Categoriearchief: Mens en samenleving

Van vechter naar strijder.

De archetypen in onze samenleving.

Er is een tijd van oorlog, en een tijd van vrede. (Prediker, 3:8)
Sta op en strijd vastberaden (Krishna tegen Arjuna in de Bhaghavad Gita)

Vandaag wil ik de vechter met u doornemen.

Onze wereld is doordrongen van agressie. We zien dat in onze oorlogen, onze gewelddadige economie die wereldwijd mensen uitbuit om hier onze welvaart te handhaven, onze moordende concurrentie tussen en in het bedrijfsleven, de verbale gewelddadigheid op internet, in de politiek, in het verkeer, in onze maatschappelijke omgang, in onze migratiepolitiek, in onze gezinnen, op scholen, enzovoort; ik hoef u dit allemaal niet uit te leggen want u kunt het dagelijks om u heen en in de media zien. Natuurlijk zijn we niet allemaal de hele dag gewelddadig, en is er ook veel vriendelijkheid in de wereld, maar er is toch een opvallende bovenstroom van boosheid en woede. En wie zonder zonde is werpe de eerste steen. We nemen misschien niet onze toevlucht tot fysiek geweld, maar als we eerlijk onze geest onderzoeken zien we hoeveel agressieve gedachten daar rondspoken. En gedachten, zo weten we, hebben hun uitstraling in de wereld, ook als ze niet tot fysieke actie leiden.

Er zijn nogal wat psychologische, soviale en economische verklaringen voor die agressie: (jeugd)trauma, onzekerheid over de toekomst, maatschappelijke ongelijkheid en onrecht, enz.; ook deze oorzaken kunt u zelf wel aanvullen. Maar dat ontslaat onze niet van onze verantwoordelijkheid om onze agressie in te tomen en in constructieve banen te leiden.

Om dat te doen is het goed om ons te realiseren dat agressie ook een constructieve kant heeft. Er is gerechtvaardigde woede en verontwaardiging over onrecht, over destructief gedrag en over onverantwoordelijke nalatigheid, en er is misschien zelfs wel een gerechtvaardigde oorlog (Verzet tegen Duitsland en Japan in WO II, Oekraïne). Maar zelfs in die situaties is meer geweld dan nodig is, laat staan wraak en wreedheid onacceptabel.

Het komt er daarentegen op aan drie andere archetypen in onszelf te vinden en te ontwikkelen: de rebel, de spiritual warrior en the warrior of the heart. De rebel kan opstaan tegen een ongelegitmeerde autoriteit. De spiritual warrior is er op uit zijn hoogste levensdoel te vinden en waar te maken; de the warrior of the heart om zijn bovenpersoonlijke liefde in zichzelf te ontdekken en uit te dragen. Deze archetypen zijn de lichtzijde van de vechter en we hebben ze allemaal in ons, maar het kost soms moeite of pijn om ze tot bloei te brengen en ze vrucht te laten dragen. Het is echter wel de moeite waard en het is wat de wereld nodig heeft.*)

.

.

.

.

Archetype kaarten © Caroline Myss

.

*) Mijn boek Op weg naar jezelf . . . een pelgrimsreis in zeven etappes kan u daarbij behulpzaam zijn.

Archetypen in onze samenleving.

Op 11 maart van het vorige jaar heb ik geschreven over ons persoonlijke archetypen-patroon. In dit blog wil ik eens onderzoeken welke archetypen dominant zijn in onze maatschappij. Daarbij beperk ik me voorshands tot de Westerse cultuur, daar ik wat archetypen betreft van de andere culturen onvoldoende overzicht heb. Ik sluit echter niet uit dat wat ik over de westerse samenleving ga zeggen ook mondiaal van toepassing kan zijn.

