Categoriearchief: Persoonlijke groei

Aan de vooravond van Pinksteren

Dan zal de heilige Geest u gechonken worden (Handelingen 2: 38).

Zoals ik al eerder heb gezegd beschouw ik mezelf niet als een traditioneel gelovige. Maar de bijbel geeft wel inspirerende verhalen en metaforen. Zo gaat Pinksteren over de uitstorting van de heilige Geest. En uit het boek Handelingen blijkt dat dit niet alleen voor de apostelen geldt, maar dat we daar allemaal deelachtig aan kunnen worden – zie het citaat hierboven. Maar wat betekent dit nu in de praktijk?

In de eerste plaats: wat is de heilige Geest en hoe openbaart zich de heilige Geest zin ons? Eerder heb ik geschreven over de gedachtenafstemmer in ons: dat deel van onze persoonlijkheid dat onze gedachten afstemt op de evolutie in de breedste zin des woords: niet alleen de fysieke evolutie maar ook de geestelijke. Ik stelde daar dat die gedachtenafstemmer de tegenwoordigheid van de oorsprong-van-alles in ons is (zie mijn blogs van 21 oktober en 11 november). Ik interpreteer deze als onze innerlijke gids, en ook als wat in het bovengoemde bijbelcitaat de heilige Geest wordt genoemd.

Anders dan het boek Handelingen stelt geloof ik echter dat deze gedachtenafstemmer in ieder van ons aanwezig is, en niet voorwaardelijk, zoals de bijbel stelt. Je hoeft niet eerst gedoopt te worden voordat de gedachtenafstemmer in je neerdaalt. Ik geloof namelijk dat alle mensen gelijk zijn geschapen, en dus in wezen aan elkaar gelijk en verwant zijn, zoals ik vorige week heb betoogd. Dat was de boodschap van Hemelvaartsdag.

Wat wel waar is, dat niet iedereen in contact is met zijn eigen gedachtenafstemmer. Je moet je van deze gedachtenafstemmer bewust worden, en als je dat bent, bereid zijn je door deze te laten leiden. Om diverse redenen zijn sommige mensen het contact met hun gedachtenafstemmer helemaal kwijt geraakt; ze zijn letterlijk van God los (U kunt zelf moeiteloos voorbeelden van dergelijke mensen aanwijzen). Voor deze mensen is er vaak een wake-up call nodig om in contact te komen met hun gedachtenafstemmer. Dat kan een dramatische of tragische gebeurtenis in hun leven zijn, of een inwijding tot een hoger niveau van bewustzijn; al dan niet volgens een officiële inwijdingsrite. Ik zelf ben zo gezegend geweest beide vormen een paar keer te hebben meegemaakt. Dergelijke inwijdingen zijn trouwens ook heel waardevol voor hen die al (enig) contact, bewust of onbewust, met de gedachtenafstemmer hebben.

Pinksteren wordt vaak gezien als het begin van de Christelijke kerk. Voor mij is het een verhaal dat de immanentie van de oorsprong-van-alles aanduidt: de aanwezigheid van de oorspong in de menselijke natuur. Het besef van deze aanwezigheid geeft ons veerkracht en levensmoed en ondersteunt ons bij onze zoektocht naar de zin van ons bestaan. Ik wens u een gezegend Pinksteren.

Zielsidentiteit.

