Auteursarchief: erik.van.praag

Is reality true?

“Nothing real can be threatened. Nothing unreal exists. Herein lies the peace of God”. With this statement ‘A Course in Miracles’ summarizes itself. The statement is also endorsed by Eckhart Tolle, the author of ‘The Power of Now’ and ‘A New Earth’, and the speaker on the DVD ‘Findhorn Retreat – Stillness amidst the World’.

This is a very far reaching statement. If one takes it literally (which A Course does), it implies that everything that exists temporarily and has a material or physical base  – we, the earth, the society, even the cosmos –  , and thus can be threatened, is not real. It implies that reality as we experience it and as we know it is not real. It is a counter-intuitive statement in the sense we don’t feel and perceive reality that way.

But wait a minute. Is this not exactly what quantum physics is saying too? In quantum physics nothing is as it appears. The only thing that in an essential way is real is the zero-point field, the invisible field that permeates everything – that is everything.

So the consequences of all this seems to be that the only reality, the only thing that is not vulnerable and not not immune for damage is this field. The Course would call this God, but we can also call it Zero-point- energy, Essence,  Intelligene, the Creative Force, Presence or Eternity.

This is an extraordinary attractive thought system. It is the antidote to depression, feelings of powerlessness, anger (even rage) when we are confronted with destructiveness in ourselves and in the world around us. Destructiveness is as unreal as the unreality it destroys! Indeed: herein lies the peace of God, or as I should rather say: the peace of mind.

However, there is a snag in this, or actually two. The first one is that this thought easily can lead to passivity, lethargy or indifference. If the world as we know it is unreal, why should we bother and care? Is this indifference really what we feel comfortable about? There are (spiritual) masters (Lao Tse, Nisargadatta, Osho) who indeed propagate no-action: being conscious and connected with the invisible world is sufficient (which of course requires active meditation – and that is different from passivity or lethargy). It will automatically result in a better world. I personally cannot fully believe that, and I am in good company: Buddha (the 7-fold path: right action and livelihood) Christ en Thich Nath Hanh all strongly recommend spirit-in-action for the benefit of both oneself and the world.

The other snag I already mentioned above. We don’t experience the world around us as unreal. So it is very difficult to fully  accept the statement from the Course. I personally cannot do it, but the vision of the Course nevertheless is very attractive. And there is certainly a deeper truth hidden in it. As I often say, in case of  small of bigger trouble: it is meaning nothing in the light of eternity. Or said differently: this life is a play, nothing more nothing less. When we forget this, we are in trouble ourselves.

Actually I believe that we can live with both concepts of reality at the same time. We can see the world around us as reality in itself, or as just an illusion, created by the Essence beyond it. For Dutch readers: I more deeply dive into this in my latest book.

Let me end this blog with a few quotes from Richard Bach (Illusions): First a dialogue:

Richard: “The world is a dream, you say, and it’s lovely, sometimes. Sunset. Clouds. Sky.”  Donald: “No. The image is a dream. The beauty is real. Can you see the difference?”.

And: “The world is your exercise book, the pages on which you do your sums. It is not reality, although you can express reality there if you wish. You are also free to write nonsense, or lies, or to tear the pages.”

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

 

 

 

 

 

Geen twee staten oplossing meer in Palestina.

Het Nederlandse parlement kent 11 partijen. Dat is bijna onwerkbaar veel. Maar het Israëlische parlement overtreft ons nog; het kent 12 partijen. Maar de situatie is daar in feite nog ingewikkelder, omdat er meer middelgrote partijen zijn. Bij ons zijn er nog ten minste twee grote partijen (41 en 38 zetels), in Israël is er maar een ‘grote’ (31 zetels), en dat zijn er eigenlijk twee, die als lijstverbinding zijn samengevoegd. De eestvolgende partij heeft 19 zetels, de daarop volgende 15, en zo voorts.

Door de oppositie werden de uitkomst van de verkiezingen met verbazing en zelfs een zekere mate van opluchting ontvangen. De partijen van de regering Netanyahu en het nieuwe ‘Joods Huis’ tezamen (rechts, plus ultra-orthodox) zijn immers hun meerderheid kwijt – zij vallen terug van 65 op 60 zetels, precies de helft van het totaal. Als je het ultra-rechtse Joods Huis, dat niet in de regering zat, niet meetelt, zijn er zelfs maar 49 zetels over.