In mijn eerste associatie komen de volgende archetypen bij me op: vechter (vooral bij mannen), hedonist, conformist, narcist, dictator, slaaf, slachtoffer, verspiller, rechter, egoïst, vrek. U kunt dit naar eigen inzicht aanvullen. Natuurlijk gelden deze archetypen niet voor elk van ons afzonderlijk in even sterke mate, maar je kunt toch wel zeggen dat we vrijwel allemaal door deze archetypen zijn beïnvloed. Ze zijn onderdeel van de cultuur waaraan wij allen zijn blootgesteld. In de volgende blogs wil ik op sommige van deze archetypen ingaan, maar voordat ik dat doe eerst een algemene opmerking vooraf. Als ik deze archetypen zo bij elkaar zie lijkt dat op het eerste gezicht een vrij negatief beeld. Maar bedacht moet worden dat elk archetype een licht- en een schaduwzijde heeft. Dat komt bij de afzonderlijke archetypen nog aan de orde.

Het komt erop aan dat we, als we streven naar een betere wereld, de schaduwzijde van de afzonderlijke archetypen moeten transformeren naar de lichtzijde, zoals ik persoonlijk o.a. heb moeten doen met de saboteur in mij. Dat is zowel een individuele opgave voor elk van ons afzonderlijk als een collectieve opgave. We moeten ons echter realiseren dat de lichtzijde niet kan bestaan zonder de schaduwzijde. Hoe moeten we daar nu mee omgaan? Op deze vraag kom ik aan het eind van mijn behandeling van de afzonderlijke archetypen nog terug. Ik heb dus een heel programma voor de boeg, hooguit wellicht onderbroken als de actualiteit daarom vraagt. Wordt vervolgd.

Identiteit

Vele mensen, ook ik, ontlenen een deel van hun identiteit aan externe factoren: nationaliteit, huidskleur, ethnische afkomst, geslacht, beroep, maatschappelijke positie, status, plaats in het gezin, enzovoort. Dat maakt ons kwetsbaar, want als (een deel van) die identiteit niet erkend wordt voelen we ons aangetast en reageren we defensief. Als dit voor een bepaalde identiteitsgroep op grote schaal gebeurt kan dit leiden tot diepgaande conflicten, scheldpartijen, demonstraties en zelfs geweld. Hoe kunnen we bereiken dat we voor een aanval op (een deel van) onze identiteit minder kwetsbaar worden?

Maar eerst iets anders. Zelf heb ik moeite met een deel van mijn identiteit, namelijk mijn Nederlanderschap. Vroeger was ik best trots op die identiteit, want was ik zelfs trots op mijn land en voelde daar een zekere liefde voor. Ik vond dat we de dingen hier mooi geregeld hadden, dat we een land waren van solidariteit en tolerantie, dat ‘we’ hele mooie kunst hadden geschapen, dat we hele mooie natuurgebieden hadden, dat we een rijk cultureel leven hadden, enzovoort. Ik was ook best chauvinistisch, was trots op ons nationaal elftal, en op onze zwemmers en schaatsers, op ‘onze’ prestaties op het gebied van wetenschap, op het niveau van ons muziekleven. Ik kon zelfs geraakt zijn bij het spelen van het Wilhelmus of het hijsen van onze vlag.

Maar in dat identiteitsgevoel is een lelijke barst gekomen. Ik ben deel van een land dat alle collectieve voorzieningen onder druk heeft gezet, dat een onmenselijk immigrantenbeleid probeert te voeren, dat een inhumane bureaucratie heeft gecreëerd, dat het klimaat probleem niet echt wil aanpakken, dat bijdraagt aan de uitbuiting van de bevolking elders in de wereld, dat pakten sluit met de meest gruwelijke dictators, dat onze natuur verwaarloost en waarin velen elkaar verrot schelden; enfin, u kunt dit zelf naar believen aanvullen. Een land ook waarin voortdurend die partijen bij verkiezingen de winst behalen die het algemeen belang en wat er nog over is van de ‘commons’ consequent achterstellen bij het eigenbelang.

