Categoriearchief: Spiritualiteit

How do I want to express myself in eternity?

Happy New Year!

These days my wife and I are re-reading Conversations with God, un uncommon dialogue, book I, by Neale Donald Walsch. An interesting experience. God (through his spokesman Walsh of course), poses that the world as we know it (life, matter) is our own creation. That is, even seemingly natural disasters as tornados, earthquakes, hurricanes, volcano eruptions, floods, droughts are our own creation. Not of course someone’s personal creation, but the manifestation of the collective consciousness. Quote: “You create collectively, and individually, the life and the times you are experiencing for the soul purpose of evolving.” By experiencing pain and sorrow, we can experience gratitude and happiness. By experiencing ugliness, we can experience beauty. By experience evil we van experience love. By experiencing ourselves we can experience who we are and by creating we can express who we want to be.

As far as planet earth and its immediate surroundings is concerned I agree with this assumption (the universe may be another matter). Because, if you get to think about it, there is only one logical alternative: that everything we perceive. including life, is mechanically  generated by a random process of cause and effect. For me this is at least as unlikely as God’s position.

Our creation is our statement to eternity of who we are. And so, if we don’t like what we (collectively) are creating, the only thing we can do is “work to change anything in our lives which does not fit into the picture of us that we wish to project into eternity.”  This implies taking 100 % responsibility.

This may sound abstract, but immediately after reading this I was put to a very practical test. We were planning to go to Poland for a holiday. We had never been there, and it seems to be a beautiful country, both in nature and landscape as culturally. But in Poland at least 50 % of the population is deliberately anti-semitic. This of course is denied or trivialized by government, politicians and opinion leaders – then they don’t have to do something about it – , but research and several incidents prove that this is true (NRC-Handelsbald, O&0D, 4 january 2014). This percentage by far exceeds percentages in countries like Germany (20%) Norway and the Netherlands (10%). This blog it not suited to go deep into the details, but there are several sources that show that antisemitism In Poland is not a vague undercurrent, but shows itself everywhere in daily behavior and on the internet, and is socially acceptable.

As a tourist this shouldn’t bother me. I probably wouldn’t notice it, even though I am half Jewish. Polish people seem to be very friendly. But going to a country is supporting that country and contributing to it. Suddenly the concept of being 100 % responsible comes very close. Is going to Poland how I wish to express myself in eternity? I don’t know. I haven’t decided yet. To be continued.

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker)0

 

 

De waarde van woede.

Dit wordt mijn laatste blog voor de Kerst, en het wordt wat langer dan gebruikelijk. Dus wees gewaarschuwd – houd de wegklikknop bij de hand.

Op mijn bureau bevindt zich een aantal oude kranten waarin artikelen staan die mijn verontwaardiging hebben opgewekt (Dat is bij mij nog al makkelijk – kort lontje zoals ze zeggen). Ik ben benieuwd of u ook boos wordt.

De oudste krant dateert al van 17 augustus (Trouw, Christopf Schmidt). Daarin wordt uiteengezet dat de Europese Unie jaarlijks voor meer dan 100 miljard euro aan btw misloopt door fraude. Het voert te ver om alle details hier uit de doeken te doen. Wel is van belang te weten dat dit algemeen bekend is bij Europol, en ook bij de betrokken ambtenaren en politici. Van dat bedrag zouden we 10 Cyrprussen kunnen redden, of een half Griekenland. Elk jaar weer. Nog afgezien ervan dat hierdoor het milieu rechtsreeks schade wordt toegebacht (door fraude met CO2 emissiehandel en nodeloze transporten). Het probleem zou op te lossen zijn door een gemeenschappelijk stelsel van btw regels in te voeren. Doen we niet – onze soevereiniteit als land – lees onze macht als politicus – is belangrijker. Wordt u al kwaad? Ik wel.

De volgende krant is NRC/Handelsblad van 9 oktober (interview met Adriaan Houtenbos, voormalig NAM ingenieur).  Nog 16 jaar, en dan beleeft Nederland een aardbeving met een kracht van 5 op de schaal van Richter. Oorzaak: de gaswinning in Groningen. Daarbij kunnen mensen ernstig, wellicht dodelijk, gewond raken, kasten vallen om, schoorstenen breken af, oude en zwakke gebouwen kunnen geheel of gedeeltelijk instorten. Daarover wordt de burger niet geïnformeerd – bestuurders uit de regio staan buitenspel, buiten het kringetje van NAM, KNMI, Staatstoezicht op de Mijnen en de Minister van Economische Zaken. Voorspelbare bewegingen? Negeren en wegmoffelen. Een werkelijk open dialoog over wat we hier aan kunnen doen, en of we hier aan wat moeten doen, en hoe we de inwoners van die streek financieel kunnen compenseren wordt niet gevoerd. Kost te veel. Je zal er maar wonen.