Ik begrijp niet waar die opluchting vandaan komt. Het rechtse blok is intern namelijk nog veel rechtser geworden, onder andere door die nieuwe partij: Joods Huis, 11 zetels (vergelijk de republikeinen in de VS). En er is nog een nieuwe partij, ‘Er is een toekomst’, die 19 zetels heeft gehaald, en op het gebied van het Israëlisch-Palestijnse vraagstuk even rechts is als Netanyahu. Alleen op sociaal-economisch gebied lijkt deze partij iets gematigder. Hieruit kan je afleiden dat het Israëlisch-Palestijns conflict bij de oppositie niet leeft, behalve bij Meretz en misschien ‘De Beweging’  (samen 12 zetels), en ik neem aan de Arabische partijen (tezamen 12 zetels, verdeeld over drie partijen).  Het is ook interessant om vast te stellen dat de centrum-linkse oppositie deze laatste partijen nooit meetelt als ze het hebben over hoeveel zetels ze samen hebben in het parlement.

Als ik het had over het Israëlisch-Palestijnse conflict, dan placht ik altijd zorgvuldig onderscheid te maken tussen de Israëlische politiek en de Israëlische bevolking. Deze laatste heeft nu echter in meerderheid tegen elke vorm van vrede gekozen (79 zetels, dat is twee derde). Als je aanneemt dat onder de niet stemmers (33 %) de verhouding ongeveer gelijk ligt (dat lijkt me eerlijk gezegd nog een optimistische veronderstelling), dan is nu twee derde van de bevolking niet geïnteresseerd in een redelijke regeling met de Palestijnen. Ik moet nu vast stellen dat het onderscheid tussen de regering, het parlement en de Israëlische bevolking niet langer gemaakt hoeft te worden. Israël is in meerderheid tegen iedere vorm van vrede, punt. Slechts enkele vredesgroepen voeren in de marge een uitzichtsloze strijd.

In mijn boek had ik al een jaar geleden gezegd dat naar mijn menig de tijd voor een twee staten oplossing voorbij is. Dat lijkt me nu wel zeker. Wat dat betekent voor het voortbestaan van Israël is minder duidelijk. Het kan in elk geval niet voortbestaan als een relatief welvarende, half democratische rechtsstaat (mijn boek geeft een aantal scenario’s). Het huidige Israël heeft voor zijn ondergang gekozen. Triest.

Hoe creëren we een nieuwe economische crisis?

‘De aantasting van de onafhankeljkheid van de centrale banken kan leiden tot een wereldwijde valutastrijd’. Dit zei Jens Weidmann in een nieuwjaarstoespraak. Hij doelde op de de druk van overheden op centrale banken om de munt te devalueren om zo aan concurrentiekracht te winnen.

Het is nog niet zo lang geleden dat centrale banken van landen maar een taak hadden: het beschermen van de waarde van de nationale valuta (prijsstabiliteit). Dat was nog zowat het enige veiligheidssyteem in ons geldstelsel, nadat alle bank- en beursregulering was afgeschaft. Sluipenderwijs is daar als antwoord op de economische crisis een doelstelling bijgekomen: het stimuleren van economische groei. De eerste doelstelling wordt daarbij ondergeschikt gemaakt aan de tweede. Het is niet moeilijk te voorspellen wat hiervan de gevolgen zijn. In de eerste plaats de hierboven genoemde valutastrijd, die overigens de groei van de wereldhandel zal schaden (en dus uiteindelijk juist economische groei zal tegenwerken). In de tweede plaats: te hoge inflatie, met alle nadelen van dien. Dit nieuwe beleid gaat schuil onder de naam van NGDP: Nominal Gross Domestic Product Targeting. Als je iets een mooie naam geeft klinkt het altijd onschuldiger dan het is.

De groei van het nominale bruto binnenlandse product (bbp) wordt dus een doelstelling op zich. Daarbij maakt het niet meer uit of die doelstelling wordt bereikt door volumegroei of door inflatie. Dit is al praktijk in de Verenigde Staten en sinds  eergisteren in Japan (en feitelijk ook in China), en het laat zich aanzien dat vele landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk in de eerste plaats, zullen volgen. Als een van de laatste zal Europa met de euro, wat dan een duurte-eiland in de wereld is geworden, bakzeil halen en ook volgen, ondanks wat de heer Weidmann ook moge beweren. Dan is er niets ten goede veranderd (zelfs de doelstelling van economische groei kan dan niet meer worden gehaald) en zo scheppen we de nieuwe economische crisis (als we de huidige al niet continueren). Zo komt Jan Splinter uiteindelijk niet door de winter.