Ik schaam me nu steeds vaker om Nederlander te zijn. En soms ook om man te zijn, wit te zijn, bevoorrecht te zijn. Dus waaraan moet ik dan mijn gevoel van identiteit ontlenen? Gelukkig is er altijd de weg naar binnen. In mij leeft mijn ziel en mijn geest. Zelf ben ik vrij in het kiezen van mijn opvattingen en de waarden die ik wil nastreven. Aan deze kiezer en aan dit zelfgevoel kan ik mijn identiteit ontlenen. Dat maakt me minder kwetsbaar voor mijn uiterlijke identiteit en wat wie dan ook daarvan vindt. En dat is ook het antwoord op de vraag aan het eind van de eerste alinea van dit blog: zoek je identiteit in je binnenste, en maak die niet afhankelijk van externe factoren. Volgende week ga ik hier diepgaander op in.

Nederland in verval

Individualisme 2.0

Bij duurzaamheid denken veel mensen toch al snel aan de hoogte van de energierekening en aan zonnepanelen op ons dak. 
(de Kunst van Wel – Liekje Welten/Imke Musterd)

Maar om een werkelijk duurzame maatschappij te bereiken is wel meer nodig dan beschreven in bovenstaande uitspraak. Zoals Liekje en Imke zeggen: nodig is een nieuw en groeiend bewustzijn, dat de plaats inneemt van een leefwijze zoals die de afgelopen eeuwen vorm heeft gekregen en waarin ons streven naar materieel gewin centraal staat. Dat vraagt om een nieuwe levenshouding, waarvoor Liekje en Imke de term individualisme 2.0 muntten. Om ze nogmaals te citeren: Als ieder van ons bewust is van zijn diepere waarden en verlangens,  en in contact leeft met zijn hart en lijf, dan zorgen we goed voor onszelf en spreekt het vanzelf dat we ook goed voor onze naasten en voor onze leefwereld willen zorgen.

Rutger Bregman stelt, zoals bekend dat alle, of althans de meeste, mensen deugen. Ik ben het daar niet mee oneens, maar alle mensen deugen ook niet. Het goede en het kwade leeft allebei in ons. Het nadeel van dit gezichtspunt is echter dat het een sterke morele kant heeft: het kwade is verkeerd, en we hebben de neiging de mensen die niet het goede kiezen te veroordelen. Zo lopen we ook de kans om negatief te oordelen over hen die niet gaan voor individualisme 2.0.

Ik houd niet van deze moralistische houding in mezelf. Daarom was ik blij met het artikel van Jos de Mul in De Groene Amsterdammer van 6 juli.*) Op basis van gedegen wetenschappelijk onderzoek stelt hij dat wij mensen van nature (dus biologisch verankerd) zowel een centrische als een excentrische positionaliteit bezitten. Wat wil zeggen dat we enerzijds gaan voor het naakte eigenbelang maar anderzijds ook het vermogen hebben om ons in de buitenwereld te verplaatsen.We kunnen voorbij ons egocentrisme denken, en bijvoorbeeld denken aan het belang van de andere dieren.

Dus ja, we hebben een keuze, en dus zijn we verantwoordelijk. Als we geen keuze zouden hebben zouden we dat niet zijn. Maar het is geen keuze of/of, maar een keuze en/en, zoals ook Liekje en Imke zeggen in bovenstaand citaat. Het valt me op dat als ik op deze manier naar mensen en mezelf kijk ik minder snel verval in morele oordelen, al hoop ik natuurlijk nog wel dat we de wijsheid ontwikkelen om de traditie van eeuwen te doorbreken en onze excentrische positie sterk laten meespreken. Liekje , Imke en Nanda organiseren eind augustus een summerschool, die je bij die transitie kunnen ondersteunen: https://dekunstvanwel.nl/events/summerschool/. Lees die website!

Summerschool Lijf, Lied & Levenskunst
Een veilige bedding om iets nieuws in jezelf aan te boren. En voorts plezier, ontspanning en samenzijn.

*) Er staat veel meer in dit artikel, zeer lezenswaardig en aanbevolen.

Uitbuiting.

