Categoriearchief: Spiritualiteit

I am on the edge of entering te Northern Gate.

When we are born we enter life through the Eastern Gate. After conception we are transforming, from cells to embryo, than from embryo to child. The biggest transformation happens just after birth, when we start breathing and become basically independent from the mother. The sun is rising. We start living and learning to live in this world. This period is continuing until we are 25.

Then we enter a next phase, going through the Southern Gate. The sun is now in mid-sky. In my life this period started after the last test of the earlier period: my masters degree at the university. I was 25 years at that moment. Then I, and we in general, start creating a family and start our livelihood (of course this is quite a bit earlier for some people), and are integrating in society as a whole (a proces for which of course the fundament already was laid in the East). We physically and psychologically leave our parents’ home behind.

Then, at 50, we enter the Western Gate. Besides of making a livelihood we now start giving without asking for a return. This is a time for voluntary work and for developing the unique talents you want (and are meant to ) to give to the world. Before entering this gate I had to pass a few tests, as there were: leaving a cult, going through a process of cancer (I was blessed to be healed completely), and being trained and initiated as an ‘Essential Peacemaking/Men and Women’ facilitator. Also I left my marriage and broke up my nuclear family (two kids already left or were leaving home). At 53 I di a new test: a wilderness quest, being just by myself in the wilderness for ten days. The sun was coming down, but a completely new future laid ahead of me. All over the world I together with a female friend delivered workshops Essential Paecemaking, and I supported the Hope Flowers School in Bethlehem and coached an ecovillage in Russia.

And now I am becoming 75 and on the edge of passing thorough the Northern Gate. The sun is setting, and the light is fading. In the darkness it is time for again going inside. In order to pass the gate I let go of all my positions in society: committee  memberships, teacher, fundraiser, including all the feelings of importance and status that came with it. I shall enter the void. It feels very good, although there are also feeling of apprehension and melancholy. ‘Partir c’est mourir un peu’.  Living is continuously dying, as my teacher Stan Keleman taught me ages ago. So for me melancholy is part of life. Dying however is a necessary condition for a new beginning. What will rise out of the void of the future? I am looking forward to it.

The above model is from Zenmaster Hakuin (Four ways of knowing), and related with the Shamanistic Medicine Wheel. It describes a lifelong way of initiations, the gates being the moneys of initiation. (At the Eastern Gate the parents are doing that: baptizing, name giving, etc.) Food for thought and reflection.

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

Singulariteit of spiritualiteit?

In 2030, 2050, of anders uiterlijk in 2075 zal het moment bereikt zijn waarop computers de menselijke intelligentie evenaren of voorbijstreven. Dat wordt het moment van singulariteit genoemd. Dit is althans de verwachting van een grote meerderheid van computer- en informatica-wetenschappers. Als je dit voegt bij de wetenschap dat technologie steeds meer het menselijk lichaam binnendringt is dit een beangstigende gedachte. Wat begon met het plaatsen van een kunsthart zal uiteindelijk kunnen ontaarden in het vervangen van hele neurologische systemen, bijvoorbeeld in de hersenen.

Voor vele computerwetenschappers is dit een zegen. Het zal volgens hen  een einde maken aan vele menselijke problemen zoals hongersnood, armoede, ziekte en dood. Zelfs het eeuwige leven ligt in het verschiet, doordat nanorobots onze cellen repareren. Ik moet er niet aan denken. Het zou de enige zin die het leven heeft, namelijk de eindigheid, onvoorspelbaarheid en uitdaging ervan wegnemen. Er zijn echter ook computerwetenschappers, die het gevaar van deze toestand zeer wel inzien. Zij vrezen dat het wel eens zo zou kunnen zijn dat machines de controle in de samenleving en de wereld als geheel zouden kunnen overnemen. Dat zou het einde zijn van de morele suprematie van de mens, inclusief de keuzevrijheid en de immoraliteit waarmee dat gepaard gaat. Deze samenleving zou niet moreel en niet immoreel, maar amoreel zijn.

Ik geloof er niets van. Deze stelling gaat uit van een zeer beperkte definitie van intelligentie, zoiets als IQ. Maar er is ook nog zoiets als geest. Hoewel er evident verbanden bestaan tussen de wereld van de geest en de fysieke wereld zijn deze werelden wezenlijk van elkaar gescheiden, en begrijpen we nog steeds helemaal niet hoe die verbanden werken. Het is wel duidelijk dat beleving, of bewustzijn, niet kan bestaan zonder de werking van de hersenen en andere fysiologische en electromagnetische processen, maar het is ook duidelijk dat die beleving en dat bewustzijn en die processen niet hetzelfde zijn. Een gebrekkige maar niettemin bruikbare analogie is die met het ouderwetse radiotoestel. Zonder dat toestel zouden we geen radiosignalen kunnen invangen, maar het toestel kan toch echt niet zelf die signalen produceren. De analogie gaat overigens mank, omdat radiosignalen wel degelijk te herleiden zijn tot electro-magnetsiche processen, en dat is met geestelijke processen niet het geval. De verbinding tussen geest en materie (het fysieke lichaam) is als een black box – we begrijpen totaal niet wat zich daarbinnen afspeelt. Het is de vraag of we dat ooit zullen begrijpen, net zoals het de vraag is of we ooit zullen begrijpen wat het leven, of liefde, in essentie is.

