Auteursarchief: erik.van.praag

Waar gaat het (ga ik) heen?

Hebben we nu een vrije wil of niet? In de discussie daarover gaat het doorgaans om de vraag of het bewustzijn primair is, of dat de vrije wil altijd vooraf gegaan wordt door door een hersenactiviteit. In dat laatste geval zou van een eigenlijke vrije wil geen sprake zijn., omdat die hersenactiviteit onbewust is en altijd door materiële oorzaken bepaald wordt. Lang geleden heb ik al gesteld dat deze visie mijns inziens berust op een dwaling, en in die mening word ik door vele gerenommeerde wetenschappers gesteund.

Maar veel interessanter vind ik de discussie over de relatie tussen vrije wil en predestinatie, voorbeschikking. Lang heb ik het begrip predestinatie geassocieerd met Calvijn (en tot op zekere hoogte Luther), maar bij nader inzien blijkt dat deze discussie al minstens duizend jaar eerder is begonnen (en misschien nog wel veel eerder). In de rabbijnse literatuur van na de Babylonische ballingschap wordt deze discussie met verve gevoerd, en ook bij de Stoa, de Essenen en de vroege Christenen speelde deze discussie een rol.

Als we het hebben over predestinatie moeten we onderscheiden tussen de voorbestemming van de mensheid (de wereld) als geheel, en de persoonlijke predestinatie van ieder mens persoonlijk. In het eerste geval wordt verondersteld dat het heelal zoals wij dat kennen met een zekere bedoeling is geschapen. Het ontwikkelt zich dan volgens een soort blauwdruk, een bouwplan, waarvan onder meer de wetten van de evolutie een manifestatie zijn. Eindtijd theorieën zijn van deze opvatting een voorbeeld, maar men kan ook in een bouwplan geloven zonder dat er van een eindtijd sprake is. Over de vraag of een bouwplan kan samen gaan met vrije wil kom ik later te spreken.

Persoonlijke predestinatie kan volgens mij niet samen gaan met vrije wil. De leer dat men al dan niet is uitverkoren is er een voorbeeld van, maar ook als de goddelijke genade ons daarvan kan bevrijden, is er geen sprake van onze eigen vrije wil. Natuurlijk kunnen we goede werken verrichten of juist slechte dingen doen, maar dat zou op zichzelf ook voorbeschikt zijn en dan kan je niet echt van vrije keuzen of beslissingen spreken. Ook als de leer van het al dan niet uitverkoren zijn je niet aanspreekt, kan je geloven in volledige voorbeschikking.

Vele theologen en filosofen hebben met dit probleem geworsteld. De Farizeeën geloofden in voorbeschikking, maar wilden toch de vrije wil niet opgeven (zoals de Sadduceeën en de Essenen deden). Zij moesten zich dus in allerlei filosofische en theologische bochten wringen om deze paradox te verklaren. Datzelfde geldt voor de Stoa, de Griekse tragedieschrijvers, en voor Hillel, Johannes de Doper en Jezus. Voor Augustinus was het duidelijk: die geloofde hartstochtelijk in predestinatie, zowel op collectief als op individueel niveau. Maar voor Thomas van Aquino was dat toch niet bevredigend, en ook de lutheranen hebben dit absolute standpunt gaandeweg verlaten. De befaamde strijd tussen Arminius en Gomarus ging hier ook over, waarbij Gomarus het absolute predestinatie standpunt innam.

In een volgende blog ga ik er op in waarom hierover nadenken voor ons belangrijk is.

Synode van Dordrecht

Niet aan alles komt een eind.

Mijn vorige blog heeft een onjuiste titel: ‘Aan alles komt een eind’. Dat geldt wel voor de materiële wereld zoals we die kennen, maar niet voor de oorsprong van alles, zoals ik in mijn blog van 16 september vorig jaar heb aangetoond. De oorsprong bestaat eeuwig. Bovendien heb ik in mijn blog van 23 september laten zien dat de oorsprong bewust is. Uit deze twee feiten valt af te leiden dat bewustzijn ook eeuwig is. Bewustzijn vergaat niet – dus niet aan alles komt een eind.

