De waarde van woede.

Dit wordt mijn laatste blog voor de Kerst, en het wordt wat langer dan gebruikelijk. Dus wees gewaarschuwd – houd de wegklikknop bij de hand.

Op mijn bureau bevindt zich een aantal oude kranten waarin artikelen staan die mijn verontwaardiging hebben opgewekt (Dat is bij mij nog al makkelijk – kort lontje zoals ze zeggen). Ik ben benieuwd of u ook boos wordt.

De oudste krant dateert al van 17 augustus (Trouw, Christopf Schmidt). Daarin wordt uiteengezet dat de Europese Unie jaarlijks voor meer dan 100 miljard euro aan btw misloopt door fraude. Het voert te ver om alle details hier uit de doeken te doen. Wel is van belang te weten dat dit algemeen bekend is bij Europol, en ook bij de betrokken ambtenaren en politici. Van dat bedrag zouden we 10 Cyrprussen kunnen redden, of een half Griekenland. Elk jaar weer. Nog afgezien ervan dat hierdoor het milieu rechtsreeks schade wordt toegebacht (door fraude met CO2 emissiehandel en nodeloze transporten). Het probleem zou op te lossen zijn door een gemeenschappelijk stelsel van btw regels in te voeren. Doen we niet – onze soevereiniteit als land – lees onze macht als politicus – is belangrijker. Wordt u al kwaad? Ik wel.

De volgende krant is NRC/Handelsblad van 9 oktober (interview met Adriaan Houtenbos, voormalig NAM ingenieur).  Nog 16 jaar, en dan beleeft Nederland een aardbeving met een kracht van 5 op de schaal van Richter. Oorzaak: de gaswinning in Groningen. Daarbij kunnen mensen ernstig, wellicht dodelijk, gewond raken, kasten vallen om, schoorstenen breken af, oude en zwakke gebouwen kunnen geheel of gedeeltelijk instorten. Daarover wordt de burger niet geïnformeerd – bestuurders uit de regio staan buitenspel, buiten het kringetje van NAM, KNMI, Staatstoezicht op de Mijnen en de Minister van Economische Zaken. Voorspelbare bewegingen? Negeren en wegmoffelen. Een werkelijk open dialoog over wat we hier aan kunnen doen, en of we hier aan wat moeten doen, en hoe we de inwoners van die streek financieel kunnen compenseren wordt niet gevoerd. Kost te veel. Je zal er maar wonen.

De derde krant is NRC/Handelsblad van 30 november. Jasper van Kuijk, universitair docent gebruiksgerichte innovatie uit Delft is kwaad over het feit dat alle frauderende en speculerende bankiers die in belangrijke mate verantwoordelijk zijn voor de financiële malaise waarin we ons bevinden, niet gestraft worden, en hun ongehoorde persoonlijke winsten niet hoeven terug te betalen. Het gevolg van hun gedrag is een enorm pakket aan bezuinigingen. Bibliotheken, theaters en zwembaden worden gesloten, op de stadsreiniging, groenvoorziening  en onderhoud  wordt beknibbeld, enzovoorts en zo verder. Maar het ergste is, dat dientengevolge alles in de financiële sector op dezelfde wijze doorgaat als voorheen. Op onverantwoordelijk gedrag staat geen sanctie van betekenis. Wij laten dat toe, en blijven gewoon onze bankzaken regelen bij de desbetreffende banken.

En tenslotte wil ik het met u hebben over het handelsverdrag dat Europa en de Verenigde Staten op het punt staan om te tekenen. Ik heb hierover artikelen gelezen in  diverse kwaliteitskranten, en het is te gek voor woorden. Als we dit verdrag gaan tekenen hangen ons morgen als land honderden miljoenen of zelfs miljarden aan claims boven het hoofd, als we bijvoorbeeld zouden besluiten om geen gentech zaden meer in te voeren. Of dat op zichzelf een juist besluit zou zijn is daarbij niet aan de orde – wat aan de orde is dat we in dit geval soevereiniteit en democratische controle afgeven, niet aan een supranationaal orgaan – daar ben ik nog wel voor – maar aan alle willekeurige multinationals in de wereld. Het spreekt vanzelf dat de onderhandelingen hierover, die onder invloed staan van de machtigste lobbygroepen ter wereld, strikt geheim werden gehouden. Bizar, dat zelfs maar overwogen wordt dit verdrag te tekenen. Wat is er toch met onze politici aan de hand? Ik wist dat het dummies zijn, en niet altijd bestand tegen lobby’s – maar dat het zo erg  was, wist ik niet. Ik blijk altijd weer naïever te zijn dan ik al dacht.