De denkfout die deze computerwetenschappers maken is dezelfde denkfout die gemaakt wordt door  Swaab als hij het bestaan van de vrije wil ontkent, en door Stephen Hawkins als hij denkt dat we eens een bewezen natuurkundige theorie zullen ontwikkelen die alles in het universum verklaart. Zij gaan uit van een vooronderstelling die op zichzelf niet is bewezen, namelijk dat de werkelijkheid uitsluitend bestaat uit wat je zintuigelijk (direct of indirect) kan waarnemen.

Ik ben zo arrogant om met deze zeer kundige wetenschappers als Swaab, Hawkins en Kurzweil (de uitvinder van het begrip singularity) van mening te verschillen. Zij zijn meesters in hun vak, maar hebben de beperkte kijk van de echte experts. Ik geloof in tegenstelling tot hen dat de geest, als een niet materieel, spiritueel zo u wilt, domein bestaat. Ik kan dat niet bewijzen, net zo min als anderen het niet-bestaan ervan kunnen bewijzen (je kunt nooit bewijzen dat iets niet bestaat!), maar het is voor mij evident. En of de geest ooit zal overwonnen worden door de materie? Tja, het is denkbaar, maar het lijkt me uiterst onwaarschijnlijk. Dus op de amorele samenleving zullen we nog wel even moeten wachten, misschien wel totdat de mens door andere oorzaken ten gronde gaat. Wat denkt u ervan?

Do we have to stay in the shade, hidden and secure? Conclusion.

I started this little weblog series with the question that is in the heading of this blog. I asked myself this question due to the New Story Summit in Findhorn, organized with the purpose of finding guidelines for the future. At a certain moment the participants seemed to have arrived at an impasse in which they didn’t dare to stay as long as was needed. Instead they cheered themselves up with reassuring and comforting talk. But the I Tjing gave a different answer – see the first blog in this series  (October 3). In short: it said to do nothing. Quote: The accepted date has gone by. Let it go. It said more, but in order to fully experience the depth of the reading I advise you to read the original text again in the mentioned blog.

This caused in me a complete trend of thoughts and contemplations about which I testified in the last few blogs. I now am reaching a preliminary conclusion. Here it is.

The first thing we could do is is, indeed, do nothing. Standing still,  so that  our soul can catch up with us. Being as aware as we possibly can be. Being conscious of what is going on inside and outside. Reading books about it. Being aware not only  of what is going wrong, but also of the beauty that is always present inside and around us. And, very important: developing an image of the world we long for. This is completely in line with the I Tjing reading.

The second thing we could do is change our lifestyle. We can try to diminish our ecological footprint. We can choose our food more consciously and responsibly (hardly any meat, food from the neighborhood and of the season, and so on). We can diminish flying and car driving, and going by foot, bicycle or train instead.  We can save energy by house isolation, turning the heating lower and buying led lamps and energy saving devices. In one of the earlier blogs I said that these life style changes will not make a big difference in the outside world, but it will influence our attitude.

Three: we should protest to everything that is harmful in this world. We can do this in several ways. In our consumer behavior: refusing to buy things that are produced in a socially or ecologically  damaging way, and , in general, restricting the amount of things we buy. In our political behavior: voting for or joining or being active in the party that most endorse our ideals. Joining protest groups or NGO’s that resist irresponsible policies, like for instance Greenpeace or Avaaz. Participating in demonstrations for world peace or a global climate policy, or against irresponsible profit making on a global or on a local scale (mining in a vulnerable nature area, shale gas extraction, destroying the rain forest, whatever). The  least we can do is raising our voice in speaking and writing and signing petitions. We have to stir the soup, all, together.

Four, we should create beauty. Being active in the world to give what it is we have to give, with love. The world then will become dear to us, and that will lead to more creativity. This is a constructive force opposing the destructive forces.

Five, we should pray. We cannot solve the enormous problems that lay ahead of us alone. We need help form the subtle world. And we certainly will get that, if we are willing to listen and be open and flexible, and prepared for change

None of these ‘actions’ will solve the climate problem That cannot be solved anymore, therefore it is too late. But we can move to a future in which we not only can survive, but have a more dignified world than the one we have now. However we are not perfect (yet) and thus we shall live by compromise. That is OK, as long as we are aware of that.

Let me end this blog with a quote for one of the participants in the Findhorn New Story Summit.

Travelling home through the rolling hills and magnificent skies of Northern Scotland, I wonder at our dilemma. We need to go beyond ourselves, and yet we behave as if we have only ourselves with which to get there. It was good to gather on this summit, to know ourselves and know our limits. Perhaps we were reminded of our smallness and our tendency to subtle forms of hubris. And some of us at least, were driven – in the face of paradox and few other options – back to the simple practice of prayer and remembrance – of turning to something bigger than we are and confessing, “We don’t know”. (Justine Huxley’s blog)

And finally: about myself. For me, in this phase of my ilife, my emphasis is upon the items one and five. If  that leads to further action in the other realms remains to be seen. I’ll go with the flow and bless you all with courage, resilience and joy. So be it.

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

 

 

 

Een ‘beter’ mens worden.