De derde krant is NRC/Handelsblad van 30 november. Jasper van Kuijk, universitair docent gebruiksgerichte innovatie uit Delft is kwaad over het feit dat alle frauderende en speculerende bankiers die in belangrijke mate verantwoordelijk zijn voor de financiële malaise waarin we ons bevinden, niet gestraft worden, en hun ongehoorde persoonlijke winsten niet hoeven terug te betalen. Het gevolg van hun gedrag is een enorm pakket aan bezuinigingen. Bibliotheken, theaters en zwembaden worden gesloten, op de stadsreiniging, groenvoorziening  en onderhoud  wordt beknibbeld, enzovoorts en zo verder. Maar het ergste is, dat dientengevolge alles in de financiële sector op dezelfde wijze doorgaat als voorheen. Op onverantwoordelijk gedrag staat geen sanctie van betekenis. Wij laten dat toe, en blijven gewoon onze bankzaken regelen bij de desbetreffende banken.

En tenslotte wil ik het met u hebben over het handelsverdrag dat Europa en de Verenigde Staten op het punt staan om te tekenen. Ik heb hierover artikelen gelezen in  diverse kwaliteitskranten, en het is te gek voor woorden. Als we dit verdrag gaan tekenen hangen ons morgen als land honderden miljoenen of zelfs miljarden aan claims boven het hoofd, als we bijvoorbeeld zouden besluiten om geen gentech zaden meer in te voeren. Of dat op zichzelf een juist besluit zou zijn is daarbij niet aan de orde – wat aan de orde is dat we in dit geval soevereiniteit en democratische controle afgeven, niet aan een supranationaal orgaan – daar ben ik nog wel voor – maar aan alle willekeurige multinationals in de wereld. Het spreekt vanzelf dat de onderhandelingen hierover, die onder invloed staan van de machtigste lobbygroepen ter wereld, strikt geheim werden gehouden. Bizar, dat zelfs maar overwogen wordt dit verdrag te tekenen. Wat is er toch met onze politici aan de hand? Ik wist dat het dummies zijn, en niet altijd bestand tegen lobby’s – maar dat het zo erg  was, wist ik niet. Ik blijk altijd weer naïever te zijn dan ik al dacht.

Tja, ik word dus regelmatig boos. Maar veel kan ik daar niet mee, zeker niet in de adventstijd, als we verwachtingsvol uitkijken naar de komst van licht en vrede.Maar ik kan en wil het ook niet opkroppen, want daar komt niets goeds van.  Misschien kan ik het transformeren. Het helpt al als ik me realiseer dat alle boosheid voortkomt uit pijn en angst. De genoemde zaken raken me, omdat ik me identificeer met mensen die er door getroffen worden. De Grieken, de Groningers, uiteindelijk wij allemaal. Ik realiseer me ook dat de boosheid voorkomt uit angst: angst dat ik en mijn naasten ons comfortabele leventje kwijt raken. Ik herinner me nog de tweede wereldoorlog, en herinner me hoe het is te leven in een tijd van duisternis, schaarste en angst. Toch is het wel goed om aan die tijd terug te denken, want ik weet ook dat toen de wereld niet instortte, en zelfs in de zwartste periode het leven niet zonder compensaties was. Bovendien, de diepe en uitbundige vreugde van de bevrijding kan ik me zonder de voorafgaande ellende niet goed voorstellen. Alles in het leven behoeft zijn tegendeel.

Dus, hoe groter mijn woede, hoe vitaler ik ben en hoe grote mijn capaciteit om lief te hebben. Dat gaat niet vanzelf, ik moet er wel wat voor doen: aandachtig zijn, open staan naar mijn binnen- en buitenwereld, en me door mijn diepste weten laten leiden, en laten verleiden tot actie. Dan sal ’t waerachtigh wel gaen.

Dit is mijn laatste blog voor Kerstmis – ik herneem dit schrijven pas weer na 5 januari. Ik wens u een vreugdig en vredig kerstfeest, met tijd voor bezinning en inkeer.

 

Mooi!