Terug van vakantie keek ik de afgelopen week de kranten door van de weken daarvoor en ik zag dat er twee weken geleden heel veel publiciteit was over ons slavernijverleden. We moeten excuses maken, nabestaanden compenseren, spijt betuigen, enzovoort. Allemaal prachtig natuurlijk maar wat mij betreft ook hypocriet, zolang we met geen woord spreken over hoe we vandaag de dag grote delen van de wereldbevolking uitbuiten. Onze welvaart en onze economie, ja zelfs onze pogingen tot verduurzaming gaan ten koste van onmenselijke omstandigheden elders. *) Dat is minstens zo misdadig als ons slavernijverleden.

Een voorbeeld is de deal die de Europese Unie heeft gesloten met Chili over lithium. Zonder lithium is geen elektrificatie van ons wagenpark mogelijk. Ondanks mooie woorden gaat de winning van lithium gepaard met onwaardige arbeidsomstandigheden en grootschalige vernietiging van de plaatselijke natuur **). Soortgelijke verhalen kunnen we houden over de winning van andere voor onze samenleving noodzakelijke grondstoffen: koper, kobalt, enz.

En dan heb ik het nog alleen maar over grondstoffen.Daarnaast betalen we nog steeds op grote schaal veel te weinig voor ons voedsel, waardoor boeren wereldwijd in een situatie leven die sterk aan slavernij doet denken. Die boeren zijn dan nog goed af, want anderen komen van de honger om als ze niet proberen naar het Westen te vluchten. Maar de meesten van die asielzoekers laten we verdrinken of laten we leven in gruwelijke omstandigheden.

Mocht er bij de komende verkiezingen een partij zijn die dit soort zaken wil adresseren, dan heeft die partij mijn stem. Maar ik vrees dat het accent zelfs bij christelijke en sociale partijen toch zal liggen op ons eigen, lokale welzijn. Met solidariteit win je immers geen stemmen. Of zie ik dat verkeerd?

*) zie artikel in De Groene Amsterdammer, 22 juni 2023: Verwoesting in een groen jasje door Darko Laginas.
**) Een van de bedrijven die zich daaraan schuldig maken is Albemarle. Vlak bij mijn huis staat een fabriek van Albemarle, die zich zo keurig aan de milieuvoorschriften houdt, dat die gedoogd wordt in een woonwijk. Maar in de derde wereld neemt Albemarle het niet zo nauw – dat wordt door de lokale regeringen aldaar ook niet vereist.

Moeten we nu eigenlijk oordelen of niet?

Terug van vakantie verzeil ik in een zelfgeschapen tijdsdruk – daarom maak ik het me vandaag maar gemakkelijk door in mijn blog een stuk over te nemen van Rutger Bregman, schrijver bij de Correspondent. Niet zozeer om iemand aan de schandpaal te nagelen, maar om mijn onbegrip te delen met het gedrag van sommige burgers. Eerst maar even het stuk:

Van sommige mensen snap ik niet hoe ze in de spiegel kunnen kijken. Neem de gigantische belastingontwijking van Max Verstappen.
Slechts één dag nadat hij 18 was geworden, verhuisde hij al naar Monaco. Zijn belastingtarief daar? 0 procent. Zijn belastingtarief hier in Nederland? 0 procent. Zijn belastingtarief in België, waar hij tot zijn 18e woonde? 0 procent. Van de 64 miljoen euro die Verstappen dit jaar verdient, draagt hij 0 euro bij aan onderwijs en zorg, politie en brandweer. Helemaal niks.
Zelf profiteerde Verstappen van het publieke betaalde onderwijs op basisschool De Boomgaard in Maaseik en de middelbare school Trevianum in Sittard. Maar zijn eigen bijdrage aan de scholen van Nederland en België? Niks, nada, noppes. ‘Blijft Verstappen tot 2028 in Monaco gevestigd,’ zo becijfert de Volkskrant, ‘dan loopt zijn belastingvoordeel over 13 jaar op tot minstens 200 miljoen euro.’
Hoe presteert zo iemand het om met een Nederlandse vlag in zijn handen feest te vieren? Misschien omdat niemand in zijn omgeving hem de waarheid durft te vertellen. Vorig jaar werd deze zogenaamde ‘held’ zelfs benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau – het lintje en de ceremonie werden gefinancierd door hen die wél netjes hun belasting betalen.
Zie ook het artikel in de Volkskrant van dit weekend, over de immorele praktijken van Verstappen en andere topsporters: https://lnkd.in/e_J_Etdy
En stel je voor dat een graaiende bankier met een Nederlandse vlag op de Zuidas zou rondrennen. Het land zou te klein zijn. Wat mij betreft stoppen we ook met het juichen voor dit soort lui. Mensen als Verstappen werken namelijk niet voor hun land. Ze werken alleen maar voor zichzelf.