In een wereld zonder kwaad zou het leven niet de moeite waard zijn.(Thomas S. Elliot)

Naar aanleiding van alle vreselijke gebeurtenissen in de afgelopen weken, en geïnspireerd door een gesprek met vrienden zondagavond, ben ik weer eens gaan nadenken over het kwaad in de wereld. Om daarover een verhandeling te schrijven is eigenlijk niets voor een blog, dat kort en vlot leesbaar moet zijn. Bovendien heb ik er al eens een meer degelijke verhandeling over geschreven, die ik heb gepubliceerd in mijn laatste boek. (Voor niets gaat de zon op – een blauwdruk voor een waardige wereld,  2012). Voor het schrijven van dit blog heb ik die verhandeling nog eens herlezen, en het blijkt dat ik me daar nog steeds in grote lijnen in kan vinden.

Ik zal proberen die verhandeling kort samen te vatten. Dat dat is natuurlijk moeilijker dan het schrijven van die verhandeling zelf 🙂  , maar ik zal toch een poging wagen. Dit blog wordt dan wel weer wat te lang. Maar dat neem ik dan maar op de koop toe – ik hoop u ook.

Ik zie het kwaad, evenals goedheid, als afkomstig uit de oerbron van het leven zelf. Die oerbron is zelf niet goed en niet kwaad, het leven is ook niet goed en niet kwaad; het leven is – veel meer valt er niet over te zeggen. Kwaadheid definieer ik als de kracht die ingaat tegen de groei en de integriteit (heelheid) van het leven. Goedheid en kwaadheid kunnen niet zonder elkaar bestaan, omdat het de essentie van bewust leven is dat we kunnen ervaren en creëren. Dat kunnen we niet zonder dat er afzonderlijke entiteiten en tegenstellingen zijn. Een vis ervaart ook niet wat water is, omdat hij het droge niet kent – behalve natuurlijk vliegende vissen of een gevangen  vis die weer wordt teruggeworpen :). Het is zoals de Taoïst zegt: uit het ene komt de tweeheid, en daaruit de drieheid, en daaruit de tienduizend dingen. Zo komt uit het ene het manlijke en het vrouwelijk voort, evenals het licht en de duisternis, goedheid en kwaad, en zo verder.

Het is niet alleen op kosmische schaal dat goed en kwaad naast elkaar bestaan; het is ook zo op micro-niveau. Zoals de hermetici zeggen: zo boven, zo beneden. Dat betekent dat het goede en het kwade naast elkaar in ons leeft. Sterker nog: ik denk dat de kracht van het kwade evenredig is met de kracht van het goede. Hoe meer en groter kwaad er is in de wereld, hoe meer goedheid er vrij komt. Dat is het goede nieuws van het geweld van de laatste maanden .Zo staat er bijvoorbeeld een mooi artikel in Trouw van vandaag: ‘We moeten kunnen vergeven,  we willen niet omzien in wrok’ (Robbert van Heiningen, een nabestaande van de MH17 ramp). Dat artikel was er zonder die ramp niet geweest.

Ook voor elk van ons mensen geldt: hoe sterker het vermogen tot slechtheid, des te sterker het vermogen tot goedheid. Iedereen kan  kiezen tussen goed en kwaad. Maar om het goede te kiezen moeten we ook het kwade in onszelf kennen. Als we het kwaad in onszelf niet (onder)kennen, en zeker als we het onderdrukken, zal het verkapt naar buiten komen. We kunnen niet kiezen als we ons niet bewust zijn van de alternatieven. De  vraag is dus, hoe we het kwaad in onszelf kunnen kennen, zonder dat het meteen in ons gedrag of onze uitstraling tot uiting komt. Daarvoor zijn een paar methoden. Ten eerste: minutieus onderzoek van ons handelen in ons verleden. Onderzoek naar het kleine of grote kwaad dat we hebben verricht, of waartoe we de intentie hebben gehad. Ten tweede: onze verbeelding en fantasie laten werken: bedenken waartoe we in kwade zin in staat zijn, en onder welke omstandigheden.

Ik heb dat onderzoek bij mezelf verricht,  en doe dat nog steeds. Het resultaat viel me niet mee. Ik ga hier niet alles opbiechten wat ik in negatieve zin gedaan heb, of waartoe ik in staat ben; dat is me net iets te privé. Maar ik wil wel iets vertellen van de effecten van dat onderzoek. In de eerste plaats heeft het me geholpen positiever in het leven te staan,  minder destructief gedrag te vertonen en minder energie te geven aan destructieve gedachten. Door het onderzoek naar mijn slechtheid, werd ook mijn goedheid duidelijker zichtbaar. Ook ben ik nu beter in staat het geweld onder ogen te zien, zonder de moed te verliezen. Ik zal niet zeggen dat ik in staat ben alles en iedereen te vergeven, maar het brengt me wel meer begrip  en verbondenheid met de daders en slachtoffers. En ten slotte, het geeft me een zekere gemoedsrust.

Overigens, wat het goede is, daar zijn boeken over vol geschreven, en daarover bestaan vele meningen. Twee trends komen echter duidelijk naar voren: 1. ‘Goed’ is handelen volgens de gulden regel: Behandel anderen zoals je door hen behandeld wil worden. Of negatief: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet. En 2: ‘goed’ is handelen vanuit de waarde ‘respect voor het leven’. Maar uiteindelijk bepaalt u zelf wat voor u het goede is. Ook dat vraagt zelfonderzoek. Het is misschien niet haalbaar, en ook niet wenselijk, een goed mens te worden, maar een ‘beter’ mens worden vind ik wel een aantrekkelijk idee.

