Categoriearchief: Ecologie

De bewustzijnsrevolutie – III

Dit is een blog in een serie die begonnen is op 4 februari j.l.

Niemand is ooit arm geworden door te geven (Anne Frank).

We gaan door met deze serie blogs alsof er niets aan de hand is; verkiezingen en zo. (De ‘klimaatpartijen’ hebben tezamen 37 zetels behaald, 25 %. Commentaar overbodig).

Een tweede manier om de bewustzijnsrevolutie te kenschetsen die nodig is om als mensheid de klimaatontwrichting te overleven laat zich omschrijven als een beweging van overleven naar samen-leven, of meeleven. (de eerste manier vindt u in mijn vorige blog)

Voor bijna alle mensen is 90 % van ons denken, handelen en spreken op meer of minder subtiele wijze gericht op ons eigenbelang. Dat is volstrekt begrijpelijk voor hen die in kommervolle omstandigheden leven, maar dat is voor de meerderheid van de mensen in het Westen niet het geval. (Moeite hebben om rond te komen bij een hoge hypotheek of een onverantwoord uitgavenpatroon reken ik niet tot kommervolle omstandigheden). Het loont de moeite om eens bij onszelf na te gaan hoeveel van onze communicatie en ons handelen gericht is op hoe we daar beter van worden. Ik heb dat bij mezelf eens geanalyseerd, en ik schrok daarvan. Ik noem deze manier van leven de overlevingsmodus. Die is diep in ons wezen ingesleten, deels een gevolg van de evolutie, deels een uitvloeisel van onze cultuur: survival of the fittest, struggle for life. Je kunt bij kleine kinderen zien hoe die overlevingsmodus ons natuurlijk is aangeboren: zij zijn voornamelijk bezig met het bevredigen van hun eigen behoeften. Ook kun je bij hen deze overlevingsmodus zien in de vorm van een natuurlijk narcisme: verrukking over hun eigen lijfje of delen daarvan, of hun eigen spiegelbeeld. Deze survival modus blijft een belangrijke rol spelen als we volwassen worden, al neemt het daar natuurlijk een andere, vaak verkapte, vorm aan. Omdat de overlevingsmodus een natuurlijke eigenschap is past het niet daar een moreel oordeel aan te verbinden.

Er leeft in ons ook een andere modus: dat is de behoefte aan samenwerking, aan altruïsme, aan zorgen voor een ander, meeleven, liefde geven. Ik omschrijf die modus met het woord samen(-)leven. Ook deze modus is geworteld in onze biologische en culturele ‘make-up’. En ook deze modus kun je bij kleine kinderen (vaak iets ouder) waarnemen: het willen geven van een kusje, of een tekening, of de ouder een plezier willen doen. We hebben, als we zijn opgegroeid, het vermogen om in onze communicatie en in ons handelen tussen beide modi te kiezen; een van deze modi tot onze overheersende stijl van leven te maken.

In onze samenleving overheerst op alle niveau’s de overlevingsmodus verre (hoewel we bij de pandemie ook de andere kant naar voren hebben zien komen). De bewustzijnstransformatie die we nodig hebben is een overgang van het individuele overleven naar samenleven. Van egocentrisch naar ecocentrisch. Het kan je dan schelen hoe het met de ander(en) en met de natuur gaat. Caroline Myss verwoordt het heel mooi: de overgang van the love for power naar the power of love. We onderschatten vaak hoe groot de kracht en de macht is van onze liefde. Nog anders geformuleerd: het gaat om de overgang van gericht zijn op krijgen (wat levert het me op?) naar gericht zijn op geven. Geven brengt je dichter bij het Licht en maakt je sterker.

Krijgen levert bevrediging, voldaanheid op; geven voldoening en innerlijke vrede. (Terzijde: We dienen er dan wel voor te waken dat we de ander niet afhankelijk maken van onze gift. Het gaat er juist om dat hij of zij sterker wordt – niet zwakker. Het is van belang dat hij/zij ook de kans krijgt/pakt om te geven.)

Anders dan bij de bewustzijnstransformatie in het vorige blog, die we konden bevorderen door gerichte aandacht, gaat het in dit geval om een radicale keuze – radicaal, want niet beperkt tot een enkel terrein. Kiezen we voor omschakelen naar een samenlevingsmodus, of blijven we in onze overlevingsmodus steken? Vanuit het klimaatprobleem bezien mag ik toch hopen dat een groot deel van de mensheid kiest voor het eerste. Anders ziet het er voor onze wereld somber uit.