(Bron :HP/De Tijd, 30 mei 2023.)

Het is altijd goed om bij een dergelijke verontwaardiging ons de bijbel te herinneren over de balk in het eigen oog (Matt. 7:3). Nee, op grote schaal belasting ontduiken doe ik niet en heb ik nooit gedaan, maar een brandschoon geweten. . . ? Ik sta er niet voor in.

Apocalypsofie

We moeten we niet handelen voordat het te laat is, maar omdat het te laat is.
(Extinction Rebellion, geciteerd door Lisa Doeland*)

In het verleden hebben velen mij gezien als een doemdenker. Zelf heb ik het nooit zo gezien. Een doemdenker voorspelt een toekomst waarin alles verloren is (doem). Ik heb mezelf altijd gezien als een realist: de werkelijkheid onder ogen zien, en daaruit conclusies trekken. Een voorbeeld daarvan is mijn blog van vorige week, dat eindigt met het goede nieuws.

Daarom spreken waarschijnlijk de artikelen van Lisa Doeland in Vrij Nederland en De Groene mij zo aan, die een inspiratie vormen voor dit blog. Zij heeft daarover ook een boek geschreven *). Een doemdenker, zo zegt zij, ziet in de toekomst een apocalyps: een ondergang van de wereld; in deze tijd: de vernietiging van de biodiversiteit zoals wij die kennen, en daarmee van vele dieren, planten en uiteindelijk de mensheid zelf. Maar zo zegt zij: dat is niet de eigenlijke betekenis van apocalyps. Het woord betekent ‘openbaring’. Bovendien is de apocalyps niet iets wat in de toekomst ligt, maar die is NU al gaande. En wat er nu wordt geopenbaard is de werkelijkheid zoals die is. Die wordt je echter alleen geopenbaard als je er echt naar kijkt, en blijft kijken ook als dat ongemakkelijk wordt (zoals Judy Allister al zei in ons boek De Aarde heeft koorts).

Een wezenlijk onderdeel van die werkelijkheid is de samenleving waarin we leven. En als we daarnaar kijken zien we dat die op verschillende terreinen verkeert in code rood: op het gebied van de democratie, op het gebied van oorlog en atoomdreiging, op het gebied van biodiversiteit en op het gebied van klimaat. Dan zien we ook de onwil van onze ‘leiders’ en vele burgers om deze situatie echt tot ons te laten doordringen. Als we dat namelijk wel zouden doen, zou ons denken, ons bewustzijn en ons gedrag veranderen. De paradox is: als we aandacht hebben voor de apocalyps NU, dan wordt de kans dat we de ondergang morgen voorkomen groter! Zoals Krishnamurti al zei: ‘zien is handelen’.

Dus ja, ondanks alle schoonheid en liefde in de wereld, en ondanks de onderstromen van mensen van goede wil, de apocalyps is nu al gaande. Dat onder ogen ziende en daarover nadenkend muntte Lisa Doeland de term ‘apocalypsofie’. En ik kan u een ding verzekeren: als u open gaat staan voor de apocalyps nu, en daarvoor open blijft staan, dan zal u niet alleen de materiële werkelijkheid buiten uzelf geopenbaard worden, maar ook die binnen u zelf (die u ook nog niet volledig kent, al denkt u misschien van wel). En uiteindelijk komt u dan ook dichter bij de metafysische wereld: de onzichtbare werelden achter de zichtbare wereld. Die zal ons in elk geval overleven. Of we daar dan zelf deel van zullen uitmaken? Ik denk van wel, maar daar zijn de geleerden het niet over eens.