 

 

Je kinderen zijn je kinderen niet. Zij zijn de zonen en dochteren van ’s levens hunkering naar zichzelf. (Kahlil Gibran, De Profeet) .

Via een blog van mijn dochter kwam ik op het spoor van Ruut Veenhoven, de ‘geluksprofessor’. Dat wil zeggen dat hij zijn wetenschappelijke carrière wijdt aan het meten van geluk, en aan onderzoek naar hoe je dat geluk kunt bevorderen.

Een waanzinnige onderneming, omdat de resultaten helemaal afhangen van wat je onder geluk verstaat en hoe je dat operationaliseert (meetbaar maakt). Ik heb zijn publicaties niet gelezen, maar ik ben er wel zeker van (mede op grond van mijn wetenschappelijke achtergrond) dat zijn definitie van geluk absoluut niet dekt wat ik onder geluk versta. Dat is namelijk niet alleen zeer moeilijk te omschrijven, maar ook niet te meten, zoals je ook liefde niet kunt meten, of wijsheid of de ‘dark night of the soul’. Wat je kunt meten zijn lichamelijke reacties, uitspraken en gedragingen, en wat je kunt doen is via een ingewikkeld stelsel van theoretische uitspraken en statistische relaties een hulp-begrip construeren dat in de buurt komt van wat jij onder het oorspronkelijke begrip verstaat (en wat een subjectieve keuze is). Dat is wat we bijvoorbeeld gedaan hebben met intelligentie, wat op die manier gereduceerd is tot het begrip IQ. Ook in dat geval dekt het begrip IQ niet wat we intuïtief onder intelligentie verstaan, maar het komt er dicht bij, omdat intelligentie een veel nauwer omschreven begrip is dan geluk of liefde. Die laatste begrippen zijn niet te omschrijven althans niet op een objectieve manier. Het wordt al eeuwen lang geprobeerd, en iedere auteur komt met een andere definitie.

Nu zouden we aan dit alles niet zoveel aandacht hoeven te besteden als er niet op grond van deze ondeugdelijke  onderzoeken uitspraken worden gedaan waarvan het waarheidsgehalte op zijn minst twijfelachtig is. Zo is onze professor op grond van zijn eigen en ander onderzoek van mening dat mensen met kinderen in het algemeen minder gelukkig zijn dan mensen zonder kinderen. Hij suggereert bovendien dat het hebben van kinderen het minder gelukkig zijn veroorzaakt.

Het zal je intussen duidelijk zijn dat ik deze conclusies niet voor zoete koek slik. Ik vermoed dat wat de professor meet is dat mensen zonder kinderen een gemakkelijker leven hebben dan mensen met kinderen (dat vermoedde ik al).  Maar gelukkiger? Laten we echter eens even aannemen dat zijn conclusies juist zouden zijn. Dan zou een mogelijke gevolgtrekking kunnen zijn dat het causale verband omgekeerd is: mensen die wat minder gelukkig zijn krijgen daarom meer kinderen. Zij zijn in het algemeen ook minder welgesteld, en het is bekend dat minder welgestelden gemiddeld meer kinderen hebben. Bovendien nemen veel mensen kinderen omdat ze in onvrede leven met het bestaan of met hun relatie, en hopen dat het hebben of krijgen van kinderen dat dan zal oplossen, quod non. Dat zou een statistisch resultaat al kunnen verklaren.

Maar er is iets dat veel belangrijker is. Kinderen krijgen vloeit op natuurlijke wijze voort uit de menselijke drang tot voortplanting, uit de levenskracht zelf. Wat dat betreft zijn we gewoon dieren. Daarom zie je dat dierentuinen als criterium kiezen voor het welzijn van dieren in gevangenschap het feit of ze zich al dan niet voorplanten. Het feit dat wij mensen er nu meer en meer voor kiezen om ons niet voort te planten (vaak om zeer legitieme redenen) wijst er mijns inziens op dat er iets fundamenteel mis is met de geestelijke gezondheid van de mensheid. Het zou een collectieve reactie kunnen zijn op de overbevolking.

Natuurlijk betwist ik niemand het recht op de vrije keuze voor het niet hebben van kinderen.  Maar collectief gesproken zie ik het als een beperking van onze collectieve vitaliteit. Ik geloof dan ook niet dat het een oplossing is voor het bevolkingsvraagstuk. Die oplossing moet komen van een grondige aanpak van het armoedevraagstuk.

Dus, als je van elkaar houdt, laat je dan niet weerhouden door uitspraken van de geluksprofessor. Kies je voor een gemakkelijk leven, of voor een vervullend leven? In het laatste geval: volg je hart. Durf je over te geven aan de levenskracht zelf, zonder al te veel te redeneren. Tien tegen een dat er dan kinderen komen, als je niet onvruchtbaar bent. En als je weerstand voelt tegen het ouderschap? Realiseer je twee dingen: één, al doende zul je het leren en er aan groeien; je hoeft niet alle muizenissen van te voren in je hoofd te halen, en twee: inderdaad: je leven met kinderen wordt niet makkelijker, maar als regel wel onnoemelijk rijker.

 

Vrolijk Pasen?