Volgende week onderzoeken we de vijfde dimensie.

De bewustzijnsrevolutie – II

Dit is een blog in een serie die begonnen is op 4 februari j.l.

Het bewustzijn omtrent de klimaatcrisis begint langzaam baan te breken. Zo maakt zeven op de tien Nederlanders zich zorgen over klimaatverandering. Ook wordt langzamerhand ingezien dat de pandemie en de klimaatcrisis een gemeenschappelijke wortel hebben: namelijk de manier waarop we met onze natuurlijke omgeving omgaan. Toch dringt de ernst van de situatie nog lang niet tot iedereen door. Twee voorbeelden: de partijen die pleiten voor de halvering van de veestapel zullen bij de verkiezingen gezamenlijk niet meer dan ca. 30 zetels halen. En iedereen is voor veel meer windmolens. Maar niet in mijn achtertuin, niet in het landschap (horizonvervuiling) en niet op zee (verstoring van het maritieme ecosysteem). Op industrieterreinen is onvoldoende ruimte. Kortom, we willen wel windmolens maar toch eigenlijk ook niet. Deze voorbeelden zijn moeiteloos uit te breiden. Daarom is er een revolutionaire omslag van ons bewustzijn nodig.

Zoals ik in mijn vorige blog schreef is die revolutie al gaande, maar in het tempo van een evolutie. Hoe kunnen we die omslag versnellen? In de eerste plaats door ons bewust te worden van de allesoverheersende rol van archetypen in onze samenleving.

Het begrip archetype is al oud. Het duikt voor zover ik weet voor het eerst op bij Plato, maar die noemde het ‘ideeën’. Daarna zien we het volgens Wikipedia opduiken bij Descartes, Locke en Kant. Maar degeen die er echt een levenswerk van heeft gemaakt is Carl Jung. Bij Jung zijn archetypen symbolen en idee-patronen uit ons collectieve onbewuste. Er zijn algemene archetypen, zoals de schaduw, of de anima, maar ook persoonlijke, zoals de Held, de Wijze, het Kind, de Oplichter, het Slachtoffer. Door Caroline Myss is dit verder uitgewerkt in haar boek Sacred Contracts (ook vertaald als: Heilige Contracten). Zij stelt dat iedereen een uniek eigen archetype-patroon heeft, en dat we er radar voor hebben om dat bij de ander te herkennen. Zo zijn een paar van mijn eigen archetypen leraar, verhalenverteller en vader (dat zijn dus geen functies, maar karaktertrekken). Caroline Myss heeft in het genoemde boek ook een methode beschreven om te ontdekken wat ons eigen archetype-patroon is. De tarot kaarten, met name de Grote Arcana, zijn ook te zien als archetypen.

Op welke wijze draagt het ontwikkelen van gevoeligheid voor archetypen en het ontdekken van ons eigen patroon bij tot de bewustzijnsverruiming die nodig is om op een goede manier om te gaan met de klimaatontwrichting? Dat kan op twee manieren: één, doordat we middels het ontdekken van onze archetype-structuur ook helderheid kunnen krijgen over onze missie op aarde , waar ik over schreef op 25 februari. Daardoor krijgen we inzicht in wat onze unieke bijdrage zou kunnen zijn in verband met de klimaatontwrichting. En, ten tweede, doordat een grotere gevoeligheid voor archetypen in onszelf en om ons heen ons inzicht in wat er in de wereld gaande is vergroot, terwijl we er tegelijkertijd meer afstand van kunnen nemen. Het bevordert onze ‘helicopter-view’ en daardoor onze veerkracht.

Volgende week over: van overleven naar samenleven.

Twee kaarten uit het 80-Card Deck van Caroline Myss. Elk archetype heeft een licht- en een schaduw kant.

De bewustzijnsrevolutie – I

Dit is een blog in een serie die begonnen is op 4 februari j.l.

De klimaatontwrichting is niet meer te voorkomen, maar we hebben nog wel invloed op hoe we daarmee omgaan. In een wereld die verdeelder is dan ooit, of in een wereld die in nood tot werkelijk samenwerken en compassie komt. Volgens een aantal leraren (David Korten, Joanna Macy, Caroline Myss, leraren in de Findhorn Community en vele anderen) is daarvoor een fundamentele collectieve bewustzijnstransitie, een grote ommekeer, een voorwaarde. Maar wat houdt zo’n bewustzijnstransitie eigenlijk in?