We weten dat ons bewustzijn niet gebonden is aan ons lichaam, maar deel uit maakt van een non-lokaal bewustzijn (blog 16/6/2016), en ook dat ons bewustzijn na de dood waarschijnlijk voort blijft bestaan (ego-loos gewaar zijn). Dat zou dus ook voor ons als collectiviteit gelden, in het geval dat het einde van de wereld zoals wij die kennen ook het einde van de mensheid zou inhouden. Dit weten zou als tegengif kunnen werken voor al te grote somberheid over de toekomst van de wereld. Voor mij werkt dat wel zo, maar dat neemt niet weg dat ik toch heel verdrietig word als ik me realiseer wat er allemaal verloren dreigt te gaan. Ik ben gewoon te gehecht aan de schoonheid van de materiële wereld. En vreemd genoeg houd ik ook nog teveel van de lichamelijke manifestatie van mijn medemensen – ondanks de ergernis die ze me vaak bezorgen – om me maar zo te kunnen neerleggen bij hun fysieke verdwijnen.

Maar misschien overleeft een deel van ons het wel. Wat de toekomst brengen moge. . . we weten het niet.

Aan alles komt een eind.

Er zijn vele scenario’s die het einde van de wereld zoals wij die kennen beschrijven. Die wereld kan ten einde komen door kosmische rampen (een meteorietinslag , een gammaflits, enz.), door een pandemie, door een atoomoorlog, door een wetenschappelijk ongeluk, door de klimaatverandering, en zo voorts en zo verder. Een overzicht van alle mogelijke scenario’s is te vinden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Einde_van_de_wereld.

Een speciale plaats in het denken daarover nemen de eschatologische*) theorieën uit de verschillende spirituele en godsdienstige tradities in. Jodendom, Christendom, Islam, Boeddhisme, de Maya’s en de Hopi kennen allemaal een eindtijd theorie. Bij David Flusser (Tussen oorsprong en schisma, 1984) lees ik dat met name het Jodendom een lange en ook heden ten dage nog levende eschatologische traditie kent. En we kennen allemaal de Openbaring van Johannes, en ook uitspraken van Jezus (Matth. 24). In de meeste van die traditionele theorieën gaat aan het einde der tijden een periode vooraf waarin de mensheid vervalt tot een samenleving van conflict, naakt eigenbelang, extreem hedonisme en bandeloosheid, waarna een acute crisis (zondvloed, natuurramp of een door mensen veroorzaakte catastrofe) de overgang markeert naar een vreedzame en liefdevolle wereld. Om die reden is het geloof aan een eindtijd vooral populair in tijden van crisis, chaos en extreme onzekerheid: voor en na een oorlog, tijdens een pandemie of een economische depressie. Daarna zie je vaak een tijdelijke opleving van deugdzaam gedrag in de samenleving (zoals bij ons na WO II).

In deze tijd is er ook een sterk geloof aan een eindtijd, want ook nu leven we in een tijd van chaos en strijd. Maar er is een verschil met alle vorige keren, want in deze tijd wordt het geloof aan de naderende catastrofe ondersteund door de wetenschap, en wordt die catastrofe, als die plaats vindt, rechtsreeks door onszelf veroorzaakt. Boven draagt de catastrofe niet een abrupt karakter, maar komt die sluipend dichterbij. Hij tekent zich nu al af in het klimaat, de vluchtelingencrisis, de voedselcrisis, pandemieën en de crisis in onze democratische instellingen. En dat zal allemaal alleen maar erger worden. Deze wereld zal, zoals alle materie, uiteindelijk vergaan. Of zich daarna een vreemde en liefdevolle wereld zal ontwikkelen is onzeker. Dat hangt er vanaf of we in staat zijn om nu al tot een spiritueel ontwaken te komen.

*) Eschatologie:  leer van het einde van de wereld en het laatste oordeel

Heb je er zin in?

Welaan dan, eet uw brood met vreugde en drink uw wijn met een vrolijk hart (Prediker, 9:7)
Wees niet bezorgd over de dag van morgen (Matth. 6:34)

In mijn vorige blog stelde ik dat aanvaarden van de situatie waarin je verkeert, ook als die onaangenaam is, een voorwaarde is voor spiritueel ontwaken. Als je daarin bent gevorderd kun je een volgende stap nemen: plezier scheppen in je bestaan.

Toen ik nog werkte als psychotherapeut werkte ik samen met mijn client altijd op twee dimensies: het verleden verwerken en loslaten, en het bevorderen van de mogelijkheid tot plezier ervaren. Zonder plezier vaart niemand wel.