Ik zeg in het bovenstaande niets nieuws. Er is vrijwel geen econoom of centrale bankier in de wereld die dit niet weet. Het is ook niet zo moeilijk om dit in te zien. Als ik, als niet-econoom en eenvoudige krantenlezer dit al kan zien, ja, wie dan niet? Wat me werkelijk interesseert is: waarom doen we dit dan? Ik ga er niet op voorhand van uit dat de verantwoordelijke personen van kwade wil zijn. Of dom. Wat ik wel zie, is dat hier wanhoop en onmacht achter zit. We weten eigenlijk wel hoe we de wereld niet moeten besturen, maar hoe wel? Het vraagt fantasie en creativiteit en moed om dat uit te vinden. En daaraan zou het onze leiders wel eens kunnen ontbreken.

En Obama dan? Ach, hij is zeker een groot spreker, een nette man en een man van goede wil. Maar een goede leider? Misschien is hij te vroeg geboren. Werkelijk grote leiders staan op in tijden van crisis. De crisis moet zo heftig zijn, dat alle tegenstand kan worden overwonnen, en de huidige crises zijn nog te weinig acuut.

Wat me ook interesseert is wat de culturele en spirituele betekenis van dit alles is. Hoe gaan we de bewustzijnsomslag maken waar de wereld naar hunkert? Misschien wel door steeds grotere en nieuwe crises te creëren. Dan zou de bovenstaande ontwikkeling positief geduid kunnen worden.

(met dank aan Maarten Schinkel, NRC/Handelsblad 22 januari 2013)

Twijfel te koop – vervolg.

Dit bericht is eigenlijk niet goed te volgen als je het vorige bericht niet hebt gelezen. Dus ik nodig je van harte uit dat te doen.

De voorzitter van de alumni-vereniging van andragologen bleek minder absoluut aan zijn eerdere uitspraken vast te houden dan ik had gedacht. Hij accepteerde onze reactie, heeft de formuleringen van Jan Paul en mij overgenomen en nodigt ons alsnog van harte uit onze presentaties voor de alumni-vereniging  op 23 maart te houden. Dat zullen we dus doen. Jammer dat die niet openbaar zijn – ik had jullie er graag bij uitgenodigd. Gelukkig is  het conflict(je) is dus opgelost.

Ook minister Kamp had ik iets te negatief ingeschat. Uit zijn presentatie in de Tweede Kamer blijkt dat hij inmiddels geheel niet meer twijfelt aan de ernst van de klimaatcrisis en het feit dat deze grotendeels door de mensheid wordt veroorzaakt, en dat hij zich volledig baseert op wetenschappelijke bevindingen. Tot zijn eer moet ook worden gezegd, dat hij dan ook volstrekt duidelijk is en er geen doekjes om windt, zoals we van hem gewend zijn. Welk consequenties dit zal hebben voor het regeringsbeleid staat overigens nog te bezien

Iets anders. Op Buitenhof zag ik vandaag Feike Sijbesma, CEO van DSM, die morgen een speech zal houden over duurzaam ondernemen op het World Economic Forum in Davos. Ondanks hardnekkige pogingen van de presentatrice, Marcia Luyten, kwamen er geen baanbrekende opmerkingen uit zijn mond, anders dan zaken die op dit terrein al tien tot twintig jaar worden gezegd. Ik geloof wel dat de man van goede wil is, maar werkelijk baanbrekende ideeën zijn van hem denk ik niet te verwachten. Die zullen dus van onszelf moeten komen. We kunnen niet gaan zitten en wachten tot anderen het voor ons uitdenken – want dat doen ze niet of dat kunnen ze niet. Kortom: werk aan de winkel!

En verder: Ik vermoed dat ik het in een van de volgende blogs ga hebben over de verkiezingen in Israël. Ik dacht dat het niet rampzaliger kon met dat land, maar ik blijk me te hebben vergist. Daarover later meer. Tot dan!

Twijfel te koop – vraag en aanbod van klimaatscepsis. Een conflictje.

Ik zou een lezing houden voor de alumni-vereniging van andragologen (waar ik zelf lid van ben) om mijn  nieuwe boek te promoten (Voor niets gaat de zon op – blauwdruk voor een waardige wereld). Ze vroegen me om een tweede spreker uit te nodigen, die een aspect van mijn boek nader zou kunnen inkleuren. Daarvoor had ik Jan Paul van Soest gevraagd, mijn vriend en milieukundige, die de volgende write-up inleverde:

“Twijfel te koop – vraag en aanbod van klimaatscepsis.

