Categoriearchief: Spiritualiteit

De lijdensweek 3.

Gisteren zei ik dat de uitdrijving uit de tempel ook op Palmzondag plaats vond, maar volgens Marcus gebeurde dat pas op maandag. Veel maakt het niet uit.

In de periode tussen zondag en donderdag heerst er een sfeer van verwachting aan de ene kant, en een somber voorgevoel aan de andere kant. Volgens sommige evangelisten voorvoelt Jezus dat het af gaat lopen, en hij zegt dat ook. In elk geval vult hij de tijd met door gaan met zijn leringen, in de tempel en buiten in de velden. Sommige van de mooiste gelijkenissen zegt hij in de lijdensweek. Hij voorspelt ook dat er na zijn dood een tijd zal komen van oorlog, aardbevingen en hongersnoden, de voorbode van de eindtijd.

Twee belangrijke gebeurtenissen in deze periode verdienen aparte vermelding. In de eerste plaats het verraad van Judas. Ergens in deze week gaat Judas naar de priesters, om Jezus voor dertig zilverlingen te verraden, op een moment dat daarvoor geschikt zou zijn. Het tweede voorval is de zalving van Jezus. Een  onbekende vrouw komt met een kruik vol kostbare nardusmirrhe, breekt de kruik en giet alles over Jesus uit. Een daad van devotie, die volgens de wijzen een weg is naar zelfrealisatie. Dat roept zeer veel verontwaardiging bij de discipelen op: had de mirrhe niet verkocht  en de opbrengst aan de armen gegeven moeten worden? Maar Jezus zegt: laat haar toch begaan: de armen zijn er altijd nog en u heeft een leven voor u om die te gedenken. Maar ik ben binnenkort vertrokken. Bij Johannes staat het verhaal er in iets andere zin. Het speelt daar al voor de intocht in Jeruzalem, en het is Maria, de zuster van Martha, die de mirrhe uitgiet, niet over zijn hoofd maar over zijn voeten, die ze daarna met haar haren afdroogt. In deze versie is het Judas, die zich met dezelfde argumenten tegen deze verspilling verzet. Ik denk dat we Judas met mildheid moeten bezien. Hij heeft verraad gepleegd, dat is waar. Maar ik denk dat hij verschrikkelijk teleurgetsteld was. Hij dacht dat Jezus een aards koninkrijk zou vestigen, een paradijs op aarde, dat er een revolutie zou komen, waarna rechtvaardigheid, vrede  en zorgzaamheid zouden heersen op de aarde. Toen hij zag dat Jezus dat helemaal niet van plan was, en ook dat soort macht niet had, – daar kom ik nog op terug bij de veroordeling – werd hij bitter, en velen met hem. Dit is een persoonlijke interpretatie, die weliswaar door sommige theologen en anderen gedeeld wordt, maar lang niet door iedereen.

Ook ik ben zeer teleurgesteld in wat velen van mijn leiders in deze wereld doen en laten, en kan daar verbittering over voelen. Vervolgens kan ik mijn leiders verraden en  kruisigen in symbolische zin (ik maak ze af op internet op meer of minder intellgente wijze) maar daar schiet ik weinig mee op. Wat dan wel? Een aardige vraag ter overdenking.

Dus ook deze periode in de lijdensweek geeft weer ‘food for thought’. Het is een tijd van teleurstelling, wanhoop, twijfel, woede, vergeving en hoop op een betere wereld (maar dan wel op langere termijn. De hoop op een betere wereld op korte termijn is vals). Voor mij is dat de waardige wereld zoals ik die geschetst heb in mijn laatste boek. En ik geloof inderdaad dat revolutie niet de weg is. Al sluit ik niet uit dat een opstand der horden in deze tijd met steeds toenemende onzekerheid en teruggang van welvaart nog plaats gaat vinden.