Deze ommekeer zal niet plaats vinden van de ene dag op de andere, maar waarschijnlijk enkele decennia in beslag nemen (wat toch nog zeer snel is als je het afzet tegen de tijd dat de mensheid op aarde leeft en zich ontwikkelt). Wat vele mensen zich niet realiseren is dat die bewustzijnstransitie al lang begonnen is, en wel in 1945. Vanaf dat jaar (de bom op Hiroshima) realiseerde de mensheid zich dat zij zichzelf zou kunnen vernietigen. Daarvoor ging men er toch altijd wel vanuit dat de mensheid eeuwig, althans nog een onafzienbare tijd, – afgezien van een eventueel goddelijk ingrijpen – zou voortbestaan. Deze angst voor zelfvernietiging heeft op de achtergrond geleefd tijdens de koude oorlog, en beïnvloedde op subtiele wijze ons hele denken. De angst werd wat minder na de val van de muur (ten onrechte, want het atoomgevaar is groter dan ooit), maar komt nu weer sterk op naar aanleiding van de klimaatcrisis. Niet alleen ons eigen leven is eindig, maar ook ons collectieve leven. Dat was het natuurlijk altijd al, maar men kon dat einde zo ver weg in de tijd denken dat het in ons dagelijks bewustzijn geen rol speelde. Dat is nu anders.

Maarten Luther geschilderd door 
Lucas Cranach de Oude in 1529.
Citaat: Als ik wist dat morgen de wereld zou vergaan, zou ik vandaag nog een appelboompje planten.

Dat heeft allerlei effecten: onzekerheid, onderhuidse angst en wanhoop, gevoelens van zinloosheid en zo meer. Daartegenover bestaat maar één remedie: de bewustzijnstransformatie waarvan hierboven sprake was. Want die is weliswaar al begonnen, maar dient verder voltooid te worden zodat we met de nieuwe werkelijkheid kunnen leven zonder elkaar de schedel in te slaan (een kat in nood kan rare sprongen maken). En zo komen we weer uit bij de vraag: wat houdt die bewustzijnsommekeer eigenlijk in? Wat zullen we anders gaan zien, dan dat we besef hebben van de mogelijkheid van ons gezamenlijk einde?

Ik zal op drie mogelijkheden ingaan:

  • bewustwording van de alomtegenwoordigheid van archetypen
  • een overgang van overleven naar samenleven
  • verbinding met de vijfde dimensie.

Daarover de volgende keer.

Bronnen van kracht – II

Dit is een blog in een serie die begonnen is op 4 februari j.l.

Hier is een test om erachter te komen of je missie op aarde ten einde is: als je nog leeft, is dat niet het geval. (Richard Bach, Illusions)

Als we op het gebied van de klimaatontwrichting verschil willen maken, moeten we tot ons laten doordringen wat er werkelijk aan de hand is. Maar hoe bouwen we dan de veerkracht op om daar tegen te kunnen? In mijn vorige blog gaf ik drie mogelijkheden, hier volgen er meer.

Vele leraren zijn van mening dat we hier op aarde komen met een opdracht, een missie.* Die opdracht is voor elk van ons uniek. Hoewel we onbewust ‘weten’ wat die opdracht van ons vraagt is het toch een hele ontdekkingsreis om ons bewust te worden van wat die opdracht precies inhoudt. Wat is het puzzelstukje dat wij hebben en dat nodig is om de planetaire puzzel te vervolmaken (Danaan Parry)? Het helpt om ons daarbij af te vragen wat het is dat we hier op aarde te leren, te geven en te doen hebben, en daarover na te denken.** Als we hier meer duidelijkheid over hebben, gaat die opdracht richting geven aan ons leven, dat we daardoor als zinvol gaan ervaren. Ook dat is een bron van kracht (zie ook het citaat waarmee dit blog begint).

Nu we toch in de meditatieve sfeer beland zijn: meditatie beoefenen is ook een bron van kracht. Men kan mediteren zonder meer: zitten, de aandacht richten op en luisteren naar de stilte achter de geluiden. Je kan yoga beoefenen, of Aikido, loopmeditatie, dynamsiche meditatie, of wat dan ook. En je kan ook verzinken in gebed (maar probeer niet een hogere macht voor je karretje te spannen; dat werkt niet – we blijven zelf verantwoordelijk voor ons leven), of je kan je open stellen voor de niet-fysieke wereld achter de wereld die je waarneemt met je zintuigen. Het helpt als je daarbij contact zoekt met organisaties of personen die daar al mee in contact staan. *** Op den duur kan je het besef ontwikkelen dat je geleid en gedragen wordt. Uiteraard maakt dat je ook weer sterker.