Aan het einde van deze ‘stille’ week, het einde van de lijdenstijd, waarin het hele land werd  ondergedompeld is in het passieverhaal, al dan niet volgens Bach, wil ik een paar feiten voor u op en rijtje zetten.

Dezer dagen is het boek van de Franse econoom Thomas Piketty, Le capital du XXIe siècle, uitgekomen. Dit boek is qua belang al vergeleken met het werk van Marx, Adam Smith, Stuart Mill en anderen, en heeft een ware hype veroorzaakt in economenland, die zich langzamerhand uitbreidt tot de wereld van de media, en naar ik vermoed uiteindelijk tot de politiek en het grote publiek. Binnen enkele weken of maanden zult u de essentie van wat daarin staat allemaal hebben vernomen, maar voor wie dat nu nog niet het geval is vat ik het hier in een paar regels samen (wel apart voor een boek van 700 pagina’s). Hij stelt, gebaseerd op gedegen wetenschappelijk onderzoek, dat de 1 % rijkste mensen van de wereld steeds rijker worden, zowel absoluut als relatief,  en dat dit een natuurlijk resultaat is van het kapitalisme, zolang de groei van de economie lager is dan het rendement dat je op kapitaal kunt maken. Dat nu was de laatste twee honderd jaar het geval, met alleen een uitzondering voor de periode 1910-1950. De groei van de economie over die jaren was gemiddeld 1,5 %, het rendement dat je op je vermogen kon maken in die periode was gemiddeld 4,5 à 5 %. Alleen in de periode 1910-1950 was dat niet het geval, ten gevolge van de beide wereldoorlogen, de grote  depressie en de daarop volgende periode van weropbouw. Maar sinds 1980 gaat het weer hard. Het effect hiervan is op den duur een ontwrichting van de economie, de democratie en van de samenleving als geheel, omdat het draagvlak voor die samenleving bij de bevolking komt te ontbreken. Dat is feit 1.

Feit 2. Er is een giga vraag naar hoogrentende beleggingen, waarop je meer rente kunt krijgen dan de 2 tot 3 % op relatief veilige obligaties. En waar een vraag is ontstaat een aanbod.  Landen met uiterst wankele economieën (en besturen) zien hun kans schoon en schrijven staatsleningen uit voor 5 % of meer. De uitgifte van junk bonds (die nu high yield bonds heten), en andere bedenkelijke leningen zoals destijds de subprime hypotheken, staat al weer op het niveau van 2008, waardoor toen – weet u nog?  – de crisis is begonnen. En ook nu staan de aandelenmarkten weer sky high, in geen verhouding tot de werkelijke bedrijfsvooruitzichten. Dat is feit 2.

Nog steeds blijkt de wereld niet in staat in tempo over te schakelen op een duurzame productie en op het gebruik van duurzame energie opdat de opwarming van de aarde beperkt zou kunnen blijven tot 2˚ temperatuurstijging. Wat is bijvoorbeeld is het HET antwoord op de afhankelijkheid van Russisch gas? Afhankelijkheid van Amerikaans schaliegas, en als het moet van kolen. Natuurlijk willen we omschakelen op duurzame energie, maar ik weet maar één land dat werkelijk op koers ligt: Duitsland, en zelfs dat land zal nog lang afhankelijk blijven van stroom opgewekt door bruinkool (ook al omdat ze hun kerncentrales gaan sluiten). Dat is feit 3.

Voor al deze problemen zijn geen oplossingen mogelijk, maar wel maatregelen in de goede richting . Daarvoor is echter vergaande internationale samenwerking een voorwaarde. Maar 7 van de tien Nederlanders, en ruim de helft van de Europenanen wil de macht van Europa terugdringen, of zelfs helemaal uit de EU stappen. Dat is feit 4.

De lijdensweek staat in het teken van de kruisiging van Jezus, die de liefde predikte zonder aanzien des persoons. Heeft u het volk in de Matthäus Passion ook horen roepen: kruisigt hem? Doet u dat niet denken aan: “minder, minder”, of aan het geweld in Syrië of de Oekraïne, dat evenals in het lijdensverhaal door ‘leiders’ wordt aangewakkerd? Mij in elk geval wel. En zoals uit bovenstaande opsomming van feiten, waaraan ik er moeiteloos nog enige toe zou kunnen voegen, blijkt, zijn we nu bezig onszelf te kruisigen. Weliswaar niet zo abrupt als we Jezus kruisigden, maar we werken wel degelijk aan een langzame dood van veel wat ons lief is. Maar het Paasverhaal leert ons ook nog iets anders, namelijk dat het leven – ook het menselijk leven? -, en daarmee de liefde sterker is dan de dood.  Ik ben benieuwd hoe dat in de komende maanden en jaren uit gaat pakken. Vanzelf zal het niet gaan, ik denk dat het Paasverhaal voor ons allen een opdracht tot bezinning en handelen inhoudt. Ik wens u een vrolijk Pasen.

 

 

 

 

 

The ultimate mystery.

Why is it that so few people become enlightened? Millions of people all over the world are meditating. Others (or the same ones) are  contemplating about what the enlightened self may be. Our great masters use different terms: self realization, emptiness, God, Presence, True Self, That, etcetera, etcetera. However they all agree on one thing: basically the enlightened self is the same for everyone. It may be experienced differently, but basically there is only one True Self that can be reached. Why is it that so few people attain that?