Dit was mijn laatste blog voor mijn vakantie. Ik hoop u terug te zien op 13 juli, en ik mag toch hopen dat u in de tussentijd de huidige apocalyps als openbaring kunt ervaren. Er zit meer in dan op het eerste gezicht blijkt.

Mary Evans Picture Library / ANP | New Yorkers vluchten voor een tsunami in de film The Day After Tomorrow van Roland Emmerich, 2004

.

*) https://www.groene.nl/artikel/een-ander-einde-van-de-wereld
https://www.uitgeverijtenhave.nl/boek/apocalypsofie/

Een echt feest van de democratie in tien stappen.*)

Dit blog is veel te lang. Sla het dus over als de toekomst u niet ter harte gaat.

Een nieuw Plan van de Arbeid/Plan voor de Toekomst zou de impasse, de stagnatie waarin ons land verkeert kunnen doorbreken. Maar alleen als het algemeen aanvaard en ondersteund wordt. Hoe zouden we dat kunnen bereiken? Ziehier een mogelijk stappenplan (geïnspireerd op het stappenplan uit 1936/7).

  1. Het initiatief moet worden genoemd door een aantal organisaties, zoals de FNV, Greenpeace, Milieudefensie, de Algemene Onderwijsbond, en wellicht nog één of twee, die het initiatief nemen en zich opwerpen als procesbewakers. De politiek moet daar voorlopig buiten blijven.
  2. Deze organisaties noemen, net zoals bij het oude Plan in 1936, een commissie, van deskundigen, die een korte schets maken van het Plan. Die schets moet in elk geval bevatten:
    • het doel van het plan, het wenkend perspectief
    • een lijst van mogelijke projecten (ten minste tien). Deze lijst moet in elk geval de volgende terreinen bestrijken: landbouw, economie, natuurbeheer (ecologie), arbeid, maatschappelijke en economische (on)gelijkheid, migratie, huisvesting, gezondheidszorg en vredesbeleid. Dat impliceert dat de deskundigen ook uit die terreinen afkomstig moeten zijn.
    • in dit stuk moet ook duidelijk staan dat een doorbreken van de stagnatie in de samenleving niet zal kunnen zonder dat er van de burgers offers worden gevraagd. Het kost wat, maar dan heb je ook wat.
  3. Het parlement neemt een (initiatief) wet aan die de uitvoering van de hieronder beschreven stappen niet alleen mogelijk maakt maar dwingend voorschrijft. Deze wet gaat dus niet over de inhoud van een Plan, maar uitsluitend over de procedure.
  4. Een samenvatting van dit plan wordt toegestuurd aan alle Nederlanders, beginnende met een paar vragen, zoals: maakt u zich bezorgd over de toekomst? Voelt u zich vaak/soms machteloos als u daar wat aan zou willen doen? En zou u dat gevoel van machteloosheid niet willen doorbreken?
  5. Die samenvatting (die moet geschreven zijn in begrijpelijke taal, en, exclusief de projecten, niet langer mag zijn dan twee pagina’s) moet eindigen in een lijst met mogelijke projecten. Elk project moet beschreven worden in niet meer dan drie, hooguit vier zinnnen.
  6. Aan dit stuk moet een enquete worden toegevoegd waarbij het publiek mag aangeven welke projecten hem aanspreken, en waarbij het ook nog projecten mag toevoegen, beschreven in maximaal 300 letters per project. Tussen de toezending van het plan en de datum waarop de enquete moet worden ingevoerd, wordt het plan in de media besproken en bediscussieerd.
  7. De resultaten van deze enquete worden voorgelegd aan de oorspronkelijke commissie en aan een burgerforum, die elk met een nadere uitwerking komen. Daarna proberen ze tot één gezamenlijk Plan te komen.
  8. Een samenvatting van dit plan wordt vervolgens onderwerp van een referendum met de vraag: stemt u in met dit plan?
  9. Bij een meerderheid ‘ja’ wordt dit plan vervolgens voorgelegd aan de regering, die zich op voorhand verplicht dit plan om te zetten in een wet en en die ter stemming te brengen in het parlement. Daarbij wordt in de wet opgenomen dat de uitvoering van de projecten gebeurt in overleg met de betrokken burgers. Tevens moet de wet voorzien in de financiering van het plan.
  10. Als deze wet wordt aangenomen wordt de uitwerking van de projecten gedelegeerd aan de ministeries.