In NRC/Handelsblad van 2 november staat een interessant artikel van Paul Scheffer over zijn grootvader, Hugo Wolf. Hugo Wolf was humanist, en vertoonde een voor humanisten kenmerkende eigenschap. Hij was vol vertrouwen over wat mensen individueel vermochten, over het menselijk potentieel. In mijn eigen woorden: op individueel niveau zijn we een stralend kosmisch wonder, dat tot grote dingen in staat is en schoonheid kan scheppen.

Maar collectief brengen we er weinig van terecht. We hebben een samenleving gecreëerd gebaseerd op de neoliberale ideologie waarin eigenbelang de hoogste waarde is en waarin wij-zij denken de boventoon voert. De gevolgen daarvan zijn vreselijk: een ecologische, economische, culturele en sociale crisis die we maar niet willen oplossen

Dat is niet nieuw. In het hele historische bestaan van de mensheid brengen we er eigenlijk maar weinig van terecht. We hebben grootse dingen geschapen: landbouw, techniek , kunst; en veel tot stand gebracht op het gebied van democratie en mensenrechten. Niettemin brengen we er als samenleving weinig van terecht. Humaniteit en broederschap hebben steeds moeten wijken voor discriminatie, racisme, geweld, onderdrukking, en tenslotte uitputting van de aarde. Hugo Wolf zag wat dat betreft in de geschiedenis van de mensen weinig vooruitgang, en was pessimistisch over hoe dat in de toekomst zou gaan. Daarmee leefde Wolf met een merkwaardige hybride geesteshouding: enerzijds een grenzeloos geloof in de mogelijkheden van de individuele mens, anderzijds een pessimisme over waar we als collectief naar toe gaan.

Machiavelli heeft daar vanuit een heel andere invalshoek al over geschreven. Hij onderscheidt twee soorten moraal. Enerzijds op, individueel  niveau de ons bekende humanistische ethiek: ga met anderen om zoals je zou willen dat zij  met jou omgaan. Maar op collectief niveau werkt dat volgens Machiavelli helemaal niet. Als het er om gaat om het collectieve welzijn te dienen, dan leidt onderscheid tussen wat goed is en wat verkeerd alleen maar tot een ‘het doel heiligt de middelen’- moraal. In plaats daarvan pleit Machiavelli  in (Il Principe) voor een leiderschap van onverschrokkenheid, intuïtief weten wat er op een bepaald moment gedaan moet worden en dan ook de moed hebben om dat te doen. Dat is dus geen ethiek maar karakter. (Zie hierover Frank Ankersmit in zijn uitstekende artikel over Machiavelli in De Groene Amsterdammer van 28 november j.l.). En juist omdat dit soort leiderschap zo schaars is komt er van het collectieve heil niet zo veel terecht.

Hoe dit zij, ik herken deze tweestrijdigheid tussen vertrouwen en pessimisme in mijn vader (al was die er een meester in zijn pessimisme te verhullen achter een van zijn lijfspreuken: “het is niet realistisch niet te hopen”), en ook in mijzelf. Ook ik heb een onverwoestbaar vertrouwen in de mogelijkheden van individuele mensen (en, moet ik daaraan toevoegen, in de mogelijkheden van goed geleide en veilige groepen), maar ben er somber over wat we daarvan op macroniveau realiseren. En ook ik heb er moeite mee mijn pessimisme niet de overhand te laten krijgen.

Ik heb een ander tegengif dan mijn vader, al ben ik het met zijn uitspraak niet oneens. En dat is het opzoeken van schoonheid. Schoonheid kunnen we overal aantreffen: in de natuur, in de kunst, in de realiteit, zelfs in de lelijke kanten daarvan. Wetende dat het bestaan van tegenstellingen het wezenskenmerk zijn van dit leven, en dat niets kan bestaan zonder zijn tegenpool, weet ik dat in iedere lelijkheid ook schoonheid schuilt. Dat is meer dan geloof, dat is een weten dat op ervaring is gestoeld. En daarom heb ik er een rotsvast vertrouwen in dat schoonheid in al zijn verschijningsvormen (ontroering, liefde, broederschap, vrede, eerbied, moed) altijd zal overleven zo lang er nog mensen bestaan, wat er ook gebeurt. Het is alleen maar nodig me dat af en toe te herinneren, als ik het weer eens vergeten ben.

Moet er dan nog een financiële crisis komen. . . ja zeker wel.