The classical explanation is that we won’t give up our ego. We stick to our ego as  a drowning person to a lifebuoy. We put a lot of effort in the development of it as a means for survival in this life. To give it up would cause a deep anxiety. Nevertheless the masters are telling us that this is exactly what needs to happen if we want to reach self realization. It is a necessary condition, our most difficult growing edge to cross.

Marc Gafni is giving a slightly different explanation.* He says we are all unique. In my own words: We have our unique finger prints, or unique gifts to give to the world, our unique talents, character traits and life purpose. We form a unique pattern that wants to be fulfilled and expressed in the world. Our deepest desire is to discover our Unique Self, as he is calling it, our own uniqueness. That is what for us is self realization. And that is why we don’t want to be enlightened, because enlightened we are all the same (or so we think).

Our ego is part of our unique self: our unique pattern to survive in the world. Gafni says it is a misconception that we have to give it up to reach our True Self. We only have to detach from it. If we fully realize this we don’t have to be afraid to strive for enlightenment. Then it will be easy to reach True Self, but having reached that, the work goes on with discovering our Unique Self. As he says it: True Self with a (personal) perspective = Unique Self.

Personally I have a different experience. Indeed is finding and developing my Unique Self my deepest desire that leads to a lifelong adventure trip. Like all adventures it brings all kinds of feelings: excitement, joy, pain, fear, contentment. One of the results is indeed knowing and loving my ego, and gradually also letting it go. Other results are insight, clarity, strength, the experience of beauty and taking more and more responsibility. I came far on the road to my Unique Self. But still I can’t say I am an enlightened person in the classical meaning of the word. Glimpses of my True Self I have experienced, but being in a state of True Self is still to be attained. I may not be afraid anymore to reach my True Self, but it still for me is a mystery.

 

Marc Gafni, Your Unique Self, 2012

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker)

 

 

My heart is growing.

(English translation below. I apologize for mistakes in my English.)

 

Mijn hele leven ben ik gefascineerd geweest door persoonlijke ontwikkeling. Van mezelf en van anderen. Het was een rode draad, zowel privé als zakelijk. Maar ik kon er nu pas achter dat ik me  er eigenlijk nooit in verdiept heb wat dat nu eigenlijk is, persoonlijke ontwikkeling. Terwijl ik er toch een tiental boeken over heb geschreven. Bizar!

Ik heb de afgelopen tien dagen voor de derde keer in mijn leven de hele Ring des Nibelungen van Richard Wagner meegemaakt, deze keer in de magnifieke uitvoering van Pierre Audi en Hartmut Haenschen. Een van de ontroerendste momenten vind ik altijd het slot van Die Walküre, als Brünnhilde op de rots te slapen wordt gelegd door haar vader Wotan, omringd door een ring van vuur, zodat ze allen maar door een echte held gewekt kan worden. Het is vooral de wonderschone  muziek die me dan ontroert, en die nu al weer dagen in mijn hoofd zit. Ze zeggen wel eens dat je hart groeit, en ja, zo voelt dat. Is dat nu persoonlijke ontwikkeling?

In het bedrijfsleven en in het onderwijs wordt persoonlijke ontwikkeling gezien als de ontwikkeling van kennis en vaardigheden. Belangrijk, maar dat dekt het begrip voor mij toch niet. In de wereld van cultuur en wetenschap wordt het ook wel gedefinieerd als culturele en maatschappelijke vorming. Komt al dichterbij. In de professionele praktijk van  loopbaanontwikkeling is het vooral de ontwikkeling van je talenten en het volgen van je interesses of passies. In de wereld van de psychotherapie wordt het vooral gezien als het helen van pijn en  het overkomen of opruimen van de de blokkades in jezelf. In vele godsdienstige tradities wordt het gezien als nader komen tot God. In de minder orthodoxe tradities als het vinden van je bestemming en het nader komen tot jezelf: ontwikkeling, de wikkels er af. Maar wat is dan dat zelf? Wie of wat ben ik dan?

Daarover zijn vele geleerde antwoorden gegeven, ook door mij: leegte, de bron, de God van binnen, Geweten (dat wat je altijd al geweten hebt), Aanwezigheid, innerlijke grids, enzovoort. Persoonlijke ontwikkeling – wat een jargon trouwens! –  wordt dan dit diepste zelf te leren kennen, en daar trouw aan blijven. Dat vraagt moed: “The person who has the courage to know himself is the Warrior of thee Heart” (Danaan Parry).

Maar hoewel ik nu weer bezig ben met een serie van acht artikelen over dit onderwerp, wat is persoonlijke ontwikkeling,  – Fritz Perls zou zeggen: elephant shit – moet ik toch zeggen dat mijn uiteindelijke antwoord niet in woorden is te vangen. Voor mij ligt het antwoord in de ervaring: als mijn  hart groeit. Tja, aan dat antwoord heeft u natuurlijk weinig, maar misschien kunnen we de ervaring samen delen.

 

My  whole life I have been fascinated by the concept of personal growth. Growth of myself and others. It was my life theme, both in business as private. But now I am discovering that I never investigated in depth what is its true meaning. While in the mean time I wrote about ten books about it. Weird!