Ziehier een globale schets van wat er mijns inziens moet gebeuren. Het kan ook anders, en de procedure moet in elk geval nog nader uitgewerkt worden, maar daar is een blog als dit niet geschikt voor. Ik ben daar trouwens ook niet de aangewezen persoon voor – dat moet gebeuren door of in opdracht van de eerder genoemde commissie. Maar hoe dit ook zij, het revolutionaire karakter van het Plan zit hem dus niet alleen in de inhoud maar ook in de implementatie. U vindt dit of een vergelijkbaar stappenplan misschien onhaalbaar, maar waar een wil is, is een weg. En ik denk dat zonder zo’n stappenplan er van een Plan niets terechtkomt; dan wel dat het zal verzanden in een slap aftreksel dat niemand meer inspireert en het doel niet haalt.

Misschien vindt u mij wel naïef. Is de bovenstaande beschouwing een hersenschim, een volstrekt onrealistisch idee van iemand die losgezongen is van de huidige werkelijkheid, met zijn complottheorieën en scheldpartijen? Misschien – ik hoor er graag kritiek op. En ook als u een beter idee heeft hoor ik het graag.

©Het Parool 2017

*) Geïnspireerd op Het Plan van de Arbeid, door Michiel Zonneveld, 2023. Zie mijn blogs van 2 maart, 18 en 25 mei en 1 juni.

Een wenkend perspectief.

GEZOCHT: VAN DIE TOEKOMSTPLANNEN DIE NOG GENERATIES LANG MEEKUNNEN.

Mijn vorige blog eindigde ik met de vraag hoe we een nieuw Plan van de Arbeid ooit geïmplementeerd kunnen krijgen. Tegen elk voorstel om het stikstof-, klimaat- of migratieprobleem op te lossen ontstaat massaal maatschappelijk protest. Hoe zou dat kunnen voorkomen worden met de projecten van het Plan?

Michiel Zonneveld zegt daar een paar behartenswaardige dingen over. Ik noem er twee. Het eerste gaat over het aantrekkelijker maken van werk. Veel mensen hebben eigenlijk weinig plezier in hun werk, vooral omdat ze daarin te weinig eigen initiatief en verantwoordelijkheid kunnen realiseren. Het Plan zou dus een deelplan moeten bevatten, dat er op gericht is werk aantrekkelijker te maken. Dat betekent volgens Michiel dat de mensen het gevoel hebben dat ze ertoe doen. En meer precies: dat het werk voldoet aan de menselijke behoefte om voor elkaar van betekenis te zijn. Dat planmatig te realiseren is makkelijker gezegd dan gedaan, en ik zou daar op zichzelf een aantal blogs aan kunnen wijden. Voor nu voert dat te ver. Het tweede punt is dat het Plan zou moeten voorzien in andere machtsverhoudingen. Met name zouden de projecten niet over de hoofden van de mensen heen moeten worden bedacht en uitgevoerd, maar in echte samenspraak met de betrokkenen.

Maar dat lijkt me allemaal niet voldoende om de weerstanden en tegenwerking te doen oplossen. Zoals ik eerder zei, het oude Plan had de wind mee na de ramp van WO II. Je hoefde daardoor niemand uit te leggen dat een nieuw Plan nodig was. Maar deze tijd kenmerkt zich door een ramp in slow motion die zich geleidelijk over ons voltrekt. Daarvan is nog lang niet iedereen voldoende doordrongen, getuige het gedrag van vele burgers en politici. Dus het is van belang dat dit bij de introductie en creatie van het Plan duidelijk gecommuniceerd wordt. Maar om te voorkomen dat daarmee alle hoop op en vertrouwen in de mogelijkheid van een betere toekomst verloren gaat, mogen in die voorlichting schetsen en perspectieven van die betere toekomst niet ontbreken. Hoe komen we aan die schetsen? Daarover de volgende keer.