Tja, ik word dus regelmatig boos. Maar veel kan ik daar niet mee, zeker niet in de adventstijd, als we verwachtingsvol uitkijken naar de komst van licht en vrede.Maar ik kan en wil het ook niet opkroppen, want daar komt niets goeds van.  Misschien kan ik het transformeren. Het helpt al als ik me realiseer dat alle boosheid voortkomt uit pijn en angst. De genoemde zaken raken me, omdat ik me identificeer met mensen die er door getroffen worden. De Grieken, de Groningers, uiteindelijk wij allemaal. Ik realiseer me ook dat de boosheid voorkomt uit angst: angst dat ik en mijn naasten ons comfortabele leventje kwijt raken. Ik herinner me nog de tweede wereldoorlog, en herinner me hoe het is te leven in een tijd van duisternis, schaarste en angst. Toch is het wel goed om aan die tijd terug te denken, want ik weet ook dat toen de wereld niet instortte, en zelfs in de zwartste periode het leven niet zonder compensaties was. Bovendien, de diepe en uitbundige vreugde van de bevrijding kan ik me zonder de voorafgaande ellende niet goed voorstellen. Alles in het leven behoeft zijn tegendeel.

Dus, hoe groter mijn woede, hoe vitaler ik ben en hoe grote mijn capaciteit om lief te hebben. Dat gaat niet vanzelf, ik moet er wel wat voor doen: aandachtig zijn, open staan naar mijn binnen- en buitenwereld, en me door mijn diepste weten laten leiden, en laten verleiden tot actie. Dan sal ’t waerachtigh wel gaen.

Dit is mijn laatste blog voor Kerstmis – ik herneem dit schrijven pas weer na 5 januari. Ik wens u een vreugdig en vredig kerstfeest, met tijd voor bezinning en inkeer.

 

The war in Syria – the beginning of the war near Armageddon?

I read an article in one of Dutch leading magazines, De Groene Amsterdammer, December 5, written by Bob de Graaf, about the war in Syria. A very interesting and disquieting article.

It describes how the war in Syria by many groups, sects and religious denominations is seen as the start of the war near Armageddon, the apocalypsian war, the final battle that will be the start of the Last Judgement and the beginning of the End Times, according to the Book of Revelations (John 16:16). This seems to be true for more and more sunnis, shiites, christians and Jews, and all kinds of terrorist and Jihad groups who participate in the war (and even for countries, like Iran, Irak, and to a certain extent, Saudia-Arabia. Also one third of the citizens of the USA think the same way!). It explains the enormous enthusiasm with which many volunteers participate in the war, and the fanaticism of the combatants. Who wants to stay aside, when you can participate in a divine cause? The establishment of a democracy is already for quite some time, not the main purpose of the rebellion anymore. the real purpose is the establishment of the divine kingdom en earth, in which prostitution, promiscuity, homosexuality, crime and a loosened public (Western) morality will be gone forever. The conquering of Jerusalem will be an intermediate goal, because Jerusalem will be the place where the Messiah will return.

Western democracies should  be worried, cautious and vigilant. The already are: the United States are withdrawing their support to the rebels, and even Russia and China now begin to diminish their direct involvement.  Other countries shouldn’t get involved in this war, because then certainly  a third world war will be the result. And what if Jerusalem will be attacked directly? I don’t know. It depends probably on which part of Jeruzalem will be conquered. If the modern Western part will be saved, I would let it go.

But all this is high politics and still a battle we can’t stop. So what then is our function in all this?

1. Pray and act for peace, wherever we can , on small and bigger scale. Let us radiate it out.

2. Let us meditate and contemplate. Let us think about the destructive effect of ideology and dogma (be it a religious or the dogmatic belief in free market – the effect is always violence and devastation). Let us become conscious of our own belief system. Let us be prepared to let go of our truths.

3. As always: let us be aware. As soon as we see our politicians make a move to more involvement in that war, let us protest.

No easy way out, I know. This is a work in progress, or at least a going concern. May peace prevail on earth.

 

Mandela en de Palestijnen.

Vandaag verleen ik het woord aan Dries van Agt (The Rights Forum):

dva_drops.8.2.1.2.1.1.1Een der Groten is gisteravond heengegaan: Nelson Mandela. Dé morele leider van onze tijd. Wij allen dragen de plicht zijn nobele missie voort te zetten en zullen hem missen.Wat velen niet weten, is dat Mandela grote betrokkenheid voelde bij het lot van de Palestijnen. Dat illustreert zijn historische uitspraak “we know too well that our freedom is incomplete without the freedom of the Palestinians”.Mandela wordt nu vooral geroemd als de Grote Verzoener. Dat was hij ook, op het bovenmenselijke af. Maar Mandela kon pas verzoenen nadat recht was gedaan aan zijn volk, dat meer dan veertig jaar gebukt was gegaan onder het juk van de apartheid.
Tot het moment waarop recht werd gegaan aan zijn volk was Mandela onwrikbaar. Na zijn vrijlating in 1990, na 27 jaar gevangenschap, riep hij de wereld op de sancties tegen zijn eigen land te handhaven, tot de apartheid volledig zou worden afgeschaft. Volledig.