Last ten days I witnessed the Ring des Nibelungen of Richard Wagner for the third time in my life, this time the magnificent performance of Pierre Audi and Hartmut Haenschen. One of the most moving moments for me is the last scene of Die Walküre, when Brünnhilde is put to rest on the rock by her father Wotan, with the ring of fire around her, so that she could be awakened by a hero only. Especially the stunning music is touching me deeply, and already for days I continuously am hearing this melody inside. As they say: one’s heart is growing, and that is exactly how it felt. Is that personal growth?

In the corporate world and in education personal growth is seen as the development of knowledge and skills. Important, but for me that doesn’t cover the concept. In the field of culture and science personal growth often is defined as cultural and social education. Is already coming closer. In the field of professional career counseling it is defined as the development of ones natural abilities and finding out what is motivating. Psychotherapists see growth as healing and overcoming setbacks. In many religious traditions personal growth is seen as becoming more intimate with God. In the less orthodox spiritual traditions personal growth is seen as finding ones destiny, and approaching ones  self. But what and who is that self? Who am I? 

Many masters gave their answers to that question, and so did I: the void, the source, they God within, original knowing, Presence, inner guidance, and so on. Personal growth then  is getting to know your deepest self and being true to it. This is requiring courage:  ‘”The person who has the courage to know himself is the Warrior of the Heart” (Danaan Parry).

Although again  I am busy to write eight articles about this question – what is personal growth? – Fritz Perls would say: elephant shit – I have to say that my ultimate answer can’t be caught in words. For me the answer lies in the experience: when my heart is growing. That answer may not be particularly useful for you, but maybe we can share the experience.

Internet, ramp of zegen? Aan ons de keus.

Voor het concert van ons koor (Bach’s Matthäus Passion op Palmzondag – wordt zeer de moeite waard!) zond ik onlangs een mail rond in mijn netwerk, waarbij ik de geadresseerden per ongeluk cc in plaats van bcc verstuurde. Terecht werd ik daarvoor op de vingers getikt. Ook de leden van ons  koor mail ik als secretaris bcc. Maar eigenlijk doet het er niets toe. De Groene Amsterdammer had vorige week een bijlage over internetpolitiek. De conclusie van alle artikelen daarin laat zich in enkele punten samenvatten:

1. Alles op internet is in principe openbaar. Ook op beveiligde sites kan iedereen met een beetje computerverstand makkelijk inbreken. Of het nu gaat om medische gegevens, politieke voorkeuren, consumentengedrag, of wat dan ook, iedereen kan er in principe bij. Je zit al in de cloud, zelfs als je je gegevens niet in de cloud opslaat. Beveiliging is altijd ontoereikend, nog afgezien van het feit dat er altijd personen en instanties zijn die de regels zullen overtreden, zoals recentelijk apothekers medische gegevens hebben verschaft aan farmaceutische  bedrijven.  Zo zal het slechts een kwestie van tijd zijn als medische gegeven verstrekt worden aan verzekeringsmaatschappijen (ondanks het medisch beroepsgeheim). Dit is een willekeurig voorbeeld, maar dergelijke dingen komen algemeen voor. Ik zeg altijd, waar een regel is, is ook een overtreding – dat zit in de aard van het beestje mens.

2. Zowel overheid als het bedrijfsleven zullen alles doen om hun kennis over en  invloed op de burger resp. de consument te vergroten. Daarom is de overheid ook niet geïnteresseerd in wetgeving die het gebruik van internet aan banden legt. Maar zelfs als die wetten er zouden komen, dan zullen ze niet gehandhaafd worden. Deels omdat men dat niet wil, deels omdat dat ook niet kan.

3. Als individuen of groepen de activiteiten van overheden en het bedrijfsleven op internet aan de kaak stellen, door werkwijzen en gegevens openbaar te maken, dan worden ze beschouwd als criminelen, die jarenlange (soms zelf levenslange) straffen boven het hoofd hangen. Bovendien wordt het onmogelijk die personen financieel te steunen, omdat ze drastisch afgesloten worden van alle betaalsystemen: banken, Google, Apple, Microsoft, Paypal, Ideal, en zo meer. Je zou ze ook niet cash kunnen betalen, omdat ze juridisch worden vervolgd en dus onzichtbaar moeten blijven. Dit is bijvoorbeeld WikiLeaks overkomen. Dus vergeet degelijke onderzoeksjournalistiek of transparantie.

Intussen neemt het aantal zaken waarin je door je Wifisignaal gespot wordt hand over hand toe (Dixons, Mycom, iCentre; zie column van Bas Heijne in NRC/Handelsblad van afgelopen weekend). Hoezo privacy?

Wij zijn dus helmaal in de ban geraakt van het systeem. Dat was al vergaand zo voordat internet er was. Denk bijvoorbeeld aan de beroemde roman van Kafka, Het Proces, waarin de hoofdpersoon Josef K verstrikt raakt in de bureaucratie (is ons dat niet allemaal al op kleine schaal wel eens overkomen?). De samenleving is een complex systemisch weefsel dat we eigenlijk niet meer kunnen beheersen, laat staan veranderen, maar waar we allemaal de invloed van ondergaan. Is dit erg? Dit is eigenlijk een academische vraag, want we kunnen er feitelijk niets meer aan doen. We zijn veel te afhankelijk geworden van het systeem voor ons comfort en onze welvaart. En zolang we niet ten onrechte beschuldigd worden van een misdaad die we niet begaan hebben, of geweigerd worden door een verzekeringsmaatschappij of bij een sollicitatie op grond van geheime (medische) gegevens hebben we er weinig last van.