“Die eikels van de Rabo, dat zijn we zelf” (Marike  Stellinga in NRC/Handelsblad, ongeveer anderhalve week geleden)

“Moet er dan nog een financiële crisis komen? . . . De burgers, het bedrijfsleven en de overheid staan, ondanks alle goede voornemens, intussen nog steeds aan de kant als in de dealing rooms elke dag weer het muntje wordt opgegooid: kop, ik win , – munt, u verliest.” (hoofdredactioneel commentaar, in hetzelfde nummer)

Je zou zeggen dat deze twee citaten goed aansluiten bij wat ik zelf altijd beweer: wij zijn zelf verantwoordelijk voor de wereld die we scheppen, ook op macro-niveau. En toch. . .

Toch voel ik weerstand opkomen als ik zo word aangesproken. In woord en geschrift verzet ik me al sinds de zeventiger jaren tegen hoe we de samenleving inrichten. Ik doe dat niet alleen in negatieve zin, maar heb in mijn werk en privé er ook altijd wat aan proberen te doen, door te handelen op een manier die naar mijn beste weten een betere wereld dichterbij zou brengen. Dat heeft echter geen ander effect gehad dan dat ik mensen heb leren kennen die er ongeveer net zo over denken.

Wat ik niet heb gedaan is mijn voetafdruk zodanig verlagen dat ik niet meer beslag leg op de aarde dan waar ik recht op heb, namelijk op 1/7.109 deel van wat de aarde beschikbaar heeft. Wat ik ook niet heb gedaan is dat ik al mijn pensioenvermogen en al mijn tijd heb gestopt in de projecten, met name The Edge, die een betere wereld naar mijn inzicht dichterbij zouden brengen. Wat ik weer wel heb gedaan is er naar te streven zo bewust mogelijk te leven, inclusief de bewustheid van mijn eigen falen.

Dus ja, ik ben mede verantwoordelijk voor wat we hier in deze wereld aanrichten. En toch. . .  Ik heb niet gemanipuleerd met de Liborrente. Ik heb niet een beleid gevoerd waardoor dat manipuleren mogelijk werd. Ben ik daarvoor dan wel verantwoordelijk?

Gisteravond zei Herman Wijffels me: de enige manier waarop we werkelijk deze transitie naar een andere samenleving kunnen doormaken is als we het denken in termen van eigen belang vervangen door het besef dat we een eenheid zijn: wij, alle mensen, de dieren, de aarde. In mijn eigen woorden: bij liefde voor de ander gaat het nog steeds om ik en de ander. Bij eenheidsbeleving is het: ik ben de ander. Dat is maar een lettertje verschil, maar het maakt alle verschil van de wereld. Het betekent dat wat jou overkomt, het goede zowel als het kwade, overkomt ook mij, en dat zal ik weten ook.

Maar het is net als met liefde: ik wil wel van alle mensen houden, maar hoe bereik ik dat punt in mezelf? Ik weet wel dat we allen één zijn, maar hoe kan ik, hoe kunnen we dat werkelijk beleven? Misschien ben ik wel bang om de consequenties daarvan te zien en te aanvaarden.

Wat me troost en voorkomt dat ik verdrink in schuldgevoel en onmacht is de realisering dat deze wereld er een is van tegenstellingen. Het is de enige manier waarop we deze wereld kunnen ervaren, en waarschijnlijk ook precies de reden waarom we deze wereld in het leven hebben geroepen. Geen liefde zonder haat, geen moed zonder angst, geen schoonheid zonder lelijkheid, geen eenheid zonder verscheidenheid en verdeeldheid, geen volmaaktheid zonder falen. Maar dat ontslaat me natuurlijk niet van mijn verantwoordelijkheid. Kortom: al te gemakkelijk kan dit leven niet zijn. Gelukkig zijn er crises om ons bij de les te houden. Wordt vervolgd.

En overigens ben ik van menig dat de lezing van Ibrahim Issa op 18 november een niet te missen gebeurtenis is. Zie: Licht in de duisternis op deze site. En zegt het voort! Daar doe je me een groot plezier mee!

 

Hoe langer hoe gekker.