Een manier om meer over onze ziel te weten te komen is uitvinden wat de persoonlijke archetypen zijn die bij ons horen. De meeste van de lezers van mijn blog zijn met dit begrip wel bekend – voor hen die dit niet zijn verwijs ik naar mijn blog van 11 maart van het vorig jaar. Daar heb ik ook in het kort aangegeven hoe we onze eigen archetypen kunnen vinden. Het is het handig om uit te gaan van een lijst van archetypen waaruit dan intuïtief de belangrijkste eigen archetypen kunnen worden geselecteerd. Volgens Caroline Myss behoren daar in elk geval de volgende archetypen bij: slachtoffer, saboteur, kind en prostitué ( = je zelf verloochenen om iets te bereiken).
Archetypen zijn andere persoonlijkheidseigenschappen dan karaktertrekken of het type van je temperament. Zijn deze laatsten een gevolg van de interactie tussen aanleg (nature, genen) en opvoeding (nurture, conditionering), de archetypen komen uit een veel oudere bron. Het woord zegt het al: oer-beeld. Ze maken een onlosmakelijk deel van je ziel uit. Daarom dragen archetypen bij tot je zelfbewustzijn, je zielsidentiteit, je diepere identiteit die, zoals ik eerder (18 november) heb vastgesteld, los staat van je ik-bewustzijn.

Dat is een mooi bruggetje om over te gaan tot een volgende manier om nader tot je ziel te komen. Dat is het stellen van de vraag: Wie ben ik ? Niet een keer, maar tien, twaalf, honderd keer; net zo lang tot je een simpel antwoord krijgt van een, twee of drie woorden waarvan je weet: dit is – voor nu – het ultieme antwoord (als je nog enige twijfel voelt, moet je nog even doorgaan). Merkwaardigerwijze is dat antwoord niet een versterkt ik-bewustzijn, maar een expressie van je zielsidentiteit. Het proces kan versneld worden als je het samen doet met een ander, waarbij die alleen maar aan jou de vraag stelt – wie ben je?- en luistert. Als er een stilte valt, kan die ander de vraag na verloop van enige tijd herhalen. Om de paar minuten (bijvoorbeeld vijf) wissel je van rol, en word jij de luisteraar en stel jij de vraag aan de ander. Daarom noemde ik dit onderzoek een dialoog. Dit proces wordt aanzienlijk vergemakkelijkt als je het in een workshop doet. (zie pagina ‘Quantumsprong’ op deze website en ‘Enlightenment Intensive’ op internet)
Ook in workshops werkt de volgende oefening. Je gaat tegenover iemand staan en zegt: Ik ben anders dan jij – maar niet echt. De ander luistert alleen maar. Je regelt het zo dat iedereen in de groep de anderen twee keer tegenkomt, en de tweede keer wissel je van rol. Ik ken maar weinig oefeningen die zo snel en direct een zielservaring en een zielsverbinding met anderen kan opleveren.*

Volgende week duiken we echt de ziel in.

*) Deze oefening is ontleend aan Danaan Parry, en staat meer uitgebreid beschreven in mijn boek Spiritueel leiderschap, pagina 176.

Vrienden worden met de duisternis

The seed stirs in the earth. (Danaan Parry, Essene Book of Days, seizoensfocus)

Deze periode van afdaling in onze eigen duisternis is nodig om ons licht te vinden (Brigit Anna McNeill).

Ik was van plan om in dit blog mijn onderzoek naar de ziel voort te zetten, maar stel dat even uit tot na nieuwjaar. Vandaag wil ik het hebben over Kerstmis in een duistere tijd.

Kerstmis wordt in het algemeen gezien als een feest van licht, in elk geval als de terugkeer van het licht. Maar het valt niet mee om dat te vieren in deze inktzwarte Corona tijd. Een tijd van beperkt familie bezoek, van het afgelast worden van alle kunstmanifestaties (en voor hoe lang?), een tijd van financiële zorgen van zzp’ers en ondernemers die door Corona worden getroffen en onvoldoende worden gecompenseerd, van overbelast en burnedout zorgpersoneel, van scholieren en studenten die weer thuis zitten, van mensen die ziek zijn, of soms zelfs in levensgevaar, van mensen die rouwen om geliefden die ze in het afgelopen jaar verloren hebben, enzovoort – u kunt het zelf wel aanvullen.