Je zou verwachten dat we met een dergelijk spiritueel erfgoed van deze lijdenstijd een bijzondere week van bezinning zouden maken. Maar dat is toch niet het geval. We leven door alsof er niets aan de hand is. Er is kermis op de Dam (in Amsterdam en elders), de koopavonden op Goede Vrijdag gaan gewoon door, en de vrije vrijdag van ambtenaren en bankmedewerkers is een goede gelegenheid om eens extra op vakantie te gaan. De Mattheus Passion in Naarden is verworden tot een plaats om je te laten zien en gezien te worden, met een lekkere lunch in een goed restaurant in de pauze. (Hoezo vastentijd?). Brood en spelen, genieten daar gaat het om. Wat wordt vergeten is dat ware vreugde voort komt uit het onder ogen zien van de pijn van jezelf en anderen, en het mededogen dat daaruit voorkomt. Of Jezus nu daadwerkelijk geleefd heeft of niet, zijn boodschap is actueler dan ooit.

Een adviesje tot slot: deze week is een heel goede werk om de evangeliën van Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes eens te (her)lezen, vanaf de intocht in Jeruzalem. Uit eigen ervaring kan ik zeggen: je steekt er altijd weer iets van op!

 

 

 

 

 

 

 

De lijdensweek (2)

De tweede gebeurtenis in de lijdensweek, waarschijnlijk ook nog op Palmzondag, is dat Jezus naar de tempel gaat en alle handelaren en geldwisselaars uit de voorhof verdrijft. Dit moet met een grote woede gepaard zijn gegaan, want anders verdrijf je niet zomaar tientallen handelaren en gooit hun tafels om. Opnieuw: ik weet niet of dit letterlijk zo gebeurd is, maar voor mij gaat er van dit verhaal een grote symbolische waarde uit. Waarom was Jezus zo kwaad?

Hijzelf zegt daarover: “Er staat geschreven, Mijn huis zal een bedehuis heten, maar gij maakt het tot een rovershol.” Handel in de voorhof is voor hem ontheiliging van wat voor hem kostbaar en dierbaar is: een gewijde plaats om ons in te keren. Kennelijk was het ook in die tijd al zo dat de materiële wereld de geestelijke begon te overschaduwen en alles ondergeschikt werd gemaakt aan handel en gewin.

Maar ik denk dat zijn woede nog dieper ging. Ik interpreteer deze uitbarsting (van een man die bekend staat als zachtmoedig en liefde predikt) als een reactie op het voortdurende onrecht wat hij om zich heen ziet, en waarvan hij ook zelf slachtoffer is. Overal ziet hij armoede, honger en daardoor slechte gezondheid, kortzichtigheid, gebrek aan naastenliefde (wat we nu solidariteit zouden noemen). En daar komt nog bij dat hij eigenlijk niet gehoord en begrepen wordt.  Hij brengt een ‘inconveniënt truth’: als je hem echt zou horen zou dat je leven ingrijpend veranderen. Je zou buiten je ‘comfort zone’ geraken. (zie bijvoorbeeld het verhaal van de rijke jongeling, Mattheus 19:16-26 *) En dat is angstig. Dus mensen luisteren wel maar verstaan hem niet. Ze willen wel verlossing, maar geen verantwoordelijkheid.

En dan, op een goede dag, is de maat vol. En dan komt de woede eruit. Niets menselijks is hem vreemd. De woede zie ik als een reactie op de opgehoopte pijn en verdriet, ontstaan door zijn mededogen en het niet gehoord worden. Pijn wordt woede – niets menselijks is hem vreemd!

Dit is voor mij dus ook een thema van de lijdensweek. Ook bij mij kan de frustratie, ontstaan door het zien van domheid en onrecht, hoog oplopen. Ook ik kan me dan verdrietig, angstig of machteloos voelen. Waarom zijn we zo ongevoelig voor de consequenties van onze daden? Waarom staat bijvoorbeeld een inbreker niet stil bij het leed dat hij veroorzaakt? Waarom zijn we zo weinig solidair en verantwoordelijk? Hoe ga ik met mijn woede om, die altijd voorkomt uit frustratie of pijn. Soms zal het goed zijn uit woede te handelen, maar meestal is het beter stil te staan bij het verdriet, de angst of de onzekerheid waaruit de woede voortkomt.