Door dit proces van zelfreflectie, meditatie, contemplatie en gebed verandert je bewustzijn van een zuiver zintuigelijk en mentaal bewustzijn, gericht op de materiële wereld, in een meer spiritueel en mystiek bewustzijn, waarin ook plaats is voor de niet-materiële wereld en het grote mysterie van wat is. Zodoende stel je jezelf open voor de kwantum sprong in het collectieve bewustzijn, die al gaande is, maar die velen zich nog niet realiseren. Die bewustzijnstransitie kan ons ook hoop geven – daarover de volgende week meer.

De stukjes van de planetaire puzzel

*Zie bijvoorbeeld Plato, De Republiek. Caroline Myss spreekt van een ‘sacred contract’: Sacred Contacts, 2001. Ikzelf sprak vroeger van onze bestemming.

** Een handleiding hiervoor kun je vinden in mijn boek: Op weg naar jezelf . . . een pelgrimsreis in zeven etappes, pag. 74 e.v.

*** Bijvoorbeeld: https://www.findhorn.org, https://lorian.org. Er zijn hierover ook fantastische boeken geschreven, veel te veel om hier op te noemen. Ik maak een uitzondering voor Richard Bach, Illusions, buitengewoon inspirerend en zeer geestig (het citaat waarmee dit blog begon is hieruit afkomstig).

Bronnen van kracht.

Dit is een blog in een serie die begonnen is op 4 februari j.l.

Als we de ernst van de klimaatontwrichting werkelijk tot ons willen laten doordringen (en dat is nodig als we een verschil willen maken) dan moeten we er voor zorgen dat we in onszelf de kracht ontwikkelen om niet in wanhoop, vertwijfeling en machteloosheid te verzinken. Gelukkig zijn er vele bronnen waaruit we die kracht kunnen putten.

De eerste bron is de wanhoop zelf. Als we ons realiseren hoe vreselijk we het vinden als de wereld die we kennen, inclusief de mensheid, ten onder zou gaan, dan kunnen we ons realiseren dat die wanhoop uit liefde voortvloeit. Liefde voor de wereld, voor schoonheid, de natuur, de mensheid als geheel, en meer in het bijzonder voor ons eigen nageslacht (dan wel de nakomelingen van degenen die we liefhebben). Als die liefde er niet was, zouden we immers onverschillig staan tegenover deze dreigingen. Het zou ons dan weinig kunnen schelen wat er morgen gebeurt, maar dat het kan ons juist wel schelen! Die liefde is een expressie van de levenskracht zelf, en derhalve een bron van vitaliteit. Laten we die liefde koesteren, en in ons gedrag tot uiting brengen – dat maakt ons sterker.

Een tweede bron van kracht is ons vermogen om ons verdriet en onze woede even te parkeren. Niet onderdrukken, want dan wordt het alleen maar sterker, maar even ter zijde stellen, zoals je je auto kan parkeren bij de supermarkt, en dan in de supermarkt niet meer aan je auto denkt. Dan komt er ruimte vrij om te leven in het moment en te genieten van wat er is. De schoonheid van een sneeuwlandschap, een boterham met boerenkaas (dat is uiteraard persoonlijk), spelende of schaatsende kinderen, een bloem in een vaas of buiten, muziek, kunst, enfin, te veel om op te noemen. Je kunt de voorbeelden zelf eindeloos uitbreiden. Daar word je blij van, en dat maakt ons sterker. Organiseer ook voldoende leuke dingen en momenten in je leven. Er is voor alles een tijd: een tijd voor genieten en een tijd voor somberen. Verdriet en vreugde kunnen naast elkaar bestaan.

Daarbij aansluitend: een derde bron van kracht is aandacht te geven aan alles waarvoor we dankbaar kunnen zijn. Dat Gaia ons maar blijft voeden, ondanks alles wat we haar aandoen. Dat vele mensen het mogelijk maken dat die voeding dagelijks op ons bord komt (de boeren, de handelaren, de supermarkten, onze werkgevers of onze cliënten, die ons immers het geld verschaffen of verschaften die het mogelijk maken of maakten dat we dit alles kunnen kopen). Dat we een comfortabel huis hebben, dat er helder water uit de kraan komt, en zelfs zomaar warm water uit de douche. Dat er zoveel schoonheid is in deze wereld – kortom er is zoveel om dankbaar voor te zijn dat als we er bij stil staan het niet anders kan dan dat we dankbaar worden voor het leven zelf.