De wereld steunde Mandela in zijn principiële strijd voor recht en gelijkheid en legde Zuid-Afrika zware sancties op. Dat is het verschil met de Palestijnen: als het om de effectieve bescherming van hun rechten gaat, staan zij er alleen voor.

De Israëlische bezetting van Palestina duurt meer dan 46 jaar. Maar Israël wordt op geen enkele manier onder druk gezet, integendeel. Dat terwijl veel Zuid-Afrikanen van mening zijn dat de rechteloosheid waaraan de Palestijnen blootstaan erger is dan de situatie van de zwarte bevolking in Zuid-Afrika tijdens de apartheid. Onder hen bisschop Tutu, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede.
Prof. John Dugard, uit Zuid-Afrika en lid van onze Raad van Advies, publiceerde eerder dit jaar het opinieartikel ‘Nederzettingenbeleid is pure apartheid’ in NRC Handelsblad, waarin hij uitlegt dat de Israëlische autoriteiten in de bezette Palestijnse gebieden een vorm van apartheid toepassen.

De Palestijnen kunnen zich daar niet tegen verweren. Dat punt maakte ook de Palestijnse filmmaker Emad Burnat, toen hij onlangs een Emmy won voor de documentaire ‘5 Broken Camera’s’ .Tijdens de prijsuitreiking zei hij “Palestinians need your support and help”.

They do. Want wat op dit moment in Palestina gebeurt, is complete waanzin. Sinds de start van de ‘vredesonderhandelingen’ heeft de Israëlische regering bijna 10.000 nieuwe huizen in nederzettingen goedgekeurd. Ik plaats ‘vredesonderhandelingen’ bewust tussen aanhalingstekens. Dit heeft niets met vrede te maken. De onderhandelingen zijn een dekmantel voor landroof.

Mooi!

In NRC/Handelsblad van 2 november staat een interessant artikel van Paul Scheffer over zijn grootvader, Hugo Wolf. Hugo Wolf was humanist, en vertoonde een voor humanisten kenmerkende eigenschap. Hij was vol vertrouwen over wat mensen individueel vermochten, over het menselijk potentieel. In mijn eigen woorden: op individueel niveau zijn we een stralend kosmisch wonder, dat tot grote dingen in staat is en schoonheid kan scheppen.

Maar collectief brengen we er weinig van terecht. We hebben een samenleving gecreëerd gebaseerd op de neoliberale ideologie waarin eigenbelang de hoogste waarde is en waarin wij-zij denken de boventoon voert. De gevolgen daarvan zijn vreselijk: een ecologische, economische, culturele en sociale crisis die we maar niet willen oplossen

Dat is niet nieuw. In het hele historische bestaan van de mensheid brengen we er eigenlijk maar weinig van terecht. We hebben grootse dingen geschapen: landbouw, techniek , kunst; en veel tot stand gebracht op het gebied van democratie en mensenrechten. Niettemin brengen we er als samenleving weinig van terecht. Humaniteit en broederschap hebben steeds moeten wijken voor discriminatie, racisme, geweld, onderdrukking, en tenslotte uitputting van de aarde. Hugo Wolf zag wat dat betreft in de geschiedenis van de mensen weinig vooruitgang, en was pessimistisch over hoe dat in de toekomst zou gaan. Daarmee leefde Wolf met een merkwaardige hybride geesteshouding: enerzijds een grenzeloos geloof in de mogelijkheden van de individuele mens, anderzijds een pessimisme over waar we als collectief naar toe gaan.

Machiavelli heeft daar vanuit een heel andere invalshoek al over geschreven. Hij onderscheidt twee soorten moraal. Enerzijds op, individueel  niveau de ons bekende humanistische ethiek: ga met anderen om zoals je zou willen dat zij  met jou omgaan. Maar op collectief niveau werkt dat volgens Machiavelli helemaal niet. Als het er om gaat om het collectieve welzijn te dienen, dan leidt onderscheid tussen wat goed is en wat verkeerd alleen maar tot een ‘het doel heiligt de middelen’- moraal. In plaats daarvan pleit Machiavelli  in (Il Principe) voor een leiderschap van onverschrokkenheid, intuïtief weten wat er op een bepaald moment gedaan moet worden en dan ook de moed hebben om dat te doen. Dat is dus geen ethiek maar karakter. (Zie hierover Frank Ankersmit in zijn uitstekende artikel over Machiavelli in De Groene Amsterdammer van 28 november j.l.). En juist omdat dit soort leiderschap zo schaars is komt er van het collectieve heil niet zo veel terecht.