Kerstmis zou eigenlijk altijd een feest moeten zijn van enerzijds bezinning en contemplatie, anderzijds van viering en vreugde, met samen zingen, lekker eten, en zo voorts. De laatste decennia is echter de bezinning op de achtergrond geraakt en is kerstmis meer en meer een feest geworden van inhoudsloos plezier – met uitzondering overigens van de kerst(nacht)diensten in de kerken. Deze kerst biedt echter een uitgelezen kans om die bezinning weer een meer centrale plaats te geven. De seizoensfocus van voor de winterzonnewende – Outer darkness calls for nourishment within – moet eigenlijk nog even verlengd worden tot na nieuwjaar, al is het nieuwe focus (zie citaat hierboven) ook niet verkeerd.

Voor vele mensen voelt een inkeer naar binnen als een reis naar het onbekende donker. Voor sommigen is dat prettig, maar anderen zijn bang in het donker. Maar in ons innerlijk donker is niets wat ons kan bedreigen. Soms stuiten we op onze schaduw, pijn of verdriet, maar dat gaat voorbij en laat ons verrijkt achter.

Daarom is dit een goede tijd om vriendschap te sluiten met onze binnenste duisternis. Misschien lukt het dan ook makkelijker om vrienden te sluiten met de duisternis om ons heen. Als we dat doen zullen we ervaren dat ook in die duisternis altijd een lichtpunt is te ontwaren. Zoals het ook onverwachts prachtig weer werd aan het begin van afgelopen week temidden van de sombere dagen ervoor en erna. Er is altijd nog heel veel om dankbaar voor te zijn. Zo kan Kerstmis toch nog een feest worden van licht in de duisternis.

Volgende week schrijf ik in verband met vakantie geen blog, maar in het nieuwe jaar zal ik verder gaan met mijn onderzoek naar de ziel: het zaadje in ons binnenste, dat zich roert in de aarde. Januari zal in mijn blogs ook nog een maand zijn van ziels- en zelfonderzoek waarna we gesterkt de blik weer naar buiten kunnen richten. Intussen, ondanks alles, wens ik u goede kerstdagen en een gezegend 2022.

Zielkunde

Als we geboren worden komen we op de wereld met ons (nog onvolgroeide) lichaam, met ons nog onontwikkelde bewustzijn, met de blauwdruk van onze persoonlijkheid, en met onze ziel (ik grijp hier terug op mijn blogs van 11-25 november). Metaforisch gesproken kun je de ziel vergelijken met onze wortel: het geworteld zijn in onze voorgeschiedenis, geboortegrond en in de aarde als geheel. Het is de plaats waarmee we met Gaia in directe verbinding staan. Ik heb gezegd dat de ziel onze diepste identiteit representeert. Niettemin raken we het contact met onze ziel, en daarmee met die identiteit, vaak kwijt als we opgroeien.We gaan ons dan identificeren met de inhoud van ons bewustzijn, waaronder zelfbeelden; ons ik-bewustzijn.

Dit bewustzijn werkt als een sluier, die onze ziel verhult. Zo raken we het het contact met onze ziel kwijt en daarmee dus ook het contact met onze geworteldheid. Dit heeft twee gevolgen: onze identiteit wordt wankel, wat zich kan uiten in een niet meer weten wie we zijn. Daarmee is het fundament in onze persoon weggevallen en worden we onder de oppervlakte onzeker, ook al kunnen we ons krachtig voordoen. Het tweede gevolg kan zijn dat we het bestaan van de ziel gaan ontkennen. Dit is zelfs een geliefd tijdverdrijf geworden onder materialistische wetenschappers, die niets moeten hebben van een niet meetbare werkelijkheid.

Maar zelfs als we nog wel in een ziel geloven, en nog wel enig contact met haar hebben loont het de moeite de ziel nader te onderzoeken. Hoe doen we dat?