Er zijn nog veel meer bronnen van kracht; daarover de volgende week.

Klimaatramp voorkomen vereist acuut ingrijpen.

Dat was de kop in Trouw op 15januari boven een verslag van een studie van het milieubureau van de VN. Grote aanpassingen zijn in alle scenario’s nodig. En een andere kop, daaronder: De aarde is er al veel slechter aan toe dan de mensheid zich realiseert. En op 5 februari: Een verwoeste planeet? We kunnen er met ons hoofd niet bij (Esther Bijlo). Het is nu niet meer vijf voor twaalf, maar de twaalf uur is gepasseerd. En eindelijk verschijnen nu de eerste berichten die de ontwrichting niet meer verdoezelen. Zie ook De Groene van 4 februari: Het klimaat in de media. Daarin wordt beschreven hoe de laatste twintig jaar de ernst van de klimaatcrisis wordt verdoezeld door vanuit een vals gevoel voor objectiviteit de klimaatsceptici een volwaardig podium te geven.

In mijn vorige blog heb ik beloofd de balans te bewaren tussen tussen hoop, vreugde en veerkracht aan de ene kant, en verdriet, vrees en woede aan de andere kant. Dat zal ik ook doen, maar we moeten eerst de put in. Uit de organisatiekunde weten we dat als een bedrijf een ernstig probleem heeft het niet te snel naar ‘quick fixes’ moet zoeken. Het is nodig eerst gezamenlijk af te dalen naar de bodem van dat probleem, met alle vertwijfeling en gevoelens van machteloosheid die daarbij horen. Vanuit die bodem, en vanuit de gemeenschappelijkheid die daar beleefd kan worden (gedeelde smart) kan dan de creativiteit ontstaan van waaruit een oplossing mogelijk is. Dit staat bekend als de theorie U; zie de afbeelding hieronder. De verleiding is altijd groot om van seeing direct over te steken naar prototyping, maar dat werkt niet. Met de klimaatcrisis moeten we op dezelfde manier omgaan, ook al is een oplossing in de meest letterlijke zin hier niet meer mogelijk. Maar we zullen eerst moeten afdalen voordat we überhaupt iets zinnigs kunnen doen (het liefst dus samen met anderen – anders wordt het wel een erg eenzame reis).

Uit: Theorie U van Otto Scharmer. Zie ook: Peter Senge e.a.: Presence

Dus nu maar eerst eens kijken: hoe erg is het gesteld met de klimaatcrisis? Het antwoord: erger. De 1º temperatuurstijging zijn we in 2015 gepasseerd. Willen we de 2º graden niet overstijgen, dan zouden we in 2030 onze CO2 uitstoot* op 0 moeten hebben. Dat is al over negen jaar! Het is wel duidelijk dat daar geen schijn van kans op is. Dat betekent dat we in de eerste helft van de dertiger jaren de 2º zullen passeren. En dat betekent dat ten gevolge van allerlei terugkoppelingsmechanismen ook de 3º zal worden bereikt. Als je wilt weten wat 2 en 3 graden betekent, dan raad ik het boek Zes graden van Mark Lynas aan (laatste druk: 2020. De eerste druk uit 2007 is volkomen achterhaald). Geen vrolijke lectuur, maar de eerste stap voor iedereen om werkelijk van betekenis te zijn in de klimaatcrisis is het probleem onder ogen te zien. Dat gebeurt nog steeds veel te weinig, al is er in de media (met name Trouw) nu hier en daar een kentering gaande (zie de artikelen waarmee ik dit blog opende). Politici gaan nog steeds uit van volstrekt onrealistische doelen: onder de de 2º blijven (om van 1,5º maar te zwijgen), en de uitstoot van CO2 in 2045 halveren bijvoorbeeld.

Tja, nu heb ik alle ruimte in dit blog opgebruikt. Een hoopvoller verhaal moet dus toch nog maar even wachten tot volgende week.

  • Gemakshalve ga ik uit van zogenaamde CO2 equivalenten. Dat wil zeggen dat het opwarmingseffekt van andere broeikasgassen – methaan, lachgas, gefluroreerde gassen en waterdamp – is omgerekend naar de hoeveelheid CO2 die hetzelfde effect zou hebben.