Hoe dit zij, ik herken deze tweestrijdigheid tussen vertrouwen en pessimisme in mijn vader (al was die er een meester in zijn pessimisme te verhullen achter een van zijn lijfspreuken: “het is niet realistisch niet te hopen”), en ook in mijzelf. Ook ik heb een onverwoestbaar vertrouwen in de mogelijkheden van individuele mensen (en, moet ik daaraan toevoegen, in de mogelijkheden van goed geleide en veilige groepen), maar ben er somber over wat we daarvan op macroniveau realiseren. En ook ik heb er moeite mee mijn pessimisme niet de overhand te laten krijgen.

Ik heb een ander tegengif dan mijn vader, al ben ik het met zijn uitspraak niet oneens. En dat is het opzoeken van schoonheid. Schoonheid kunnen we overal aantreffen: in de natuur, in de kunst, in de realiteit, zelfs in de lelijke kanten daarvan. Wetende dat het bestaan van tegenstellingen het wezenskenmerk zijn van dit leven, en dat niets kan bestaan zonder zijn tegenpool, weet ik dat in iedere lelijkheid ook schoonheid schuilt. Dat is meer dan geloof, dat is een weten dat op ervaring is gestoeld. En daarom heb ik er een rotsvast vertrouwen in dat schoonheid in al zijn verschijningsvormen (ontroering, liefde, broederschap, vrede, eerbied, moed) altijd zal overleven zo lang er nog mensen bestaan, wat er ook gebeurt. Het is alleen maar nodig me dat af en toe te herinneren, als ik het weer eens vergeten ben.

Het heerlijk avondje was gekomen.

2Op 18 juni jongstleden spraken in De Roos in Amsterdam  Dries van Agt, ex-premier en leider van The Rights Forum, en Ibrahim Issa, directeur van de Hope Flowers School voor vredesonderwijs  in Bethlehem. Van Agt sprak over hoe Israël keer op keer het internationale recht schendt, en hoe dat door de Westerse mogendheden gedoogd wordt, en Ibrahim Issa over de school, en de moeilijke omstandigheden waaronder hij zijn werk moet doen. Beide mannen waren zeer bevlogen en hadden hun gehoor volledig in hun ban. Mede daarom werd het een heerlijke avond, een avond van El Amal, hoop, de oorspronkelijke naam van de Hope Flowers School.

Van Agt ontroerde de hele zaal toen hij desgevraagd beschreef wat zijn ommezwaai van neutrale waarnemer naar activist veroorzaakt had. Het voert te ver, en zou ook geen recht aan hem doen, zijn ervaring hier na te vertellen. Het kwam er op neer dat hij persoonlijk getuige was van een aantal incidenten ter plekke. Mooi was om te zien hoe verdriet en kwaadheid in hem om voorrang streden, en hoe hij er niettemin in slaagt om zijn kritische houding ten aanzien van Israël’s huidige politiek te scheiden van zijn mening over het bestaan van de staat Israël als zodanig, een feit waar hij volledig achter staat. Zijn gevoelens voor dat land en volk  zijn onverminderd positief.

Ibrahim vertelde behalve over de school en de situatie op de West Bank ook over zij eigen ervaringen, onder andere drie maal gevangenschap met marteling (maar er is veel meer, onder andere de gedeeltelijke verwoesting van zijn huis). Het is bijna niet te begrijpen dat hij, evenals zijn overleden vader en voorganger, er in slaagt te blijven geloven in het pad van geweldloosheid en vrede, in plaats van zich over  te geven aan frustratie, woede, haat en geweld.

Tja, en hoe moet het nu verder met de school, nu de twee statenoplossing verder weg lijkt dan ooit? Mijn mening in mijn laatste boek*, dat de twee staten oplossing een gepasseerd station is, wordt blijkens een interview in Trouw (Letter en Geest, 17/8/2013) inmiddels gedeeld door Diana Buttu, ooit PLO onderhandelaarster. Het is met de officiële politiek in Palestina en daarbuiten net als met het klimaatprobleem. Er wordt nog steeds lippendienst verleend aan de 2-statenoplossing, terwijl dat door de nederzettingen politiek helemaal niet meer kan (Zo wordt er in de klimaatdiscussie lippendienst verleend aan de 2˚ doelstelling, terwijl dat al lang niet meer haalbaar is).

map_big_eng

Ibrahim liet in dit verband een onthullende kaart van de Westoever zien. 40 % van de Westoever (die, samen met Gaza, 33 % beslaat van het grondgebied van de het voormalige protectoraat Palestina, dat krachtens de resolutie van de Verenigde Naties uit 1948 50/50 verdeeld zou worden tussen Israël en de Palestijnen) is feitelijk door Israël geannexeerd, en door de muur en andere afscheidingen afgesneden van het Palestijnse gebied. Meer en meer ontwikkelt Israel zich in de richting van een staat met thuislanden voor de Palestijnen, door Van Agt ‘Bantustans’ genoemd.