In de eerste plaats door de sluiers, onze zelfbeelden te onderzoeken. Ik heb zelf weer eens gekeken naar de zelfbeelden die ik als kind had ontwikkeld, en welke daarvan nu nog invloed hebben. Daarnaast zijn er in de loop van mijn leven ook nog wel zelfbeelden bijgekomen. Zelfbeelden kunnen negatief of positief zijn, maar altijd begrenzen en kleuren ze de wijze waarop we de wereld om ons heen waarnemen. Om het iets concreter te maken geef ik enkele zelfbeelden van mezelf. Negatief: ik ben iemand met een sombere kant, en heb de neiging me superieur te voelen aan de ‘ander’. Positief: ik hecht sterk aan mijn eigen autonomie en heb een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Beide soorten zelfbeelden begrenzen de ruimte om me heen omdat ze het me moeilijk maken om open en zonder (voor)oordeel in de wereld te staan, zonder de neiging daar meteen op te reageren.

Hoe meer we ons van onze zelfbeelden bewust worden – en dat kan door de tijd te nemen aandachtig naar onze denk- en gedragspatronen te schouwen, nu en in het verleden – hoe meer we ze kunnen relativeren, en we ervoor kunnen kiezen ons leven er niet meer door te laten overheersen. We kunnen ze dan als het ware af en toe parkeren. Dan ervaren we meer innerlijke ruimte en openheid – en dat is een goede conditie om de blik eens direct te richten op onze ziel. Daarover een volgende keer.

Wakker worden.

In mijn blog van 18 november maakte ik onderscheid tussen twee aspecten van onze identiteitsbeleving: het ik-bewustzijn en het diepere identiteits-bewustzijn dat we ontlenen aan onze ziel. Daarom was ik gefrappeerd door een commentaar van Kathy Tyler (http://Findhorn.org) dat ik hier graag weergeef:

Een groot deel van onze identiteit is gevormd door onze ouders, leraren, vrienden, en hoe wij willen dat anderen ons zien. We hebben dit als ons referentiepunt van wie we zijn; de persoon die we onszelf normaal gesproken menen te zijn – gepreoccupeerd met zijn doelen, angsten, verlangens, en problemen.
Onder de oppervlakte ligt een diep en groot authentiek Zelf, maar zijn aanwezigheid wordt meestal versluierd door het lawaai van het kleinere ‘ik’ met zijn behoeften en eisen. Deze verwarring tussen het kleine zelf en het grotere Zelf is een kernillusie van de menselijke conditie, en het doorprikken van deze fata morgana is waar ontwaken om draait.

Zij schrijft dit in het commentaar op de Engel voor december: Awakening: ontwaken. (Innerlinks, de beheerder van het Transformatiespel, kiest iedere maand een Engel van de maand, zie voor het hele commentaar: https://www.facebook.com/joy.drake.90/posts/4398890450208401). Ik zie hierin een uitnodiging om de ziel verder te onderzoeken. Ik ben daar op 11 november al mee begonnen, en zal er volgende week mee verder gaan.

Dwaasheid

Als iemand onder u denkt dat hij wijs is in deze wereld, laat hij dwaas worden, opdat hij wijs zal worden. (1 Kor. 3:18)

In mijn vorige blogs heb ik beschreven hoe we wijsheid kunnen bevorderen in onszelf en in de wereld. Vandaag ga ik in op wat het ontdekken en manifesteren van het archetype van ‘de wijze’ in ons in de weg staat. Ik zie de volgende belemmeringen:

  • heftige gevoelens die het bewustzijn domineren (verliefdheid, euforie, dweepzucht, verontwaardiging, woede, weerzin, angst)
  • stellige meningen, vooroordelen
  • morele oordelen, met name als ze uitmonden in gevoelens van superioriteit (ik ben beter dan hij/zij)
  • kennis, met name dogma’s, en het idee de waarheid in pacht te hebben
  • eigendunk, ijdelheid
  • gehecht zijn aan materie, maar ook gehechtheid aan comfort, gewoontes, en zelfs gehechtheid aan geliefde anderen
  • openlijk of onbewust gericht zijn op eigenbelang ten koste van anderen (macht, positie, gelijk krijgen, status)
  • irritatie
  • enzovoort. U kunt zelf de lijst nog wel aanvullen.