Nu heb ik als bevoorrecht mens makkelijk praten. Ik ben gezond, evenals mijn vrouw, mijn kinderen en kleinkinderen, ik heb een heerlijk huis, geen geldzorgen en een vervuld bestaan. Ik heb vele mogelijkheden om van het leven te genieten: van kunst, natuur, reizen – ja wat al niet.

Maar hoe is het als je chronisch ziek bent of pijn hebt? Als je slachtoffer bent van oorlog, geweld of natuurrampen? Als je honger hebt, of een verdoolde vluchteling bent? Of, misschien wat minder heftig, maar toch, als je financieel het eind van de maand niet kan halen, je huur of je energierekening niet kan betalen? Of onzeker bent over je toekomst? Kan je dan wel plezier hebben in je leven?

We denken vaak dat plezier hebben een resultaat is van de omstandigheden. Maar dat is een misverstand. Plezier hebben is een functie van je persoonlijke keuze: kies je voor een vreugdevol leven of niet. Natuurlijk is dat moeilijker als de omstandigheden beroerd zijn, maar ook dan is het niet onmogelijk. Als je geen geld hebt kun je genieten van veel wat gratis is: gratis lunchconcerten, een gratis concert van het Concertgebouworkest in het Westerpark op 9 september, gratis activiteit met je stadspas met groene stip (of voor 1 € naar de bioscoop), of gewoon op een bankje zitten in de zon. Het vraagt soms wel dat je er wat moeite voor moet doen, en wat nooit werkt: is anderen of het leven zelf de schuld geven van je tegenslag of ellende. Het wordt moeilijker als je veel zorgen of pijn hebt, maar zelfs dan kan je de pijn en de zorgen even parkeren en genieten van wat er nog wel is. Een voorwaarde is echter dat je werkt aan de aanvaarding van je situatie en leeft in het moment, zoals ik heb beschreven in het vorige blog.

Een interessant bijverschijnsel van vreugde scheppen in het leven is dat je dankbaar wordt voor het feit dat je leeft in deze waanzinnig spannende tijd. Je levenslust en je vertrouwen in het leven nemen toe. Je gaat minder voor harteloos eigenbelang, wordt minder jaloers op hen die beter af zijn en minder rancuneus over het feit dat je in een hoekje zit waar de klappen vallen. Tenslotte: je krijgt meer oog voor het lijden van je medeburgers.

Plezier in de golven

Het is wat het is.

God, schenk mij de kalmte om te aanvaarden
wat ik niet kan veranderen,
moed om te veranderen wat ik kan veranderen,
en wijsheid om tussen deze twee onderscheid te maken.

(gebed van Franciscus van Assisi)

Bovenstaande tekst kennen we in enigerlei vorm allemaal wel. Maar wat is aanvaarden?
De term komt van het middelnederlands aenvaerden: de tocht ondernemen, ter hand nemen, gelaten dragen. In het moderne Nederlands betekent het: ondernemen (een reis aanvaarden), ontvangen (een cadeau aanvaarden, kritiek accepteren), goedkeuren (een voorstel aanvaarden), op zich nemen (een functie aanvaarden) en gelaten dragen. In dit stuk heb ik het voornamelijk over de laatste betekenis. Op een andere betekenis kom ik hieronder nog terug.

Ik herlas dezer dagen nog eens Eckhart Tolle, Een nieuwe Aarde. Daarin stelt hij onder meer dat het niet aanvaarden van (de situatie van) het huidige moment een belemmering vormt voor je spiritueel ontwaken. Ik ben het daar geheel mee eens, maar die aanvaarding lukt me lang niet altijd. Als je ouder wordt dan stuit je op verminderde vermogens. Ik kan minder lang achtereen wandelen, mijn conditie wordt minder, ik heb een beetje last van PHPD, mijn geest wordt trager. Het aanvaarden daarvan is nog wel een haalbaar streven. Dat is anders met het aanvaarden van zaken die in de buitenwereld spelen: de laksheid van politici, de welbewust onbewuste onwetendheid van een aantal mijn medeburgers als het over democratie of klimaat gaat, de harteloosheid van sommige gemeenten en hun inwoners ten aanzien van de opvang van vluchtelingen, het vreselijke lijden in de wereld ten gevolge van oorlog, geweld of klimaatproblemen – en zo kan ik nog wel even doorgaan. En aan de meeste van die situaties denk ik niets te kunnen veranderen – en daarmee wordt de uitspraak van Franciscus actueel. Het lijkt alsof ik de keuze heb tussen kalmte en aanvaarden aan de ene kant en irritatie, woede of verdriet aan de andere kant.