Ten dele kun je het ook positief bekijken. Nu er niets meer verborgen kan blijven is er op materieel gebied iets gerealiseerd dat op geestelijk gebied allang bestond. Geestelijk staan we al lang in open verbinding met elkaar. Teilhard de Chardin wees daar al op: we maken allen deel uit van de noösfeer: het web van kennis en weten dat de gehele aarde omspant. Het grote bewustzijnsweb dat we Chaia kunnen noemen. En ook tot die noösfeer kon je altijd al toegang verkrijgen, als je de sleutel kent. En ook vanuit die noösfeer kunnen mensen dingen van elkaar te weten komen die je liever voor je zou willen houden en elkaar manipuleren en gebruiken, door brainwashing, subtiele verleidingsmethoden ( reclame, demagogie), telepathie en magie.

Internet is de materiële neerslag van de noösfeer. Het is de ultieme eenwording van ons allen, en heeft de mogelijkheid in zich om ons bewust te worden van het feit dat we allemaal één zijn. Zoals Peter Russell dat al eens formuleerde: we zijn één ‘global brain’. Dit eenheidsbewustzijn hebben we broodnodig, als we de transitie willen doormaken van onze huidige wereld, waarin uiteindelijk alles spaak loopt, naar een nieuwe waardige wereld waarin we op een humane manier met elkaar en de natuur omgaan.

Maar die nutige werking zal het internet alleen vervullen als misbruik en manipulatie binnen de perken blijven. Manipulatie, controle, machtsmisbruik en uitbuiting zijn altijd al bedreigingen geweest voor een waardige wereld. Er is dus niets nieuws onder de zon, al worden onze mogelijkheden steeds groter, zowel ten goede als ten kwade. Aan ons de keus.

 

 

Een stralend perspectief.

Mijn leven is zeer vol met vrijwillige activiteiten. Daarnaast doe ik echter ook nog wel wat professioneel werk. Het belangrijkste onderdeel daarvan is het leiding geven aan de Hart Sutra Club van The Edge. Deze is opgezet naar het model van een mysterieschool. De leden doorlopen een inwijdingsprogramma in zes ‘graden’. Om tot een graad te worden toegelaten moeten de leden een proef ondergaan, en aansluitend een gelofte afleggen. Daarna worden ze ingewijd in de betreffende graad.

Ik zelf ben degene die de leden inwijdt. Waaraan ontleen ik mijn autoriteit om de leerlingen te (mogen) inwijden? Uiteraard aan het feit dat ik de desbetreffende graden zelf heb bereikt. Maar dat heb ik niet bij één school gedaan. Mijn inwijdingen, net als mijn opleiding, zijn een ratjetoe van allerlei verschillende trainingen, testen en  geloftes, afgelegd bij verschillende leermeesters (soms tegenover mezelf). Ik ben van mening dat ik, net zoals ik in mijn trainingen de deelnemers geen oefeningen kan opdragen die ik niet zelf  heb gedaan en ervaren, ik geen inwijdingen kan afnemen die ik niet zelf heb ondergaan.

Omdat ik die inwijdingen zo her en der heb ondergaan, en ik zelf wel eens wilde weten hoe zich dat in mijn leven had afgespeeld, heb ik ze onlangs eens even op een rijtje gezet. En daarbij deed ik de ontdekking dat er naast de proeven en inwijdingen nog een aantal andere zaken in mijn leven zijn voorgevallen, die minstens zo vormend zijn geweest. De belangrijkste daarvan vat ik nu maar even samen onder de term ‘spirituele ervaringen’. Ze lenen  zich niet zo goed om in een blog over te vertellen, daarvoor zijn ze te intiem en persoonlijk, maar ik kan er in zijn  algemeenheid wel wat over zeggen. Ze kenmerken zich door een verlies van ik-bewustzijn (maar wel een grote bewustheid), ontroering, ontzag en een diepe vreugde. Ze warend transcendent en transformerend in die zin, dat ze mijn kijk op mezelf en de wereld diepgaand hebben beïnvloed. Je zou ze momenten van verlichting kunnen noemen.

Ik beschouw mezelf niet als verlicht, omdat ik die ervaringen niet naar willekeur kan oproepen (zoals ik liefde,  intuïtie en eenheidsbewustzijn ook niet naar willekeur kan oproepen), en ook omdat de herinnering eraan in het leven van alledag vaak naar de achtergrond verschuift. Ik leef niet permanent in verlichte staat. Weshalve ik ook niet gemachtigd ben om een verlichte geest in de graad van verlichting in te wijden (als die dat al nodig zou hebben).

Waarom vertel ik u dit alles? Om u aan te moedigen hetzelfde te doen: eens te kijken naar de inwijdingen en spirituele ervaringen in uw leven. Het zal u sterken in uw hoop en de moed om de wereld tegemoet te treden en is een uitstekend medicijn tegen machteloosheid, moedeloosheid en gevoelens van zinloosheid. Dat is althans mijn ervaring, en ik zie het ook bij anderen. We zijn dan misschien niet verlicht, maar we kunnen wel weten wat de verlichte staat van zijn is. Dat is een wenkend perspectief, dat ons gaande houdt in deze wereld die verdeelder en verwarder schijnt dan ooit.