Niets menselijks is ons vreemd. Ikzelf herken me in bijna elk van de bovengenoemde belemmeringen, die veroorzaken dat ik maar zelden als wijze spreek of handel. Ik ben te vaak geïrriteerd over problemen met websites of mijn computer of over apparaten die niet werken. Ook ben ik vaak verontwaardigd over wat onze leiders of mijn medeburgers doen of nalaten. Ik vind hun gedrag nogal eens harteloos, laf of rondweg dom. Vaak leidt dat tot woede, oordeel of cynisme. Als ik dat te vaak uit, of erger, onderdruk, leidt dat tot een negatieve uitstraling in mijn omgeving. Anderzijds wil ik mijn verontwaardiging ook niet echt kwijt. Het is, weliswaar verwrongen, toch ook een uiting van mijn betrokkenheid. Maar tot wijsheid leidt het niet.

Nodig is enige distantie en een meer stoïcijnse houding: aanvaarden van het onaanvaardbare. Dan geef ik zowel mijn liefde als mijn intuïtie meer kans. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. En of ik daarmee een bijdrage lever tot wijsheid in de wereld? In deze verwarring eindig ik dit blog.

© Rider Waite Tarotkaarten

Ontheemd.

Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral (Bertolt Brecht)

Zij die me al langer kennen of volgen weten dat ik geloof dat (bijna) alle mensen hun leven leiden met een diepe gewondheid, de sacred wound. Zij kunnen zich daar al dan niet van bewust zijn, maar het beïnvloedt altijd hun denken en doen. De oorsprong van die gewondheid kan liggen in de lotgevallen van de vele (vaak tientallen) generaties die ons zijn voorafgegaan; lotgevallen die zijn neergeslagen in de genen. Volgens anderen kan die gewondheid ook voortkomen uit eerder geleefde levens, maar met dat gezichtspunt heb ik niet zoveel. In dit leven kan die gewondheid zich verdiepen door eerdere pijnlijke of zelfs traumatische ervaringen in de jeugd of de adolescentie, of nog daarna. Het interessante is nu dat deze gewondheid als regel in directe relatie staat met onze levensopdracht, onze missie; ons sacred contact. Dat is de reden dat ook de gewondheid ‘sacred’ genoemd wordt: hij kan je leven betekenis geven. Ik kan dat illustreren aan de hand van mijn eigen levensloop.

Mijn sacred wound zou ik willen benoemen als een gevoel van thuisloosheid. Dit gevoel is ontstaan via de stamboom van mijn vader, die een Jood van asjkenazische herkomst was, en wiens voorouders veel te maken hebben gehad met Jodenvervolging en in een tweeduizendjarige diaspora vaak moesten vluchten en hun woonplaats hebben moeten opgeven. Dit proces is nog versterkt door mijn eigen oorlogservaringen, die er tussen mijn derde en vijfde jaar toe hebben geleid dat ik in de onderduik veelvuldig van woonplaats (en van kleuterschool) heb moeten wisselen. Ook daarna was het thuis niet helemaal veilig: door de ondergane ellende (onder andere het verlies van bijna alle familieleden) hadden mijn ouders om te overleven veel gevoelens van wanhoop, verdriet en woede onderdrukt. Ze waren zeker liefdevolle ouders, maar ze waren ook als een slapende vulkaan die ieder moment tot uitbarsting kon komen (al gebeurde dat zelden). Kinderen voelen dat en dat draagt ook weer bij tot gevoelens van onveiligheid.