Aanvaarden betekent echter niet dat de situatie je niets doet. Je kunt als eerste reactie best veel emoties hebben, maar de vraag is: kun je die daarna parkeren (niet: onderdrukken) zodat de kalmte terug komt? Ik denk dat dit in principe kan, maar het vraagt wel een geestelijke inspanning. Je moet die geestelijke reis willen ondernemen (zie de eerste middelnederlandse betekenis). Aanvaarden is dan niet een passieve aangelegenheid, een ‘gelaten dragen’, maar een actieve worsteling, die kan uitlopen op het gebed van Fransiscus, waarmee zowel de kalmte als de moed kan terugkeren. En je ook bijdraagt aan een betere wereld.

En de overheid, zij moddert voort.

En de boer, hij ploegde voort.

Bovengenoemd onderschrift komt uit een beroemd en prachtig gedicht uit 1935. J.W.F. Werumeus Buning schreef dat gedicht ter ere en verdediging van de boer, want ook toen stond de landbouw al onder druk.

In mijn vorige blog schreef ik dat de overheid bij monde van minister Van der Wal mu eindelijk de stikstofproblematiek onder ogen ziet. Helaas moet ik daar nu toch weer een kritische kanttekening bij maken.

Einstein zei het al in een andere beroemde uitspraak: je kunt een probleem niet oplossen met dezelfde methode die het probleem gecreëerd heeft. Toch is dat het wat de overheid probeert te doen. In mijn vorige blog wees ik al op het onvermogen tot leiding geven en communiceren. De overheid erkent nu het probleem, maar slaagt er niet in dat bij de wortels aan te pakken. Dat komt omdat deze overheid zelden gebruik maakt van de doorwrochte analyses en aanbevelingen die vanuit adviesorganen en vanuit het veld worden aangedragen. Ze denkt het altijd beter te weten. Haar blik wordt vertroebeld door het oor altijd te lenen aan lobbyisten vanuit het industriële bedrijfsleven (in dit geval veevoerbedrijven, transportondernemingen, industriële zuivelproducenten, kunstmest fabrieken, enz.)en de gevestigde landbouworganisatie LTO die vooral de belangen van de industriële landbouw behartigt.

Men probeert nu de stikstof problematiek aan te passen door een restrictief vergunningen beleid en het sluiten van landbouwbedrijven. Maar het zou veel beter zijn als alles zou worden ingezet op een meer extensieve vorm van landbouw bedrijven. Dat is heel eenvoudig te bereiken door een restrictief invoerbeleid in te voeren voor kunstmest en veevoer. En dat kost ook nog eens veel minder dan het bedrag dat nu voor de landbouwtransitie wordt uitgetrokken. Het geld dat dan overblijft zou kunnen worden besteed aan subsidies voor boeren die over willen stappen naar deze nieuwe vorm van landbouw, om de eerste jaren waarin er nog geen inkomsten uit die nieuwe bedrijfsvoering plaats vindt te overbruggen, en hen ook te helpen bij de aflossing van de schulden die de boeren in de afgelopen jaren door het beleid van de overheid en de banken, in het bijzonder de Rabobank, hebben moeten maken.

Deze gedachten zijn helemaal niet origineel,; ze worden vanuit het veld al jarenlang aangevoerd. Maar zoals ook in andere sectoren, de belangen van het grootkapitaal gaan altijd voor.

Het voert voor een blog als dit te ver om alle details van dit idee uiteen te zetten. Als u daarin geïnteresseerd bent leze u het voortreffelijke overzichtsartikel in De Correspondent: https://decorrespondent.nl/13608/het-kan-de-stikstofcrisis-oplossen-en-de-landbouw-perspectief-geven/1090264523040-bf85ddb1?pk_campaign=weekly , dat ook gediend heeft als een inspiratiebron voor dit blog.

U zou zich kunnen afvragen waarom ik aandacht besteed aan een probleem waar ik weinig of niets mee te maken heb, en waarvan ik eigenlijk ook weinig afweet. Ik doe dit omdat dit het eerste probleem is dat onze democratie bedreigt, en ik denk dat wij burgers de plicht hebben ons te informeren over de belangrijke kwesties die in de samenleving spelen, zodat we sterke staan bij de verdediging van die democratie.