Doendenken.

Ik wil het niet weten! Ik wil het niet weten!! IK WIL HET NIET WETEN !!!

Ik aarzel om weer over het klimaatprobleem te beginnen. De berichten daarover zijn namelijk zo somber, dat ik, als ik daarmee doorga, al mijn lezers en mijn eigen veerkracht dreig te verliezen. We willen nou eenmaal niet geconfronteerd worden met ellende, zeker als die ons (nog) niet onmiddellijk treft. Dat is nu echter juist het probleem. Omdat we de realiteit van de situatie niet tot ons willen laten doordringen ontbreekt in de samenleving het gevoel van urgentie, dat nodig is om de gevolgen van de klimaatproblematiek te verzachten. Dit proces is nog versterkt door de pandemie, die ons wel onmiddellijk bedreigt, en die alle andere problemen naar de achtergrond verdringt.

Is de situatie wat het klimaat betreft dan al helemaal hopeloos? Dat denk ik toch niet, maar we zullen er wel aan moeten werken om de hoop levend te houden en zelfs te versterken. We zullen naast het bewustzijn van de dreiging, en het verdriet en de woede die daaruit voort kan vloeien, de kracht moeten ontwikkelen om niettemin blijmoedig voort te gaan en te genieten van de schoonheid en de plezierige zaken in ons leven. We, en ook de samenleving, hebben er niets aan als we door het slechte nieuws depressief worden en ons er helemaal door laten verlammen. Zij die op het symposium waren ter gelegenheid van mijn 80ste verjaardag weten dat dit precies het thema was van dat symposium.

Ik zal in de komende blogs dus toch weer aandacht geven aan de opwarming van de aarde en het verlies van onze biodiversiteit, en wat dat betekent, maar tegelijkertijd onderzoeken hoe we daarbij geestelijk overeind kunnen blijven. Ik zal daarbij mijn neiging tot doemdenken omzetten in doendenken. Daarbij denk ik dan niet primair aan de actie die we in de buitenwereld moeten ondernemen (al is die zeker niet onbelangrijk), maar vooral aan de geestelijke discipline die we moeten ontwikkelen (dat is ook een vorm van doen). Ik nodig u uit me bij dit avontuur te vergezellen, en kan dan van mijn kant beloven dat ik de balans tussen hoop, vreugde en veerkracht aan de ene kant, en verdriet, vrees en woede aan de andere kant zal bewaren. Ik kan nu al vast zeggen dat daarbij twee dingen uitvoerig aan de orde zullen komen: ten eerste wat houdt de omslag van het bewustzijn in, en hoe kunnen we die bevorderen, en ten tweede: wat is, afgezien van de klimaatcrisis, een inspirerend doel om naar te streven, en hoe kunnen we daaraan werken?

Orkaan Halong

Een oudejaarsoverpeinzing.

Oudejaarsdag/avond is een moment van terugkijken op het afgelopen jaar: wat was fijn, wat was frustrerend, wat wil ik laten gaan, en wat wil ik het volgend jaar anders doen. Maar dit jaar verviel ik eigenlijk meer in een terugkijken op mijn 80-jarige leven tot dusverre. En wat ik zag beviel me. Ik heb een prachtig leven gehad, met heel mooie belevenissen. Natuurlijk waren er wel moeilijke tijden en momenten, maar over het geheel genomen ben ik toch wel heel tevreden. Zelfs de pijnlijke en moeilijke ervaringen hadden hun functie. Niet alles wat ik wilde bereiken is me gelukt, en daar heb ik wel een tijdje moeite mee gehad, maar dat heb ik intussen wel een plaats gegeven. Er is eigenlijk maar één ding dat me tot op de dag van vandaag frustreert. En dat is dat het boek De Aarde heeft koorts (2008) over de klimaatproblematiek, dat ik samen met Jan Paul van Soest en Judy McAllister heb geschreven, zo slecht is verkocht.