De aarde warmt op, de uitstoot van broeikasgassen door de mens is daarvan de oorzaak. Dat is wetenschappelijk zo goed als zeker. Maar hele volksstammen twijfelen daaraan. Waarom? Er is aanbod van, en er is vraag naar ‘klimaatscepsis. Conservatieve denktanks in de VS, betaald door de fossiele brandstoffenindustrie, maken een zondvloed aan contraire rapporten en artikelen, die gretig door de media worden overgenomen. Deze twijfelindustrie heeft een compleet paralleluniversum geproduceerd. Maar zonder vraag geen aanbod. De behoefte aan ontkenning van de realiteit is groot. De kant-en-klare rationalisaties van de twijfelindustrie gaan er in als koek. Groepsprocessen en subculturen versterken de neiging de ogen voor de werkelijkheid te sluiten. Afwijzen van de (klimaat)wetenschap is een cultureel statement geworden die de groepsidentiteit uitdrukt. Is het sceptisch tij te keren? Of maakt de realiteit van de klimaatverandering zelf een einde aan de ontkenning?”

Daarop kreeg ik van de voorzitter  van de vereniging de volgende reactie (enigszins door mij ingekort):

“Ik had uiteraard via Google geprobeerd een beeld te krijgen van Jan Paul en was dus gewaarschuwd dat hij het populariseren niet schuwt. . . . . .nu lees ik met ongenoegen zinnen “als zo goed als zeker” na een boude bewering, die niet – zo goed als zeker – wetenschappelijk is aangetoond. De volgende zin over de volksstammen misstaat in een pamflet, maar zeker ook in een write up voor een bijeenkomst in de Eggertzaal. De zinnen daarna spreken me ook niet aan.
Dit gaat zo niet de lukken.
. . .  Bovendien ben ik niet geïnteresseerd in de (achtergronden van) klimaatscepsis etc. ”

Dit is dus een uitstekend voorbeeld van wat Jan Paul aan de orde had willen stellen. Ik heb toen het volgende antwoord teruggestuurd (ook enigszins ingekort):

“Jan Paul baseert zijn uitspraken op feiten, en in de klimaatdiscussie (en niet daar alleen!) is nu juist het probleem dat de discussie gevoerd wordt op basis van meningen. Onder het mom van hoor en wederhoor worden meningen tegenover feiten geplaatst. De meningen worden namelijk gesponsord door gevestigde belangen (net zoals destijds de tabaksindustrie de anti-rookcampgne ondermijnde; tot op zekere hoogte nog steeds). Dat is een grof schandaal, en daarover zal Jan Paul op een gematigde en rustige maar wel duidelijke manier de waarheid naar voren brengen.
           Ook minister Kamp trapt in deze valkuil, zie de opening van Trouw van vandaag [Dat was dus woensdag  j.l.]. Hij wil de feiten, maar stelt tegenover de gedegen adviezen van KNMI en PBL de mening van een fanaticus, die zich NIET baseert op feiten. Als hij een journalist had willen raadplegen had hij ook een echte wetenschapsjournalist kunnen kiezen, zoals bijvoorbeeld Karel Knip van NRC/Handelsblad. Zoals hij het nu doet is hij een perfect voorbeeld van wat Jan Paul bedoelt.
           Het zouden bij uitstek de andragologen moeten zijn  die hiertegen stelling nemen. Wellicht vraagt dat enige moed, maar dat mag je van andragologen toch verwachten?”
Verder heb ik gemeld, dat als de vereniging bezwaar blijft maken tegen de komst van Jan Paul, ik zelf ook niet zal komen. Aan censuur wordt door mij niet meegewerkt.
De reactie van Jan Paul op de mail van de alumni-andragologen is ook nog wel interessant:
“Dit is wel fascinerend en verbazingwekkend. En tevens een voorbeeld van het succes van de twijfelindustrie: zo worden dus de beelden gevormd bij mensen die zich even een snel oordeel van de thematiek willen vormen. Wat dan verbaast, juist in kringen van andragologen, is gebrek aan een onderzoekende houding, en een snelle scan op google als realiteit zien. 
Zo gaat het klimaat naar de ratsmodee, maar ook de waarheid. Ik geloof dat ik dat laatste nog erger vind.”
Zo maak je nog eens wat mee. Wordt vervolgd. 

Wat er aan de hand is.

Als je weet dat gemiddeld 49 % van ons bbp (bruto binnenlands product) in Europa uitgegeven wordt aan collectieve voorzieningen, hoeveel denk je dan dat dat in Amerika is? Het antwoord staat onderaan deze blog – eerst even raden.