VOLGENDE WEEK GEEN BLOG IN VERBAND MET VAKANTIE

Verantwoordelijkheid

We bevinden ons intussen op vijf terreinen in Code Rood: Klimaat en zeespiegelstijging, de bedreiging van onze democratie, oorlog en vrede, de vluchtelingencrisis en de energiecrisis. Met al mijn pessimisme had ik toch niet gedacht dat ik nog in mijn leven al direct met deze crises geconfronteerd zou worden, maar ik leef langer en het gaat allemaal sneller dan ik had voorzien.

Bosbranden, droogte, overstromingen, onzekere energievoorziening: hoe erg moet het worden voordat mijn medeburgers werkelijk van de ernst van de situatie onder ogen zullen zien? Nog steeds is er verzet tegen de plaatsing van windmolens en zonnepanelen, nog steeds zijn een aantal gemeenten niet bereid voldoende te helpen bij de opvang van vluchtelingen. De stikstofcrisis laat zien dat als de overheid eindelijk van de noodzaak van ingrijpende maatregelen is doordrongen, het verzet zeer groot is. Niet alleen van de boeren – dat is begrijpelijk en invoelbaar nadat de overheid en de Rabobank de boeren jarenlang op het verkeerde been hebben gezet -, maar ook van de provinciebesturen. Dat is een voorbode van wat ons nog te wachten staat als straks allerlei onplezierige maatregelen ons zullen worden opgelegd. De roep om een sterke leider die quick-fixes belooft zal toenemen. Zal onze democratie dat overleven?

Wat mist is leiderschap. Ook nu sommige leden van de huidige regering, zoals de ministers Van der Wal en Jetten, beginnen in te zien wat er werkelijk nodig is, dan nog missen ze het vermogen om dat inzicht over te dragen en daar draagvlak voor te creëren. Dat wil ik ze niet verwijten – ze doen wat ze kunnen, maar dat is nog geen echt leiderschap. Behalve zelfbewustzijn, moed, bescheidenheid, eerlijkheid en een toegewijd zijn aan de toekomst is er ook nog een soort uitstraling nodig die mensen hoop en perspectief biedt. Iemand als Timmermans komt in de buurt, maar verder zou ik niemand weten die die uitstraling heeft.

Zolang dat leiderschap er niet is, zal de redding van de wereld toch echt van onszelf moeten komen. Dat betekent in de eerste plaats werken aan de eigen bewustwording van onszelf en de wereld om ons heen (ons informeren en durven te blijven kijken), maar daarna ook handelen als de gelegenheid zich voordoet: bewust stemmen, ons uitspreken, ons consumentengedrag aanpassen (versoberen), vrijwilligerswerk, en uiteindelijk de straat opgaan en daar blijven tot er daadwerkelijk iets verandert. Kortom ons laten leiden niet door de leider die er niet is, maar door onze eigen innerlijke gids en wat de situatie werkelijk van ons vraagt.

Schoolstaking voor het klimaat in Zagreb

Verbijstering

You are not your mind
(Eckhart Tolle, The Power of Now)

In mijn vorige blog beschreef ik hoe mijn woede en verontwaardiging mijn spiritueel ontwaken in de weg staat. Doordat ik mijn woede en verontwaardiging niet wil opgeven, blijven ze deel uitmaken van mijn identiteit, waardoor ik de overgang van ik-bewustzijn (het bewustzijn van mijn uniek zijn) naar zelf-bewustzijn (het ik-loos gewaar zijn) niet kan maken. Maar daar over doordenkend kwam ik tot een opvallende waarneming bij mezelf.

Woedend en verontwaardig kan ik zijn over zaken en mensen die ik kan begrijpen. Zo kan ik verontwaardigd zijn over de harteloosheid van ons asielbeleid, of over de laksheid waarmee de overheid in de afgelopen decennia de grote problemen waarvoor onze samenleving zich gesteld ziet voor zich uitgeschoven heeft. Maar er is een kwaad in de wereld dat veel groter is dan dat. Het is zo omvangrijk dat ik het niet meer kan omvatten, en ik constateer dat ik dan niet meer met verontwaardiging reageer, maar met verbijstering. Enkele voorbeelden van dat kwaad zijn de dictatoren en hun handelingen, nu en in het verleden: Hitler, Stalin, Poetin, Assad. Natuurlijk ken ik de redeneringen die hun gedrag lijken te verklaren, maar uiteindelijk is hun gedrag wat mij betreft onbegrijpelijk. Verbijsterend – en dan heb ik mijn ‘gewone’ reacties van woede en verontwaardiging niet meer. Ik heb er eigenlijk ook geen oordeel meer over. Voor oordeel, goed- of afkeuring, is een zeker inzicht nodig, maar dit kwaad en deze mensen gaan mijn begrip te boven.