Ik heb het boek deze dragen weer eens ter hand genomen. Men zegt wel eens dat ‘eigen roem stinkt’, maar ik wil toch wel kwijt dat ik dat boek nog steeds een prachtig boek vindt. Het boek was geboren uit de nood die we alle drie voelden omdat wij zagen dat de opwarming van de aarde volledig uit de hand dreigde te lopen met alle desastreuze gevolgen van dien. Wij hadden de aarde en haar bewoners te lief omdat zomaar te laten gebeuren. Wij vulden elkaar als auteurs heel mooi aan. Jan Paul zorgde voor de feitenkennis (wetenschap), Judy voor de spirituele dimensie en ik zelf gaf mijn bijdrage als psycholoog/andragoloog. We hebben in dat boek vele bijdragen opgenomen van deskundigen op diverse terreinen, nationaal en internationaal, bekend en minder bekend. En we gaven na de analyse van het probleem ook een scala van dingen die we zouden kunnen doen om deze tragedie alsnog af te wenden.

Er zijn van dat boek slechts enkele honderden exemplaren verkocht. In het Engelse taalgebied liep de vertaling nauwelijks beter. Misschien waren we onze tijd te ver vooruit, wie zal het zeggen. Het probleem had niet de aandacht die nodig was – niet bij beleidsmakers en ook niet bij de bevolking als geheel – daarom hadden we het boek juist geschreven. En eigenlijk is dat nog steeds zo. Weliswaar is nu iedereen zich wel van dit probleem bewust, maar nog steeds laten zeer velen niet tot zich doordringen hoe erg de consequenties kunnen zijn. Ware dat wel zo, dan was er wel meer gevoel van urgentie en meer baanbrekend beleid. Het klimaat akkoord van Parijs laat het voorlopig voornamelijk bij mooie woorden. (Hoewel. . . de actie van Frans Timmermans en de Europese Unie is een bescheiden eerste stap. Voorshands alleen nog maar een plan en een budget, maar wie weet. . . ).

Gelukkig zien we onder jongeren nu ook een tegenbeweging opkomen. Daarbij denk ik aan mensen als Greta Thunberg, en te onzent Lena Hartog (https://www.collaction.org). Zij willen het puin ruimen dat mijn en de na mij komende generaties hebben laten liggen. Voor mij een signaal dat ik mijn frustratie nu maar eens moet loslaten. Dan kan ik schoon het nieuwe jaar in. U wens ik eveneens een nieuw begin toe.

Het boek is nog tweedehands verkrijgbaar, en de Engelse versie is als paperback en e-book verkrijgbaar

Ik-Gaia heb kanker.

Gaia is ziek. Een van haar organen leidt aan een gevaarlijke virus-pandemie, die haar hele welzijn bedreigt. Maar er is een meer ernstige chronische ziekte. Die kan ik het beste metaforisch beschrijven als kanker. Bij kanker zijn er cellen in tenminste één orgaan die niet normaal groeien en afsterven, maar die voortwoekeren ten koste van hun omgeving, en uiteindelijk ten koste van het hele organisme.

Het orgaan van Gaia waarin de kanker woekert is de mensheid. Deze woekert voort ten koste van de gezondheid van het geheel: andere organen, ecosystemen, biodiversiteit, en onderlinge destructiviteit van de cellen van dit orgaan (de mensen); en uiteindelijk wordt het orgaan zelf door zichzelf bedreigt. De metafoor gaat in die zin mank dat Gaia het wel zal overleven, maar niet dan na ernstige schade en gewondheid.

Als we nu willen oefenen met onze nieuwe identiteit – ik ben Gaia – dan zit er niets anders op dan te zeggen: ik heb kanker. Nu blijkt hoe moeilijk het is die nieuwe identiteit onder de huid te krijgen. Maar het loont de moeite om het minstens als oefening maar eens te proberen. Dan ervaren we pijn en angst, en dat brengt ons in beweging. Het levert meteen al een aantal inzichten op over hoe we die kanker te lijf kunnen gaan door na te gaan hoe we dat met onszelf als individu zouden doen. Dat is natuurlijk makkelijker te bedenken als je zelf ook kanker hebt of hebt gehad, maar anders kun je het je misschien ook wel inleven.

Ik behoor tot de bevoorrechte groep die inderdaad kanker heeft gehad, en er volledig van is genezen. Als ik er over nadenk wat die genezing bewerkstelligd heeft, dan kom ik op drie factoren: medische en psychisch-sociale ondersteuning (operatie, bestraling, natuurgeneeskunde, informatie, bemoediging), geestelijke oefening (geleide fantasieën volgens de methoden van Simonton en Siegel*, meditatie, het ontwikkelen van vertrouwen) en de voorzienigheid zelf, die me met genezende levenskracht heeft gezegend.