Onder die ontwikkeling is het bestaan van een Hope Flowers School noodzakelijker dan ooit. Gezien de erbarmelijke economische situatie op de Westoever, waar 50 % van de bevolking werkloos is, en vele ouders hun kinderen niet eens voldoende eten kunnen geven, is het echter ondenkbaar dat de exploitatie van de school gefinancierd kan worden door de bijdragen van de ouders. Wat dat betreft is de school nog sterk afhankelijk van bijdragen uit de Westerse landen.

Daarom nodig ik u dringend uit om een of meer van de volgende adressen te bezoeken:

https://www.hopeflowersschool.org, de website van de school.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Hope_Flowers_School

https://www.facebook.com/HopeFlowersSchool

https://twitter.com/HopeFlowersSch

https://ontwikkelingmondiaalleiderschap.weebly.com

Of ga naar youtube.com, en type in erikvanpraag (geen spatie en hoofdletters) en u vindt drie filmpjes waarop ik geïnterviewd wordt over de Hope Flowers School.

En wie weet wordt dan in deze tijd, waarin we de terugkeer van het licht verbeiden, uw hart geroerd en kunt u ons helpen de Hope Flowers School te doen overleven. Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet overwonnen!

 

*Voor niets gaat de zon op – blauwdruk voor een waardige wereld.

 

 

 

Moet er dan nog een financiële crisis komen. . . ja zeker wel.

“Die eikels van de Rabo, dat zijn we zelf” (Marike  Stellinga in NRC/Handelsblad, ongeveer anderhalve week geleden)

“Moet er dan nog een financiële crisis komen? . . . De burgers, het bedrijfsleven en de overheid staan, ondanks alle goede voornemens, intussen nog steeds aan de kant als in de dealing rooms elke dag weer het muntje wordt opgegooid: kop, ik win , – munt, u verliest.” (hoofdredactioneel commentaar, in hetzelfde nummer)

Je zou zeggen dat deze twee citaten goed aansluiten bij wat ik zelf altijd beweer: wij zijn zelf verantwoordelijk voor de wereld die we scheppen, ook op macro-niveau. En toch. . .

Toch voel ik weerstand opkomen als ik zo word aangesproken. In woord en geschrift verzet ik me al sinds de zeventiger jaren tegen hoe we de samenleving inrichten. Ik doe dat niet alleen in negatieve zin, maar heb in mijn werk en privé er ook altijd wat aan proberen te doen, door te handelen op een manier die naar mijn beste weten een betere wereld dichterbij zou brengen. Dat heeft echter geen ander effect gehad dan dat ik mensen heb leren kennen die er ongeveer net zo over denken.

Wat ik niet heb gedaan is mijn voetafdruk zodanig verlagen dat ik niet meer beslag leg op de aarde dan waar ik recht op heb, namelijk op 1/7.109 deel van wat de aarde beschikbaar heeft. Wat ik ook niet heb gedaan is dat ik al mijn pensioenvermogen en al mijn tijd heb gestopt in de projecten, met name The Edge, die een betere wereld naar mijn inzicht dichterbij zouden brengen. Wat ik weer wel heb gedaan is er naar te streven zo bewust mogelijk te leven, inclusief de bewustheid van mijn eigen falen.

Dus ja, ik ben mede verantwoordelijk voor wat we hier in deze wereld aanrichten. En toch. . .  Ik heb niet gemanipuleerd met de Liborrente. Ik heb niet een beleid gevoerd waardoor dat manipuleren mogelijk werd. Ben ik daarvoor dan wel verantwoordelijk?

Gisteravond zei Herman Wijffels me: de enige manier waarop we werkelijk deze transitie naar een andere samenleving kunnen doormaken is als we het denken in termen van eigen belang vervangen door het besef dat we een eenheid zijn: wij, alle mensen, de dieren, de aarde. In mijn eigen woorden: bij liefde voor de ander gaat het nog steeds om ik en de ander. Bij eenheidsbeleving is het: ik ben de ander. Dat is maar een lettertje verschil, maar het maakt alle verschil van de wereld. Het betekent dat wat jou overkomt, het goede zowel als het kwade, overkomt ook mij, en dat zal ik weten ook.

Maar het is net als met liefde: ik wil wel van alle mensen houden, maar hoe bereik ik dat punt in mezelf? Ik weet wel dat we allen één zijn, maar hoe kan ik, hoe kunnen we dat werkelijk beleven? Misschien ben ik wel bang om de consequenties daarvan te zien en te aanvaarden.