In de eerste helft van mijn leven heeft deze gewondheid geleid tot perioden van slapeloosheid, humeurigheid (speciaal aan begin van vakanties), een gebrek aan vertrouwen in het leven als zodanig (je kunt maar zo je veiligheid verliezen. . . ) en van daaruit alles dwangmatig onder controle willen houden. Door persoonlijk werk en therapie heb ik daar in de tweede helft van mijn leven minder last van gehad. Ik ontdekte mijn sacred contract: het scheppen van veilige leersituaties (een soort tweede thuis voor mijn cliënten; daarom werkte ik veel met leergroepen en teamconferenties. In mijn eerste post-doctorale opleiding noemden we dat een ‘cultural island’). Ik heb altijd geweldig geboft met het vinden van veilige woonsituaties (toeval? Ik voelde me geleid en gedragen en voel daarvoor een grote dankbaarheid), maar. . . één keer stortte mijn bouwvallige huis in tijdens de restauratie (wij waren elders bij een bruiloft van een bevriend echtpaar); één keer verloor ik mijn huis door een echtscheiding, en éen keer verloor ik mijn praktijkruimte door een haatcampagne. Allemaal toeval? Er zijn nog veel meer ’toevalligheden’ in mijn leven, maar dat allemaal beschrijven zou voor dit blog veel te ver voeren. Dit alles is voor mij inzichtelijk geworden tijdens mijn voetreis van Berlijn naar Praag (het Joods kerkhof aldaar) in 2001. Ik heb toen ook ontdekt dat er eigenlijk maar één veilig thuis is: in mijn diepste zelf.

In het huidige stadium van mijn leven met veel vrije tijd dacht ik: laat ik nog eens wat nuttigs doen in de wereld en zonder veel na te denken meldde ik me als vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk Nederland (voor mensen die hun thuis verloren hebben!). Daar werd ik aangenomen als woonvrijwillger: iemand die asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen begeleidt bij het zich ‘settelen’ in de toegewezen woning; met andere woorden: bij het creëren van hun nieuwe thuissituatie. Tja. . .

Na de behoefte aan eten en drinken is een veilige woon- en verblijfplaats de meest fundamentele behoefte die wij mensen hebben. Door een rücksichtlose economie, geweld, oorlog, milieu- en klimaatproblemen gaat die veilige plaats voor miljoenen mensen verloren. Daarom grijpt het vluchtelingen probleem en de klimaatontwrichting mij de laatste jaren echt bij de keel. Doordat we nu als collectief, als mensheid, onze veilige woonplaats, Gaia, aantasten dreigen we nu massaal ontheemd te raken. Al heb ik daar persoonlijk voorshands nog weinig last van, toch voelt het alsof mijn leven eindigt waar het is begonnen. Full circle . . wat een mysterie. Misschien is ieders leven wel zo te zien als je er oog voor hebt.

Bronnen van kracht – II

Dit is een blog in een serie die begonnen is op 4 februari j.l.

Hier is een test om erachter te komen of je missie op aarde ten einde is: als je nog leeft, is dat niet het geval. (Richard Bach, Illusions)

Als we op het gebied van de klimaatontwrichting verschil willen maken, moeten we tot ons laten doordringen wat er werkelijk aan de hand is. Maar hoe bouwen we dan de veerkracht op om daar tegen te kunnen? In mijn vorige blog gaf ik drie mogelijkheden, hier volgen er meer.

Vele leraren zijn van mening dat we hier op aarde komen met een opdracht, een missie.* Die opdracht is voor elk van ons uniek. Hoewel we onbewust ‘weten’ wat die opdracht van ons vraagt is het toch een hele ontdekkingsreis om ons bewust te worden van wat die opdracht precies inhoudt. Wat is het puzzelstukje dat wij hebben en dat nodig is om de planetaire puzzel te vervolmaken (Danaan Parry)? Het helpt om ons daarbij af te vragen wat het is dat we hier op aarde te leren, te geven en te doen hebben, en daarover na te denken.** Als we hier meer duidelijkheid over hebben, gaat die opdracht richting geven aan ons leven, dat we daardoor als zinvol gaan ervaren. Ook dat is een bron van kracht (zie ook het citaat waarmee dit blog begint).