In het volgende blog zal ik beschrijven hoe we ons die factoren bij mij-Gaia kunnen voorstellen.

*) O. Carl Simonton e.a., Op weg naar herstel, 1983; Bernie S. Siegel, Lessen van wonderbaarlijke patiënten, 1987. Zie ook: Caroline Myss, Anatomy of the Spirit, 1996; ook vertaald.

De zoektocht naar waarheid, deel V

Een winde bij mijn raam schenkt me meer voldoening dan abstracte redeneringen in boeken‘ (Walt Whitman). Anders dan bij de samenleving kunnen we met de natuur wel in direct contact komen, omdat de natuur zowel in het detail als in het geheel volledig aanwezig is. Een ons open stellen voor de natuur levert bijna altijd een emotionele ervaring op: van ontroering, schoonheid, verwondering, soms ook van afkeer. Niet zelden beleven we de natuur als een in wezen onbegrijpelijk mysterie.

Maar als we de waarheid omtrent de natuur te weten willen komen kunnen we toch niet buiten abstracte informatie. De meeste mensen kunnen niet in directe zin waarnemen dat de biodiversiteit op de wereld ernstig achteruit gaat, of dat er een fatale klimaatcrisis aan de gang is, of hoe de evolutie in elkaar zit. En daarmee sluiten we op de zelfde problemen die ik in mijn vorige blog in verband met de betrouwbaarheid van informatie heb besproken. De wetenschap kan ons daarbij te hulp komen. Maar ook dan moeten we leren onderscheid te maken tussen echte wetenschap en als wetenschap vermomde onzin (bijvoorbeeld van wetenschappers die schrijven over een ander terrein dan waarop ze deskundig zijn, maar wel hun wetenschappelijk autoriteit gebruiken).

Als we diep in het mysterie van de natuur duiken dan kan het zijn dat we gaan zien, en tenslotte ervaren, dat alles op de wereld één is. Dat is een waarheid die je op verschillend niveau kan duiden. Dat in de fysieke natuur alles op en om deze wereld met alles samenhangt (de Gaia hypothese van Lovelock) wordt door de wetenschap intussen wel algemeen aanvaard. Op een dieper niveau kan je echter gaan geloven dat de aarde zelf, inclusief de fysieke natuur en de mensheid die daar deel van uit maakt, één levend organisme is, dat ademt, waarneemt (ook via de ruimtevaart zichzelf kan waarnemen, als het ware in de spiegel kan kijken), en bewustzijn en identiteit (ziel) heeft. Dit inzicht is niet door de traditionele wetenschap bevestigd, maar is niettemin de overtuiging van vele spirituele leraren over de hele wereld en het kan uw persoonlijke waarheid worden. De mensheid is dan een levend orgaan in dit organisme, en wij zijn te zien als de cellen van dat orgaan. Dit orgaan is thans ziek (niet alleen Covid-19, maar ook de op kanker lijkende woekering waarmee dit orgaan alle andere levende organen van Gaia, en daarmee uiteindelijk zichzelf, bedreigt). Daarmee kun je Gaia zelf als ziek beschouwen, ook al zal ze het, wellicht in verminkte vorm, wel overleven.

Aarde en maan vanuit de ruimte

Nu we wat dieper in het mysterie de natuur zijn doorgedrongen rijst er een interessante vraag: bestaat er een ‘overlighting intelligence’ van planten en dieren? Het bestaan ervan is niet wetenschappelijk bewezen, maar sterke aanwijzingen vinden we onder meer in de geschiedenis en het werk van de Findhorn organisatie en David Spangler (https://www.findhorn.org/about-us/ en https://lorian.org). De laatste stelt dat dergelijke ‘intelligenties’ ook bestaat bij de niet-levende natuur en door mensen gemaakte voorwerpen en apparaten. Ik ken weldenkende en op zichzelf verstandige en nuchtere mensen die met deze ‘intelligenties’ direct contact ervaren, maar zelf heb ik die ervaring niet. In de wetenschappelijke onderzoeken naar BDE’s (bijna doodservaringen) vinden we ook aanwijzingen voor het bestaan van een non-fysieke realiteit. Het is goed voor deze ‘onzichtbare werelden’ open te staan bij ons zoeken naar waarheid in de natuur. (Ik heb daar eerder over geschreven in oktober 2018)

Hiermee zijn we de grenzen van Gaia overschreden. In mijn volgende blog ga ik daar verder op door.