Wat me troost en voorkomt dat ik verdrink in schuldgevoel en onmacht is de realisering dat deze wereld er een is van tegenstellingen. Het is de enige manier waarop we deze wereld kunnen ervaren, en waarschijnlijk ook precies de reden waarom we deze wereld in het leven hebben geroepen. Geen liefde zonder haat, geen moed zonder angst, geen schoonheid zonder lelijkheid, geen eenheid zonder verscheidenheid en verdeeldheid, geen volmaaktheid zonder falen. Maar dat ontslaat me natuurlijk niet van mijn verantwoordelijkheid. Kortom: al te gemakkelijk kan dit leven niet zijn. Gelukkig zijn er crises om ons bij de les te houden. Wordt vervolgd.

En overigens ben ik van menig dat de lezing van Ibrahim Issa op 18 november een niet te missen gebeurtenis is. Zie: Licht in de duisternis op deze site. En zegt het voort! Daar doe je me een groot plezier mee!

 

Hoe langer hoe gekker.

Er wordt wel eens onderschat hoeveel schade het maatschappelijk systeem dat we met zijn allen gecreëerd hebben te weeg brengt. Daarbij doel ik nu niet op de inhoud van de politieke en zakelijke beslissingen die in deze wereld genomen worden, maar op de schade van de structuur op zich. Enkele voorbeelden:

De zorg. Iedere professionele zorgverlener kan je uitleggen hoeveel tijd hij/zij kwijt is aan administratie. Niet zelden beloopt dat 50 % van zijn tijd. Bovendien moeten patiënten in systemen geperst worden.  Diagnosebehandelcombinaties, thuiszorg protocollen, verpleegkundige protocollen, en zo meer en zo verder. Dit leidt niet alleen tot slechtere zorg, maar ook tot zoveel ergernis, dat meer en meer zorgverleners, op allerlei niveau,  de professie verlaten, vaak niet de slechtsten!

Het onderwijs. Iedere leraar  kan je uitleggen hoeveel tijd hij/zij kwijt is aan administratie, en hoeveel tijd er verloren gaat met management en vergaderen. Dit leidt niet alleen tot slechter onderwijs, maar ook tot zoveel ergernis, dat meer en meer leraren, op allerlei niveau,  de professie verlaten, vaak niet de slechtsten!

De landbouw. Iedere boer kan je vertellen hoeveel tijd hij/zij kwijt is aan administratie en hoeveel last hij heeft van voorschriften. Dit leidt  tot zoveel ergernis, dat meer en meer boeren er de brui aan geven, vaak niet de slechtsten.

Het zakenleven. Iedere ondernemer kan je vertellen hoeveel tijd hij/zij kwijt is aan administratie, en hoeveel last hij heeft van voorschriften. Dit schaadt de winstgevendheid van de onderneming en leidt  tot zoveel ergernis, dat meer en meer ondernemers er maar mee stoppen, vaak niet de slechtsten.

Maar nu hebben onze politici  bedacht dat het enige terrein waarop de bureaucratie nog niet de overhand heeft gekregen – huwelijk en gezin – nu onder dit bureaucratische systeem moet worden gebracht. Voortaan zullen we als regel trouwen op huwelijkse voorwaarden. Dat vraagt dat partners een boekhouding moeten bijhouden, want anders kan de boedel niet behoorlijk verdeeld worden in geval van echtscheiding (40 % van de huwelijken) of bij overlijden van een der partners (100 % van de huwelijken). Feitelijk moeten er dus administraties worden bijgehouden van de drie vermogens (elk apart en een gemeenschappelijk vermogen) en van de roerende en onroerende zaken.

Het kan niet anders of de idioot (of idioten) die dit bedacht hebben zijn van God los, of anders gezegd: hebben niet gewerkt aan  de ontwikkeling van hun eigen persoonlijk bewustzijn. Het oude adagium: ken uzelf, is in deze wereld helaas in de vergetelheid geraakt, behalve in enkele weinig invloedrijke niches van de samenleving. Ik troost me maar met de gedachte dat we leven in een wereld van tegenstellingen, en dat alles slechts bestaat bij de gratie van zijn tegendeel. Hoe meer gekte, hoe meer wijsheid zullen we maar zeggen (en hopen). Maar dat we op deze manier maatschappelijk gezien niet de makkelijkste weg kiezen lijkt me wel zeker.

En overigens ben ik van menig dat de lezing van Ibrahim Issa op 18 november een niet te missen gebeurtenis is. Zie: Licht in de duisternis op deze site. En zegt het voort! Daar doe je me een groot plezier mee!

Love as the fourth product factor.