Een Plan voor de Toekomst

Het initiatief van Michiel Zonneveld voor een nieuw Plan van de Arbeid is bijzonder waardevol.*) Een dergelijk Plan, mits aanvaard, is een broodnodige voorwaarde voor een betere samenleving. Als ik er in dit blog een paar kritische kanttekeningen bij plaats, dan is dat dus niet om het Plan af te schieten, maar om een bijdrage te leveren aan een hopelijk brede maatschappelijke dialoog.

Mijn eerste kanttekening betreft de naam. Michiel heeft gekozen voor de naam Plan van de Arbeid. Hij had daarvoor een aantal redenen. De eerste: deze naam verwijst naar het uitzonderlijk succesvolle Plan uit 1935, dat na de oorlog met brede instemming volledig is uitgevoerd. Verder stelt hij dat zinvolle Arbeid een wezenlijke voorwaarde is voor een vervuld bestaan, en daarmee voor het algemeen welzijn. Hij rekent overigens ook vrijwilligers werk en onbetaalde arbeid voor het gezin tot deze zinvolle Arbeid. Ik ben het met deze gedachtengang wel eens, maar stel daar tegenover dat Arbeid, hoe zinvol ook, maar een deel uitmaakt van de samenleving. Genieten van de natuur, kunst (passief en actief, inclusief kookkunst), tuinieren als hobby, sportbeoefening, spel in het algemeen, ontdekken en onderzoeken (ook buiten de wetenschap) enz. enz. zijn eveneens wezenlijk onderdelen van het leven en essentieel voor een waardevolle wereld. Vandaar dat ik zou pleiten voor een ander label: een Plan voor de Toekomst.

Mijn tweede kanttekening betreft de doelstelling van het Plan. Michiel kiest voor ‘ertoe doen’ . Het gaat er om dat iedereen het gevoel heeft ertoe te doen; van betekenis te zijn in de wereld. Dat is zeker een waardevol doel, maar ik heb wat bedenkingen bij hoe hij dat doel uitwerkt. Hij maakt dit gevoel sterk afhankelijk van externe voorwaarden. Daarbij wordt minder aandacht besteed aan wat een ieder daar zelf aan kan doen. In het algemeen wordt, als een reactie op de neo-liberale filosofie, waarbij iedereen maar voor zichzelf moet zorgen, mijns inziens te weinig aandacht besteed aan ieders eigen verantwoordelijkheid. Het Plan is niet alleen een reactie op het neo-liberalisme maar ook op die spirituele stromingen die stellen, dat als we maar aandachtig en bewust (leren te) leven, het met de wereld ‘vanzelf’ goed zal komen. Het plan wijst erop dat daarvoor echt ook structurele projecten en veranderingen nodig zijn. Ik ben het daar van harte mee eens, maar we moeten het kind niet met het badwater weggooien. Persoonlijk en spirituele ontwikkeling, met name zelfinzicht en zelfwaardering, zijn mijns inziens net zulke wezenlijke voorwaarden voor een mooie samenleving als systeemveranderingen. Woorden als ‘respect’ of ‘zorg’ (voor jezelf, voor elkaar, voor de dieren en de natuur, en voor de wereld als geheel; en ook van de samenleving voor jou) dekken de intentie van het Plan mijns inziens beter dan ‘ertoe doen’.

Een ander probleem met het Plan is: hoe krijgen we daarvoor de handen van op elkaar als er dit keer niet zo’n concrete ramp als een WO II aan vooraf gaat, en het maatschappelijk middenveld veel zwakker is georganiseerd als destijds. Daarover de volgende keer.

.

*) Zie mijn blog van vorige week, en Michiel Zonneveld, Plan van de Arbeid, 2023