Nu we toch in de meditatieve sfeer beland zijn: meditatie beoefenen is ook een bron van kracht. Men kan mediteren zonder meer: zitten, de aandacht richten op en luisteren naar de stilte achter de geluiden. Je kan yoga beoefenen, of Aikido, loopmeditatie, dynamsiche meditatie, of wat dan ook. En je kan ook verzinken in gebed (maar probeer niet een hogere macht voor je karretje te spannen; dat werkt niet – we blijven zelf verantwoordelijk voor ons leven), of je kan je open stellen voor de niet-fysieke wereld achter de wereld die je waarneemt met je zintuigen. Het helpt als je daarbij contact zoekt met organisaties of personen die daar al mee in contact staan. *** Op den duur kan je het besef ontwikkelen dat je geleid en gedragen wordt. Uiteraard maakt dat je ook weer sterker.

Door dit proces van zelfreflectie, meditatie, contemplatie en gebed verandert je bewustzijn van een zuiver zintuigelijk en mentaal bewustzijn, gericht op de materiële wereld, in een meer spiritueel en mystiek bewustzijn, waarin ook plaats is voor de niet-materiële wereld en het grote mysterie van wat is. Zodoende stel je jezelf open voor de kwantum sprong in het collectieve bewustzijn, die al gaande is, maar die velen zich nog niet realiseren. Die bewustzijnstransitie kan ons ook hoop geven – daarover de volgende week meer.

De stukjes van de planetaire puzzel

*Zie bijvoorbeeld Plato, De Republiek. Caroline Myss spreekt van een ‘sacred contract’: Sacred Contacts, 2001. Ikzelf sprak vroeger van onze bestemming.

** Een handleiding hiervoor kun je vinden in mijn boek: Op weg naar jezelf . . . een pelgrimsreis in zeven etappes, pag. 74 e.v.

*** Bijvoorbeeld: https://www.findhorn.org, https://lorian.org. Er zijn hierover ook fantastische boeken geschreven, veel te veel om hier op te noemen. Ik maak een uitzondering voor Richard Bach, Illusions, buitengewoon inspirerend en zeer geestig (het citaat waarmee dit blog begon is hieruit afkomstig).

Bronnen van kracht.

Dit is een blog in een serie die begonnen is op 4 februari j.l.

Als we de ernst van de klimaatontwrichting werkelijk tot ons willen laten doordringen (en dat is nodig als we een verschil willen maken) dan moeten we er voor zorgen dat we in onszelf de kracht ontwikkelen om niet in wanhoop, vertwijfeling en machteloosheid te verzinken. Gelukkig zijn er vele bronnen waaruit we die kracht kunnen putten.

De eerste bron is de wanhoop zelf. Als we ons realiseren hoe vreselijk we het vinden als de wereld die we kennen, inclusief de mensheid, ten onder zou gaan, dan kunnen we ons realiseren dat die wanhoop uit liefde voortvloeit. Liefde voor de wereld, voor schoonheid, de natuur, de mensheid als geheel, en meer in het bijzonder voor ons eigen nageslacht (dan wel de nakomelingen van degenen die we liefhebben). Als die liefde er niet was, zouden we immers onverschillig staan tegenover deze dreigingen. Het zou ons dan weinig kunnen schelen wat er morgen gebeurt, maar dat het kan ons juist wel schelen! Die liefde is een expressie van de levenskracht zelf, en derhalve een bron van vitaliteit. Laten we die liefde koesteren, en in ons gedrag tot uiting brengen – dat maakt ons sterker.

Een tweede bron van kracht is ons vermogen om ons verdriet en onze woede even te parkeren. Niet onderdrukken, want dan wordt het alleen maar sterker, maar even ter zijde stellen, zoals je je auto kan parkeren bij de supermarkt, en dan in de supermarkt niet meer aan je auto denkt. Dan komt er ruimte vrij om te leven in het moment en te genieten van wat er is. De schoonheid van een sneeuwlandschap, een boterham met boerenkaas (dat is uiteraard persoonlijk), spelende of schaatsende kinderen, een bloem in een vaas of buiten, muziek, kunst, enfin, te veel om op te noemen. Je kunt de voorbeelden zelf eindeloos uitbreiden. Daar word je blij van, en dat maakt ons sterker. Organiseer ook voldoende leuke dingen en momenten in je leven. Er is voor alles een tijd: een tijd voor genieten en een tijd voor somberen. Verdriet en vreugde kunnen naast elkaar bestaan.