Er wordt wel eens onderschat hoeveel schade het maatschappelijk systeem dat we met zijn allen gecreëerd hebben te weeg brengt. Daarbij doel ik nu niet op de inhoud van de politieke en zakelijke beslissingen die in deze wereld genomen worden, maar op de schade van de structuur op zich. Enkele voorbeelden:

De zorg. Iedere professionele zorgverlener kan je uitleggen hoeveel tijd hij/zij kwijt is aan administratie. Niet zelden beloopt dat 50 % van zijn tijd. Bovendien moeten patiënten in systemen geperst worden.  Diagnosebehandelcombinaties, thuiszorg protocollen, verpleegkundige protocollen, en zo meer en zo verder. Dit leidt niet alleen tot slechtere zorg, maar ook tot zoveel ergernis, dat meer en meer zorgverleners, op allerlei niveau,  de professie verlaten, vaak niet de slechtsten!

Het onderwijs. Iedere leraar  kan je uitleggen hoeveel tijd hij/zij kwijt is aan administratie, en hoeveel tijd er verloren gaat met management en vergaderen. Dit leidt niet alleen tot slechter onderwijs, maar ook tot zoveel ergernis, dat meer en meer leraren, op allerlei niveau,  de professie verlaten, vaak niet de slechtsten!

De landbouw. Iedere boer kan je vertellen hoeveel tijd hij/zij kwijt is aan administratie en hoeveel last hij heeft van voorschriften. Dit leidt  tot zoveel ergernis, dat meer en meer boeren er de brui aan geven, vaak niet de slechtsten.

Het zakenleven. Iedere ondernemer kan je vertellen hoeveel tijd hij/zij kwijt is aan administratie, en hoeveel last hij heeft van voorschriften. Dit schaadt de winstgevendheid van de onderneming en leidt  tot zoveel ergernis, dat meer en meer ondernemers er maar mee stoppen, vaak niet de slechtsten.

Maar nu hebben onze politici  bedacht dat het enige terrein waarop de bureaucratie nog niet de overhand heeft gekregen – huwelijk en gezin – nu onder dit bureaucratische systeem moet worden gebracht. Voortaan zullen we als regel trouwen op huwelijkse voorwaarden. Dat vraagt dat partners een boekhouding moeten bijhouden, want anders kan de boedel niet behoorlijk verdeeld worden in geval van echtscheiding (40 % van de huwelijken) of bij overlijden van een der partners (100 % van de huwelijken). Feitelijk moeten er dus administraties worden bijgehouden van de drie vermogens (elk apart en een gemeenschappelijk vermogen) en van de roerende en onroerende zaken.

Het kan niet anders of de idioot (of idioten) die dit bedacht hebben zijn van God los, of anders gezegd: hebben niet gewerkt aan  de ontwikkeling van hun eigen persoonlijk bewustzijn. Het oude adagium: ken uzelf, is in deze wereld helaas in de vergetelheid geraakt, behalve in enkele weinig invloedrijke niches van de samenleving. Ik troost me maar met de gedachte dat we leven in een wereld van tegenstellingen, en dat alles slechts bestaat bij de gratie van zijn tegendeel. Hoe meer gekte, hoe meer wijsheid zullen we maar zeggen (en hopen). Maar dat we op deze manier maatschappelijk gezien niet de makkelijkste weg kiezen lijkt me wel zeker.

En overigens ben ik van menig dat de lezing van Ibrahim Issa op 18 november een niet te missen gebeurtenis is. Zie: Licht in de duisternis op deze site. En zegt het voort! Daar doe je me een groot plezier mee!

Middelmatigheid – 2

Het is natuurlijk altijd leuk om gelijk te krijgen, maar ik had het liever op een andere manier gehad. In mijn laatste boek (Voor niets gaat de zon op – Blauwdruk voor een waardige wereld ) ontvouw ik een visie op onderwijs, die radicaal tegen de huidige onderwijscultuur in gaat. Die visie was niet nieuw: grote voorgangers als Piaget en Montessori en meer recent de Amerikaan Ron Veronda en de Nederlanders Luc Stevens en Rob Riemen van Nexus waren me voorgegaan. Bovendien waren er al praktijkvoorbeelden waaruit de waarde van mijn visie bleek, met name de Avonturijn school en de Iederwijs scholen. Maar op de onderwijspolitiek in Nederland had dat geen enkele invloed, eerder in tegendeel: het wordt de genoemde scholen bijzonder moeilijk gemaakt.

