Maak de volgende zin eens af: “Emily’s vader heeft drie dochters, namelijk Mei, Juni, en . . . ?” Als u impulsief antwoord zal u ‘Juli’, zeggen. Het vraagt enige reflectie om het juiste antwoord te geven: Emily.
Deze anecdote, die ik al eens eerder had gehoord, ontleen ik aan een artikel van Harald Merkelbach in ‘Letter en Geest’ (bijlage van Trouw) van 2 september j.l. Merkelbach is juridisch columnist in NRC/Handelsblad en publiceert een dezer dagen een boek: ‘Intuïties maken meer kapot dan je denkt’.
De manier van impulsief denken die in bovenstaande anecdote leidt tot het antwoord ‘Juli’ wordt in de psychologie Systeem 1 genoemd, terwijl beslissen en concluderen op basis van wikken en wegen Systeem 2 wordt genoemd. Onder Systeem 1 vallen dan alle uitspraken en gedragingen die gebaseerd zijn op associatie, interpretatie, vooroordeel, impulsiviteit, enzovoort. Merkelbach vat dat samen onder het begrip ‘intuïtie’ en daar gaat hij dan volledig de mist in. Want intuïtie is feitelijk iets heel anders dan Systeem 1. Zoals gewoonlijk missen de psychologen in hun onderzoek, waarbij ze stellen dat alle oordelen en besluitvorming gebaseerd is op hetzij Systeem 1 (in 95 % van de gevallen) of Systeem 2, het essentiële punt (zoals de psychologie eigenlijk altijd doet; zie ook Ouspenski*).
Maar als intuïtie niet het blindvaren op Systeem 1 is, wat is het dan wel? Daarvoor moeten we te rade gaan bij de transpersoonlijke psychologie (Jung, Wilber, en vele anderen). Intuïtie blijkt dan een onmiddellijk inzicht te zijn dat juist niet gebaseerd is op associatie, interpretatie, ervaring of redelijk denken. Het doet zich vaak voor als een inval ‘out of the blue’. Het vereist training en zelfreflectie om bij zichzelf te leren onderscheiden tussen intuïtie en invallen van andere oorsprong. Over de vraag of intuïtie altijd ‘correct’ is, is het laatste woord overigens nog niet gesproken.
Om tot Merkelbach terug te keren: deze zet zich af tegen een stroming (binnen de organisatieleer en het recht) die ervoor pleit zich bij beslissingen vaker te baseren op intuïtie. Volgens Merkelbach kan dat leiden tot desastreuze uitkomsten. Hij geeft als voorbeeld de gerechtelijke dwaling rondom de verpleegkundige Lucia de B. In zijn betoog – althans in zijn artikel; het boek heb ik niet gelezen – heeft hij het echter helemaal niet over intuïtie maar over Systeem 1 processen, en dat is iets volslagen anders. Zodoende gooit hij het kind (intuïtie) met het badwater (Systeem 1) weg.
Wat kunnen we hieruit leren? In de eerste plaats dat echte intuïtie wel degelijk een belangrijke bron van inzicht en besluitvorming kan zijn. Maar ook dat het training vereist om het te kunnen onderscheiden van andere invallen. En dat het een zekere persoonlijke rijpheid en wijsheid vereist om het op verantwoorde wijze te kunnen gebruiken. Persoonlijk zou ik mijn intuïtie ook altijd willen toetsen aan andere bronnen van inzicht. Vaak kan dat pas nadat de intuïtie eerst expliciet is geworden.
In mijn praktijk als therapeut, coach en organisatieadviseur, en ook in mijn persoonlijk leven heeft intuïtie een cruciale rol gespeeld. Het zijn mijn intuïtieve inzichten en de daarop gebaseerde uitspraken en beslissingen, die voor mijzelf en mijn cliënten een wezenlijk en bijzonder heilzaam verschil hebben gemaakt. Derhalve raad ik iedere professional, arts, therapeut, coach, adviseur, manager of rechter, aan zijn eigen intuïtieve vermogen te ontwikkelen, tot heil van hemzelf en de anderen.
*) P.D. Ouspenski, De mens en zijn mogelijke evolutie, 1947, 1988.

We also can see it on the levels of our leadership. President Trump f.i. certainly is not grounding his decisions on rational considerations, even not so on his own interest (although he may think he does). He denies climate change (will he still do so after the melting of the permafrost or the flooding of Houston?), he wants to build a wall between the US and Mexico, he wants to create jobs, that he cannot create, and so on and so forth. He is basing his decisions on (unconscious?) fear and rage, in an impulsive way. That is why he is so dangerous. He could just launch an atomic bomb – just like that. I always am amazed that there are still people who think you can negotiate with Trump on a reasonable base. One can’t. (If you seemingly have a deal, he always can break it).
In dit blog geef ik een voorbeeld van een dergelijk gebed, afkomstig uit Gebedsboekje voor zoekers, 2010 (Dat is hier en daar nog verkrijgbaar). Een beetje pathetisch misschien, maar ach. . .
Nog eens terugdenkend aan de uitzending van ‘Zomergasten’ van 30 juli (met burgemeester Van der Laan) trof me iets dat ik als een belangrijk verschil zie tussen Van der Laan enerzijds en de heren Pechtold, Rutte en Buma anderzijds. Dat is dat Van der Laan ontroerd kan worden, terwijl ik me dat bij de andere drie niet kan voorstellen. Dat kan ik natuurlijk helemaal mis hebben, maar dit is mijn persoonlijke indruk.
Het is niet alleen het verdriet dat ons bij elkaar brengt. Ook het succes van de vrouwen in het EK – ik weet nog niet of ze dat vanavond kunnen voortzetten – verbroedert en verzustert (Och heden, die termen mogen vandaag de dag niet meer. . . )
Since the nineties we know that in business organizations can’t work effectively without a collective vision (see f.i.
trouwens vanaf het begin al in. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop Abraham Kuyper in 1903 met zijn ‘worgwetten’ de spoorwegstaking brak, het eerste massale arbeidersprotest dat Nederland kende). Niet bepaald een inspirerend voorbeeld. Ook het Joodse volk ontleent zijn visie aan zijn verleden, zowel het bijbelse verleden als de latere diaspora en al het vreselijke wat daarin gebeurd is, van pogroms tot de shoa. Dat is in Israël verworden tot een repressieve en reactionaire politiek, evenmin een inspirerend voorbeeld. Bovendien zie je dat een land wat zich te zeer identificeert met zijn verleden altijd kan vervallen tot een eng nationalisme met ‘Blut und Boden’ – theorieën, uiteindelijk leidend tot uitsluiting van minderheden en racisme. Dat moeten we natuurlijk niet hebben.
Wat is beter – deze ontmoedigende waarheden onder ogen zien, of, zoals onze leiders en hun medewerkers doen, leven in een illusionaire wereld? Per slot van rekening komt de zondvloed pas na ons.
De hele situatie doet me sterk denken aan de situatie voor de tweede wereldoorlog, toen de landen ook slechts mondjesmaat Joodse vluchtelingen opnamen. Als kind las ik het jeugdboek Het Zwervende Schip van Lisa Tetzner, over een schip met voornamelijk Joodse vluchtelingen uit Europa dat vergeefs rondzwalkte voor de kusten van Zuid-Amerika, maar zijn lading wanhopige mensen niet kwijt kon: ze werden in geen enkel land toegelaten. Gelukkig leed het schip schipbreuk in een storm, zodat in elk geval voor deze groep het probleem was opgelost. . .