De Verenigde Staten  zitten heel anders in elkaar dan Europa. De helft van de federale inkomstenbelasting  (20 % gemiddeld) wordt weer teruggegeven aan de staten naar verhouding van hun inwonersaantal. Dat betekent dat arme staten in verhouding meer ontvangen dan ze afdragen, en omgekeerd. Het betekent ook dat de helft van  de inkomstenbelasting ten goede komt aan de federale overheid (10 % van het bbp). Dat heeft onder andere als consequentie dat er in de VS een stabiliteitsfactor is ingebouwd in hun economisch systeem, omdat armere staten met behulp van dit systeem hun economie gaande kunnen houden.

Als je dat vergelijkt met Europa. Slechts 1 % van ons gezamenlijk bbp wordt door het Centrale Europa uitgegeven. Een structurele herverdeling van middelen, zo dat armere landen meer krijgen vindt bij ons niet systematisch plaats, anders dan via zogenaamde structuur fondsen en speciale subsidies. Van een federaal Europa is dus in het geheel geen sprake, laat staan van een stabilisator.

Waarom is het interessant dit te weten? Wel, voor mij persoonlijk zie ik graag wat er werkelijk in de wereld aan de hand is. Niet alleen op het niveau van de bevolking(en) maar ook op het niveau van het bestuur. Ik wil me daarbij niet laten leiden door verkeerde voorstellingen van zaken in mijn hoofd. Zo ben ik wel eens geneigd het stroperige ge-onderhandel in Europa te vergelijken met het al evenmin efficiënt verlopende proces rond de Amerikaanse begrotingsonderhandelingen. Maar feitelijk zijn de processen onvergelijkbaar. Het gaat om volslagen andere orden van grootte. Het plaatst ook het verzet tegen ‘Europa’ in een ander licht. In de VS bestaat dit verzet tegen het federale systeem niet. Er is wel een beweging voor een afslanking van de staat, maar merkwaardigerwijs juist in die staten die van dit systeem, het meeste profiteren

Onder ogen zien wat er in de wereld aan de hand is maakt me vaak somber, en soms juist heel blij, maar in elk geval brengt het me in beweging en doorbreekt het mijn gevoelens van machteloosheid.

Een paar andere weetjes. Wij komen in  Nederland zoveel technici tekort, vooral van hoger niveau, dat verschillende projecten die aan technische ondernemingen zijn aangeboden niet meer kunnen worden uitgevoerd, en naar het buitenland verdwijnen. Opdrachten kunnen soms niet meer worden aangenomen. Aan de andere kant hebben we een werkloosheid van 6 % (in Europa gemiddeld 12 %!) die nog verder zal gaan oplopen, vooral onder mensen met een mbo opleiding, en met name onder de jongeren en de ouderen.

Wat we nodig hebben, naast technici: onderwijzers, leraren, mensen in de  verzorgende beroepen, maar onvoldoende mensen kiezen deze opleidingen. Moeten mensen dan maar opleidingen gaan volgen die niet hun eerste keus zijn?  Dat lijkt me ook niet zo’n goed idee. Ik heb met politici gemeen dat ik soms ook niet weet hoe het verder moet. Maar anders dan politici geloof ik niet dat als we geen oplossing weten voor een probleem, dat we dan maar moeten doen alsof het er niet is. In tegendeel: als een probleem makkelijk oplosbaar was, dan was het al opgelost, of was er eigenlijk geen probleem. Maar als we geen oplossing weten, is het in elk geval een intellectuele uitdaging!

Van reactie (probleem oplossen, wat ons niet lukt) moeten we naar naar creatie (een nieuwe situatie scheppen), het is al eerder  gezegd. De ‘c’ moet naar een andere plaats.  ‘It all depends on how you ‘c’ it.’ Zou het creëren van een inspirerende toekomstvisie helpen? Dat is in elk geval wat ik zelf heb gedaan. Misschien zet dat anderen aan het denken, en kan het een bijdrage zijn voor het omzeilen van alle bovengenoemde problemen, maar ik elk geval neemt het bij mezelf de verlamming weg (met name als ik er ook over communiceer), en geeft me een wenkend perspectief. Volgens mij is dat ook goed voor mijn gezondheid. Daarom dus. . .

 

In de VS wordt 40 % van het bbp besteed aan collectieve uitgaven. Het is lager dan in Europe, maar niet zoveel lager als ik had gedacht.