De huidige regering probeert het onderwijs te verbeteren door een aantal maatregelen die uitsluitend gericht zijn op het verhogen van intellectuele prestaties. Daarbij wordt veel gemeten – er wordt nu al gesproken over een cito-toets voor 4-jarigen. Dit is een 100 % zekere weg naar de verslechtering van het onderwijs, zoals de Amerikaanse onderwijsvernieuwer Alfie Kohn in De Groene Amsterdammer van 17 oktober aantoont. “Veertig jaar onderzoek wordt genegeerd.” De Nederlandse hoogleraar pedagogie Micha de Winter, de psychologe Louise Berkhout, de docenten Jelmer Evers en René Kneyber sluiten zich hierbij aan.

Het is erger: deze onderwijs politiek, leidt niet alleen tot slechter onderwijs, maar heeft maatschappelijk een zeer schadelijk effect. Het wakkert een ongezonde competitie-cultuur aan, het plezier in leren en ontwikkeling wordt geschaad en het verziekt de sociale verhoudingen. Kohn: “We weten dat als we kinderen te vroeg confronteren met zaken die niet bij hun leeftijd passen we ze psychologisch ernstige schade berokkenen.” En dit is precies wat er in het huidige onderwijs gebeurt. En verderop “Kinderen leren empathie door zelf sensitief behandeld te worden, niet door tegen elkaar uitgespeeld te worden.”  Voor cultuur en maatschappelijke bewustwording is in onze huidige onderwijspolitiek feitelijk geen plaats, al wordt daar soms lippendienst aan bewezen.

In mijn vorige blog stelde ik de middelmatigheid in deze samenleving aan de orde. Hier zien we een van de belangrijkste oorzaken. Het feit dat ik ‘mezelf leren kennen en het leven van een bijzonder leven’ als levensdoel gesteld heb boven het bereiken van positie, status of rijkdom heeft waarschijnlijk te maken met het culturele klimaat van mijn ouderlijk gezin, en de wijsheid van mijn ouders die me naar een goed functionerende Montessorischool stuurden. Ik kan hen daarvoor niet dankbaar genoeg zijn .

Jet Bussemaker en Sander Dekker zijn waarschijnlijk van goede wil – ik geef ze wat dat betreft het voordeel van de twijfel. Ze denken waarschijnlijk oprecht dat ze handelen in ieders belang. Maar ze weten van hun gezond niet af. Dat krijg je ervan als je bewustzijnsontwikkeling niet als primair doel in je leven beschouwt, maar het ondergeschikt maakt aan allerlei andere doelen van persoonlijke en maatschappelijke aard. Dat leidt tot middelmatigheid. En waar middelmatigheid toe leidt kunnen we dagelijks om ons heen zien.

Ouders, grootouders, docenten, politici, managers, beleidsambtenaren, professionals – wordt wakker! Al doen we het maar voor onze (klein)kinderen.

En overigens ben ik van menig dat de lezing van Ibrahim Issa op 18 november een niet te missen gebeurtenis is. Zie: Licht in de duisternis op deze site. En zegt het voort! Daar doe je me een groot plezier mee!

 

 

 

 

 

 

Middelmatigheid

In de meeste steden rijdt een metro, nadat hij is aangelegd, regelmatig en betrouwbaar. Zo niet in Amsterdam. Na vele problemen met de metro/sneltramlijn naar Amstelveen is nu de Oostlijn aan de beurt. Ik moest op een artikel in de Metro stuiten om de waarheid daarover aan de weet te komen.

De Oostlijn moest worden gerenoveerd. Dat kan gebeuren, na 40 jaar. Maar het zou al in 2010 klaar zijn, 275 miljoen euro kosten. De kosten zijn nu al opgelopen tot bijna € 340. Bovendien wordt de lijn nu al geruime tijd iedere avond afgesloten tussen CS en Amstel, waarmee Amsterdam de enige stad ter wereld is die op avonden geen metroverbinding heeft met zijn centrale station. Interessant – Amsterdam blijft een dorp, zoals ik al meerdere keren heb gezegd.

Ik merk dat ik me aan dit soort zaken blijf ergeren. Dat is dom want het leidt nergens toe. Maar ik denk ook dat ik daarin niet alleen sta. Ik denk dat dit komt omdat we denken  dat het eigenlijk veel beter kan. Maar feit is dat we het niet beter doen. En we, dat zijn we dus allemaal. Voor mij is het een aansporing om maar weer eens naar mijn eigen handelen te kijken: doe ik de dingen die ik doe wel met mijn hele aandacht erbij? Zodat ik kan uitstijgen boven mijn eigen middelmatigheid? En wat zijn eigenlijk mijn motieven: scoren, of mezelf tot uitdrukking brengen? Food for thought.