Daarbij aansluitend: een derde bron van kracht is aandacht te geven aan alles waarvoor we dankbaar kunnen zijn. Dat Gaia ons maar blijft voeden, ondanks alles wat we haar aandoen. Dat vele mensen het mogelijk maken dat die voeding dagelijks op ons bord komt (de boeren, de handelaren, de supermarkten, onze werkgevers of onze cliënten, die ons immers het geld verschaffen of verschaften die het mogelijk maken of maakten dat we dit alles kunnen kopen). Dat we een comfortabel huis hebben, dat er helder water uit de kraan komt, en zelfs zomaar warm water uit de douche. Dat er zoveel schoonheid is in deze wereld – kortom er is zoveel om dankbaar voor te zijn dat als we er bij stil staan het niet anders kan dan dat we dankbaar worden voor het leven zelf.

Er zijn nog veel meer bronnen van kracht; daarover de volgende week.

Elk zijn is tot niet-zijn geschapen.*

IJs, weder en Corona dienende word ik een dezer dagen in goede gezondheid 81 jaar – dank u voor de gelukswensen. En dan te bedenken dat ik me ooit had voorgenomen 75 jaar te worden. Maar dat project is dus grandioos mislukt. Hoe dit zij, ik ben dus weer een jaartje dichter bij de dood gekomen. Voor zover ik kan nagaan ben ik daar niet bang voor – hoewel, op het moment suprème me overgeven en alle controle loslaten . . ? – maar wel voor het mogelijke lijden dat daaraan vooraf zou kunnen gaan. De mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest, maar dat niet op komt dagen. Zo heeft hij meer te dragen dan God te dragen geeft.

Nu denk ik maar zo dat de meeste mensen, bewust of onbewust, hetzij bang zijn voor de dood of, net als ik, voor het lijden. De pandemie dreigt die angst meer naar de voorgrond te brengen, zoals eerder al de klimaatcrisis, die ons immers collectief bedreigt. Wel is de dreiging van de klimaatcrisis vager en verder weg dan die van de pandemie, maar toch kan ook het bewustzijn van dat gevaar de angst in ons oproepen. Met angst is moeilijk te leven. Veel van de ontkenning van beide problemen, en veel van de agressie en lelijkheid in de samenleving is daaruit te verklaren. Angst kan ons ook verlammen en doen vluchten in een houding van ‘na mij de zondvloed’.

Dat zijn dus allemaal geen constructieve manieren om met angst om te gaan. De angst onderdrukken is ook niet effectief; de angst is reëel en door deze weg te stoppen of te ontkennen wordt die onderhuids alleen maar groter, en heeft daar zijn schadelijke werking (depressie, verlies aan energie en levenslust, ziekte, wat dan ook). Maar wat dan wel? We zullen moeten leren met onze angsten te leven, door daarnaast veerkracht en hoop te ontwikkelen zodat die angst ons niet overmeestert of verlamt.

Hoe ontwikkelen we veerkracht en hoop? Door contact te maken met onze krachtbronnen: onze intuïtie, ons vermogen lief te hebben, onze kwaliteiten en talenten, onze innerlijke gids en last but not least onze hulpbronnen in de onzichtbare werelden, en dan vervolgens te handelen: doen wat onze handen en ons hart te doen vinden. Dan ‘sal ’t waerachtigh wel gaen. Twee weken geleden liet ik u mijn hoop zien, en vorige week wenste ik u een nieuw begin. Daar wil ik nu aan toevoegen dat ik u een jaar toewens vol veerkracht en hoop waarin u uw angst, als u die hebt, een plaats weet te geven.

  • J.C. Bloem. Dit blog is mede geïnspireerd op het prachtige stuk Hoe de angst te bedwingen? van Marian Donner in Trouw van 16 december 2020