Lijden en woede, woede en lijden – food for thought. Wordt vervolgd.

 

*) Een parafrase van dit verhaal staat in mijn boek Spiritueel Leidersshap, als volgt:

Een rijke jongeling vraagt aan Jezus: ‘Rabbi, wat moet ik doen om het Koninkrijk te beërven (gelukkig te worden – EvP)?’ Waarop Jezus zoiets zegt als: ‘O, dat is eenvoudig: geef je bezit weg.’ Daarop ging de rijke man man heen en was zeer bedroefd. Waarop Jezus de bekende en gedenkwaardige woorden spreekt: ‘Voorwaar, Ik zeg u,  het is gemakkelijker dat een kameel door het oog van een naald gaat, dan dat een rijke het Koninkrijk God’s binnengaat.’ Het vervolg is ook interessant. Citaat: ‘Toen de discipelen dit hoorden, waren zij zeer verslagen en zeiden: Wie kan dan behouden worden? Jezus zag hen aan en zeide: Bij de mensen is dit onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.’

Ik zei u al eerder: ik ben niet godsdienstig, maar dit verhaal heeft me altijd zeer geïnspireerd en bezig gehouden, ook al heeft het er niet toe geleid dat ik al mijn bezit heb weggegeven. Het heeft me wel uit mijn  comfortzone gebracht.

De lijdensweek.

Ik noem mezelf niet godsdienstig, maar de bijbelverhalen inspireren me wel. Dat geldt voor de kerstverhalen (licht in de duisternis, hoop), voor vele andere verhalen, maar ook met name voor het Paasverhaal. Of het nu waar gebeurd is of niet doet daarbij eigenlijk niet zo ter zake. Het is een prachtig verhaal, een mythe, die me veel vertelt over wat er met ons mensen aan de hand is.

Het Paasverhaal begint natuurlijk op Palmzondag: de feestelijke intocht in Jeruzalem. Dan volgen: de uitdrijving uit de tempel van de woekeraars, het laatste avondmaal (Witte Donderdag), met het verraad van Judas en het gebed in de tuin van Gethsemane, de gevangenneming, en de verloochening door Petrus,  de veroordeling en de handenwassing door Pilatus, de kruisiging (Goede Vrijdag), en de opstanding (Pasen). Wat een rijkdom aan thema’s. Wat zegt me dat allemaal?

Veel meer dan ik in één blog kan vertellen. Ik zal vandaag een beginnetje maken, en dan hopelijk vrijdag verder gaan. Maar ik loop natuurlijk al een dag achter, want zoals gezegd begint de lijdensweek met Palmzondag, en dat was gisteren.

Palmzondag is een voor mij een verhaal van persoonsverheerlijking. Het volk verlangt en verwacht van Jezus de verlossing uit al hun ellende, het paradijs op aarde, in plaats van daar zelf verantwoordelijkheid voor te nemen. Een bijna hysterische massa juicht het hosanna (Gezegend de Heer. Help ons!)! Maar als dat dan in de loop van de week tegen valt zullen ze op vrijdag roepen: kruisigt hem! Dit nu zie ik in de huidige wereld nog steeds gebeuren. We verlangen naar een verlosser, projecteren dat dan op onze huidige leiders, die daar natuurlijk onmogelijk aan kunnen voldoen, en dan kunnen ze van ons de ziekte krijgen. Ik druk me nu overigens heel wat parlementairder uit dan sommige politici en twitteraars op internet, die onze leiders inderdaad graag zouden kruisigen.

Palmzondag is voor mij dus de dag van de valse hoop: hoop die niet gebaseerd is op innerlijke kracht, maar op afhankelijkheid van wat een ander voor je doet. Het is, samen met Goede Vrijdag, ook een illustratie van de wispelturigheid van de massa: dat wat we allemaal zijn of worden als we ons laten meeslepen door idolen en hypes, in plaats van persoonlijk verantwoordelijkheid te nemen. We zien dat in Griekenland, in Cyprus (Europa moet maar betalen voor de puinhoop die we zelf hebben aangericht door ons politiek gedag en door te genieten van buitensporige rentes), maar ook hier in ons land waar bejaarden (wat een onzin om die term niet meer te gebruiken!), vinden dat hun verzorging maar door anderen dan henzelf  betaald moet worden, ook al hebben ze een vermogen (ik dacht dat het ooit een goede gewoonte was te sparen voor je oude dag?!? ). Er zijn natuurlijk meer voorbeelden te geven, maar die kan iedereen voor zichzelf  bedenken.