Verbijstering en het totale onbegrip beleef ik niet als een onderdeel van mijn identiteit. Ze vagen zelfs op dat moment mijn identificatie met mijn uniek zijn weg – dat speelt op zo’n moment gewoon geen rol. Zo bezien heeft dit immense kwaad paradoxaal gezien voor mijn bewustzijn een functie – het roept momenten van ik-loos gewaar zijn op. Dat zou ook de functie kunnen zijn van dit kwaad voor ons collectieve bewustzijn. Als genoeg mensen de moed hebben om dat grote kwaad onder ogen te zien en tot zich te laten doordringen, misschien zou dan een groter deel van de mensheid hun identiteit kunnen relativeren en de stap maken naar een hoger bewustzijnsniveau. De wereld zou daar zeer mee gebaat zijn.

De donkere nacht en mijn verontwaardiging.

Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand
(Jacqueline E. van der Waals)

Voor mijn vakantie heb ik een blog geschreven waarin ik uiteenzette waarom het zo moeilijk is voor ons om tot het hoogste bewustzijnsniveau te reiken dat we kunnen halen. En vooral, om daar naar believen in aanwezig te kunnen zijn. Het had te maken met alle zaken waaraan we onze identiteit ontlenen, die ons omvatten als een veilig omhulsel, waarvan we ons moeten bevrijden om dat hoogste bewustzijnsniveau te bereiken. Door ons van al die zaken los te maken zijn we bang het contact te verliezen met ons unieke zelf, waaraan we onze identiteit ontlenen.

Nadat ik dat blog had geschreven vielen mij nog enige aanvullende gedachten in. De eerste is dat het, om ons van dat veilige omhulsel te ontdoen, voor vele van ons nodig is om een dark night of the soul door te maken – een toestand van een empty void, een lege leegte, waarin we geen enkel houvast meer hebben. Hoewel we die toestand als regel niet zien aankomen, deinzen we er toch intuïtief voor terug, ons niet realiserende dat er in elk duister toch nog altijd een lichtpuntje is te vinden (voor hen die niet bekend zijn met het begrip dark night, zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Donkere_nacht_van_de_ziel ). Niet voor iedereen is die reis door de donkere nacht noodzakelijk, maar voor velen is het een voorwaarde om vanuit de empty void in de fertile void terecht te komen: de wereld van het ware zelf, het ik-loos gewaar zijn, van waaruit we het licht kunnen zien en alles mogelijk is.

Een tweede gedachte die me inviel is dat het voor mij, en ik vermoed voor velen onder u, nog veel moeilijker is om mijn verontwaardiging, teleurstelling en woede los te laten over alles wat er in de wereld (niet) gebeurt , dan het is om alle materiële zaken los te laten. Mijn verwijten aan politici en bedrijfsleiders, die er maar niet in slagen de klimaatproblemen werkelijk onder ogen te zien, en zich soms zelfs uitdrukkelijk tegen een ingrijpende aanpak van alle problemen verzetten – vaak door mijn medeburgers gesteund. En die ook maar niet de wederzijds goede wil opbrengen om de hongersnood, die ontstaat door het blokkeren van het graan in Oekraïne op te lossen. Ik kan die gevoelens nog veel moeilijker loslaten dan alle materiële zaken waarover ik in het vorige blog heb geschreven. Mijn identiteit zit hier nog veel meer aan vast. En misschien komt het ook doordat deze ‘negatieve’ gevoelens voor een deel voortkomen uit liefde: voor mijn medeschepselen en de aarde al geheel, die we zo godsgruwelijk geweld aan doen.

Concluderend: ik merk dat ik die verontwaardiging en woede eigenlijk niet wil opgeven. Ja, zo schiet het natuurlijk niet op met mijn spiritueel ontwaken. Voorlopig rest mij niet veel anders te doen mij van dit dilemma bewust te blijven en er mee te leven. En te luisteren naar mijn innerlijke leiding, en mijn gedrag daardoor te laten beïnvloeden. En tot deze te bidden: Leer mij slechts het heden dragen, met een rustig, kalme moed.

Vincent van Gogh, Treurende oude man (Kröller-Müller-museum)

Het licht zien.