 

En overigens ben ik van menig dat de lezing van Ibrahim Issa op 18 november een niet te missen gebeurtenis is. Zie: Licht in de duisternis op deze site. En zegt het voort! Daar doe je me een groot plezier mee!

 

 

Sum ergo cogito. I am, therefore I think.

Cogito ergo sum, I think, therefore I am, said Descartes. But for me it is more: I am, therefore I think. Most of what I think is completely futile or nonsense, and more often than not is a nuisance or setback in daily life. My guess is that this is true for most people, especially those who have responsible positions in society. This may be one of the reasons why our society is such a mess. Actually it is a miracle that so much is still working reasonably.

Just imagine that for a moment my thinking process would stop. Then still I should be. However it would be empty in my head. My attention would break free. That would make it possible to listen. I then should hear an enormous amount of sounds. This world if full of noise. But beyond this noise is the silence that, by definition, one cannot hear. Nevertheless I still can experience it, and if I cannot experience it, I can imagine it. The silence within, and the silence around, the all-permeating Silence.

And then, focussing on and being in this Silence for some time, a miracle could happen. Images and words could come forward. I should connect with my source. And maybe I should connect with my deepest values: awe, respect, open-mindedness, freedom, compassion, courage, beauty. These are words, and at the same time states of mind and heart. The words are mere symbols.

And then the thinking will start again, but now it is on a deeper level, based on my deepest values. More focussed. It will move me to valuable action. I think, therefore I act, I create. Cogito ergo ago. Cogito ergo creo.

I glady invite you to to join me on my path. It may bring us peace of mind, and help us to make a difference in the world. Cogitamus ergo creamus. We think, therefore we create.

 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker)

 

 

Valse hoop en echte hoop

Dit is een ingezonden brief die ik naar Trouw heb opgestuurd. Ze zullen hem waarschijnlijk niet plaatsen, omndat ik intussen ontdekt heb dat ze alleen maar brieven plaatsen tot 150 woorden, en dit zijn er 230. Jammer, maar helaas.

Klimaatjagers.

In Trouw van woensdag schrijft Willem Pekelder een goede recensie over het programma ‘Klimaatjagers’ van de VPRO. Citaat: “Vrolijk word je er niet van.” En verderop: “Je vraagt je wel af: is er nog wat aan die klimaatverandering te doen of zijn we reddeloos verloren? Gelukkig kregen we op die vraag een optimistisch antwoord. Abott: “Zelfs nu kunnen we het proces nog keren als we minder fossiele brandstoffen gaan gebruiken”.”

Helaas heeft Abott daarin ongelijk. Zelfs als we nu alle uitstoot door het gebruik van fossiele brandstoffen zouden stoppen, wat natuurlijk niet kan, en we ook niet zullen doen, dan gaat het proces van opwarming nog minstens een eeuw door. Dat blijkt ook uit de uitzending zelf: die laat zien dat we op sommige punten de zogenaamde kantelpunten (tipping points) voorbij zijn. Het proces heeft een eigen momentum gekregen.

Ons op valse hoop baseren heeft nog nooit iemand goed gedaan. Hoop hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt, zoals Vaclav Havel eens zei, maar is een kwaliteit van de ziel. Echte hoop is gelegen in het bewustzijn dat we ieder voor onszelf en als mensheid altijd een keuze hebben: waardig en liefdevol met elkaar omgaan in benarde omstandigheden, en daardoor onze creativiteit mobiliseren, of, als een kat in nood, rare sprongen maken en ten onder gaan in een strijd van allen tegen allen.

Erik van Praag, Amsterdam

 

Naschrift: De brief is toch geplaatst op vrijdag 13 september, maar geredigeerd en ingekort. De boodschap is in Trouw nu minder krachtig en duidelijk. Tja. . .

 

Hoop en schoonheid in de hel.