In one of the Dutch papers (Trouw, October 31) an interesting article was published by two leading Dutch economists, Lans Bovenberg and Jan Peter van den Toorn. They rightfully concluded that the debate about the best economic policy to get out of the crisis actually is worse for the recovery of the economy than just following a course. Economists, politicians and representatives of certain interest groups get trapped in a trench war that completely paralyses all parties. No essential dialog is happening, and no structural meaurements are taken. That is true not just in the political realm, but also for the financial world. No essential change since 2008 has happened. The new crisis is waiting just around the corner. This time it shall be worse, because the governments are broke.

In their article they are giving interesting examples  of how focussing on your own limited interest in fact damages your situation. For my Dutch readers I’d say: read the article!

According to these economists the cause of this impasse is that virtually nog one wants to transcend his own (group) interests. There is no attention for the common interest. So far so good – what’s new, one could say. But then in their article they make an interesting turn. The old qualities of hope, faith and love are the only sources that could help us out. Love is the only way, as they say, to make a real contact with the other side and see his interests. From there the common interests can be found. Love is as important a product factor as capital, labour, land and natural resources. They are pleading for a new economic science that takes this fourth resource into account.

Now, pay attention, this is not coming from some soft, vague,  good willing idealists, but from some hardcore economists, who are giving very concrete examples in their article, with facts and figures. An interesting development! The question remains of course: how to release this love in the people concerned (and in us) in this time of uncertainty and fear? Already Jesus said: Love thy neighbour and your enemy. But what if we cannot find this love in ourselves? Should we feel guilty? Of course not. Longing for this love and talking about it is at least a beginning

By the way: this idea of listening, seeing each other and finding the common interest is not new of course. We know it from the field of conflict mediation. And we know how difficult this is to practise. We also know however that there are  examples of positive results, that everyone can see for him or herself. Economy could learn from that. And the real revolutionary thought as far as I am concerned is the idea of love as the fourth product factor in economic theory. If we really start to consider that idea it will mean a revolution, not just in economy, but in ecology and organizational theory as well.

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker)

Wij houden liever pap en nat.

In mijn boek ‘Voor niets gaat de zon op’ heb ik een aantal vrij fundamentele voorstellen gedaan aangaande het verbeteren van onze bestuursstructuur. Helaas heb ik daarbij wat over het hoofd gezien.

Het is duidelijk dat onze democratie niet goed functioneert. In de meeste democratieën gaat enorm veel tijd en energie verloren met het geharrewar tussen politici met als doel de eigen macht te vergroten en de verkiezingsresultaten van de volgende verkiezing ten eigen bate te beïnvloeden. Intussen worden de eigenlijke problemen niet aan de orde gesteld en worden er geen wezenlijke oplossingen aangedragen op economisch en ecologisch gebied. Tegelijkertijd wordt de burger verveeld door deze politieke spelletjes,  neemt het vertrouwen van het publiek in de politiek af en daalt de participatiegraad van de burger bij de verkiezingen tot een zorgelijk laag niveau.

Op school hebben we geleerd dat onze democratie ontwikkeld is op basis van het voorbeeld in het oude Griekenland, met name Athene. Maar daar zat de democratie heel anders in elkaar dan bij ons. Naast verkiezingen speelde loting een belangrijke rol bij het benoemen van bestuurders. In de Noord-Italiaanse steden, met name Florence en Venetië speelde dit systeem eveneens een rol. Ook de theoretische grondleggers van onze hedendaagse democratie, Montesqieu, Diderot en Rousseau pleitten voor loting als een systeem naast verkiezingen om te komen tot een rechtvaardige verdeling van functies. Merkwaardigerwijze is hun argumentatie niet in praktijk gebracht bij  de revoluties van 1776 (VS) en 1789, en bij de grondwetsherzieningen in vele landen in de 19e eeuw (waarbij België in 1931 voorop liep) evenmin. De reden hiervoor moet worden gezocht in het feit dat de heersende en opkomende elites door (census) verkiezingen hun macht in de nieuwe democratieën konden behouden (middels de selectieprocedure van de kandidaten), terwijl dat bij een lotingsstelsel veel minder het geval zou zijn geweest.

David van Reybrouck, aan wiens boek ‘Tegen Verkiezingen’ ik het bovenstaande ontleen, pleit voor het invoeren van een lotingsstelsel binnen onze huidige bestuursstructuur. Voorshands niet ter vervanging – daar zijn we nog niet helemaal aan toe – maar als aanvulling op het systeem van verkiezingen. Hij doet dat op grond van tal van argumenten, die hijzelf ten dele ontleent aan baanbrekende auteurs op dit gebied, onder wie de Amerikaan James Fishkin. Ik zal die argumenten hier niet alle herhalen – lees zijn zeer lezenswaardige boekje! – maar het komt er op neer dat een lotingsstelsel de betrokkenheid van de burger bij de politiek vergroot, en de afstand tussen burger en politici verkleint.