Het is het licht dat ons het meest beangstigt.
(vrij naar: Marianne Williamson, Nelson Mandela)

Waarom bereiken we niet het bewustzijnsniveau dat nodig is voor de genezing van de wereld?

Dat heeft te maken met ons besef van identiteit. Waaraan ontlenen we onze identiteit? Die ontlenen we onder meer aan onze rollen, beroepen, opleiding, bezittingen, gewoontes, leefwijze, opvattingen, denkpatronen, geslacht, etniciteit, onze geschiedenis en ons persoonlijke verleden, ons lichaam, enzovoort – kortom aan alles wat ons dagelijks bestaan vorm geeft. Dat geheel omvat en doordringt ons als een veilige haven, een thuis waarin we wonen. Behalve onze identiteit ontlenen we daaraan ook ons gevoel van uniek zijn en ons ik-bewustzijn; dat wil zeggen het bewustzijn van ons unieke zelf. Maar dat is niet het bewustzijn van ons ware zelf*). Het is juist dat laatste bewustzijn dat ons totaal-bewustzijn zal brengen naar het niveau van wat ik in het vorige blog ‘het licht zien’ heb genoemd.

Om dat niveau van bewustzijn te bereiken zullen we alles waaraan we onze identiteit ontlenen moeten loslaten. Dat is door alle grote spirituele meesters gezegd, en hen navolgend heb ik dat ook al herhaaldelijk beschreven. Ja, ja, ik weet het wel, maar kan ik dat ook in praktijk brengen? Er zijn zoveel zaken waaraan ik gehecht ben. Nemen we als voorbeeld een categorie uit de bovenstaande opsomming: bezit. Als ik me voorstel dat ik enkele van mijn meest dierbare bezittingen zou verliezen (mijn huis bijvoorbeeld), dan besef ik hoezeer ik aan die bezittingen nog gehecht ben. En hoezeer mijn identiteit nog aan mijn huis vastzit. En dat is maar een van de honderden, duizenden zaken die vorm geven aan mijn identiteit. Let op het woord ‘vorm’. Het geeft aan dat onze identiteit voor een belangrijk deel vastzit aan het materiële niveau van ons bestaan. Het spirituele niveau daarentegen is vormloos.

Het is mij nog niet gelukt om werkelijk los te komen van alles wat mijn leven vorm geeft, en dat achter me te laten. Vandaar dat ook ik ben blijven steken op het zesde niveau van bewustzijn, zoals ik dat in het vorige blog beschreven heb (al heb ik in korte momenten het zevende niveau, een ik-loos gewaar zijn, kunnen ervaren, zoals velen met mij **). Maar wat niet is kan komen – wellicht op mijn sterfbed. Maar hopelijk komt het eerder voor een deel van de mensheid; anders staat het er met onze planeet niet zo best voor. Maar hierop vooruit lopend kunnen we anders omgaan met licht, zodat het vloeibaar blijft en niet materialiseert (zie mijn blog van 12 mei j.l.). Daarmee bereiden we ons voor op ons vermogen het licht en daarmee de oorspong-van-alles te ervaren.

VOLGENDE TWEE WEKEN GEEN BLOGS, WANT DAN BEN IK OP VAKANTIE.

Vaak was ik alleen met mijn ziel. Ik trad als zuivere substantie mijn ware zelf binnen, en wendde mij af van al het uiterlijke naar wat innerlijk is. Ik werd zuiver weten, zowel de wetende als de gewetene. Hoe verwonderd was ik schoonheid en pracht in mijn eigen zelf te aanschouwen en te herkennen dat ik een deel van de verheven Goddelijke Wereld ben, begiftigd zelfs met scheppend leven! In deze ontdekking van het zelf, werd ik boven de wereld van de zintuigen uitgetild, zelfs boven de geestenwereld, tot aan het Goddelijke, waar ik een zo prachtig Licht gewaar werd dat geen mond dit zou kunnen uitdrukken of geen oor verstaan.(Aristoteles)

*) Het onderscheid daartussen heb ik in het kort uitgewerkt in mijn blog van 14 mei 2020. Ik ben daar echter wat makkelijk heengelopen over hoe moeilijk het is dat ware zelf te ervaren, en hoe zelden dat voorkomt.

**) Laatstelijk nog afgelopen zondag – zie voor een beschrijving van de context: https://www.annavanpraag.nl/2022/06/requiem/