Terwijl de Westerse landen doorgaan met hun neoliberale koers en dusdoende bijdragen tot een klimaatramp van ongekende omvang, heeft de rest van de wereld het te druk met elkaar de tent uitvechten. Overdreven? Nauwelijks. Hoewel oorlogen tussen landen veel minder voorkomen dan vroeger, zijn de onderlinge conflicten binnen landen omvangrijker dan ooit. Gaat het in Centraal Afrika voornamelijk om etnische conflicten, in Azië spelen religieuze conflicten een centrale rol.  In Noord-Afrika en het Midden-Oosten bestrijden de moslims elkaar  op leven en dood, en nu voegt ook het verre Oosten zich in de strijd. In Thailand, Birma en Sri Lanka roeren zich agressieve boeddhistische strijdgroepen, aangevoerd, je zou ook kunnen zeggen aangevuurd, door monniken. Zij bestrijden de moslims op leven en dood, en die laten zich dat natuurlijk die niet zomaar welgevallen. In allerlei andere landen smeulen conflicten, waarbij ook Hindoe’s en Christenen (de Pinkstergemeentes en aanverwante groepen) betrokken zijn. De wereld staat in brand. Was het altijd al zo erg? Ik weet het niet. Etnische en religieuze conflicten zijn van alle tijden, maar het lijkt nu wel heel massaal en heel algemeen te worden. Hoe zou dat komen? Ik zie de volgende factoren:

– armoede vormt een goede voedingsbodem

– het fundamentalisme in alle godsdiensten speelt een rol

– nieuwe communicatiemiddelen, met name de sociale media, maakt het mogelijk snel vele mensen te mobiliseren.

– regeringen en leiders in vrijwel alle landen waar dit speelt zijn corrupt en partijdig. Zelfs volledig democratisch gekozen leiders lappen, eenmaal gekozen, de regels van de democratie aan hun laars.

Moeten we dit ons aantrekken? Je zou kunnen zeggen: dat is Verweggistan, en laten ze het onderling maar uitknokken. Maar dan onderschatten we de schade die we daar direct en indirect van ondervinden: economisch, ecologisch. Ook kan de vonk ook wel makkelijk overslaan naar hier: aanslagen, instabiliteit, en zo meer. Afgezien daarvan, een beetje solidariteit met onze broeders en zuster aldaar kan ook geen kwaad.

Maar kunnen we er wat aan doen? Volgens zowel de neo-liberalen en ook een econoom als Deirde McCloskey, van andere liberale snit, is het kapitalisme de oplossing. McCloskey ziet dit kapitalisme zelfs als de bron van alle deugden. Tja, je vindt het misschien gek, maar ik geloof in geen enkele ideologie, ook niet in die van het kapitalisme, of het socialisme.

Ineens moet ik aan mijn vader denken. Als antwoord op de barbarij van het fascisme en nazisme, en uit angst voor nihilisme, ontwikkelde hij de theorie van het moderne humanisme. Niet zozeer een ideologie als wel een levensovertuiging gebaseerd op het geloof in de redelijke en zedelijke (=morele) vermogens van de mens. Mijn vader was geïnspireerd door het socialisme, en de waarden van geestelijke vrijheid, verdraagzaamheid en eerbied voor voor de persoon vormen het fundament van zijn levensovertuiging. Hij was van mening dat de humanist een opvoedkundige taak had, en dit was een van de redenen waarom hij samen met anderen het Humanistisch Verbond heeft opgericht. Maar het Humanisme heeft zich in Nederland in eenzijdig rationele richting ontwikkeld (al is er nu een kentering gaande) en is mede daarom nooit een massabeweging geworden.

Terugkijkend denk ik dat de gedrevenheid waarmee mijn vader zich inzette voor het humanisme en het Humanistisch Verbond mede een verdediging was voor de hopeloosheid die binnen in hem altijd op de loer lag. Een van zijn lijfspreuken was: “Het is onrealistisch niet te hopen”. Daar geloofde hij ook wel in, maar de spreuk had ook iets krampachtigs.

Ik zie een parallel tussen de tijd waarin mijn vader zijn gedachten over het humanisme ontwikkelde (voor en in de wereldoorlog), en de huidige tijd. We zijn als mensheid volkomen de weg kwijt. Maar toen en nu gebeuren er ook mooie dingen: wij scheppen ook schoonheid (in de kunst en in relaties)  en we hebben ook lief. Bovendien is er schoonheid in de wereld, en wie daar zijn aandacht op richt valt ontroering ten deel. Soms denk ik wel eens dat schoonheids- en eenheidsbeleving zelfs toeneemt terwijl de barbarij ook toeneemt. Alsof de wereld in balans blijft, maar de extremen heftiger worden.

En intussen houd ik me maar aan de uitspraken van Vaclav Havel: Diep in onszelf dragen we het zaad van de hoop. . . .  Hoop is niet hetzelfde als optimisme. Evenmin de overtuiging dat iets goed zal aflopen. Wel de zekerheid dat iets zinvol is. Ongeacht de afloop, het resultaat.