Wat betreft de gegevens in deze blog: met dank aan Maarten Schinkel, Marike Stellinga en Ariane Kleijwegt,. (NRC/Handelsblad)

 

 

 

De kredietcrisis revisited

Nu dacht ik toch aardig te weten wat de oorzaken zijn/waren van de kredietcrisis, nadat ik dat voor mijn laatste boek uitvoerig had uitgezocht – blijk ik toch nog enkele essentiële aspecten over het hoofd te hebben gezien.

In de eerste plaats is me gebleken dat al in 2006 bij de direct betrokkenen in grote lijnen bekend was dat het mis zou gaan lopen, en ook waar het probleem zat (namelijk bij de subprime-hypotheken), maar dat de waarde van de hypotheekobligaties en de daarvan afgeleide producten (CDO’s) op de markt onveranderlijk hoog bleef. Dat geldt ook voor de waarderingen (ratings) van die producten door de kredietratingsbureau’s (die overigens misschien NIET wisten wat er aan de hand was – om de simpele reden dat ze dat nooit uitzochten). Omgekeerd bleven de premies voor verzekeringen tegen koersval (CDS) onverminderd laag, evenals de marktwaarde van die verzekeringen. Hoe kon dat?

Als we bewuste misleiding (fraude) en extreme domheid even uitsluiten, dan blijft er maar een verklaring over: de bezitters van de hypothheekkobligaties en de CDO’s hadden zulke omvangrijke posities op de markt, dat ze er eenvoudig niet in een keer uit konden stappen, zelfs niet in gedeelten. Dat zou namelijk een enorme koersval van die producten hebben veroorzaakt, waardoor het hele systeem in elkaar zou zijn gedonderd, en ze zelf ook nog enorme schade zouden hebben opgelopen. Dus bleef iedereen maar zitten waar hij zat, en groeide de omvang van de markt zelfs nog tussen 2006 en 2008. Dientengevolge was de uiteindelijk klap veel groter dan hij geweest zou zijn als er in 2006 geleidelijk aan zou zijn afgebouwd.

Het tweede punt dat ik over het hoofd heb gezien is dat toen de klap eenmaal gevallen was, daar eigenlijk niemand voor verantwoordelijk is gesteld. Op een enkele uitzondering na zijn alle spelers blijven zitten waar ze zaten en hebben als tevoren wederom miljoenensalarissen opgestreken. Ook werd de schade niet betaald door degenen die het veroorzaakt hadden (met name de handelsbanken) maar overwegend door de overheid – door jou en mij dus.

Wat leert me dit? Een: dat markten, en zeker financiële markten, helemaal geen markten meer zijn, maar gigantische piramidespelen. Dit geldt tot op zekere hoogte ook voor aandelenmarkten. De waarde van een aandeel wordt minder en minder beplaad door de intrinsieke waarde van een bedrijf, maar veel meer door het marktsentiment – de waan van de dag, zeg maar. Markten zijn casino’s. Twee: dat dit spel tot op de dag van vandaag nog steeds op grote schaal doorgaat, en dat de volgende financiële crisis dus alweer in de maak is (en die zal dieper zijn, enzovoort).

Wat doet me dit? Soms word ik er kwaad over, maar mijn overheersende emotie is toch verbijstering. Dat we dit allemaal maar toelaten, en dat de betrokkenen zich daar niet onbehaaglijk bij voelen. Ik blijk dus naïef te blijven, ondanks inmiddels meer dan 70 jaar levenservaring.

En ten slotte: wat kan ik hiermee, en wat kan jij hiermee? Miscchien niet zoveel, maar wat mezelf betreft: toch maar doorgaan op de weg van signaleren en communiceren, zodat in elk geval mijn bewustzijn van wat er gaande is (in en buiten mezelf) wordt gescherpt. Dat zal mij en anderen helpen de keuzes in het leven te maken, die het fundament zullen vormen voor een gezondere toekomst. Maar dat er eerst op economisch en ecologisch gebied nog grote rampen zullen gebeuren staat voor mij wel vast.

(Met dank aan: Michel Lewis, The Big Short, en aan Herman Wijffels en Peter Blom, persoonlijke gesprekken. Zij hebben mijn inzicht gescherpt, maar natuurlijk komt wat ik hierboven heb gezegd volledig voor mijn rekening).

 

A dignified future.

If we want to solve the economical and ecological problems of our time we have to change our frame of reference, so I wrote last week. Instead of reacting we have to create. It all depends on how you ‘c‘ it. And what is it we want to create? Nothing less than a new society. I call it a dignified world.

