde bestuurders met grote ego’s, die sjoemelen en meer denken aan hun eigenbelang dan aan dat van de zaak waarvoor ze staan, en zo onnoemelijke persoonlijke en zakelijke schade aanrichten,

– een economie, die maar niet wil herstellen, met name niet in Nederland, en waardoor het onmogelijke dilemma tussen bezuinigen en stimuleren steeds onmogelijker wordt,

–  voetbalgeweld, dat ondanks alle mooie woorden waarschijnlijk nog tot in lengte van dagen door zal gaan,

– een volslagen mislukte klimaatconferentie in Doha, niet onverwacht, maar toch,

– een Israel, dat, niet gehinderd door wie dan ook, opnieuw het volkenrecht volledig aan zijn laars lapt.

Enzovoort. Het is heel moeilijk om bij zoveel domheid, en soms zelfs kwaadaardigheid, hoop en vertrouwen te houden in de toekomst. Maar de waarheid is natuurlijk, dat we de toekomst niet kennen. Er kunnen rampen gebeuren maar ook wonderen.

Er is een spreekwoord dat luidt: God geeft de noten maar hij kraakt ze niet. Met andere woorden: ja het leven wil ons geven wat we nodig hebben, maar we moeten daar wel wat voor doen. De ‘invisible hand’ (Adam Smith) zal ons niet leiden, die leidt hoogstens de markt (en zelfs dat niet als we die niet reguleren), maar misschien is er wel kosmische hulp aanwezig.

Maar of dat nu wel zo is of niet, de grootste troost ontleen ik toch aan wat ik daarnet zei: we weten niet wat de toekomst zal brengen. Dat ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid ervoor, maar het is wel goed om te beseffen dat we de uitkomst van die verantwoordelijkheid niet in de hand hebben. De toekomst is als een onmetelijke oceaan. Dat doet me denken aan het woord van Thich Nhat Hanh: op het moment dat de golf – dat ben ik en dat ben jij – zich realiseert dat hij water is, verdwijnt alle angst.