De lijdensweek gaat natuurlijk ook over woede, lijden, huichelachtigheid, trouw en uiteindelijk een stralend licht, maar daarover de volgende keer meer. Wordt vervolgd.

 

Het is goud wat er blinkt. . . of ivoor.

Wat is het toch dat goud zijn magische waarde verleent? Natuurlijk, het blinkt mooi, en het is edel metaal, wat inhoudt dat het corrosiebestendig is, en het is ook een waardevolle grondstof in legeringen met andere metalen, en daardoor vrijwel onontbeerlijk in vele industriële toepassingen. Maar dat is niet voldoende om de steeds maar weer oplaaiende goudkoorts te verklaren, die leidt tot speculatie, prijsopdrijving, geweld, verwoesting van het milieu en een economische waarde die regelmatig ver uitstijgt boven de intrinsieke waarde.

Bij voorbeeld: In zestien Zuid-Amerikaanse landen is een verwoede strijd gaande tussen actiegroepen en mijnmaatschappijen, vaak van Chinese herkomst, die met hun niets ontziende mijnbouw het milieu verwoesten en de watervoorziening in gevaar brengen. En dan hebben we het nog niet over de arbeidsomstandigheden in de goudmijnen. Kennelijk is er nog niet zoveel veranderd sinds vijf eeuwen geleden de goudkoorts de voornaamste drijfveer voor de verovering van het Zuid-Amerikaanse continent was.

In de economie speelt goud de rol van vluchthaven op het moment dat het vertrouwen in andere economische waarden – geld, aandelen, obligaties, onroerend goed – daalt. Maar ook goud kan enorm in waarde fluctueren. Het geeft schijnzekerheid, en is ook onderhevig aan zeepbellen: het opblazen van waarden die niets meer met de onderliggende intrinsieke waarde te maken hebben, en derhalve zomaar in lucht kunnen opgaan. Bij de huidige onzekerheden in de economie is er weer zo’n zeepbel rondom goud gaande, al zal er altijd wel een zekere waarde van goud resteren.

Goud heeft al eeuwen mythische waarde. Het speelde die rol al in het oude Egypte, in China, en ook elders in de Oudheid. In de  alchemie is goud een noodzakelijk ingrediënt voor de bereiding van de steen der wijzen, het ultieme en in materiële zin onhaalbare doel van de alchemie. In de moderne tijd heeft die mythische waarde een materiële component gekregen.

Wat voor goud geldt, geldt in zekere mate ook voor ivoor. Met name in China is ivoor nog meer van waarde dan goud. “Met ivoor eren wij de goden en maken wij al duizenden jaren kunst en kunst is belangrijker dan geld” (Ivoormeester Li Bin Cheng).  Dat daarvoor de olifanten in de wereld uitgeroeid worden is vanuit dat gezichtspunt van geen belang. Van de ongeveer 300 miljoen olifanten in Afrika in de jaren 70 zijn er nu nog 600.000 over. Per jaar worden er 35.000 afgeslacht. Je kunt dus uitrekenen wanneer het afgelopen zal zijn met de olifanten in Afrika: ongeveer 15 jaar. Al moet gezegd worden dat in Zuid-Afrika een afschotverbod redelijk wordt gehandhaafd.