If we want to create that we have to start with the values that should form the basis of such a society. I am choosing four: respect, freedom, openness and compassion. Respect includes respect for life, for the mystery, for others, for self, for animals, nature. It also includes wonder, awe: that everything is as it is, respect for beauty. And of course tolerance: seeing the family of men as my brothers and sisters. Freedom includes the awareness that the consequences of our decisions and actions come back to us: the law of karma. Openness implies an attitude of observing and listening; wanting to know (you) . It also includes the courage to sustain the gaze when something is difficult, to receive feedback, and to say what it is that needs to be said. Compassion in fact is the natural effect of the mentioned values.

Let’s now turn to our economic problems. In our new society we need a new economic system. I call this system a considerate economy. That should have four characteristics. It should be a  common economy, it should be a solar economy, it should be a sober economy and it should be a fair economy. These characteristics can be deduced from the values I mentioned. Let me elaborate a bit on this.

A common economy is an economy that is owned by us all, not just be a small group. This in my opinion implies that all common goods – land, water, the sea and the oceans, nature, fresh air, raw materials, resources – should be public property, not privately owned. With a solar economy I mean an economy that is based completely on sustainable energy. A sober economy is a pure economy, which doesn’t mean a miserable economy, on the contrary. It means an economy that is not based on scarcity but on abundance. And last but not least, the considerate economy is a fair economy: no fraud, no cheating, no exploitation and extortion.

If individually and collectively we could base our policies and actions on these principles, a complete economic and ecological transition would take place. This may seem far out, but it can be done. It requires a lot of open communication on all levels: micro, meso and macro. Actually, I don’t think we have much choice left anymore. If we don’t choose for a considerate economy, in the end it will result in the total collapse of our human system. But I am hoping and  trusting that when push comes to shelf, we will choose for our own survival. (although the debating culture in the American Congress is not encouraging. Maybe the need is still not high enough!)

The impossible dilemma between cutting expenditure  at the one hand and investing at the other is only solvable within this new perspective. In this blog it all sounds deceptively simple, but that is due to the fact that I have to be very condensed in this blog. For Dutch readers, it is all elaborated about in my latest book: The sun is shining freely for everyone – a blueprint for a dignified world. And for the English speaking readers: trust me, I am not as naive as you might think. Think about it, and you may find your own way and your own contribution to a better world. The time of transformation is NOW.

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

Happy New Year!

This will be my first blog in English. My theme for today: crisis and hope.

When I read the papers last week I am not getting happy. Joris Luyendijk, who reported from the City of London last year, arrives at the conclusion that since the outbreak of the financial crisis NOTHING has changed in the City. Quote: “My idea behind journalism in a democracy is: people should know this! Then the politicians come under pressure, and they will deal with the wrong. But the more I see and understand of the financial sector, the more I wonder if this is true. The sector has become immune for unveiling. And national politicians who stay within the boundaries of the financial system can can in their ‘second career’ count on life changing rewards.. . . [then he goes on with describing some examples of terrible atrocities that go on and on]  . . . I really don’t see how we get out of this without substantial damage.” And Anneleen Kenis and Mattias Lievens just wrote a book in which they show that notwithstanding many developments towards sustainability, it is all too little and too late (and also a lot of window dressing).

I think that one of the problems of this time is that both politicians and business people underestimate the deep interconnectedness of economy, politics and ecology. Changes that really could make a difference should take place in all three domains at the same time. An example: as long as one tries to solve the economical problem within the economic frame of reference  that is operative, there is virtually no solution. As Einstein said: You cannot solve a problem with the same means with which you created it. And that is exactly what politics try to do. One of the main causes of the financial crisis is the separation of the financial sector from politics, which made it possible to create endless debts. And how are we trying to solve the crisis? Either by creating more debts, or by cutting back public expenditure and thus stopping economic growth. Both roads are a dead alley

Economic growth is the only way we know to reach some desirable goals: full employment, reducing poverty, diminishing income discrepancies, and so on. But economic growth is not possible anymore for several reasons. One, we are running out of the earth’s resources, and two, no  organic system , like the economic system, can grow infinitely (as among others Adam Smith, Stuart Mills and John Maynard Keynes already stated).

So for the present economical and ecological crisis there is no solution within the existing belief systems. This is a somber message for the end of the year. But there is hope, and  it is implicit in what I just said. There is no solution within the existing frame of reference indeed, but we can change this frame. How? That will be the subject for the next blog, so that we can start the year with an optimistic note.

In the mean time I wish you a peaceful New Years Eve, and let us realize: no one can predict the future. It can be bad, but also good or even fantastic. We simply don’t know. Happy New Year!