Zelf ben ik na lezing van zijn boek er voorstander van dat onze 1e Kamer door loting zou worden samengesteld, al dan niet door een zekere voorselectie (waarvoor nog weer verschillende criteria denkbaar zijn). Dat zou ons in de afgelopen tijd een hoop gedonder hebben bespaard, omdat het kabinet in plaats van partijpolitieke steun de steun had moeten zoeken van indiviudele kamerleden – die natuurlijk afhankelijk zou zijn geweest van de kwaliteit van de voorstellen (en niet van partijpolitieke overwegingen).

Dit is nogal een radicaal voorstel, en het zal voorshands dus niet worden ingevoerd. Wij houden liever pap en nat.

En overigens ben ik van menig dat de lezing van Ibrahim Issa op 18 november een niet te missen gebeurtenis is. Zie: Licht in de duisternis op deze site. En zegt het voort! Daar doe je me een groot plezier mee!

 

Middelmatigheid – 2

Het is natuurlijk altijd leuk om gelijk te krijgen, maar ik had het liever op een andere manier gehad. In mijn laatste boek (Voor niets gaat de zon op – Blauwdruk voor een waardige wereld ) ontvouw ik een visie op onderwijs, die radicaal tegen de huidige onderwijscultuur in gaat. Die visie was niet nieuw: grote voorgangers als Piaget en Montessori en meer recent de Amerikaan Ron Veronda en de Nederlanders Luc Stevens en Rob Riemen van Nexus waren me voorgegaan. Bovendien waren er al praktijkvoorbeelden waaruit de waarde van mijn visie bleek, met name de Avonturijn school en de Iederwijs scholen. Maar op de onderwijspolitiek in Nederland had dat geen enkele invloed, eerder in tegendeel: het wordt de genoemde scholen bijzonder moeilijk gemaakt.

De huidige regering probeert het onderwijs te verbeteren door een aantal maatregelen die uitsluitend gericht zijn op het verhogen van intellectuele prestaties. Daarbij wordt veel gemeten – er wordt nu al gesproken over een cito-toets voor 4-jarigen. Dit is een 100 % zekere weg naar de verslechtering van het onderwijs, zoals de Amerikaanse onderwijsvernieuwer Alfie Kohn in De Groene Amsterdammer van 17 oktober aantoont. “Veertig jaar onderzoek wordt genegeerd.” De Nederlandse hoogleraar pedagogie Micha de Winter, de psychologe Louise Berkhout, de docenten Jelmer Evers en René Kneyber sluiten zich hierbij aan.

Het is erger: deze onderwijs politiek, leidt niet alleen tot slechter onderwijs, maar heeft maatschappelijk een zeer schadelijk effect. Het wakkert een ongezonde competitie-cultuur aan, het plezier in leren en ontwikkeling wordt geschaad en het verziekt de sociale verhoudingen. Kohn: “We weten dat als we kinderen te vroeg confronteren met zaken die niet bij hun leeftijd passen we ze psychologisch ernstige schade berokkenen.” En dit is precies wat er in het huidige onderwijs gebeurt. En verderop “Kinderen leren empathie door zelf sensitief behandeld te worden, niet door tegen elkaar uitgespeeld te worden.”  Voor cultuur en maatschappelijke bewustwording is in onze huidige onderwijspolitiek feitelijk geen plaats, al wordt daar soms lippendienst aan bewezen.

In mijn vorige blog stelde ik de middelmatigheid in deze samenleving aan de orde. Hier zien we een van de belangrijkste oorzaken. Het feit dat ik ‘mezelf leren kennen en het leven van een bijzonder leven’ als levensdoel gesteld heb boven het bereiken van positie, status of rijkdom heeft waarschijnlijk te maken met het culturele klimaat van mijn ouderlijk gezin, en de wijsheid van mijn ouders die me naar een goed functionerende Montessorischool stuurden. Ik kan hen daarvoor niet dankbaar genoeg zijn .

Jet Bussemaker en Sander Dekker zijn waarschijnlijk van goede wil – ik geef ze wat dat betreft het voordeel van de twijfel. Ze denken waarschijnlijk oprecht dat ze handelen in ieders belang. Maar ze weten van hun gezond niet af. Dat krijg je ervan als je bewustzijnsontwikkeling niet als primair doel in je leven beschouwt, maar het ondergeschikt maakt aan allerlei andere doelen van persoonlijke en maatschappelijke aard. Dat leidt tot middelmatigheid. En waar middelmatigheid toe leidt kunnen we dagelijks om ons heen zien.

Ouders, grootouders, docenten, politici, managers, beleidsambtenaren, professionals – wordt wakker! Al doen we het maar voor onze (klein)kinderen.

En overigens ben ik van menig dat de lezing van Ibrahim Issa op 18 november een niet te missen gebeurtenis is. Zie: Licht in de duisternis op deze site. En zegt het voort! Daar doe je me een groot plezier mee!