Ik blijf het wonderlijk vinden dat materiële zaken zulke mythische proporties krijgen. Zolang dat zo zal zijn, zullen er altijd handelaren en speculanten zijn die daarop inspelen. Het zal natuurijk niet gauw gebeuren dat de betrokkenen zich realiseren dat geestelijke groei en bewustwording juist niet afhankelijk kunnen en moeten zijn van materie. De hoop voor het beperken van de schadelijke effecten van de goud- en ivoorkoorts kan daar dus niet in zijn gelegen. Het zal moeten komen van overheidsmaatregelen die dan ook gehandhaafd worden.  In de metro van Beijing hangen posters van National Geographic van de olifanten die met uitroeiing bedreigd worden, en misschien zal dat invloed hebben op de nog kneedbare geesten van de jeugd. Maar de meer agressievere organisaties als Save the Elephant komen China niet in. Hier ligt weer een schone taak voor de internationale diplomatie, en dus voor de politiek en dus voor ons als burgers. Wij maken de politiek, toch?

 Voor deze blog ben ik schatplichtig aan De Groene Amsterdammer, (17 januari 2013), en NRC/Handelsblad, 9 februari 2013 (Oscar Garshagen)

 

Is reality true?

“Nothing real can be threatened. Nothing unreal exists. Herein lies the peace of God”. With this statement ‘A Course in Miracles’ summarizes itself. The statement is also endorsed by Eckhart Tolle, the author of ‘The Power of Now’ and ‘A New Earth’, and the speaker on the DVD ‘Findhorn Retreat – Stillness amidst the World’.

This is a very far reaching statement. If one takes it literally (which A Course does), it implies that everything that exists temporarily and has a material or physical base  – we, the earth, the society, even the cosmos –  , and thus can be threatened, is not real. It implies that reality as we experience it and as we know it is not real. It is a counter-intuitive statement in the sense we don’t feel and perceive reality that way.

But wait a minute. Is this not exactly what quantum physics is saying too? In quantum physics nothing is as it appears. The only thing that in an essential way is real is the zero-point field, the invisible field that permeates everything – that is everything.

So the consequences of all this seems to be that the only reality, the only thing that is not vulnerable and not not immune for damage is this field. The Course would call this God, but we can also call it Zero-point- energy, Essence,  Intelligene, the Creative Force, Presence or Eternity.

This is an extraordinary attractive thought system. It is the antidote to depression, feelings of powerlessness, anger (even rage) when we are confronted with destructiveness in ourselves and in the world around us. Destructiveness is as unreal as the unreality it destroys! Indeed: herein lies the peace of God, or as I should rather say: the peace of mind.

However, there is a snag in this, or actually two. The first one is that this thought easily can lead to passivity, lethargy or indifference. If the world as we know it is unreal, why should we bother and care? Is this indifference really what we feel comfortable about? There are (spiritual) masters (Lao Tse, Nisargadatta, Osho) who indeed propagate no-action: being conscious and connected with the invisible world is sufficient (which of course requires active meditation – and that is different from passivity or lethargy). It will automatically result in a better world. I personally cannot fully believe that, and I am in good company: Buddha (the 7-fold path: right action and livelihood) Christ en Thich Nath Hanh all strongly recommend spirit-in-action for the benefit of both oneself and the world.

The other snag I already mentioned above. We don’t experience the world around us as unreal. So it is very difficult to fully  accept the statement from the Course. I personally cannot do it, but the vision of the Course nevertheless is very attractive. And there is certainly a deeper truth hidden in it. As I often say, in case of  small of bigger trouble: it is meaning nothing in the light of eternity. Or said differently: this life is a play, nothing more nothing less. When we forget this, we are in trouble ourselves.

Actually I believe that we can live with both concepts of reality at the same time. We can see the world around us as reality in itself, or as just an illusion, created by the Essence beyond it. For Dutch readers: I more deeply dive into this in my latest book.

Let me end this blog with a few quotes from Richard Bach (Illusions): First a dialogue:

Richard: “The world is a dream, you say, and it’s lovely, sometimes. Sunset. Clouds. Sky.”  Donald: “No. The image is a dream. The beauty is real. Can you see the difference?”.

And: “The world is your exercise book, the pages on which you do your sums. It is not reality, although you can express reality there if you wish. You are also free to write nonsense, or lies, or to tear the pages.”

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).