Wijsheid, kracht en schoonheid.

Een paar weken geleden maakte  mijn dochter Anna een lijstje van ‘ de tien boeken die haar leven veranderden’, en nodigde ons via haar blog uit hetzelfde te doen. Onder de kerstboom heb ik daarover eens nagedacht, en er kwam al ras een interessante conclusie boven drijven. De boeken die mijn leven het meest beïnvloedden zijn meestal non-fictie boeken (bij Anna was het allemaal fictie). Voor wat het waard is komt hier mijn lijstje:

1. F. Perls, Gestalt Therapy verabtim. Zijn manier van denken heeft echt mijn leven veranderd. Met name kreeg ik een volslagen andere kijk op wat mijn verantwoordelijkheid is en wat de jouwe.

2. Osho (destijds: Baghwan Shree Rajneesh): The way of the white cloud. Mijn eerste inwijding in de wereld van spiritualiteit (althans, na een voorafgaande Buddhistische retraite)

3.  J. Krishnamurti: Laat het verleden los (Freedom of the Known). Dit boek stond zo loodrecht op mijn op dat moment nog bestaande denkwereld, dat ik elke zin twee, drie keer moest lezen voordat ik de portee ervan snapte. Terwijl het toch zeer eenvoudige zinnen waren. Een alinea, of hooguit een bladzij, was voor een dag wel voldoende, anders zou ik er toch maar over heen lezen. Nu lees ik het boek in drie uur uit, en is het een grondslag voor mijn leraar zijn. Over verandering gesproken!

4. En hier komt mijn eerste fictie boek, of liever boekenreeks: De kinderen van nr. 67, van Lisa Tetzner. Deze jeugdboeken beschrijven de lotgevallen van kinderen die omstreeks 1930 in Berlijn leven, en daarna uitzwerven over de hele wereld (op één na). Dit heeft me veel inzicht gegeven over wat er in de wereld aan de hand was en is (als kind al), en mijn maarschappelijke betrokkenheid zeer bevorderd. Hier is de basis gelegd voor mijn gevoeligheid voor het rapport van de Club van Rome (zie punt 6)

5. Een Nieuwe Morgen van David Wechsler heeft me in het begin van mijn tienerjaren nog dieper geraakt en dat proces nog verdiept. Moeilijk te vinden op internet maar wel bij boekwinkeltjes.nl. Er is ook nog een film van gemaakt: Sie fanden eine Heimat, van Leopold Lindtberg, uit 1953. Ik herinner me dat we die gezien hebben in Kunstmin in Dordrecht. Op de dag voor Kerst, in een bijna uitgestorven bioscoop.

6. Mag een rapport meedoen? Het rapport van de Club van Rome, Grenzen aan de Groei, uit 1972 heeft mijn leven diepgaand beïnvloed. Mijn hele leven en werken sindsdien is gericht geweest op het bevorderen van het maatschappelijk bewustzijn van mezelf en anderen. Een echte wake-up- call.

7. Waterschapsheuvel van Richard Adams heeft me veel geleerd over leiderschap, en is jarenlang de basis geweest van mijn advieswerk, training en coachen, en van mijn magnum opus:  Spiritueel Leiderschap.

8. De Tao Te Tjing van Lao Tse heeft me binnen gevoerd in de wereld van de mystiek (opnieuw: afgezien van retraites), en was een andere grondslag voor mijn boek Spiritueel Leiderschap.

9.,10 en 11, ex aequo,: The nature of personal reality van Jane Roberts, The path of least resistance van Robert Fritz, en Empowewrmet van Gershon en Straub.over onze  creatieve kracht en -macht, de wet van manifestatie, de derde pijler van mijn boek.

En teslotte, hors concours, want ik heb mijn maximum overschreden (maar daar trek ik me niets van aan): Caroline Myss, Anatomy of the Spirit, dat een belangrijke theoretische grondslag vormt voor The Edge en met name de Heart Sutra Club.

Dit zijn niet de boeken die me het meest ontroerd hebben, maar wel de boeken die me het meest hebben beïnvloed. Naar aanleiding van deze exercitie ben ik ook eens gaan denken over wat me in het leven het meest geraakt heeft (boeken, muziek, ervaringen), en wat keerpunten waren in mijn leven. Leuk om te doen! Maar daarover misschien eens een andere keer, als ik even niets anders weet te schrijven.

Ik moge besluiten met jullie een gelukkig 2013 toe te wensen, waarin je veel geraakt en beïnvloed wordt, en waarin je geleid wordt door wijsheid, kracht en schoonheid.